Rubriek | Ondernemingsrecht |
---|---|
Titel | Rechtbank Zwolle, 07-07-2004, 84500 / HA ZA 03-311 |
Citeertitel | JOR, 2005/1 |
Samenvatting | Vordering van vennootschap tot volstorting van aandeel kan niet worden overgedragen aan een derde. Cessie is in strijd met dwingende regels van kapitaalbescherming.
(1. AOB Compaz, 2. Calder Groep BV / L.J. van Gils). |
Samenvatting (Bron) | Een vordering tot volstorting van aandelen is naar haar aard niet overdraagbaar. |
Annotator | M.P. Nieuwe Weme |
Pagina | 6-11 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBZLY:2004:AR4397 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ondernemingsrecht |
---|---|
Titel | Rechtbank Amsterdam, 11-10-2004, H 04-0436 |
Citeertitel | JOR 2005/2 |
Samenvatting | Inbreng op aandelen in natura. Toestemming tot inbreng van vermogen van non-existente vennootschappen in nieuw opgerichte BV's ex art. 2:4 lid 5 BW. Geen Nachgründung.
(1. R.Timmer, 2. R.W. Guitink, 3. P. van Driel, 4. J. van Reenen). |
Annotator | C.J. Groffen |
Pagina | 12-14 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ondernemingsrecht |
---|---|
Titel | Rechtbank Almelo, 20-10-2004, HA ZA 1040 |
Citeertitel | JOR 2005/3 |
Samenvatting | Onrechtmatige daad van moedervennootschap. Concernverhouding. Intensieve bemoeienis moedervennootschap met gang van zaken bij (klein)dochtervennootschap. Faillissement (klein)dochter. Moedervennootschap aansprakelijk voor schulden (klein)dochter aan eisers. Zorgplicht jegens crediteuren. Geen persoonlijke aansprakelijkheid bestuurder kleindochter.
(1. J.E.A.M. Jöbses, 2. A.H.M. Wouters / AMS Liberty Nederland BV, 2. Prolion BV, 3. Prolion Sales BV) |
Pagina | 15-36 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ondernemingsrecht |
---|---|
Titel | Rechtbank Zutphen, 27-10-2004, 58197 HAZA 03-1252 |
Citeertitel | JOR 2005/4 |
Samenvatting | Onrechtmatige daad van moedervennootschap. Intensieve bemoeienis met beleid en verstrekken van grote leningen aan zwaar verlieslijdende dochtervennootschap. Het abrupt beëindigen van de financiering met als gevolg het faillissement van de dochtervennootschap is onrechtmatig jegens de crediteuren van die dochtervennootschap. Geen aansprakelijkheid van statutair bestuurder dochtervennootschap en van moedervennootschap als medebeleidsbepaler ex art. 2:248 BW. |
Samenvatting (Bron) | Moedermaatschappij heeft via een van haar statutaire directeuren, die teven statutair directeur is van haar dochtermaatschappij, invloed op financiële gang van zaken dochtermaatschappij. In dit verband heeft moeder dochter, die onder normale omstandigheden eerder failliet zou zijn gegaan, nog 18 maanden kunstmatig in leven gehouden door het verstrekken van omvangrijke leningen aan de dochter, zodat lange tijd alle schuldeisers van de dochter, die in een reorganisatie was gewikkeld, konden worden voldaan. Moeder stopt na 18 maanden kredietverlening aan dochter (terwijl zij een tweetal maanden eerder wist dat ook na voltooiing reorganisatie dochter nog niet op eigen benen kon staan en het slecht ging in de branche) zonder voordien schuldeisers van de dochter te waarschuwen. Dochter gaat failliet. Moeder aansprakelijkheid voor schade onbetaald gebleven handelscrediteuren dochter. Aansprakelijkheid bestuurder van de dochter afgewezen. |
Annotator | F.J.P. van den Ingh |
Pagina | 36-46 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBZUT:2004:AR4700 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ondernemingsrecht |
---|---|
Titel | Gerechtshof Amsterdam, 21-12-2004, 854/2004 OK |
Citeertitel | JOR 2005/5 |
Samenvatting | Enquêteprocedure Unilever. Geen oneigenlijk gebruik van enquêteprocedure. Verzoekers ontvankelijk. Voorgenomen besluit tot conversie van cumulatief preferente aandelen. Er moet ernstig rekening worden gehouden met bij prefhouders gewekte gerechtvaardigde verwachtingen omtrent te hanteren inkoopprijs. Toerekening aan vennootschap van verklaringen van derden. Geen verplichting vennootschap tot publieke correctie van door derden gecreëerd onjuist beeld. Mogelijke schending van elementaire beginselen van verantwoord ondernemerschap. Gegronde redenen voor twijfel aan juist beleid. Onderzoek bevolen. Afwijzing verzochte onmiddellijke voorzieningen. |
Samenvatting (Bron) | Uitspraak ondernemingskamer op het verzoek van houders van preferente aandelen in het kapitaal van Unilever N.V. (advocaten: mr. P.J. van der Korst en mr. J.H. Lemstra) tot het instellen van een onderzoek met betrekking tot de uitgifte van cumulatief preferente aandelen door Unilever N.V. (advocaten: mr. S.E. Eisma, mr. H.J. de Kluiver en mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk) en het besluit tot conversie van cumulatief preferente aandelen in gewone aandelen. De Ondernemingskamer heeft het verzoek van voornoemde houders van preferente aandelen toegewezen. Het verzoek is afgewezen voorzover het strekt tot het treffen van bepaalde onmiddellijke voorzieningen. |
Annotator | M. Brink |
Pagina | 46-62 |
Uitspraak | ECLI:NL:GHAMS:2004:AR7861 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ondernemingsrecht |
---|---|
Titel | Gerechtshof Amsterdam, 06-01-2005, 153/2004 |
Citeertitel | JOR 2005/6 |
Samenvatting | Enquêteprocedure Ahold. Verzoekers ontvankelijk. Ratio van art. 2:349 lid 1 BW. Gegronde redenen voor twijfel aan juist beleid. Onjuiste consolidatie van deelnemingen. Onvoldoende toezicht op verbetering interne controlesystemen US Foodservice. Boekenonderzoek bij acquisitie US Foodservice mogelijk onzorgvuldig. Onvoldoende toezicht op werkmaatschappijen met betrekking tot inrichting en werking van interne controle alsmede rapportering daarover aan Ahold. Onderzoek bevolen. Onderzoek strekt zich ook uit tot toezicht op werkmaatschappijen. Afwijzing verzochte onmiddellijke voorzieningen. |
Samenvatting (Bron) | Uitspraak inzake Koninklijke Ahold N.V. De Ondernemingskamer heeft hedenochtend in het openbaar uitspraak gedaan op het verzoek van de Vereniging van Effectenbezitters en verschillende houders van aandelen tot het instellen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Koninklijke Ahold N.V. te Zaandam. De Ondernemingskamer heeft een onderzoek bevolen naar drie onderwerpen van het beleid en de gang van zaken van Ahold. Deze betreffen - kort gezegd - (i) de consolidatie van deelnemingen, (ii) de acquisitie van USF en het toezicht op de verbetering van de interne controlesystemen van USF, en (iii) het toezicht van Ahold op de werkmaatschappijen voorzover betrekking hebbend op de interne controle van die maatschappijen en de rapportering daarover aan Ahold. De Ondernemingskamer zal een onderzoekscommissie samenstellen bestaande uit drie personen, die zij nader bekend zal maken. De betrokken advocaten van VEB c.s. zijn: mr. J.H. Lemstra en mr. J.W.H. van Wijk (Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn). De advocaten van Ahold zijn: mr. R.M. Hermans, mr. B. Winters en mr. P.N. Ploeger (De Brauw Blackstone Westbroek N.V.). De beschikking van de Ondernemingskamer wordt zo spoedig mogelijk geplaatst op de website [naam website]. Bij opening van die website wordt u automatisch doorverbonden naar de website van de Rechtspraak, waar de uitspraak te vinden is onder de link "Actualiteiten". |
Annotator | M.W. Josephus Jitta |
Pagina | 62-96 |
Uitspraak | ECLI:NL:GHAMS:2005:AR8831 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Bank- en effectenrecht |
---|---|
Titel | Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 28-09-2004, C0301282 |
Citeertitel | JOR 2005/7 |
Samenvatting | Kredietovereenkomst met doorlopend krediet. Het in de algemene kredietvoorwaarden opgenomen beding van vervroegde opeisbaarheid is nietig op grond van art. 33c Wck. Bekrachtiging noch conversie van de nietige rechtshandeling.
(Staal Bank NV / H.J.A. van der Weijden) |
Annotator | C.W.M. Lieverse |
Pagina | 96-100 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Bank- en effectenrecht |
---|---|
Titel | Commissie van Beroep DSI, 20-10-2004, KCHB 82 |
Citeertitel | JOR 2005/8 |
Samenvatting | Effectendienstverlening. Verweerder is in dit concrete geval in zijn voorlichtende taak jegens appellante tekortgeschoten. Geen precedentwerking. |
Pagina | 100-102 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Bank- en effectenrecht |
---|---|
Titel | Rechtbank Roermond, 03-11-2004, HA ZA 03-653 |
Citeertitel | JOR 2005/9 |
Samenvatting | Aandelenlease. Geen onvolledige of onjuiste informatieverstrekking door bank. Evenmin schending zorgplicht.
(Dexia Bank Nederland NV / A.W.G. Gijsberts). |
Pagina | 102-107 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Bank- en effectenrecht |
---|---|
Titel | Kantongerecht Breda, 24-11-2004, 309525/CV/04-3227 |
Citeertitel | JOR 2005/10 |
Samenvatting | Effectenlease. Ernstige schending zorgplicht door bank. Eigen schuld. Na billijkheidscorrectie verdeling schadevergoeding bank-belegger: 50%-50%. |
Samenvatting (Bron) | Aandelenlease ("Direct Rendement Effect"). De kantonrechter is van oordeel dat Dexia haar zorgplicht bij het aangaan van de overeenkomst heeft geschonden en dat zij op grond van artikel 6:248 BW 50% van het nadeel dient te dragen. |
Pagina | 107-112 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBBRE:2004:AR6233 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Bank- en effectenrecht |
---|---|
Titel | Klachtencommissie DSI, 10-11-2004, KCD nr. 161 |
Citeertitel | JOR 2005/11 |
Samenvatting | Belegging in reverse convertibles. Advies tot aankoop in strijd met zorgplicht verweerder. Schadevergoedingsverplichting. |
Pagina | 112-117 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ondernemingsrecht |
---|---|
Titel | Klachtencommissie DSI, 10-11-2004, KCD nr. 162 |
Citeertitel | JOR 2005/12 |
Samenvatting | Bestensorder. Orderuitvoering herroepen wegens "mistrade". Verweerder heeft terecht opdracht gegeven de voorgenomen openingstransactie alsnog uit te voeren. |
Pagina | 118-120 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Bank- en effectenrecht |
---|---|
Titel | Rechtbank Amsterdam, 03-12-2004, 13/120109-02 |
Citeertitel | JOR 2005/13 |
Samenvatting | Handel met voorwetenschap. De bepalingen van de richtlijn Marktmisbruik zijn nog niet voldoende nauwkeurig om reeds toegepast te kunnen worden. Derhalve geen rechtstreekse werking van de richtlijn evenmin een richtlijnconforme uitleg van art. 46 Wte 1995. |
Samenvatting (Bron) | Verdachte heeft met voorwetenschap effectentransacties bewerkstelligd. |
Annotator | R. Ortlep |
Pagina | 120-127 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBAMS:2004:AR6888 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Financiering, zekerheden en insolventie |
---|---|
Titel | Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 13-07-2004, C0201051/HE |
Citeertitel | JOR 2005/14 |
Samenvatting | Renvooiprocedure. Geen onredelijke benadering curator. Uitleg van overeenkomst tot overdracht activa. Toepassing Haviltex-norm. Verwijzing naar HR 20 februari 2004, JOR 2004/157, m.nt. SCJJK (DSM-Chemie/Fox). Vraag of overeenkomst in de weg staat aan ter verificatie indienen van overgenomen vorderingen. Hoewel niet aan formele vereisten ex. art. 6:159 BW is voldaan, is sprake van contractsovername in de zin van voormelde overeenkomst. |
Annotator | I. Spinath |
Pagina | 127-141 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Financiering, zekerheden en insolventie |
---|---|
Titel | Gerechtshof 's-Gravenhage, 07-09-2004, 02-1433 |
Citeertitel | JOR 2005/15 |
Samenvatting | Uitleg overeenkomst van borgtocht. Zorgvuldigheidsverplichting bank. Bank is niet onder alle omstandigheden verplicht om de borg over wijziging of vernieuwing van de kredietverhouding met de hoofdschuldenaar te informeren. |
Pagina | 141-144 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Financiering, zekerheden en insolventie |
---|---|
Titel | Rechtbank Arnhem, 12-10-2004, KG ZA 04-588 |
Citeertitel | JOR 2005/16 |
Samenvatting | Uitleg bankgarantie. Beginsel van strikte conformiteit. Haviltex-maatstaf niet zonder meer van toepassing op bankgaranties. Verwijzing naar HR 26 maart 2004, JOR 2004/153, m.nt. Bertrams.
(1. E. joosten, 2. D.F. Gaasbeek, 3. D.J. Joosten / Coöperatieve Rabobank "Over-Betuwe" UA). |
Annotator | G.J.P. Molkenboer |
Pagina | 145-149 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Financiering, zekerheden en insolventie |
---|---|
Titel | Rechtbank 's-Gravenhage, 02-11-2004, 04.1423 |
Citeertitel | JOR 2005/17 |
Samenvatting | Verzoek tot faillietverklaring. Verkeren in toestand van te hebben opgehouden te betalen. |
Pagina | 149-151 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Financiering, zekerheden en insolventie |
---|---|
Titel | Rechtbank Utrecht, 17-11-2004, 174432/HAZA 04-478 |
Citeertitel | JOR 2005/18 |
Samenvatting | Verrekening tijdens faillissement. Uitvoering betalingsopdracht tijdens faillissement. Uitoefening van wilsrecht. Curator heeft geen recht op ongedaanmaking voor zover debitering creditsaldo rekening-courant heeft overtroffen. Betaling moedervennootschap vond plaats op basis van een verbintenis jegens de bank en valt niet onder faillissementsvermogen. |
Samenvatting (Bron) | Faillissement; betalingsopdracht na faillissement; verrekening. |
Annotator | A.J. Verdaas |
Pagina | 151-157 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBUTR:2004:AR6156 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Financiering, zekerheden en insolventie |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 19-11-2004, C03/189HR |
Citeertitel | JOR 2005/19 |
Samenvatting | Verrekening door bank in zicht van faillissement. Art. 54 Fw heeft mede betrekking op een beroep gedaan vóór de faillietverklaring van de schuldenaar. Bank heeft afstand gedaan van haar recht van hypotheek, zodat het daaraan verbonden recht van voorrang eveneens is gekomen te vervallen. Vervolg op Rb. Arnhem 21 december 2000, JOR 2001/147, Rb Arnhem 20 december 2001, JOR 2002/39, m.nt. SCJJK en Hof Arnhem 25 maart 2003, JOR 2003/131, m.nt. Vermunt. |
Samenvatting (Bron) | 19 november 2004 Eerste Kamer Nr. C03/189HR JMH/AT Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: ING BANK N.V., gevestigd te Amsterdam, EISERES tot cassatie, advocaat: mrs. B. Winters en H.J.A. Knijff, t e g e n Mr. Pieter Marius GUNNING, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van ELMA VASTGOED EDE B.V. en ELMA VASTGOED VEENENDAAL B.V., wonende te Arnhem, VERWEERDER in cassatie, advocaat: mr. G. Snijders. 1. Het geding in feitelijke instantie ... |
Annotator | A. Steneker |
Pagina | 157-179 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2004:AR3137 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Financiering, zekerheden en insolventie |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 19-11-2004, C03/231HR |
Citeertitel | JOR 2005/20 |
Samenvatting | Vestiging stil pandrecht. Aan registratievereiste ex art. 3:239 lid 1 BW is niet voldaan door het opmaken van een notariële akte van depot van onderhandse pandakte. Vervolg op Hof 's-Hertogenbosch 22 april 2003, JOR 2003/182, m.nt. Visser. |
Samenvatting (Bron) | 19 november 2004 Eerste Kamer Nr. C03/231HR JMH Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: [Eiseres], gevestigd te [vestigingsplaats], EISERES tot cassatie, advocaat: mr. E. Grabandt, t e g e n Mr. Jakob Cornelis ROSENBERG POLAK, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Bouwpartners Projectdetachering B.V., wonende te Amstelveen, VERWEERDER in cassatie, advocaat: mr. P.S. Kamminga. 1. Het geding in feitelijke instantie... |
Annotator | S.C.J.J. Kortmann |
Pagina | 179-186 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2004:AQ3055 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Financiering, zekerheden en insolventie |
---|---|
Titel | Rechtbank 's-Gravenhage, 08-12-2004, HA ZA 04/1663 |
Citeertitel | JOR 2005/21 |
Samenvatting | Verrekening tijdens faillissement. Aan failliete vennootschap verschuldigde bedrag is overgemaakt op rekening van stichting derdengelden. Geen plaats voor verrekening ex art. 53 Fw. Vordering van vennootschap is niet overgedragen en behoorde ten tijde van faillissement toe aan de vennootschap.
(A.W. Beelaerts van Blokland als curator in het faillissement van Holland Telematica BV / Stichting Beheer Derdengelden Duijnstee Van der Wilk Advocaten). |
Pagina | 186-191 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Varia |
---|---|
Titel | Hoge Raad, 12-11-2004, C03/300HR |
Citeertitel | JOR 2005/22 |
Samenvatting | Uitleg van overeenkomst. Haviltex-maatstaf. Curator heeft zich niet bevoegd voorbehouden om voorwaardelijke overeenkomst om te zetten in een onvoorwaardelijke overeenkomst. |
Samenvatting (Bron) | 12 november 2004 Eerste Kamer Nr. C03/300HR JMH/AT Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: Mr. Wilhelm AERTS, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van RAAD ADMINISTRATIE CONSULTANTS B.V. en [A] B.V., wonende te Mook, EISER tot cassatie, advocaat: mr. R.S. Meijer, t e g e n [Verweerder], wonende te [woonplaats], VERWEERDER in cassatie, advocaat: mr. C.J.J.C. van Nispen. 1. Het geding in feitelijke instanties... |
Pagina | 191-205 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2004:AP9666 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |