Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | Gastcolumn - De Wet NErpe in de praktijk |
Citeertitel | TBR 2013/136, p. 916-917 |
Samenvatting | In mei 2012 is de Wet Naleving Europese regeling publieke entiteiten (Wet NErpe) in werking getreden. Deze wet geeft de verantwoordelijke minister onder meer de bevoegdheid om een aanwijzing te geven of maatregelen te nemen, als een publieke entiteit niet of niet naar behoren voldoet aan Europeesrechtelijke verplichtingen. |
Auteur(s) | A.M.B. Chao |
Pagina | 916-917 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | Art. 3.1.6 lid 2 Bro: de ladder voor duurzame verstedelijking nader beschouwd |
Citeertitel | TBR 2013/137, p. 918-930 |
Samenvatting | Met de inwerkingtreding op 1 oktober 2012 van art. 3.1.6 lid 2 Besluit ruimtelijke ordening ('Bro') - de ladder voor duurzame verstedelijking - wordt een bijzondere eis gesteld aan de toelichting bij bestemmingsplannen die '(...) een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maken'. |
Auteur(s) | A. Franken van Bloemendaal , G.H.J. Heutink |
Pagina | 918-930 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | Van reactieve aanwijzing naar corrigerend instructiebesluit |
Citeertitel | TBR 2013/138, p. 931-940 |
Samenvatting | Volgens een oud gezegde leiden vele wegen naar Rome: voor één probleem zijn vaak meerdere oplossingen. In het ruimtelijke ordeningsrecht is dat niet anders. |
Auteur(s) | K.J. de Graaf , H.B. Winter |
Pagina | 931-940 |
Link | Volledige tekst artikel (rug.nl) |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | Flexibiliteit zit hem niet in de kwantiteit van instrumenten, de kwaliteit volstaat... |
Citeertitel | TBR 2013/139, p. 941-950 |
Samenvatting | Met de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) wilde de regering het bestemmingsplan in het middelpunt van de ruimtelijke ordening plaatsen. De Wro moest de centrale betekenis van het bestemmingsplan handhaven. |
Auteur(s) | M.H. Bakker |
Pagina | 941-950 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | De inbedding van Bouw Informatie Modellen (BIM) in Nederlandse Bouwcontracten |
Citeertitel | TBR 2013/140, p. 951-959 |
Samenvatting | De toepassing van Bouw Informatie Modellen (BIM neemt snel toe, zowel in Nederland als internationaal. Hoewel over de technisch-inhoudelijke aspecten van het BIMmen reeds veel geschreven is, zijn de juridische vragen en achtergronden rondom deze nieuwe technologie in Nederland nog maar beperkt besproken. |
Pagina | 951-959 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Actualiteiten, mededelingen, reacties van lezers |
---|---|
Titel | Routekaart naar private kwaliteitsborging - De zin van nut? |
Citeertitel | TBR 2013/141, p. 960-965 |
Samenvatting | In juli van dit jaar presenteerde het Actieteam Routekaart naar Private Kwaliteitsborging het eindverslag van een aantal, blijkens het voorwoord, open en diepgaande discussies over dit onderwerp. Om dit belangrijke moment te markeren worden in deze rubriek de conclusies van het Actieteam over een voor de bouwpraktijk principieel onderwerp weergegeven, gevogeld door een korte reactie. |
Auteur(s) | H.C.W.M. Moesker |
Pagina | 960-965 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - Ruimtelijke ordeningsrecht |
---|---|
Titel | Rechtbank 's-Gravenhage, 03-07-2013, AWB 12/6439 |
Citeertitel | TBR 2013/142, p. 966-972 |
Samenvatting | Onverbindend verklaring overgangsrechtelijke bepaling in beheersverordening waarin illegaal gebruik wordt uitgesloten van de werking van het overgangsrecht. |
Samenvatting (Bron) | Betreft aan 26 eisers opgelegde lasten onder dwangsom inhoudende dat zij de permanente bewoning dan wel het recreatief nachtverblijf van hun huisje op een volkstuinencomplex moeten staken en gestaakt houden, waarvan er na heroverweging 24 zijn gehandhaafd. De rechtbank acht artikel 45.2, vierde lid, van de Beheersverordening onverbindend, omdat zij van oordeel is dat artikel 5.1.1 van het Bro – bezien in samenhang met artikel 3.38 van de Wro – geen ruimte biedt voor de beperking van de toepasselijkheid van het overgangsrecht in artikel 45.2, eerste lid, van de Beheersverordening die in het vierde lid van dit artikel ligt besloten. Dat betekent dat, voor zover ervan moet worden uitgegaan dat het huisje wat betreft permanente bewoning dan wel recreatief nachtverblijf in strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan werd gebruikt toen de Beheersverordening in werking trad, dit gebruik krachtens artikel 45.2, eerste lid, van de Beheersverordening mag worden voortgezet. De rechtbank komt tot de slotsom dat de aan de handhaving ten grondslag gelegde rechtsgrond ontbreekt, en daarmee dat verweerder ten tijde van het nemen van het nemen van de bestreden besluiten niet bevoegd was om handhavend op te treden. |
Annotator | A. Snijders |
Pagina | 966-972 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBDHA:2013:7607 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - Ruimtelijke ordeningsrecht |
---|---|
Titel | Raad van State, 07-08-2013, ? |
Citeertitel | TBR 2013/143, p. 972-976 |
Samenvatting | Vaststelling bestemmingsplan. Identificatie Wro-instrumenten. Door SVBP 2008 voorgeschreven volgorde planregels niet in acht genomen. Belanghebbenden niet benadeeld, gebrek gepasseerd. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 27 september 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Paardenstraat/Bloemenstraat te Hilvarenbeek" vastgesteld. |
Annotator | A.G.A. Nijmeijer |
Pagina | 972-976 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2013:612 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - Ruimtelijke ordeningsrecht |
---|---|
Titel | Raad van State, 04-04-2007, 200506283/1 |
Citeertitel | TBR 2013/144, p. 976-978 |
Samenvatting | Voorwaarden voor toepassing doorwerkingsregeling art. 27 Rwe miskend. Doorwerkingsregeling niet van toepassing op beleidsuitspraken in reconstructieplan over grondgebruik binnen de zonering intensieve veehouderij. Deze beleidsuitspraken vergen nog nader onderzoek, vaststelling van de feiten, beoordeling en (belangen) afweging op perceelsniveau van de bestemmingsplanwetgever. Proceskostenveroordeling. |
Annotator | H.J. de Vries |
Pagina | 976-978 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2009:BA2226 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - Ruimtelijke ordeningsrecht |
---|---|
Titel | Raad van State, 22-08-2012, 201200117/1/A1 |
Citeertitel | TBR 2013/145, p. 979-980 |
Samenvatting | Hoger beroep. Rechtbank 's-Hertogenbosch heeft ten onrechte geoordeeld dat regeling in de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 verbindende kracht mist wegens strijd met de Rwc. Vernietiging uitspraak rechtbank. Geen aanleiding voor proceskostenverordeling. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 27 januari 2011 heeft het college geweigerd aan [belanghebbende]. bouwvergunning eerste fase te verlenen voor het oprichten van een kalkoenenstal op het perceel [locatie] te Helmond. |
Annotator | H.J. de Vries |
Pagina | 979-980 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2012:BX5237 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - Ruimtelijke ordeningsrecht |
---|---|
Titel | Raad van State, 13-03-2013, 201204206/1/R3 |
Citeertitel | TBR 2013/146, p. 980-985 |
Samenvatting | Geconcentreerde rechtsbescherming. Weigering ontheffing Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 voor nieuwvestiging (verplaatsing) van intensieve veehouderij en landbouwontwikkelingsgebied. Geen onverbindendheid Verordening wegens strijd met een hoger wettelijk voorschrift of een algemeen rechtsbeginsel. Afwijking van beleidsuitspraken uit rcp toegestaan omdat deze geen volledige planologische afweging inhouden. Intentieovereenkomst moet worden aangemerkt als tijdig ingediende schriftelijke aanvraag. Besluit van GS in strijd met Verordening en art. 7:12 Awb. Vernietiging. Proceskostenveroordeling. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 4 juli 2011, kenmerk C2022021, heeft het college van gedeputeerde staten (hierna: het college) geweigerd ontheffing te verlenen van het in artikel 9.4, eerste lid, aanhef en onder a, van de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 (hierna: Verordening 2011) vervatte verbod op nieuwvestiging van een intensieve veehouderij in een landbouwontwikkelingsgebied voor een nieuw bouwblok voor een intensieve veehouderij op het perceel aan de [locatie] te Stevensbeek. |
Annotator | H.J. de Vries |
Pagina | 980-985 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2013:BZ4017 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - Ruimtelijke ordeningsrecht |
---|---|
Titel | Raad van State, 04-09-2013, 201210180/1/R3 |
Citeertitel | TBR 2013/147, p. 985-992 |
Samenvatting | Geconcentreerde rechtsbescherming. Weigering ontheffing Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 voor uitbreiding van intensieve veehouderij in verwevingsgebied. Geen onverbindendheid Verordening wegens strijd met hoger wettelijk voorschrift of een algemeen rechtsbeginsel. Niet gebleken van tijdig op elkaar afgestemde handelingen waaruit kan worden afgeleid dat gemeentebestuur planologische medewerking wilde verlenen aan uitbreiding intensieve veehouderij. Nadeelcompensatie en bevoegdheid rechter. Schadeveroorzakend besluit is niet het weigeringsbesluit van GS maar de vaststelling van enkele algemene regels (het limitatieve ontheffingenstelsel) door PS op grond van art. 4.1 lid 1 Wro. Civiele rechter bevoegd om te oordelen over eventuele schadevergoeding wanneer toepassing van de algemene regels in een concreet geval tot onevenredig nadelige gevolgen leidt. Geen aanleiding voor proceskostenveroordeling. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 20 december 2011, kenmerk C2044951/2850205, heeft het college geweigerd ontheffing te verlenen van het in artikel 9.3, eerste lid, aanhef en onder d, van de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 (hierna: Verordening 2011) vervatte verbod op uitbreiding van een bouwblok tot meer dan 1,5 ha van een intensieve veehouderij op een duurzame locatie in een verwevingsgebied voor een intensieve veehouderij op het perceel [locatie A] te Zeeland. |
Annotator | H.J. de Vries |
Pagina | 985-992 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2013:999 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - Grondbeleid |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 12-07-2013, ? |
Citeertitel | TBR 2013/148, p. 993-999 |
Samenvatting | Onteigeningswet. Hypotheekhouder. Rechtszekerheid. |
Samenvatting (Bron) | Onteigeningswet; art. 3, 43 Ow. Cassatieberoep tegen door de rechtbank vastgestelde schadeloosstelling ingesteld door de in het onteigeningsgeding tussengekomen hypotheekhouder. Belang bij het beroep? Uitleg art. 43 Ow. Art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM. Beginsel van proportionaliteit. Wettelijk stelsel. Rechtszekerheid. |
Annotator | E. van der Schans |
Pagina | 993-999 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2013:BZ6532 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - Grondbeleid |
---|---|
Titel | Raad van State, 24-07-2013, 201207847/1/A4 |
Citeertitel | TBR 2013/149, p. 1000-1001 |
Samenvatting | Waterwet. Gedoogplicht. Belangen vorderen onteigening. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 9 februari 2011 heeft het dagelijks bestuur krachtens artikel 5.24 van de Waterwet aan [appellante] een gedoogplicht opgelegd in verband met de herinrichting van een op haar perceel gelegen waterloop. |
Annotator | J.A.M.A. Sluysmans |
Pagina | 1000-1001 |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2013:431 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - Fiscaal bouwrecht |
---|---|
Titel | Hof van Justitie van de Europese Unie, 08-11-2012, C-299/11 |
Citeertitel | TBR 2013/150, p. 1002-1008 |
Samenvatting | Kunstgrasvelden Vlaardingen. Gebouw. Integratieheffing van toepassing op de levering van de gronden.
(Staatssecretaris van Finanaciën / Gemeente Vlaardingen) |
Samenvatting (Bron) | Samenvatting van het arrest |
Annotator | M.A. Broekman |
Pagina | 1002-1008 |
Uitspraak | ECLI:EU:C:2012:698 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie - Fiscaal bouwrecht |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 08-03-2013, 12/02061 |
Citeertitel | TBR 2013/151, p. 1009-1013 |
Samenvatting | Sloopwerkzaamheden. Winkel met wooneenheden. Vervaardigd goed. Levering van een gedeelte van een gebouw. Appartementsrechten. |
Samenvatting (Bron) | Overdrachtsbelasting; art. 11, lid 3, letter b, Wet OB; art. 15, lid 1, letter a, WBR; vervaardiging van een onroerende zaak. Bij de beoordeling of een nieuw vervaardigd onroerend goed is voortgebracht, dienen appartementsrechten als afzonderlijke goederen in aanmerking te worden genomen. |
Annotator | M.A. Broekman , D.J.M. Westerhoff |
Pagina | 1009-1013 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2013:BZ3574 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |