Tijdschrift voor Gezondheidsrecht

Uitgever Boom Juridische Uitgevers
Tijdschrift Tijdschrift voor Gezondheidsrecht
Datum 18-10-2012
Aflevering 7
RubriekRedactioneel
TitelEen goedkope discussie over dure geneesmiddelen
CiteertitelTvGR 2012, p. 547
SamenvattingHet College voor zorgverzekeringen (Cvz) heeft in twee conceptrapporten geadviseerd de vergoeding voor geneesmiddelen voor de ziekte van Pompe en de ziekte van Fabry te beperken. Tal van 'opiniemakers' hebben in krasse bewoordingen afstand genomen van het Cvz.
Auteur(s)J.J. Rijken
Pagina547-547
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelWetsvoorstel voorwaarden voor winstuitkering aanbieders medisch-specialistische zorg
CiteertitelTvGR 2012, p. 548
SamenvattingIn deze bijdrage wordt aan de hand van een korte bespreking van het wetsvoorstel voorwaarden voor winstuitkering aanbieders specialistische zorg en de daarbij te plaatsen kanttekeningen, nagegaan in hoeverre het voorstel aan de verwachtingen voldoet.
Auteur(s)E. Plomp
Pagina548-563
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekForum
TitelPostmortale eiceldonatie: wat is er tegen?
CiteertitelTvGR 2012, p. 564
SamenvattingNu het mogelijk is eicellen in te vriezen en te bewaren voor toekomstig eigen gebruik, is er discussie ontstaan over de vraag of het aanvaardbaar is die eicellen bij overlijden te bestempelen voor donatie.
Auteur(s)W.J. Dondorp , G.M.W.R. de Wert
Pagina564-570
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekKroniek Rechtspraak
TitelKroniek rechtspraak rechten van de mens
CiteertitelTvGR 2012, p. 571
SamenvattingAfgelopen jaar was een spannend jaar voor EHRM. NIet alleen nam de werklast wederom toe tot schier onverantwoorde verhoudingen, maar het voortbestaan - althans zijn onafhankelijkheid en het individuele klachtrecht - van het Hof dreigde in gevaar te komen door een actie van een aantal verdragsstaten.
Auteur(s)A.C. Hendriks
Pagina571-586
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekIngezonden
TitelDe Nationale ombudsman en de zorg
CiteertitelTvGR 2012, p. 587
SamenvattingSijmons meent dat de ombudsman het begrip bestuursorgaan in de zin van de Awb te ruim uitlegt en zich ten onrechte met de zorg bemoeit.
Auteur(s)A.W. de Bruin
Pagina587-588
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Bestuursrecht
TitelRechtbank 's-Gravenhage, 05-07-2012, ---
CiteertitelTvGR 2012, p. 590
SamenvattingArtikel 35 Wbp; verwerking persoonsgegevens; personeelsdossier; medisch specialist
Pagina590-593
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Bestuursrecht
TitelRechtbank Rotterdam, 02-08-2012, AWB 12/2695 en AWB 12/3141
CiteertitelTvGR 2012, p. 593
SamenvattingOvertreding artikel 35 Wmg; tandarts; schorsing boetebesluit; belang van openbaarmaking is doorslaggevend
Samenvatting (Bron)Boete opgelegd wegens overtreding van artikel 35 van de Wet marktordening gezondheidszorg. Terecht vastgesteld dat er sprake is van verkeerde declaraties. Nu de overtredingen aan verzoeksters kunnen worden toegerekend, is verweerster bevoegd aan hen een boete op te leggen. Verweerster is daarbij terecht uitgegaan van een zweer zware overtreding in abstracto, waarbij een percentage van 5 van de netto-normomzet wordt gehanteerd. Voorts niet ten onrechte ter zake van de overtreding in concreto uitgegaan van een ernstige overtreding. Hierdoor is een verhoging van de boetegrondslag met een factor 3 niet onevenredig. De voorzieningenrechter is echter van oordeel dat de boete ten onrechte en in afwijking van de Beleidsregel met een factor 1,5 wegens de duur van de overtreding is verhoogd. De duur van de overtreding is reeds verdisconteerd in de ernstfactor 3. Boete wordt lager vastgesteld. Geen grond het bestreden besluit geheel te schorsen, maar enkel voor zover de boete het lager vastgestelde bedrag overschrijdt. Ten aanzien van de publicatie van het bestreden besluit heeft de voorzieningenrechter doorslaggevend gewicht toegekend aan het door verweerster gestelde belang. Wel zal zij daarbij een aantal passages onleesbaar dienen te maken.
Pagina593-599
UitspraakECLI:NL:RBROT:2012:BX3471
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Civiel recht
TitelRechtbank Zwolle, 02-05-2012, 184626 / HZ ZA 11-509
CiteertitelTvGR 2012, p. 600
SamenvattingVordering tot vernietiging bindend advies; bindend advies naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid aanvaardbaar; wel vergoeding van gestelde schade
Samenvatting (Bron)Beëindiging van toelatingsovereenkomst specialist. Bindend advies met betrekking tot opzegging niet vernietigd. Ziekenhuis en medische staf wel aansprakelijk omdat zij onzorgvuldig met de belangen van specialist zijn omgesprongen.
Pagina600-618
UitspraakECLI:NL:RBZLY:2012:BW9459
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Civiel recht
TitelRechtbank Arnhem, 18-06-2012, 229145
CiteertitelTvGR 2012, p. 618
SamenvattingPericontractuele redelijkheid en billijkheid bij het contracteren voor 2012; het voor het eerst willen opnemen van een zorgkostenplafond in het contract is naar maatstaven van de pericontractuele redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar; wel dooronderhandelen over de hoogte van dat plafond
Samenvatting (Bron)Kopje voor zaak IvHG-VGZ, vs van 18 juni 2012 Partijen hebben sinds 2000 opeenvolgende overeenkomsten voor bepaalde tijd gesloten voor de verlening van zorg (hyperbare zuurstoftherapie) door IvHG aan VGZ-verzekerden en de vergoeding van die zorg door VGZ aan IvHG. De laatste overeenkomst voor het jaar 2011 is geëindigd op 31 december 2011. Partijen hebben vanaf november 2011 onderhandeld over een nieuwe overeenkomst voor het jaar 2012. Op 2 mei 2012 heeft IvHG uiteindelijk de onderhandelingen afgebroken omdat er volgens haar geen zicht meer was op het bereiken van overeenstemming over de voorwaarden van de nieuwe overeenkomst. VGZ wil met IvHG alleen een overeenkomst sluiten voor 2012 als een zorgkosten¬plafond onderdeel daarvan uitmaakt. Het zorgkostenplafond is het bedrag dat VGZ in 2012 ten hoogste aan IvHG zal vergoeden voor de door IvHG aan VGZ-verzekerden verleende zorg. De vraag die de partijen verdeeld houdt is of VGZ in de gegeven omstandigheden vrij staat aan de voortzetting de contractuele relatie met IvHG ná 31 december 2011 zodanig gewijzigde voorwaarden te verbinden die voor IvHG substantiële en zeer ingrijpende gevolgen kunnen hebben, zoals het aan de gecontracteerde zorg verbinden van een maximumvergoeding (zorgkostenplafond). Onbestreden is dat IvHG sinds 2000, gedurende twaalf jaar, onder soortgelijke voorwaarden en zonder een zorgkostenplafond dan wel een andersoortige volume- of kostenvergoeding¬begrenzing met VGZ heeft gecontracteerd over de door haar aan VGZ-verzekerden te leveren zorg en de vergoeding van die zorg door VGZ. Voor een contract voor het jaar 2012 heeft VGZ voor het eerst de voorwaarde van een zorgkostenplafond gesteld en daarmee voor het eerst een grens gesteld aan de door haar aan IvHG voor het gecontracteerde jaar te vergoeden zorg. Niet aanvaard kan worden dat VGZ tegen die achtergrond volstrekt vrij staat naar goeddunken de (contractuele) relatie met IvHG ná 31 december 2011 niet voor te zetten, dan wel enkel voort te zetten onder substantieel gewijzigde voorwaarden die voor IvHG zeer ingrijpend zijn, zoals het vaststellen van een maximum aan de vergoeding die IvHG toekomt voor haar dienstverlening aan VGZ-verzekerden. Aangenomen moet worden dat partijen ten gevolge van de door hen gedurende twaalf jaar lang met elkaar gesloten opeenvolgende contracten voor bepaalde tijd, meestal voor één jaar en een enkele keer voor twee jaar, tot elkaar zijn komen te staan in een (rechts)verhouding die wordt beheerst door maatstaven van pericontractuele redelijkheid en billijkheid. Deze redelijkheid en billijkheid brengen een begrenzing aan de contractsvrijheid van beide partijen. Hieruit vloeit onder meer voort dat VGZ zich bij haar beslissing de relatie al dan niet voort te zetten, dan wel enkel onder sterk gewijzigde en voor IvHG ingrijpende voorwaarden voort te zetten, niet alleen mag laten leiden door haar eigen gerechtvaardigde belangen, die van haar verzekerden en die van de mede door haar behartigde belangen van de gezondheidszorg in het algemeen, maar zich mede zal moeten laten leiden door de gerechtvaardigde belangen van haar jarenlange contractspartner IvHG. Derhalve dient te worden beoordeeld of het door VGZ gewenste zorgkostenplafond - en de hoogte van het bedrag daarvan - in het nieuwe contract voor 2012 ten opzichte van de contractering in de voorgaande jaren, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is in de pericontractuele verhouding tussen partijen, welke verhouding de contractsvrijheid van beide partijen beperkt. De voorzieningenrechter komt tot de slotconclusie dat het op grond van de hiervoor bedoelde eisen van redelijkheid en billijkheid toegestaan is dat VGZ een zorgkostenplafond gaat hanteren voor de nieuwe overeenkomst voor 2012, maar niet op de wijze zoals VGZ dat wil door de hoogte van het zorgkostenplafond te stellen op een groei van 2,5% ten opzich¬te van 2011, welke beperkte groei geen recht doet aan de gerechtvaardigde belangen van IvHG, en evenmin op de wijze zoals IvHG dat wil door de hoogte van het zorgkosten¬plafond te stellen op een groei van 50% ten opzichte van 2011, welke hoge groei weer tegen¬strijdig is met de gerechtvaardigde belangen van VGZ. Daarom moeten partijen wat betreft de hoogte van het zorgkostenplafond op zoek gaan naar een middenweg die recht doet aan de gerechtvaardigde belangen van beide partijen en ook die van de verzekerden van VGZ en van de zorgverlening in zijn algemeenheid. Partijen moeten met dit uitgangspunt dooronderhandelen over een nieuw contract voor 2012.
Pagina618-632
UitspraakECLI:NL:RBARN:2012:BW9172
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Civiel recht
TitelGerechtshof 's-Hertogenbosch, 19-06-2012, HD 200.103.349
CiteertitelTvGR 2012, p. 633
SamenvattingArtikel 13 Zvw; de hoogte van de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg mag niet strijdig zijn met het recht op vrije artsenkeuze
Samenvatting (Bron)Vergoedingsplicht zorgverzekeraar; marktconform tarief; uitleg artikel 13 Zorgverzekeringswet.
Pagina633-640
UitspraakECLI:NL:GHSHE:2012:BW9803
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBoekrecensie
TitelMalte Johannes Muller, Der Freitod, der Arzt und das Recht
CiteertitelTvGR 2012, p. 641
SamenvattingHet boek (dissertatie) beoogt een beoordeling te geven van de juridische situatie met betrekking tot de rol van de arts bij de zelfgekozen dood in Duitsland.
Auteur(s)G.A. den Hartogh
Pagina641-643
Artikel aanvragenVia Praktizijn