Rechtspraak Sociale Verzekeringen

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Rechtspraak Sociale Verzekeringen
Datum 30-09-2014
Aflevering 9
RubriekArbeidsongeschiktheid
TitelCentrale Raad van Beroep 04-06-2014
CiteertitelRSV 2014/198
SamenvattingOpschorting betaling, intrekking en terugvordering WIA-uitkering — reden voor twijfel — simulatie — terugwerkende kracht — rechtszekerheidsbeginsel
Samenvatting (Bron)Opschorting betaling, intrekking en terugvordering WIA-uitkering. De Raad is met de rechtbank van oordeel dat de beschikbare gegevens voldoende reden voor twijfel geven aan de stelling van het Uwv dat de toekenning en het voortzetten van de WAO-uitkering tot 1 augustus 2011 het gevolg is geweest van onjuiste of onvolledige informatieverschaffing in de zin van simulatie door betrokkene. Intrekking van de uitkering met terugwerkende kracht over de periode van 25 april 1997 tot 1 augustus 2011 is in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2011
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArbeidsongeschiktheid
TitelCentrale Raad van Beroep 20-06-2014
CiteertitelRSV 2014/199
SamenvattingLoongerelateerde uitkering — verlaging arbeidsongeschiktheidspercentage in bezwaarfase — reformatio in peius — intrekking met terugwerkende kracht — pensioenopbouw
Samenvatting (Bron)De rechtbank heeft, gelet op die omstandigheden, met juistheid geoordeeld dat er geen sprake is van een schending van het verbod van reformatio in peius. Het Uwv zou immers ook los van het gemaakte bezwaar op 21 augustus 2014 de loongerelateerde WGA-uitkering hebben beëindigd. Dat het bestreden besluit appellant wegens het gewijzigde arbeidsongeschiktheidspercentage in een nadeliger positie heeft gebracht omdat hij niet langer pensioen opbouwt maakt dat niet anders, omdat voor de beantwoording van de vraag of het Uwv jegens appellant heeft gehandeld in strijd met het verbod van reformatio in peius slechts betekenis toekomt aan mogelijke negatieve gevolgen voor appellant die zich voordoen in diens rechtsverhouding tot het Uwv met betrekking tot zijn WIA-uitkering. Juistheid medische grondslag. Geschiktheid functies.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2114
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 24-06-2014
CiteertitelRSV 2014/200
SamenvattingBeperking van verblijfsduur in het buitenland voor een bijstandsgerechtigde jonger dan 65 jaar. Geen leeftijdsdiscriminatie ten opzichte van mensen met die een onvolledig AOW-pensioen hebben met een zgn. AIO-aanvulling.
Samenvatting (Bron)Beperking van verblijfsduur in het buitenland; wetswijziging; verbod op leeftijdsdiscriminatie; vertrouwensbeginsel; zeer dringende redenen.
AnnotatorC.W.C.A. Bruggeman
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2141
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 24-06-2014
CiteertitelRSV 2014/201
SamenvattingWoonwagen, waarvan de stichting Vivare door natrekking (juridisch) eigenaar is geworden, is aan te merken als bezitting van betrokkenen in de zin van art. 34, eerste lid , aanhef en onder a, WWB.
Samenvatting (Bron)Leenbijstand. De rechtbank heeft op goede gronden geoordeeld dat de woonwagen is aan te merken als een bezitting van appellanten. WOZ-waarde woonwagen. De Raad voorziet zelf en stelt het bedrag aan leenbijstand vast op € 37.379,-.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2136
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 24-06-2014
CiteertitelRSV 2014/202
SamenvattingAanvraag werkleeraanbod — geldbedrag in kluis ouders behoort geheel tot het vermogen van betrokkene en niet voor de helft aan haar toenmalige echtgenoot
Samenvatting (Bron)Vaststellen vermogen bij vaststellen recht op inkomensvoorziening.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2135
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 08-07-2014
CiteertitelRSV 2014/203
SamenvattingIngangsdatum IOAW-uitkering — aanvraag van 11 augustus 2011, maar bijzondere omstandigheden om ingangsdatum op 17 september 2010 vast te stellen
Samenvatting (Bron)Vaststelling ingangsdatum IOAW-uitkering. Appellanten hebben voldoende actie in de richting van het UWV ondernomen, die had moeten leiden tot het toezenden van een aanvraagformulier. Hierbij is mede van belang dat het UWV als meldingsdatum 17 september 2010 op het aanvraagformulier IOAW heeft ingevuld, hetgeen vervolgens handmatig is gewijzigd in 4 augustus 2011. Dat appellanten de afspraak op 22 december 2010 hebben afgezegd en dat zij vervolgens tot 5 april 2011 hebben afgewacht alvorens opnieuw contact op te nemen met het UWV, kan appellanten, gelet op de duur van deze periode en door het UWV gedane mededelingen, niet worden tegengeworpen. Vernietiging uitspraak. Vernietiging besluit . De Raad zal zelf in de zaak voorzien en de datum van de uitkering opnieuw vaststellen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2325
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 15-07-2014
CiteertitelRSV 2014/204
SamenvattingUit diefstal verkregen middelen behoorden tot het vermogen van betrokkenen
Samenvatting (Bron)Gestolen geld. Verplichting tot terugbetaling uit onrechtmatige daad. Vermogen waarover feitelijk kan worden beschikt.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2385
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 15-07-2014
CiteertitelRSV 2014/205
SamenvattingVerlaging hoogte langdurigheidstoeslag voor alleenstaanden binnen de grenzen van verordenende bevoegdheid — verlening terugwerkende kracht aan Verordening niet in strijd met rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel
Samenvatting (Bron)Verlaging van de hoogte van de langdurigheidstoeslag voor alleenstaanden. Meerjarenbeleidsplan. De verlaging van de hoogte van de langdurigheidstoeslag voor alleenstaanden in artikel 4, aanhef en onder d, van de Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2012 is verbindend en niet in strijd met de bedoeling van de wetgever. Geen strijd met de rechtszekerheid en het vertrouwensbeginsel.
AnnotatorH. van Deutekom
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2379
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 15-07-2014
CiteertitelRSV 2014/206
SamenvattingOnweerlegbaar rechtsvermoeden van art. 3 lid 4 onder b WWB — datum erkenning niet relevant indien belanghebbende hoofdverblijf hebben in dezelfde woning hebben en uit hun relatie een kind is geboren
Samenvatting (Bron)Medeterugvordering bijstand. Gezamenlijke huishouding. Het feit dat betrokkene hoofdelijk aansprakelijk is gesteld voor het teruggevorderde bedrag levert geen eigen, rechtstreeks belang op bij het jegens B genomen besluit tot intrekking en terugvordering, waarbij (uitsluitend) het recht op bijstand van B is beoordeeld. Geen rechtsregel brengt mee dat betrokkene in de bestuursrechtelijke procedure inzage zou moeten worden verleend in het volledige strafdossier. Niet in geschil is dat B de biologische vader van de kinderen is. In dat geval is de datum van erkenning van de kinderen niet relevant voor de toepassing van het onweerlegbaar rechtsvermoeden. De onderzoeksbevindingen bieden voldoende feitelijke grondslag voor het oordeel dat sprake was van een gezamenlijk hoofdverblijf. Schending inlichtingenverplichting.
AnnotatorH. van Deutekom
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2375
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 22-07-2014
CiteertitelRSV 2014/207
SamenvattingToekenning meerjarige aanvullende uitkering op het budget WWB-inkomensdeel als bedoeld in art. 74 WWB (MAU-uitkering). Rekening gehouden met eigen bijdrage van 5%. Karakter MAU-uitkering. Bewijslast college. Functie verbeterplan.
Samenvatting (Bron)Toekenning meerjarige aanvullende uitkering op het budget WWB-inkomensdeel (MAU-uitkering), waarbij rekening is gehouden met een eigen bijdrage van 5%. Appellant heeft niet aannemelijk gemaakt dat het tekort niet mede het gevolg is van het gemeentelijk beleid en de uitvoering daarvan. De minister heeft de eigen bijdrage terecht bepaald op 5%.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2501
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep 09-05-2014
CiteertitelRSV 2014/208
SamenvattingDe verlaging op grond van de Wet woonlandbeginsel van reeds toegekende Nederlandse nabestaandenuitkeringen voor Marokkaanse weduwen die in Marokko wonen is in strijd met art. 5 van het Verdrag Nederland Marokko?
Samenvatting (Bron)Aanpassing uitkering Marokkaanse weduwen aan woonland strijdig met verdrag.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:1466
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekOuderen
TitelEHRM 20-05-2014, 4241/12
CiteertitelRSV 2014/209
SamenvattingIs de gehele of gedeeltelijke wijziging van een toegekende voorziening, voor zorg in de nachtelijke uren bij gebruik van het toilet — omdat gebruik kan worden gemaakt van incontinentiemateriaal — in strijd met art. 8 van het EVRM?
Samenvatting (Bron)Remainder inadmissible;Violation of Article 8 - Right to respect for private and family life (Article 8-1 - Respect for private life);Non-pecuniary damage - award
UitspraakECLI:CE:ECHR:2014:0520JUD000424112
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekOuderen
TitelCentrale Raad van Beroep 22-07-2014
CiteertitelRSV 2014/210
SamenvattingGezamenlijke huishouding. Geen anticipatie op wetsvoorstel tot wijziging van de AOW in verband met vaststelling van een grondslag voor het stellen van regels ten aanzien van hetgeen wordt verstaan onder het hebben van het hoofdverblijf in dezelfde woning.
Samenvatting (Bron)Herziening ouderdomspensioen. Gezamenlijke huishouding.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2471
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekMaatschappelijke ondersteuning
TitelCentrale Raad van Beroep 04-06-2014
CiteertitelRSV 2014/211
SamenvattingMaatschappelijke opvang — staatloze vreemdeling — precisering jurisprudentie naar aanleiding uitspraken Afdeling bestuursrecht Raad van State
Samenvatting (Bron)Maatschappelijke opvang, staatloze vreemdeling, precisering jurisprudentie naar aanleiding uitspraken Afdeling bestuursrecht Raad van State.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:1995
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekMaatschappelijke ondersteuning
TitelRechtbank Gelderland 22-07-2014
CiteertitelRSV 2014/212
SamenvattingHuishoudelijke hulp — normtijden — nieuw beleid — objectivering
Samenvatting (Bron)Wmo, hulp in de huishouding, CIZ-protocol, gewijzigd beleid, normtijden en herindicatie. Verweerder heeft niet duidelijk gemaakt waarop de nieuwe normen concreet zijn gebaseerd. Verweerder beroept zich weliswaar op nieuwe inzichten met betrekking tot de voor het doen van het huishouden noodzakelijke tijd, maar geeft niet aan waarop deze berusten. De enkele verwijzing naar overleg met zorgverleners volstaat naar het oordeel van de rechtbank niet.
AnnotatorS. van Cleef
UitspraakECLI:NL:RBGEL:2014:4482
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekStudiefinanciering
TitelCentrale Raad van Beroep 25-04-2014
CiteertitelRSV 2014/213
SamenvattingVordering meerinkomen — tijdig verzoek om onderbreking
Samenvatting (Bron)Vordering wegens meerinkomen. Afwijzing verzoek onderbreking studiefinanciering met ingang van de maand waarin het toetsingsinkomen in die kalenderjaren de vrije voet heeft overschreden.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:1615
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekStudiefinanciering
TitelCentrale Raad van Beroep 04-06-2014
CiteertitelRSV 2014/214
SamenvattingReisrecht — schadevergoeding
Samenvatting (Bron)Deze uitspraak is gerectificeerd met ECLI:NL:CRVB:2014:4124. De gerectificeerde tekst is opgenomen in ECLI:NL:CRVB:2014:4125 , onderstaande tekst is niet meer geldig.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2342
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekWerkloosheid
TitelCentrale Raad van Beroep 11-06-2014
CiteertitelRSV 2014/215
Samenvatting Periodieke uitkering bij wijze van oudedagsvoorziening — terecht op WW-uitkering in mindering gebracht
Samenvatting (Bron)Uitkering op grond van Uitkeringswet gewezen militairen (UGM) terecht in mindering gebracht op WW-uitkering. UGM-uitekring is een uit dienstbetrekking voortvloeiende periodieke uitkering bij wijze van oudedagsvoorziening. Terecht op grond van artikel 34 van de Werkloosheidswet in mindering gebracht op de WW-uikering. Verwezen naar ECLI:NL:CRVB:2012:BX8998.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:1933
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekWerkloosheid
TitelCentrale Raad van Beroep 11-06-2014
CiteertitelRSV 2014/216
SamenvattingDeeltijd-WW — betaling aan werkgever op basis van machtiging — juridisch te kwalificeren als betaling aan werknemer — terugvordering bij werkgever niet mogelijk — bewoordingen art.36 WW staan hieraan in de weg — ook na vervallen van de woorden ‘van de betrokken werknemer’ per 29 december 2005 — andersluidende toelichting kan bewoordingen van de wet niet terzijde stellen — cessie vordering werknemer op werkgever aan Uwv
Samenvatting (Bron)Terugvordering deeltijd-WW-uitkering van werkgeefster. Werknemers hebben werkgeefster gemachtigd betalingen in ontvangst te nemen. Er is in de WW geen juridische grondslag om de onverschuldigd betaalde WW-uitkeringen van werkgeefster terug te vorderen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:1932
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekWerkloosheid
TitelCentrale Raad van Beroep 11-06-2014
CiteertitelRSV 2014/217
SamenvattingPurser bij luchtvaartmaatschappij — overtreding verbod nuttigen van alcohol tien uur voorafgaande aan vlucht — ontbinding arbeidsovereenkomst — dringende reden — geen zwaardere straf dan in vergelijkbare gevallen — zwaarwegende redenen bij strikte handhaving beleid — personeel bekend met beleid en met strikte handhaving — verwijtbaarheid — beroep op gelijkheidsbeginsel faalt
Samenvatting (Bron)Weigering WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid. Betrokkene valt te verwijten dat zij het in de toepasselijke CAO neergelegde verbod om minder dan tien uur voorafgaande aan een vlucht alcohol te nuttigen heeft overtreden en dat zij over het tijdstip van haar alcoholgebruik tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd. Appellant hoeft in het feit dat - naar betrokkene onweersproken heeft gesteld - aan de senior purser die tegelijk met haar en om dezelfde reden werkloos is geworden wel een WW-uitkering heeft toegekend, aanleiding te zien betrokkene in strijd met de wettelijke bepalingen eveneens voor die uitkering in aanmerking te brengen. Het is vaste rechtspraak dat een beroep op het gelijkheidsbeginsel niet de herhaling van foutief besluit tot resultaat kan hebben.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:1934
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekZiektekosten
TitelCentrale Raad van Beroep 21-05-2014
CiteertitelRSV 2014/218
SamenvattingProces-verbaal van mondelinge uitspraak — Verantwoording PGB — werken met computers — verwevenheid met dagbesteding
Samenvatting (Bron)Proces-verbaal van mondelinge uitspraak. Verantwoording PGB. Menzis heeft kosten ten onrechte niet geaccepteerd omdat deze onder Job coaching vallen. De activiteit werken met de computer is zodanig verweven met de wijze waarop de dagbesteding bij [vestiging 2] feitelijk is vormgegeven, dat deze activiteit daarvan intrinsiek deel uitmaakt. Nu Het Zorgkantoor de kosten van [vestiging 2] heeft geaccepteerd, had zij ook de kosten van [naam] moeten accepteren, temeer nu dezelfde activiteiten ook zijn ondernomen bij de [vestiging 1] en ook die kosten zijn geaccepteerd.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2368
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekZiektekosten
TitelCentrale Raad van Beroep 04-06-2014
CiteertitelRSV 2014/219
SamenvattingIndicatiebesluit — geldigheidsduur — zorgbehoefte — voorzienbare wijzigingen
Samenvatting (Bron)Tussenuitspraak. Geldigheidsduur van het indicatiebesluit is beperkt tot een periode van vijf jaar. Zeer ernstige problematiek, namelijk een combinatie van een verstandelijke handicap, autisme spectrum stoornis en complexe/diverse gedragsproblematiek. Niet gebleken dat CIZ heeft onderzocht op welke termijn zich ontwikkelingen kunnen voordoen die van invloed kunnen zijn op de indicatie. Het is niet voldoende dat CIZ uitsluitend op grond van de leeftijd van appellante, los van een individueel onderzoek, de geldigheidsduur van het indicatiebesluit beperkt tot vijf jaar. De Raad draagt CIZ op het gebrek in het besluit te herstellen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:1881
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekZiektekosten
TitelCentrale Raad van Beroep 16-07-2014
CiteertitelRSV 2014/220
SamenvattingTussenuitspraak — nader onderzoek naar beperkingen en behandeling
Samenvatting (Bron)Tussenuitspraak. De Raad ziet met het oog op finale geschillenbeslechting van het geschil aanleiding om met toepassing van artikel 21, zesde lid, van de Beroepswet CIZ op te dragen de gebreken in het bestreden besluit te herstellen. Met het oog daarop dient CIZ nader (medisch) onderzoek te laten verrichten naar de vraag tot welke beperkingen de bij appellante vastgestelde aanpassingsstoornis met angst leidt op het gebied van psychisch functioneren en zelfredzaamheid en of appellante voor haar psychische klachten is uitbehandeld. Indien appellante niet als uitbehandeld kan worden beschouwd en mocht blijken dat zij matige of ernstige beperkingen ondervindt op de relevante gebieden dan dient CIZ tevens in de beoordeling te betrekken of begeleiding naast of vooruitlopend op behandeling op grond van de Zvw is aangewezen. De Raad volgt appellante niet in haar standpunt dat zij op grond van haar fysieke beperkingen in aanmerking zou moeten komen voor begeleiding. Door middel van de medische adviezen van 12 oktober 2011 en 28 mei 2014 heeft CIZ voldoende onderbouwd dat matige tot ernstige beperkingen op het gebied van bewegen en verplaatsen niet geobjectiveerd kunnen worden door de aanwezige medische informatie.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2398
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekZiektekosten
TitelCentrale Raad van Beroep 11-06-2014
CiteertitelRSV 2014/221
SamenvattingWeigering toekenning pgb — moeder failliet
Samenvatting (Bron)Weigering toekenning pgb. Moeder failliet. Appellant door de rechtbank opgedragen met ingang van 1 juli 2012 maandelijks een pgb-voorschot toe te kennen en uit te keren tot en met 31 december 2012. Artikel 2.6.4, eerste lid, aanhef en onder g, van de RsA niet van toepassing in de concrete situatie van betrokkene. Appellant heeft ten onrechte geweigerd om betrokkene per 1 juli 2012 een pgb te verlenen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2005
Artikel aanvragenVia Praktizijn