Contracteren

Uitgever Boom Juridische Uitgevers
Tijdschrift Contracteren
Datum 01-02-2013
Aflevering 1
RubriekRedactioneel
TitelRedactioneel
CiteertitelContracteren 2013-1, p. 1
SamenvattingHet is eerder geconstateerd in dit blad, maar het kan geen kwaad er nog eens aan te herinneren: wie zich ten doel stelt in alle opzichten sluitende contracten te produceren, kan met alleen het Burgerlijk Wetboek (BW) al geruime tijd niet meer helemaal uit de voeten. Het Nederlandse contractenrecht zit intussen stevig ingeklemd tussen tal van relatief jonge wetten die niet de kernsystematiek van het verbintenissenrecht betreffen – de Mededingingswet, de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet oneerlijke handelspraktijken en de Wet bescherming persoonsgegevens (om er uit de losse pols een paar te noemen). Niet zelden gaat het om wetten waarvan de oorsprong direct of indirect gezocht moet worden in de vele Europese richtlijnen en verordeningen die over ons worden uitgestort en die vaak op hun beurt nog een eigen dynamiek toevoegen. Met zulke externe regelingen worden er links en rechts deukjes geslagen in de contractsvrijheid of wordt een (soms beslissend) stempel gedrukt op de implicaties van overeenkomsten. Hoewel dat op zichzelf niet per se problematisch is, betekent het dat de ‘redelijk bekwame en redelijk handelende’ beroepsbeoefenaar van steeds meer markten thuis moet zijn om zijn werk naar behoren te kunnen uitvoeren. Een aantal van die markten komen in dit eerste nummer van 2013 aan bod.
Auteur(s) Redactie
Pagina1
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekColumn
TitelRichtlijnconforme interpretatie bij de informatieplicht van algemene voorwaarden voor dienstverleners
CiteertitelContracteren 2013-1, p. 3
SamenvattingArtikel 6:234 Burgerlijk Wetboek (BW) bevat een vrij strikte informatieplicht met betrekking tot algemene voorwaarden. Indien niet aan deze informatieplicht is voldaan, kunnen (kort gezegd) kleinere professionele wederpartijen en consumenten de algemene voorwaarden vernietigen op grond van artikel 6:233b BW. Artikel 6:234 BW is sinds de invoering in 1992 verschillende keren gewijzigd, onder meer met het oog op het gebruik van elektronische algemene voorwaarden.
Auteur(s)M.Y. Schaub
Pagina3
LinkVolledige tekst artikel (vu.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikel
TitelDe gevolgen van beëindiging van agentuurovereenkomsten (vertraagd) verduidelijkt
CiteertitelContracteren 2013-1, p. 8
SamenvattingDe Hoge Raad heeft in het op 2 november 2012 gewezen arrest T-Mobile Netherlands/agenten eindelijk duidelijk gemaakt hoe de klantenvergoeding, waar de (handels)agent op grond van artikel 7:442 Burgerlijk Wetboek (BW) aanspraak op heeft, moet worden berekend. Daarbij wordt een uitleg gegeven aan artikel 7:442 BW, waarin de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) en de zienswijze van de Europese Commissie over hoe de Agentuurrichtlijn 86/653/EEG moet worden toegepast, ook van toepassing worden verklaard op de agenten die niet werkzaam zijn in de goederendistributie, waartoe de richtlijn immers beperkt is.
Auteur(s)H.E. Urlus
Pagina8
LinkVolledige tekst artikel (Boom Juridische Uitgevers)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCasus
TitelInternetverkoop onder het mededingingsrecht
CiteertitelContracteren 2013-1, p. 16
SamenvattingInternetverkoop is de afgelopen jaren onderwerp van discussie geweest in het mededingingsrecht. Verschillende geschillen over producenten die internetverkoop door hun distributeurs probeerden te beperken, zijn voorgelegd aan de Nederlandse rechter en het Hof van Justitie van de Europese Unie. Daarnaast heeft de Europese Commissie in 2010 nieuwe richtsnoeren vastgesteld waarbij internetverkoop een belangrijk onderdeel was. De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft bovendien naar aanleiding van diverse klachten in 2009 een rapport opgesteld over mogelijke mededingingsrechtelijke problemen bij internetverkoop. Deze ontwikkelingen hebben geleid tot belangrijke verduidelijkingen over welke afspraken rondom internetverkoop mededingingsrechtelijk zijn toegestaan en welke niet. Dit is van belang bij het opstellen van distributiecontracten. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de huidige stand van zaken, waarbij de nadruk ligt op de bespreking van de mogelijke contractuele bepalingen met betrekking tot internetverkoop.
Auteur(s)M.A. de Jong
Pagina16
LinkVolledige tekst artikel (Boom Juridische Uitgevers)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekPraktijk
TitelDe crisis te lijf door aangescherpte regeling over betalingsachterstanden?
CiteertitelContracteren 2013-1, p. 24
SamenvattingBetalingsachterstanden blijven aan de orde van de dag. In een tijd van financiële crisis, waarin het adagium ‘cash is king’ opgeld doet, zijn betalingsachterstanden wel het laatste waar de ondernemer op zit te wachten. Om deze reden heeft de Europese regelgever gemeend te moeten ingrijpen en is op 23 februari 2011 de Richtlijn 2011/7 (hierna: de Richtlijn) verschenen. De Richtlijn is gewijd aan het terugdringen van betalingsachterstanden en volgt Richtlijn 2000/35 op, die ons Burgerlijk Wetboek (BW) onder meer artikel 6:119a BW heeft bezorgd. De Richtlijn beperkt zich, anders dan zijn voorganger, niet tot business-to-business- (B2B-)overeenkomsten, maar bevat ook bepalingen in het overeenkomstenverkeer tussen ondernemingen en overheden (business-to-government: B2G). De Richtlijn is bij wet van 13 december 2012 geïmplementeerd in het Burgerlijk Wetboek. Deze wet zal per 16 maart 2013 in werking treden. In dit artikel bespreek ik voornoemde wet en ga ik in op de angels en voetklemmen die aan de regeling kleven.
Auteur(s)J.H.M. Spanjaard
Pagina24
LinkVolledige tekst artikel (Boom Juridische Uitgevers)
Artikel aanvragenVia Praktizijn