AB Rechtspraak Bestuursrecht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift AB Rechtspraak Bestuursrecht
Datum 26-10-2013
Aflevering 39
TitelHoge Raad, 22-03-2013, 11/05258
CiteertitelAB 2013/333
SamenvattingPrematuur bezwaar. Bericht over op te leggen aanslagen na controle kan redelijkerwijs niet de indruk hebben gewekt dat de aanslagen waren vastgesteld.
Samenvatting (Bron)Ontvankelijkheid bezwaar; art. 6:10, lid 1, aanhef en letter b, Awb. Het standpunt van de Inspecteur in het controlerapport over op te leggen belastingaanslagen, kan redelijkerwijs bij de belastingplichtige niet de indruk hebben gewekt dat de desbetreffende aanslagen waren vastgesteld.
AnnotatorR. Ortlep
Pagina1931-1933
UitspraakECLI:NL:HR:2013:BZ5038
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 21-08-2013, 201207257/1/A3
CiteertitelAB 2013/334
SamenvattingToepasselijkheid afdeling 3.4 Awb. Belanghebbende bij besluit tot onttrekking aan het openbaar verkeer.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 17 december 2009 heeft de raad het voetpad op de Voordijk tussen de Schuttenburg en de Voetangelweg te Abcoude (hierna: het voetpad) onttrokken aan het openbaar verkeer.
AnnotatorR.S. Wertheim
Pagina1933-1938
UitspraakECLI:NL:RVS:2013:803
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 17-04-2013, 201206817/1/A1
CiteertitelAB 2013/335
SamenvattingCollege behoeft geen onderzoek te doen naar de mogelijkheid van legalisering, nu de last uitsluitend ziet op het staken en gestaakt houden van de bouwwerkzaamheden en het karakter van een bouwstop heeft.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 9 november 2010 heeft het college Ferm-O-Feed gelast om de zonder omgevingsvergunning uitgevoerde bouwwerkzaamheden op het perceel aan De Peel 1 te Zeeland onmiddellijk na ontvangst van dit besluit te staken en gestaakt te houden onder oplegging van een dwangsom van € 50.000,00 per dag dat de bouwwerkzaamheden worden voortgezet met een maximum van € 500.000,00.
AnnotatorC.M.M. van Mil , F. Spijker
Pagina1938-1943
UitspraakECLI:NL:RVS:2013:BZ7697
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 14-08-2013, 201207843/1/A4
CiteertitelAB 2013/336
SamenvattingMoerasgebied is oppervlaktewaterlichaam. Onderhoudsverplichting op grond van de legger. Verplichting tot tegengaan van onomkeerbare verlanding is voldoende duidelijk en leidt niet tot rechtsonzekerheid.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 16 november 2011 heeft de verenigde vergadering de "Legger oppervlaktewateren, onderdeel Rietlanden (Leimuiden)" vastgesteld.
AnnotatorH.F.M.W. van Rijswick
Pagina1943-1947
UitspraakECLI:NL:RVS:2013:729
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 19-06-2013, 201200593/1/R2, 201205887/1/R2 en 201300402/1/R2
CiteertitelAB 2013/337
SamenvattingStikstofverordening Noord-Brabant. Besluitkarakter reacties op meldingen. Salderingsbeslissing is zelfstandig appellabel. Passende maatregel. Depositiebank.
Samenvatting (Bron)Bij brief van 26 januari 2011 heeft het college [belanghebbende A] meegedeeld dat zijn melding krachtens de Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant (hierna: de stikstofverordening) van de wijziging van de melkvee- en vleesvarkenshouderij aan de [locatie 1] te Valkenswaard is geaccepteerd en dat saldo uit de depositiebank is gereserveerd.
AnnotatorR.H.W. Frins
Pagina1947-1962
UitspraakECLI:NL:RVS:2013:CA3654
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State, 15-05-2013, 201206741/1/A2
CiteertitelAB 2013/338
SamenvattingAanwijzing beschermd monument. Reikwijdte bescherming. Bestanddelen.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 8 februari 2011, medegedeeld bij brief van 9 februari 2011, heeft het college de woning aan de [locatie] te 's-Hertogenbosch (hierna: de woning) aangewezen als beschermd gemeentelijk monument.
AnnotatorA.G.A. Nijmeijer
Pagina1962-1964
UitspraakECLI:NL:RVS:2013:CA0140
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep, 27-02-2013, 10/6502 WMO + 10/6503 WMO + 10/6504 WMO + 10/6506 WMO
CiteertitelAB 2013/339
SamenvattingVoorliggende voorziening I. Zelfstandige woonvorm. Volledig Pakket Thuis (incl. huishoudelijke verzorging) vanuit AWBZ is voorliggend aan de WMO.
Samenvatting (Bron)Toekennen hulp bij huishouding tot 23 mei 2010. In de op grond van de AWBZ afgegeven indicatie voor betrokkenen is onder meer hulp bij het huishouden opgenomen, zodat hierop volgens het college geen recht bestaat op grond van de Wmo. Betrokkenen hadden vanuit de AWBZ volledige aanspraak op de uit ZZP 5 voortvloeiende zorg, dat wil zeggen inclusief huishoudelijke verzorging en exclusief de component wonen. Sprake van een wettelijke aan de Wmo voorliggende voorziening.
AnnotatorI. Sewandono
Pagina1965-1971
UitspraakECLI:NL:CRVB:2013:BZ2595
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep, 22-05-2013, 10/6782 WMO
CiteertitelAB 2013/340
SamenvattingVoorliggende voorziening II. Bij slechts gedeeltelijke vergoeding op grond van Zvw helemaal geen recht op ondersteuning vanuit WMO. Compensatieplicht is niet aan de orde.
Samenvatting (Bron)Afwijzing aanvraag om een financiële tegemoetkoming in de kosten van een zeskanaals gehoortoestel voor beide oren, omdat de Zorgverzekeringswet (Zvw) voorziet in (gedeeltelijke) vergoeding van de kosten van hoorapparaten. Het college heeft de aanvraag gelet op artikel 2 van de Wmo terecht afgewezen. De vraag of het college heeft voldaan aan zijn compensatieplicht als bedoeld in artikel 4 van de Wmo, is dan ook niet aan de orde.
AnnotatorI. Sewandono
Pagina1971-1973
UitspraakECLI:NL:CRVB:2013:CA1427
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep, 05-06-2013, 10/6708 WMO + 11/2386 WMO
CiteertitelAB 2013/341
SamenvattingVoorliggende voorziening III. Zelstandig zorgappartement. AWBZ-PGD verhoogd door CVZ met een bedrag voor huishoudelijk hulp op grond van beleidsregel. In hoger beroep aanvullend WMO-PGB verstrekt.
Samenvatting (Bron)Er is geen sprake van een leefeenheid als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder t, van de Verordening. Appellant heeft namelijk een eigen adres en een op zijn naam gestelde huurovereenkomst. Voor een volledige bewoning is zijn appartement volledig afhankelijk van de toegang tot en het gebruik van de gemeenschappelijke ruimtes. Onder deze omstandigheden is het feit dat er tevens een deur is naar de woning van zijn ouders, niet maatgevend voor de vraag of appellant en zijn ouders een leefeenheid vormen. Dit leidt ertoe dat niet gezegd kan worden dat de ouders jegens appellant de gebruikelijke zorg moeten verlenen. Appellant heeft in 2011 een verhoging van zijn pgb met € 3.259,-- ontvangen voor de kosten van huishoudelijke hulp. Gelet op zijn eigen verantwoordelijkheid mag van hem worden verlangd dat hij dat bedrag ook aanwendt voor huishoudelijke hulp. Wat in artikel 2.6.9., tiende lid, van de Regeling subsidies AWBZ is neergelegd, namelijk dat een verzekerde die na 1 januari 2009 is geïndiceerd voor verblijf, zijn pgb ook mag gebruiken voor betaling van huishoudelijke hulp staat daaraan niet in de weg. Dat hij dit bedrag aan pgb daardoor niet kan besteden aan zorgfuncties als bedoeld in het Besluit zorgaanspraken AWBZ, en dat daardoor zijn bestedingsvrijheid wordt beperkt, is ontegenzeggelijk waar, maar kan geen afbreuk doen aan zijn eigen verantwoordelijkheid, als bedoeld in het kader van de Wmo om deze gelden te besteden voor het doel waarvoor zij zijn verleend. De noodzaak tot ondersteuning door het college bestaat dan ook niet voor zover het bedrag van € 3.259,-- toereikend is om huishoudelijke hulp te financieren. Tussen partijen is niet in geschil dat een uurtarief van € 14,70 toereikend is voor de financiering van huishoudelijke hulp. Daarvan uitgaande kan met € 3.259,-- hulp bij het huishouden in een omvang van 4 uur en 15 minuten per week worden ingekocht. Tussen partijen is ook niet in geschil dat de eerder door het college toegekende hulp bij het huishouden van 9 uur en 15 minuten toereikend was. Dat houdt in dat er een noodzaak tot ondersteuning door het college is voor 5 uur per week.
Pagina1973-1975
UitspraakECLI:NL:CRVB:2013:CA2974
Artikel aanvragenVia Praktizijn