Tijdschrift voor Bouwrecht

Uitgever Instituut voor Bouwrecht
Tijdschrift Tijdschrift voor Bouwrecht
Datum 15-07-2014
Aflevering 7
RubriekGastcolumn
TitelHoogbouw en veeteelt
CiteertitelTBR 2014/111
SamenvattingHet is duidelijk dat het probleem van de overbevolking, de gevolgen van de klimaatveranderingen, de energievraag en de vervuiling van de aarde vragen om/nopen tot anders denken. En in die trend ziet auteur het idee van flats voor vee en landbouw.
Auteur(s)M.A.B. Chao-Duivis
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelDwingende redenen van groot openbaar belang in de Flora en faunawet
CiteertitelTBR 2014/112
SamenvattingVoor een ruimtelijke ontwikkeling is vaak een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet (Ffw) nodig. Deze ontheffing zal aan een aantal criteria moeten voldoen. Voor de strikt beschermde dier- en plantensoorten geldt dat pas ontheffing wordt verleend als met die ontheffingverlening een belang wordt gediend zoals omschreven in de Habitat- of Vogelrichtlijn, Ffw of het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten (Bvbs). Eén van de in de Habitatrichtlijn (Hrl) genoemde belangen is de dwingende reden van groot openbaar belang. In dit artikel wordt ingegaan op de vraag wanneer sprake is van een dwingende reden van groot openbaar belang en hoe dit kan worden aangetoond. De aanleiding om dit artikel te schrijven in tweeërlei. Ten eerste zal de dwingende reden van groot openbaar belang vaker als grondslag voor een Ffw-ontheffing gaan dienen. Ten tweede heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling of ABRvS) zich recent in twee uitspraken uitgelaten over dit begrip.
Auteur(s)F. Onrust , A. Drahmann
LinkVolledige tekst (stibbe.com)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelStedelijke herverkaveling Van fact free politics naar fact free wetgeving?
CiteertitelTBR 2014/113
SamenvattingAl jaren wordt gesproken over een eventueel nieuw grondbeleidsinstrument, stedelijke herverkaveling waarmee zakelijke rechten, met name binnen stedelijk gebied, herschikt moeten kunnen worden. In het kader van de huidige economische realiteit en de transitie naar een nieuwe Omgevingswet staat dit onderwerp hoog op de agenda van de minister van Infrastructuur en Milieu. In nauwe samenwerking met de VNG heeft zij een Commissie Stedelijke Herverkaveling ingesteld, die opdracht heeft gekregen een voorstel uit te werken als basis van een wettelijke regeling voor stedelijke herverkaveling. De commissie heeft 3 februari 2014 een conceptversie van haar Voorlopig Rapport Commissie Stedelijke Herverkaveling voor inspraak en consultatie ter beschikking gesteld. In onderstaand artikel gaan auteurs in op het Voorlopig Rapport.
Auteur(s)C.A.C. Frikkee , P.S.A. Overwater
LinkVolledige tekst (lysiasgroup.com)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelUAV-GC 2005 (deel 1) Over de uitleg van enkele conflictgevoelige paragrafen
CiteertitelTBR 2014/114
SamenvattingDe UAV-GC 2005 lijken zich, met name in de grond- weg- en waterbouw, de afgelopen jaren te hebben ontwikkeld tot de belangrijkste contractuele voorwaarden. Zowel Rijkswaterstaat als ProRail contracteren nu bij voorkeur op basis van de UAV-GC. Inmiddels zijn er tientallen vonnissen over deze voorwaarden gewezen, waarin enkele lijnen zichtbaar worden in de benadering door rechters en arbiters van veel voorkomende geschilpunten. In deze bijdrage ligt het accent op identificatie van de onderdelen van de UAV-GC die in praktijk en rechtspraak het meest conflictgevoelig zijn gebleken; en worden enkele suggesties gedaan om die conflicten te voorkomen.
Auteur(s)R.G.T. Bleeker
LinkVolledige tekst artikel (rozemond.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelDe UAV-GC 2005 - Enkele handvatten
CiteertitelTBR 2014/115
SamenvattingOver de UAV-GC 2005 wordt minder vaak geprocedeerd dan over de UAV. Dat blijkt onder meer uit het overzicht van de op het gebied van de UAV-GC 2005 gewezen rechtspraak in dit tijdschrift in vergelijking tot de gewezen rechtspraak op het gebied van de UAV. Betekent dit dat de UAV-GC 2005 simpelweg duidelijker zijn dan de UAV? Het antwoord op deze vraag lijkt ontkennend te moeten luiden. In de praktijk blijkt met name aan de zijde van Opdrachtnemers op een aantal essentiële punten onduidelijkheid te bestaan. Regelmatig verschillen Opdrachtgevers en Opdrachtnemers van mening over de uitleg van bepalingen in de UAV-GC 2005. Dat de geschillen die hierdoor ontstaan niet in alle gevallen tot een juridische procedure leiden, maakt hen niet minder relevant. Zij kunnen immers (ook als zij niet door een derde worden beslecht) zorgen voor vertraging in de uitvoering van het werk of voor extra kosten aan de zijde van de Opdrachtgever en/of de Opdrachtnemer. Teneinde dergelijke geschillen tussen Opdrachtgevers en Opdrachtnemers te voorkomen, volgt in dit artikel een korte weergave van de meest voorkomende discussiepunten in de verschillende fasen van een werk (van aanbesteding tot uitvoering), de toepasselijke regelgeving en (voor zover aanwezig) de stand van de rechtspraak daaromtrent.
Auteur(s)W.J.M. Herber , E. Keulen
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelPrivate kwaliteitsborging: kans of kruis?
CiteertitelTBR 2014/116
SamenvattingSinds de introductie van de Woningwet uit 1901 heeft de regering diverse pogingen gedaan om de bestaande wet- en regelgeving op het gebied van bouwen te moderniseren en te vereenvoudigen. De inspanningen van de wetgever om de handhaving te verbeteren kunnen ook daartoe worden gerekend. Onder andere de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo) en de gewijzigde Woningwet hebben onder meer tot doel de handhaving doeltreffender te maken. Daarbij was steeds het doel om het stelsel zelf te verbeteren.
Auteur(s)O. Laan , M.P. Terwindt
LinkVolledige tekst artikel (debouwadvocaat.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelRechtsbescherming bij opdrachten en concessies met een duidelijk grensoverschrijdend belang
CiteertitelTBR 2014/117
SamenvattingDe aanbestedingsrechtelijke verplichtingen van aanbestedende diensten op grond van het Unierecht gaan echter verder dan de naleving van de voorschriften in de Aanbestedingsrichtlijnen. Het HvJ EU heeft namelijk geoordeeld dat opdrachten en concessies waarop de Aanbestedingsrichtlijnen niet van toepassing zijn, niettemin onderworpen zijn aan de fundamentele verdragsregels en de daaruit voortvloeiende rechtsbeginselen, in het bijzonder het verbod op discriminatie op grond van nationaliteit. Op grond van deze verdragsregels en rechtsbeginselen zijn aanbestedende diensten gehouden een passende mate van openbaarheid te garanderen ten aanzien van overheidsopdrachten en concessies met een duidelijk grensoverschrijdend belang. Deze bijdrage handelt over de rechtsbescherming die ondernemers daarbij genieten.
Auteur(s)A.J. van Heeswijck
LinkVolledige tekst artikel (vhadvocaat.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelDe eKantonrechter van start
CiteertitelTBR 2014/118
SamenvattingSinds oktober 2013 bestaat de mogelijkheid om een procedure te voeren bij de eKantonrechter. Deze procedure verloopt grotendeels digitaal. De mogelijkheid van digitaal procederen is een uitvloeisel van de in de Agenda voor de rechtspraak 2011-2014 opgenomen doelstelling dat rechtspraak dient aan te sluiten bij de behoeften in de samenleving. In deze agenda is daarom het voornemen geuit om voor civiele zaken, naast het ontwikkelen van een snelle en eenvoudige standaardprocedure, pilots te starten om te bezien of binnen de mogelijkheden van artikel 96 Rv een snelle en informele procedure kan worden ingericht waar partijen gezamenlijk voor kunnen kiezen. In dit verband is ook digitalisering van de procedure aan de orde geweest.
Auteur(s)P.E. Ernste
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelCessie- en verpandingsverboden: nieuw arrest, nieuwe problemen
CiteertitelTBR 2014/119
SamenvattingSinds het arrest Oryx/Van Eesteren uit 2003 bestaat er discussie in de praktijk en in de literatuur wat de betekenis en reikwijdte van zogenaamde cessie- en verpandingsverboden is. In een recent arrest, Coface Finanz/Intergamma, heeft de Hoge Raad zich opnieuw over die kwestie gebogen en de goederenrechtelijke werking van dergelijke bedingen zeer sterk ingeperkt. Met die uitspraak lijkt de Hoge Raad tegemoet te komen aan de kritiek uit de literatuur, maar het is maar zeer de vraag of de praktijk beter af is met het nieuwe arrest.
Auteur(s)R.M. Wibier
UitspraakECLI:NL:HR:2014:682
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Ruimtelijke ordeningsrecht
TitelRaad van State 07-05-2014
CiteertitelTBR 2014/120
SamenvattingBevolkingskrimp. Uitgangspunt van raad is dat de regionale woningvoorraad niet mag toenemen. Bestemmingsplan bevat rechtstreekse bouwtitel voor de verlening van omgevingsvergunning voor de bouw van woningen. Wijzigingsbevoegdheid maakt het mogelijk bouwvlak van verbeelding te verwijderen indien binnen een jaar na inwerkingtreding van plan geen woning is gebouwd of op dat moment in aanbouw is. Appellante heeft in verleden vergunning gekregen voor de bouw van negen woningen binnen bouwvlak die nog niet gerealiseerd zijn. Gemeentebestuur is niet voornemens deze vergunning in te trekken. Verwijdering van bouwvlak door toepassing van wijzigingsbevoegdheid leidt er niet toe dat woningbouw achterwege blijft zolang verleende vergunning niet is ingetrokken. Wijzigingsbevoegdheid bevat ten onrechte geen bepaling die inhoudt dat hiervan geen gebruik mag worden gemaakt zolang een onbenutte omgevingsvergunning voor bouwvlak niet is ingetrokken. Vernietiging planregel wegens strijd met rechtszekerheidsbeginsel. Geen proceskostenveroordeling.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 26 juni 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Kerkrade West III" vastgesteld.
AnnotatorH.J. de Vries
UitspraakECLI:NL:RVS:2014:1690
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Ruimtelijke ordeningsrecht
TitelRaad van State 04-06-2014
CiteertitelTBR 2014/121
SamenvattingGewijzigde vaststelling planregel brengt appellant niet in een ongunstiger positie. Beroep niet-ontvankelijk nu geen zienswijze bij raad naar voren is gebracht. In plan opgenomen afwijkingsregeling maakt mantelzorg bij bedrijfswoningen mogelijk. Appellanten zijn geen belanghebbende op grond van afstand- en zichtcriterium. Afstemming plancontour voor externe veiligheid op in revisievergunning opgenomen contour. Geringe afwijking plancontour is aanvaardbaar omdat door discrepantie geen bouw of vestiging van beperkt kwetsbare of kwetsbare objecten mogelijk gemaakt wordt. Gebruik bedrijfswoningen als burgerwoning. Positieve bestemming, overgangsrecht of uitsterfregeling. Geen oppervlaktebeperking gesteld aan kantoren op bedrijventerrein. Kantoren van meer dan 1.500 m2 zijn kwetsbare objecten in de zin van het Bevi. Planregels sluiten ten onrechte niet uit dat kantoren van meer dan 1.500 m2 worden opgericht binnen de aanduiding ‘veiligheidszone - bevi’. Mogelijke belemmeringen voor bedrijfsvoering van appellanten. Vernietiging en voorlopige voorziening. Voorwaarden voor functieverruiming zijn niet geschikt om zonder nadere objectivering te worden opgenomen in planregels. Realisering bestemming wordt afhankelijk gesteld van nadere afweging die raad bij vaststelling van het plan had moeten maken. Bij vaststelling bestemmingsplan moet zijn onderzocht of toepassing van afwijkings- en wijzigingsbevoegdheid planologisch aanvaardbaar is. Standpunt van raad dat bij toepassing van deze bevoegdheden kan worden bezien of beoogde ontwikkelingen aanvaardbaar zijn is onjuist. Proceskostenveroordeling.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 25 juni 2013, nummer 4382217, heeft de raad het bestemmingsplan "Bedrijventerreinen e.o. en snelwegen" vastgesteld.
AnnotatorH.J. de Vries
UitspraakECLI:NL:RVS:2014:2023
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Wabo
TitelRaad van State 05-03-2014
CiteertitelTBR 2014/122
SamenvattingBeroep tegen de vaststelling van het bestemmingsplan ‘Ekkersrijt-Saturn’. Coördinatieregeling. Belanghebbendenbegrip. Relativiteitseis. Goede procesorde. De duurzaamheidsladder: actuele regionale behoefte en het risico van winkelleegstand, gevolgen voor het woon- en leefklimaat en het ondernemersklimaat.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 21 maart 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Ekkersrijt; Saturn" vastgesteld.
AnnotatorG.H.J. Heutink
UitspraakECLI:NL:RVS:2014:743
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Milieurecht
TitelRaad van State 16-04-2014
CiteertitelTBR 2014/123
SamenvattingKolencentrale Eemshaven. Toename stikstofdepositie. Stikstofmaatregelen. Mitigerende maatregelen.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 22 juni 2012, kenmerk 279063, heeft de staatssecretaris aan RWE Eemshaven Holding B.V. (hierna: RWE) een vergunning krachtens de artikelen 16 en 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nbw 1998) verleend voor het oprichten, in werking nemen, in werking houden en regulier onderhoud van een elektriciteitscentrale in de Eemshaven, alsmede voor daarmee samenhangende werkzaamheden tot verlenging van de Wilhelminahaven en het treffen van natuurmaatregelen in de Emmapolder alsmede in de buitendijkse kwelders en de uitkoop van garnalenvisserij in de Dollard.
AnnotatorR.H.W. Frins
UitspraakECLI:NL:RVS:2014:1312
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Overig privaatrecht
TitelRechtbank Oost-Brabant 13-03-2014
CiteertitelTBR 2014/124
SamenvattingEerste digitaal gevoerde kantonprocedure. Non-conformiteit bij verkoop van een woning
Samenvatting (Bron)eKanton. Artikel 96 Rv. Eerste digitaal gevoerde kantonprocedure. Non-conformiteit bij verkoop van een woning. Schending van veiligheidsnormen betreffende de technische installatie. Verwarming van het water in een koudwaterleiding doordat deze te dicht naast de leiding van de c.v. is aangelegd levert non-conformiteit op. Kelderluik-jurisprudentie als aanwijzing voor non-conformiteit.
UitspraakECLI:NL:RBOBR:2014:1145
Artikel aanvragenVia Praktizijn