Gemeentestem

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Gemeentestem
Datum 18-04-2012
Aflevering 7368
RubriekRedactioneel
TitelNiet rommelen met fractievergoedingen!
CiteertitelGst. 2012, 37
SamenvattingDe Vereniging van Plaatselijke Politieke Groeperingen zoekt al geruime tijd naar creatieve oplossingen om te bereiken dat lokale politieke partijen kunnen beschikken over de gemeentelijke vergoeding voor de raadsfracties.
Auteur(s)C.J.N. Versteden
Pagina169-169
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelOverzicht jurisprudentie exploitatieplannen
CiteertitelGst. 2012, 38
SamenvattingOp 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening in werking getreden met daarin opgenomen een regeling over grondexploitatie. Sindsdien geldt een beginselplicht voor de gemeenteraad om tegelijk met een bestemmingsplan een exploitatieplan vast te stellen. Na een aarzelend begin kwam de uitsprakenstroom van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling), die in eerste en enige instantie over exploitatieplannen oordeelt, in 2010 goed op gang over met name formele aspecten van exploitatieplannen. In 2011 nam ook het aantal uitspraken over de materiële aspecten toe.
Auteur(s)R.J. Lucassen , J. van Vulpen
Pagina170-188
LinkVolledige tekst artikel (cms.law)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelHet ‘wetsvoorstel afschaffing deelgemeenten’
CiteertitelGst. 2012, 39
SamenvattingHet komende voorjaar zal de Tweede Kamer het voorstel behandelen tot wijziging van de Gemeentewet en enige andere wetten in verband met het afschaffen van de bevoegdheid van gemeentebesturen om deelgemeenten in te stellen. Amsterdam en Rotterdam zijn de enige gemeenten in Nederland waarin deelgemeenten, of stadsdelen zoals ze in Amsterdam worden genoemd, zijn ingesteld. Het is verwonderlijk dat deelgemeenten niet in meer gemeenten zijn ingesteld, omdat sinds de Tweede Wereldoorlog de gestage herindelingen van gemeenten geleid hebben tot meer grotere gemeenten met daarbinnen meerdere voormalige gemeenten die ook deelgemeenten hadden kunnen zijn. Wellicht zouden nog meer gemeenten een fusie zijn aangegaan, als zij een deelgemeente zouden zijn geworden. Nu dat niet het geval is geweest en deelgemeenten dus alleen in de twee grootste steden van ons land bestaan, zal in dit artikel kort worden stilgestaan bij de historie van de stadsdelen en deelgemeenten, het nu voorliggende wetsvoorstel, mede gelet op de adviezen van de Raad van State, de VNG en de gemeenten Amsterdam en Rotterdam. En ten slotte volgt een korte vooruitblik op de mogelijke gevolgen indien dit wetsvoorstel het Staatsblad haalt. Daarbij ligt de focus vooral op Rotterdam, omdat schrijver dezes daar werkzaam is.
Auteur(s)M. Oosterhagen
Pagina189-193
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State, 03-08-2011, 201012779/1/H
CiteertitelGst. 2012, 40
SamenvattingBeslissing ter voorbereiding van een privaatrechtelijke rechtshandeling. Toedeling standplaats op woonwagencentrum op grond van de Huisvestingswet (Leiden).
Samenvatting (Bron)Op 16 maart 2010 heeft het college de toewijzingslijst herinrichting Trekvaartplein versie 1 / 01-03-2010 (hierna: de toewijzingslijst) vastgesteld.
AnnotatorL.J.M. Timmermans
Pagina194-199
UitspraakECLI:NL:RVS:2011:BR3998
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank 's-Gravenhage, 04-01-2012, AWB 11/5584 BESLU
CiteertitelGst. 2012, 41
SamenvattingKostenverhaal in verband met onmiddellijke bestuursdwang wegens ‘wildstallen’ fiets bij station. Geen overtreding nu geen sprake is van een bevoegdelijk vastgestelde verbodsbepaling.
Samenvatting (Bron)Verweerder heeft op 3 november 2010, onder toepassing van een last onder bestuursdwang de in de Rijnstraat (nabij centraal station Den Haag) gestalde fiets van eiser verwijderd en opgeslagen wegens overtreding van het bepaalde in artikel 5:12, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Den Haag (hierna: de APV 2009). De rechtbank stelt vast dat artikel 5:12, eerste lid, van de APV 2009 slechts bepaalt dat verweerder plaatsen kan aanwijzen (...) waar het in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, dan wel (...), verboden is fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan. Deze bepaling kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden beschouwd als een bepaling, als bedoeld in artikel 156, derde lid, van de Gw, waarbij de gemeenteraad aan het college de bevoegdheid tot het stellen van nadere regels heeft gedelegeerd. Van nadere regels kan slechts worden gesproken als deze nadere invulling geven aan een reeds door de gemeenteraad gestelde basisnorm die zelf een gebod of verbod inhoudt. Van een bevoegdelijk vastgestelde uitdrukkelijke verbodsbepaling is derhalve geen sprake. Nu geen sprake is van een bevoegdelijk vastgestelde uitdrukkelijke verbodsbepaling in artikel 5:12, eerste lid, van de APV, heeft eiser geen overtreding gepleegd en was verweerder derhalve niet bevoegd om handhavend op te treden.
AnnotatorJ.M.H.F. Teunissen
Pagina199-201
UitspraakECLI:NL:RBSGR:2012:BV0961
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank 's-Hertogenbosch, 02-02-2012, AWB 11/4266
CiteertitelGst. 2012, 42
SamenvattingGeheimhouding op grond van art. 86 lid 2 Gemw, omvang toetsing bestuursrechter, geen zwaarwegend spoedeisend belang.
Samenvatting (Bron)geheimhouding op grond van artikel 86, tweede lid, van de Gemeentewet, omvang toetsing bestuursrechter, geen zwaarwegend spoedeisend belang Een verzoek om een voorlopige voorziening als het onderhavige komt niet snel voor toewijzing in aanmerking omdat een dergelijke voorziening een zeer verstrekkend en onomkeerbaar karakter heeft. Voor een zo verstrekkende beslissing is in beginsel slechts plaats indien ernstig moet worden getwijfeld aan de rechtmatigheid van het besluit en een zeer zwaarwegend spoedeisend belang daartoe noopt. Hoewel, gelet op de door verzoeker aangehaalde passages van de parlementaire geschiedenis van de Gemeentewet, naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet zonder meer kan worden gezegd dat in een zaak als de onderhavige nimmer kan worden toegekomen aan een materiële toetsing van de opgelegde geheimhouding, stelt de voorzieningenrechter vast dat in de jurisprudentie nog niet is uitgemaakt of de bestuursrechter over mag gaan tot het beantwoorden van de vraag of sprake is van een weigeringsgrond als bedoeld in artikel 10 van de Wob. Anders dan verzoeker is de voorzieningrechter namelijk van oordeel dat uit de door hem genoemde uitspraken niet blijkt dat de (hoogste) bestuursrechter van oordeel is dat een materiële toetsing van het geheimhoudingsbesluit dient plaats te vinden. Nu het hier een principiële rechtsvraag betreft die raakt aan de politiek-bestuurlijke verhoudingen binnen gemeentes, leent naar het oordeel van de voorzieningenrechter een procedure als de onderhavige zich niet voor het beantwoorden van die vraag. Reeds daarom kan niet gezegd worden dat thans ernstig moet worden getwijfeld aan de rechtmatigheid van het bestreden besluit. Evenmin is naar het oordeel van de voorzieningenrechter sprake van een zeer zwaarwegend spoedeisend belang. Verzoeker heeft niet aannemelijk kunnen maken dat het gestelde belang dermate zwaarwegend is dat de beslissing op bezwaar – die zoals gesteld ter zitting in maart 2012 zal worden genomen – niet kan worden afgewacht.
AnnotatorC.N. van der Sluis
Pagina201-205
UitspraakECLI:NL:RBSHE:2012:BV2657
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekReacties
TitelReactie op artikelen Drahmann
CiteertitelGst. 2012, 43
Samenvatting
In opvolgende nummers van De Gemeentestem staat een tweetal artikelen van mr. A. Drahmann (Gst. 2011/115 en Gst. 2011/124 subsidierecht in relatie tot het aanbestedingsrecht. Reeds in 2006 schreven mr. B.S. ten Kate en mr. T.A.M. van den Ende een artikel in De Gemeentestem over hetzelfde onderwerp (Gst. 2006/149, afl. 7261) dat ik aanmerkelijk genuanceerder en minder discutabel vind.
Het zou echter een minimaal even groot geschrift vergen om een vergelijkend commentaar te geven. Daarom volsta ik met deze reactie op de beide artikelen van mevrouw Drahmann.
Auteur(s)K. van der Heijden
Pagina206-207
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekReacties
TitelReactie op commentaar Van der Heijd
CiteertitelGst. 2012, 44
SamenvattingIn mijn twee artikelen heb ik twee vragen proberen te beantwoorden: 1. onder welke omstandigheden is subsidieverstrekking te vergelijken met een aanbesteding en 2. als subsidieverstrekking te vergelijken is met een aanbesteding, kan deze subsidieverstrekking dan ‘transparanter’ geschieden dan nu het geval is? Drs. K. van der Heijden plaatst bij beide artikelen kanttekeningen (zie onder Gst. 2012/43) waarop ik graag wil reageren.
Auteur(s)A. Drahmann
Pagina207-208
Artikel aanvragenVia Praktizijn