Nederlands Juristenblad

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Nederlands Juristenblad
Datum 01-02-2013
Aflevering 5
RubriekVooraf
TitelProportionele aansprakelijkheid voor juristen en echte wetenschappers
CiteertitelNJB 2013, 239
SamenvattingHet is een fundamenteel juridisch uitgangspunt. Zonder causaal verband tussen de schade van eiser en de onrechtmatige gedraging van gedaagde is deze niet aansprakelijk. Het is aan eiser om het verband aan te tonen, maar het recht komt hem soms tegemoet.
Auteur(s)T. Hartlief
Pagina289-289
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekWetenschap
TitelVechten tegen spoken in de mist?; over veiligheidsonderzoeken voor vertrouwensfuncties en rechtsbescherming
CiteertitelNJB 2013, 240
SamenvattingDe bescherming van vitale functies in de samenleving behoort tot de kerntaken van de overheid. Staatsgeheimen behoren niet op straat te liggen en terroristische aanslagen moeten worden voorkomen. Het veiligheidsonderzoek door de AIVD bij aanstellingen in vertrouwensfuncties speelt daarbij een belangrijke rol. Maar ten koste waarvan? Het systeem zoals het nu werkt houdt te weinig rekening met de belangen van de (beoogde) vertrouwensfunctionarissen. De rechtspositie van de betrokkenen valt, ondanks denkbare dilemma's, zelfs met eenvoudige maatregelen te verbeteren. Schade kan al worden voorkomen door betere communicatie. Weten (potentiële) vertrouwensfunctionarissen voldoende welke risico's verbonden zijn aan een bepaalde levensverhouding of aan de keuze van een (nieuwe) partner? Kunnen ze vermoeden welk gevecht hun mogelijkerwijs te wachten staat?
Auteur(s)J.-P. Loof , A.E. Schilder , C.F. Sparrius
Pagina290-298
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekFocus
TitelDe ondoorgrondelijke systematiek van het wetsvoorstel HOF
CiteertitelNJB 2013, 241
SamenvattingHet wetsvoorstel inzake houdbare overheidsfinanciën dat de verplichtingen uit het Stabiliteitsverdrag met betrekking tot de Europese begrotingsregels in het nationale recht omzet roept nogal wat verwarring op. Terwijl het nu juist de bedoeling was om de regels inzichtelijk te maken voor politici en burgers.
Auteur(s)J.H. Reestman
Pagina299-302
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekOpinie
TitelEen (verdere) civilisering van het strafproces
CiteertitelNJB 2013, 242
SamenvattingDoor Promis zijn we eraan gewend geraakt dat vonnissen in strafzaken qua opzet wat meer op civiele vonnissen zijn gaan lijken. Rechters stellen feiten vast, bespreken de standpunten van partijen en geven dan hun oordeel. Die lijn zouden we ook naar de voorkant van het strafproces kunnen doortrekken, als we net als in civiele zaken aan partijen (OM en verdediging) in een eerder stadium van het proces een substantiëringsplicht zouden opleggen. De kwaliteit van het strafgeding - en daarmee ook van het vonnis - zou erbij gebaat kunnen zijn.
Auteur(s)W.F. Korthals Altes
Pagina303-305
LinkVolledige tekst artikel (ivir.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekReacties
TitelReactie op 'De onzichtbare kosten van controle- en selectieprocedures'
CiteertitelNJB 2013, 243
SamenvattingHet NWO-Gebiedsbestuur Maatschappij- en Gedragswetenschappen (MaGW) heeft kennis genomen van het artikel 'De onzichtbare kosten van controle- en selectieprocedures. NWO-promotieprojecten op het terrein van Recht en Bestuur als case study' professor Wibren van der Burg (NJB 2012/2024, afl. 36, p. 2528-2537).
Auteur(s)P. Hooimeijer
Pagina306-306
LinkVolledige tekst artikel (njb.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekReacties
TitelNaschrift
CiteertitelNJB 2013, 244
SamenvattingHet is te waarderen dat het Gebiedsbestuur heeft gereageerd op mijn kritiek. Maar helaas overtuigt de reactie niet, integendeel.
Auteur(s)W. van der Burg
Pagina306-307
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekReacties
TitelTolken en vertalen in strafzaken op orde; Nederland voldoet wél aan EU-richtlijn 2010/64
CiteertitelNJB 2013, 245
SamenvattingIn het NJB van 14 september plaatste mevrouw mr. M. de Leeuw enkele kritische kanttekeningen bij de wijze waarop Nederland met (onder andere) de Wet beëdigde tolken en vertalers (Wbtv) invulling geeft aan EU-richtlijn 2010/64 inzake het recht op vertolking en vertaling in strafzaken.
Auteur(s)J.H.M. von den Hoff
Pagina308-310
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekReacties
TitelNaschrift
CiteertitelNJB 2013, 246
SamenvattingIn zijn reactie op mijn artikel bevestigt Von den Hoff de grondslagen van mijn kritiek, maar gaat daar niet of nauwelijks op in.
Auteur(s)M. de Leeuw
Pagina310-311
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelEuropees Hof voor de Rechten van de Mens, 22-11-2012, 39315/06
CiteertitelNJB 2013, 247
SamenvattingInzet speciale toezichtsbevoegdheden. Afluisteren journalisten door AIVD. Voorafgaande beoordeling door rechter of onafhankelijke autoriteit ontbreekt. Adequate waarborgen voor bronbescherming journalisten afwezig. Verplichting overleggen van documenten aan AIVD. Schending art. 8 en art. 10 EVRM.

(Telegraaf Media Nederland Landelijke Media B.V. e.a. / Nederland)
Samenvatting (Bron)Remainder inadmissible;Violation of Article 8 - Right to respect for private and family life (Article 8-1 - Respect for private life);Violation of Article 10 - Freedom of expression -{General} (Article 10-1 - Freedom of expression);Violation of Article 10 - Freedom of expression -{General} (Article 10-1 - Freedom to impart information;Freedom to receive information)
Pagina312-313
UitspraakECLI:CE:ECHR:2012:1122JUD003931506
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 18-01-2013, 11/02728
CiteertitelNJB 2013, 248
SamenvattingOnrechtmatige overheidsdaad. Aanbesteding. Op grond van overeenkomsten uit 1979 en 1988 huurde en beheerde Q-Park een aantal parkeergarages van de gemeente Maastricht. Bij overeenkomst van 2003 geven Q-Park en de gemeente hun relatie opnieuw vorm. Een concurrerende parkeergarage-exploitant meent dat de gemeente door de overeenkomst van 2003 te sluiten Europeesrechtelijke regels van aanbestedingsrecht schendt en verboden staatssteun verleent.
Samenvatting (Bron)Onrechtmatige overheidsdaad. Door gemeente onderhands gesloten overeenkomst in strijd met regels van aanbestedingsrecht (Richtlijn 92/50/EEG)? Beroep op rechtsverwerking; enkel tijdsverloop onvoldoende; bijkomende omstandigheden. Uitleg overeenkomst; aanbesteding van werken of opdracht tot verlening van diensten? Transparantieverplichting; stelplicht ten aanzien van grensoverschrijdend belang overeenkomst. Staatssteun? Art. 108 VWEU. Omstandigheden ten tijde van aangaan overeenkomst. Partiële nietigheid overeenkomst passende maatregel?
Pagina313-314
UitspraakECLI:NL:HR:2013:BY0543
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 18-01-2013, 11/03950
CiteertitelNJB 2013, 249
SamenvattingOnteigening. 1. Complex. De klachten tegen het oordeel dat de onteigende gronden niet op basis van complexwaarde moeten worden gewaardeerd, stellen te hoge eisen aan de rechterlijke motiveringsplicht met betrekking tot oordelen als hier aan orde. 2. Inkomensschade. Rentevoet.
Samenvatting (Bron)Vervroegde onteigening; art. 72a Ow. Waardering onteigende gronden op basis van complexwaarde? Art. 40d Ow. Vergoeding inkomensschade; berekening renteopbrengsten uit vergoeding waarde onteigende. Art. 50 Ow; proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen.
Pagina314-315
UitspraakECLI:NL:HR:2013:BY0547
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 18-01-2013, 12/00503
CiteertitelNJB 2013, 250
SamenvattingNederlanderschap. Eisen van een goede procesorde. Nieuwe bewijsstukken. Verzoeker verzoekt de vaststelling dat hij de Nederlandse nationaliteit bezit en legt zes geboorteakten over ter onderbouwing van zijn stelling dat Y zijn biologische moeder is. Na tussenbeschikking legt verzoeker twee schriftelijke verklaringen over. De rechtbank laat die twee verklaringen buiten beschouwing.
Samenvatting (Bron)Verzoek vaststelling Nederlandse nationaliteit; art. 1 onder c van de Wet op het Nederlanderschap en ingezetenschap van 1892. Aanvulling argumenten en bewijsstukken na tussenbeschikking rechtbank.
Pagina315-316
UitspraakECLI:NL:HR:2013:BY0535
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 18-01-2013, 12/02463
CiteertitelNJB 2013, 251
SamenvattingVerzoekschriftprocedure. Proceskostenveroordeling. Het hof oordeelt dat een vader misbruik van procesrecht maakt door hoger beroep in te stellen tegen een beschikking waarbij zijn zoon onder toezicht is gesteld, en veroordeelt hem in de proceskosten, waaronder de kosten van de moeder.
Samenvatting (Bron)Ondertoezichtstelling minderjarige. Procespartijen verzoekschriftprocedure, belanghebbenden. Kostenveroordeling ten gunste van belanghebbende, art. 289 Rv.
Pagina316-317
UitspraakECLI:NL:HR:2013:BY0572
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 18-01-2013, 12/04425
CiteertitelNJB 2013, 252
SamenvattingGriffierecht. Niet-tijdige betaling. Hardheidsclausule.
Samenvatting (Bron)Griffierecht. Niet-tijdige betaling griffierecht; ontvankelijkheid cassatieberoep; hardheidsclausule; art. 282a, 427b Rv.
Pagina317-317
UitspraakECLI:NL:HR:2013:BY6024
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 08-01-2013, 11/00081
CiteertitelNJB 2013, 253
SamenvattingVoorwaardelijke opzet op meervoudige poging tot moord. Gelet op de bewijsvoering niet zonder meer begrijpelijke vaststelling dat één schot van verdachte voorwaardelijke opzet op poging tot moord op vier personen omvat.
Samenvatting (Bron)Schietincident in café [A] te Valkenburg. Voorwaardelijk opzet. Het Hof heeft bewezenverklaard dat verdachte heeft gepoogd met een schot vier personen van het leven te beroven en heeft het bewezenverklaarde vervolgens gekwalificeerd als poging tot moord, meermalen gepleegd. Die beslissingen zijn echter, gelet op hetgeen het Hof in de bewijsvoering m.b.t. dat eerste schot heeft vastgesteld, niet zonder meer begrijpelijk. Conclusie AG: anders.
Pagina317-318
UitspraakECLI:NL:HR:2013:BX6742
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 08-01-2013, 11/03166
CiteertitelNJB 2013, 254
SamenvattingWitwassen door het voorhanden hebben van een voorwerp dat afkomstig is uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf.
Samenvatting (Bron)Witwassen, artt. 420bis en 420quater Sr. HR herhaalt HR LJN BM4440 m.b.t. het witwassen van een door verdachte zelf begaan misdrijf en voegt daar ter verduidelijking aan toe: Met deze rechtspraak wordt mede beoogd te voorkomen dat een verdachte die een bepaald misdrijf heeft begaan en die de door dat misdrijf verkregen voorwerpen onder zich heeft en dus voorhanden heeft, zich automatisch ook schuldig maakt aan het witwassen van die voorwerpen. Bovendien wordt aldus bevorderd dat in zo een geval het door de verdachte begane (grond)misdrijf, dat in de regel nader is omschreven in een van specifieke bestanddelen voorziene strafbepaling, in de vervolging centraal staat. Daarom is beslist dat "indien vaststaat dat het enkele voorhanden hebben door de verdachte van een voorwerp dat afkomstig is uit een door hemzelf begaan misdrijf niet kan hebben bijgedragen aan het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat voorwerp, die gedraging niet als (schuld)witwassen kan worden gekwalificeerd". Er moet in dergelijke gevallen dus sprake zijn van een gedraging die meer omvat dan het enkele voorhanden hebben en die een op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat door eigen misdrijf verkregen voorwerp gericht karakter heeft. Ingeval de gedraging betrekking heeft op een gedeelte van die voorwerpen, kan slechts het voorhanden hebben van dat gedeelte worden aangemerkt als witwassen. In die eerdere rechtspraak is voorts tot uitdrukking gebracht dat een vonnis of arrest voldoende duidelijkheid moet verschaffen over de door de rechter in dit verband relevant geachte gedragingen van de verdachte. Wanneer het gaat om het voorhanden hebben van een voorwerp dat afkomstig is uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf, moeten daarom bepaaldelijk eisen worden gesteld aan de motivering van het oordeel dat sprake is van (schuld)witwassen. Uit die motivering moet kunnen worden afgeleid dat de verdachte het voorwerp niet slechts voorhanden heeft gehad, maar dat zijn gedragingen ook (kennelijk) gericht zijn geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van het voorwerp. Het voorgaande leidt i.c. ertoe dat het oordeel van het Hof ontoereikend is gemotiveerd. Conclusie AG: anders
Pagina318-319
UitspraakECLI:NL:HR:2013:BX6910
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak
TitelHoge Raad, 08-01-2013, 11/04372
CiteertitelNJB 2013, 255
SamenvattingVordering benadeelde partij. Voor toewijzing van een vordering tot schadevergoeding als bedoeld in art. 51a lid 1 Sv komen - binnen de reikwijdte van art. 361 lid 2 onder b Sv - ingevolge art. 6:96 lid 2 onder b BW als vermogenschade mede voor vergoeding in aanmerking redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid.
Samenvatting (Bron)Benadeelde partij, rechtstreekse schade, artt. 51a.1 , 361.2.b Sv en art. 6:96.2 BW. Als vermogensschade komen mede voor vergoeding in aanmerking redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid.
Pagina319-319
UitspraakECLI:NL:HR:2013:BY5333
Artikel aanvragenVia Praktizijn