RegelMaat

Uitgever Boom Juridische Uitgevers
Tijdschrift RegelMaat
Datum 01-12-2012
Aflevering 6
RubriekRedactioneel
TitelZijn er grenzen aan integratie van wetgeving?
CiteertitelRegelMaat 2012-6, p. 333
SamenvattingDit nummer van RegelMaat gaat over de toekomstige Omgevingswet. Maar eigenlijk gaat het over iets breders: de mogelijkheden en grenzen van operaties, gericht op deregulering en vermindering van regeldruk.
Auteur(s)G.J.M. Evers
Pagina333
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelVerbindende regels. Kansen voor meer samenhang binnen het omgevingsrecht
CiteertitelRegelMaat 2012-6, p. 335
SamenvattingDe politieke aanleiding voor de herziening van het omgevingsrecht is te vinden in het regeerakkoord van het kabinet-Rutte I. Daarin is het voornemen opgenomen om regels binnen het omgevingsrecht te bundelen en te vereenvoudigen. Hiermee wordt onder meer voortgebouwd op de motie van het Tweede Kamerlid Pieper. Die motie wijst op de complexiteit van het omgevingsrecht en roept op om het omgevingsrecht opnieuw vorm te geven vanuit een tabula rasa-benadering, dat wil zeggen door met een schone lei te beginnen. De oproep sluit aan bij de brede politieke wens tot verdere deregulering en lastenreductie binnen (en trouwens ook buiten) het omgevingsrecht.
Auteur(s)H.W. de Vos
Pagina335
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelIntegraal en flexibel omgevingsrecht – droom of drogbeeld?
CiteertitelRegelMaat 2012-6, p. 347
SamenvattingIn tal van brieven aan de Kamer, toespraken, nota’s en andere beleidsstukken wordt een gebrek aan samenhang en flexibiliteit gesignaleerd als hét probleem van het huidige omgevingsrecht. ‘Rode draad’ van de gedachtevorming over de toekomst van het omgevingsrecht is dus de behoefte aan meer samenhang en meer flexibiliteit. Als nadere uitleg waarom het omgevingsrecht thans onbevredigend functioneert, wordt door de regering doorgaans gesteld dat het thans om te vele (‘tientallen’) wetten gaat met elk hun eigen bevoegdhedenverdelingen, procedures en toetsingskaders. Blijkbaar leidt dat niet alleen tot te weinig samenhang, maar ook tot te veel starheid. Het nieuwe omgevingsrecht moet dus vooral ‘integraal’ en flexibel zijn, aldus de regering. Daardoor zal het, zo wordt verondersteld, ook meteen eenvoudiger worden. Hier zal geen nadere analyse worden verricht van dit gevoel van ongenoegen en geen antwoord worden gezocht op de vraag wat de oorzaken daarvan zijn. Dat er te weinig samenhang in het omgevingsrecht bestaat en het omgevingsrecht te weinig flexibel is, wordt in ieder geval in het bestuur en in de politiek door velen onderschreven. Wel valt te constateren dat lang niet iedereen het hiermee eens is en menigeen de noodzaak van een ingrijpende stelselwijziging betwijfelt.
Auteur(s)Ch.W. Backes
Pagina347
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelDe Omgevingswet in Europeesrechtelijk perspectief
CiteertitelRegelMaat 2012-6, p. 363
SamenvattingAuteur is gevraagd om aandacht te besteden aan de verhouding tussen de Omgevingswet en het Europese recht. Een grootschalige aanpassing van de wetgeving als deze kan een uitgelezen mogelijkheid zijn om aansluiting te zoeken bij de structuur van het Europese milieurecht. In dit artikel zal auteur ingaan op de structuur van het Europese milieurecht, om daarna na te gaan of dat houvast biedt voor de invulling van de Omgevingswet. Een andere, minstens zo relevante vraag is of een integratie van wetgeving zoals die in de Omgevingswet voorzien lijkt te zijn, niet in strijd komt met het Europese recht. Daarnaast is het de laatste jaren vast kabinetsbeleid om zo min mogelijk ‘nationale koppen’ op implementatiewetgeving te zetten en geen verdergaande verplichtingen in nationale wetgeving op te nemen dan Europeesrechtelijk is voorgeschreven. Dit werpt de vraag op of een Omgevingswet denkbaar is die slechts Europees recht implementeert, zonder nationale koppen.
Auteur(s)B.A. Beijen
Pagina363
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiscussie
TitelWeber, de politicus en het regelmoeras
CiteertitelRegelMaat 2012-6, p. 374
SamenvattingOnlangs is een Nederlandse vertaling verschenen van twee belangrijke lezingen die de socioloog Max Weber tegen het einde van zijn leven hield: Wetenschap als beroep (1917) en Politiek als beroep (1919). De eerstgenoemde lezing is een gepassioneerde verdediging van de waardevrije wetenschap. Ook is het een polemische aanval op allen die wetenschap voor politieke doeleinden wensen te misbruiken.
Auteur(s)W.J. Witteveen
Pagina374
Artikel aanvragenVia Praktizijn