Uitspraken Sociale Zekerheid

Uitgever Sdu
Tijdschrift Uitspraken Sociale Zekerheid
Datum 09-10-2014
Aflevering 12
RubriekZiekte en re-integratie
TitelRechtbank Den Haag 01-08-2014
CiteertitelUSZ 2014/302
SamenvattingVerhaalsanctie ZW, Hersteldmelding, Beëindigingsovereenkomst.
Samenvatting (Bron)Verhaal van ziekengeld op de werkgever wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen. Tussentijdse hersteldmelding niet medisch onderbouwd.
UitspraakECLI:NL:RBDHA:2014:9221
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekZiekte en re-integratie
TitelRechtbank Oost-Brabant 04-08-2014
CiteertitelUSZ 2014/303
SamenvattingEigenrisicodragerschap ZW, Ziekengelddoorbetalingsverplichting, Toetsmoment.
Samenvatting (Bron)Ziekengelddoorbetalingsverplichting. Welk moment, het moment van het primaire besluit of het moment van het einde van de wachttijd, is bepalend voor beantwoording van de vraag of voldoende re-integratie-inspanningen zijn verricht? Om verschillende redenen komt de rechtbank tot de conclusie dat de vraag of een bevredigend re-integratieresultaat is bereikt, moet worden beoordeeld naar de situatie aan het einde van de wachttijd. Verweerder heeft bij besluit van 8 januari 2014 de verplichting tot doorbetaling van ziekengeld alsnog verkort. Gesteld noch gebleken is dat de situatie op 8 januari 2014 anders was dan de situatie op 15 juli 2013, de datum einde wachttijd. Verweerder had, nu verweerder heeft vastgesteld dat de tekortkoming van eiseres op 8 januari 2014 was hersteld, moeten concluderen dat de tekortkoming reeds op 15 juli 2013 was hersteld.
AnnotatorJ.P.M. van Zijl
UitspraakECLI:NL:RBOBR:2014:4673
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArbeidsongeschiktheid
TitelCentrale Raad van Beroep 25-07-2014
CiteertitelUSZ 2014/304
SamenvattingVolledige en duurzame arbeidsongeschiktheid, Kans op herstel, Inschatting verzekeringsarts, Belang arbeidskundig onderzoek.
Samenvatting (Bron)Tussenuitspraak. Dwarslaesie na bedrijfsongeval. Toekenning loongerelateerde WGA-uitkering, gebaseerd op een arbeidsongeschiktheid van 100%. Geen IVA-uitkering. Medische en arbeidskundige grondslag van het besluit onvoldoende gemotiveerd.
AnnotatorA. Wit
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2519
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekWerkloosheid
TitelCentrale Raad van Beroep 27-08-2014
CiteertitelUSZ 2014/305
SamenvattingVerantwoordelijkheid re-integratie overheidswerknemer, Controletaak UWV.
Samenvatting (Bron)Weigering WW-uitkering van de ex-werknemer met terugwerkende kracht in te trekken. De verantwoordelijkheid voor de re-integratie van de ex-werknemer berustte niet bij het Uwv, maar bij appellanten, voor wie het Participatiefonds die taak heeft uitgevoerd. Het Uwv mag zijn controle op de sollicitatieverplichtingen van WW-gerechtigden steekproefsgewijs uitvoeren. De controletaak van het Uwv is beperkt tot de (kwantitatieve) verplichting van de overheidswerkloze om elke vier weken vier sollicitaties te verrichten. Een beoordeling van de kwaliteit van de sollicitaties wordt tot de re-integratietaak van de overheidswerkgever gerekend. Nu geen grond bestond voor het intrekken of herzien van de WW-uitkering van de ex-werknemer was er evenmin aanleiding om het verhaal van de WW-uitkering te beëindigen zoals door appellanten verzocht.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2857
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 05-08-2014
CiteertitelUSZ 2014/306
SamenvattingGebruik onderzoeksresultaten, Inbreuk respect privéleven, Beroep op het arrest Hrdalo, Vermoeden van schuld.
Samenvatting (Bron)Intrekking bijstand. Schending inlichtingenverplichting. Niet woonachtig op het uitkeringsadres. Beroep op EVRM art. 8 faalt. De inbreuk die het college heeft gemaakt door de hantering van een van de onderzoeksmiddelen was niet onevenredig zwaar in verhouding tot het ... doel. Evenmin kan worden geoordeeld dat op enig moment een minder ingrijpend onderzoeksmiddel aan het college ter beschikking stond om de rechtmatigheid van de verleende bijstand te onderzoeken. Geen anonieme melding. Verklaringen van buren.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2644
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 05-08-2014
CiteertitelUSZ 2014/307
SamenvattingAfwijzing bijzondere bijstand, Kosten computer, Buitenwettelijk begunstigend beleid, Computer in bruikleen versus computer in eigendom.
Samenvatting (Bron)Bijzondere bijstand voor aanschaf computer. Buitenwettelijk begunstigend beleid. Nu niet in geschil is dat de dochter van betrokkene voor haar opleiding over een computer moest beschikken en betrokkene ten tijde van de aanvraag in de thuissituatie enkel de beschikking had over een geleende computer, moet ... worden geoordeeld dat in de thuissituatie van betrokkene een computer noodzakelijk was in de zin van artikel 24, eerste lid, aanhef en onder 1, van de beleidsregels. Dit betekent dat de besluitvorming van appellant niet in overeenstemming is met het door hem gevoerde beleid.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2639
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 19-08-2014
CiteertitelUSZ 2014/308
SamenvattingAfwijzing bijzondere bijstand, Proceskosten nareisprocedure vrouw en kinderen, Geen kosten betrokkene.
Samenvatting (Bron)Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor proceskosten in het kader van gezinshereniging.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2782
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 02-09-2014
CiteertitelUSZ 2014/309
SamenvattingBijzondere bijstand, Geldlening, Geen wettelijke grondslag, Draagkracht niet vast te stellen.
Samenvatting (Bron)Weigering bijzondere bijstand voor de kosten van noodopvang in de vorm van een geldlening op de grond dat de draagkracht van appellant niet kan worden vastgesteld. Geen informatie verstrekt over inkomsten uit autotransacties.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2897
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 19-08-2014
CiteertitelUSZ 2014/310
SamenvattingNiet tijdig verstrekt voorschot, Inbreuk persoonlijke levenssfeer.
Samenvatting (Bron)Afwijzing van de vergoeding van immateriële schade. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat niet gebleken is dat de feiten en omstandigheden in dit geval zouden rechtvaardigen dat het niet tijdig betalen van een voorschot aan appellant moet worden aangemerkt als een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. De brief van de huisarts van appellant leidt niet tot een ander oordeel, reeds omdat daarin geen relatie wordt gelegd met de gezondheidsklachten van appellant en de vertraagde uitbetaling van het voorschot.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2772
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 02-09-2014
CiteertitelUSZ 2014/311
SamenvattingIntrekking, Schending inlichtingenverplichting, Bevoegdheidshantering bij afwezigheid van beleid, Evenredigheid.
Samenvatting (Bron)Intrekking bijstand. Gezamenlijke huishouding. Schending inlichtingenverplichting.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2904
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelRechtbank Midden-Nederland 26-08-2014
CiteertitelUSZ 2014/312
SamenvattingBesluit aanscherping niet per 1 januari 2013 in werking getreden, Lex-certabeginsel.
Samenvatting (Bron)Boete van € 950,35 vanwege schending inlichtingenplicht tijdens Wwb-uitkering in periode 1 maart 2013 tot en met 31 juli 2013. Verweerder heeft de boetehoogte, gebaseerd op artikel 18a, eerste lid, van de Wwb, gesteld op de hoogte van het benadelingsbedrag. Boetebesluit socialezekerheidswetten voor Wwb-zaken, vermoedelijk door een wetstechnische fout, niet per 1 januari 2013 maar pas per 1 juli 2014 in werking getreden. Evenredigheid: omdat in deze zaak de Wwb zoals gewijzigd met de Wet aanscherping wel, maar het Boetebesluit niet van toepassing is en dus de hoogte van de bestuurlijke boete wel bij wettelijk voorschrift is gemaximeerd, maar niet is vastgesteld op een gefixeerd bedrag, wordt het kader voor de toets aan het evenredigheidsbeginsel gevormd door artikel 5:46, tweede lid, van de Awb. Relevante factoren zijn de aard en de ernst van de overtreding, de mate van verwijtbaarheid, de omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd en de omstandigheden ten tijde van de boeteoplegging. Het bestuursorgaan en in volgende instantie de rechter moeten op deze wijze een omvattende evenredigheidsbeoordeling maken, waarbij zij de relevante feiten en omstandigheden passen binnen dit kader van factoren en ook het gelijkheidsbeginsel en een consistente boeteoplegging bewaken. De rechtbank acht in deze zaak een boete van € 300,- evenredig.
AnnotatorH.W.M. Nacinovic , C.W.C.A. Bruggeman
UitspraakECLI:NL:RBMNE:2014:3785
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekVolksverzekeringen
TitelCentrale Raad van Beroep 29-08-2014
CiteertitelUSZ 2014/313
SamenvattingHerhaalde aanvraag, Twijfel omtrent juistheid van de beperkte registratie.
Samenvatting (Bron)Weigering terug te komen van besluit inhoudende korting op AOW-uitkering wegens niet verzekerde tijdvakken . Duuraanspraak. Met betrekking tot de periode tot datum aanvraag is geen sprake van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden. Beperkte verzekerdenadministratie. De Svb mag bij het nemen van besluiten in beginsel afgaan op gegevens vermeld in de beperkte registratie. Wanneer een betrokkene echter met duidelijke en controleerbare gegevens komt waarin aanknopingspunten zijn gelegen voor de conclusie dat de beperkte registratie mogelijk niet (geheel) juist is, dan dient de Svb nader onderzoek te doen naar de vraag of de betrokkene terecht niet verzekerd is geacht.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2916
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep 04-07-2014
CiteertitelUSZ 2014/314
SamenvattingBuitenlandbijdrage, Woonplaats, Niet verdragsgerechtigd.
Samenvatting (Bron)Appellante valt niet binnen de werkingssfeer van artikel 28 van Vo 1408/71 in de periode van 20 september 2006 tot en met 18 juni 2007, omdat het gewone centrum van haar belangen toen niet in Spanje was gelegen. Hieruit volgt dat appellante in die periode niet kan worden aangemerkt als verdragsgerechtigde en zij geen buitenlandbijdrage verschuldigd is. Dit betekent dat het Zorginstituut geen buitenlandbijdrage in rekening mocht brengen over die periode. Vernietiging uitspraak. Vernietiging besluit. Het Zorginstituut zal opnieuw moeten beslissen over de door appellante verschuldigde buitenlandbijdrage over de jaren 2006 en 2007. Nu het nog slechts gaat om een financiële uitwerking, die naar verwachting geen discussie zal opleveren, ziet de Raad af van toepassing van de zogeheten bestuurlijke lus om te komen tot - volledige - definitieve geschilbeslechting. De Raad zal het Zorginstituut op dit punt een opdracht geven om nieuwe besluiten te nemen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2447
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep 18-07-2014
CiteertitelUSZ 2014/315
SamenvattingBuitenlandbijdrage, Woonplaats, Verdragsgerechtigd.
Samenvatting (Bron)Het Zorginstituut mocht wel een bijdrage Zvw in rekening brengen over de jaren 2006 en 2007, maar niet over de jaren 2008 en 2009. Hoewel niet ondenkbeeldig is dat betrokkene met betrekking tot de onderzoeken van de Svb voor de uitvoering van de AOW de nadruk wat meer heeft gelegd op zijn woon- en leefsituatie in Frankrijk, is er ook thans geen aanleiding te oordelen dat het gewone centrum van de belangen van betrokkene in de jaren 2006 en 2007 niet in Frankrijk lag. Hieraan kan niet afdoen dat betrokkene mogelijk procentueel minder tijd in Frankrijk doorbracht dan in Nederland, nu ook volgens vaste rechtspraak van het Hof de duur van het verblijf in de lidstaat niet kan worden beschouwd als een zelfstandig onderdeel van de definitie van het begrip woonplaats in de zin van Vo 1408/71 (vergelijk de arresten Swaddling, punt 30 en I tegen Health Service Executive, punt 49). Betrokkene viel gedurende de jaren 2008 en 2009 niet binnen de werkingssfeer van artikel 28 van Vo 1408/71. Hij kan derhalve niet worden aangemerkt als verdragsgerechtigde en is geen bijdrage Zvw over die jaren verschuldigd.
AnnotatorM. van Everdingen
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2437
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep 29-08-2014
CiteertitelUSZ 2014/316
SamenvattingIntrekking WAO-uitkering wegens verhuizing naar Senegal, Geen inbreuk op eigendomsrecht, Geen strijd met art. 8 EVRM.
Samenvatting (Bron)De mededeling aan appellante dat zij bij verhuizing naar Senegal geen uitkering meer zal ontvangen omdat Senegal en Nederland geen handhavingsverdrag hebben gesloten, moet op één lijn worden gesteld met een besluit. De rechtbank heeft ten onrechte geoordeeld dat het bezwaar niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Beroep op artikel 1 en 8 van het EVRM, artikel 12, aanhef en lid 4, van het ESH en artikel 9 van het IVESCR, slaagt niet.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2889
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiversen
TitelCentrale Raad van Beroep 07-08-2014
CiteertitelUSZ 2014/317
SamenvattingKortsluiting in verzet.
Samenvatting (Bron)Verzet gegrond. De rechtbank heeft terecht overwogen dat de aanvraag van appellant van 26 januari 2011 een herhaalde aanvraag is en dat geen sprake is van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden als bedoeld in artikel 4:6 van de Awb.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2679
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiversen
TitelCentrale Raad van Beroep 26-08-2014
CiteertitelUSZ 2014/318
SamenvattingVerzoek herziening medeterugvorderingsbesluit, Nieuw gebleken feit, Uitvoeringsbesluit.
Samenvatting (Bron)Intrekking en (mede)terugvordering bijstandsuitkering en inkomensvoorziening. Volgens vaste rechtspraak van de Raad (uitspraak van 3 november 2010, ECLI:NL:CRVB:2010:BO2867), vormt de inhoud van inmiddels tot stand gekomen rechtspraak op zichzelf geen grond voor het doorbreken van het in rechte onaantastbaar zijn van besluiten waartegen niet in rechte is opgekomen. De enkele omstandigheid dat op het moment waarop het bestreden besluit werd genomen de rechtbankuitspraak en het uitvoeringsbesluit nog niet in rechte onaantastbaar waren geworden, doet er niet aan af dat sprake is van een nieuw gebleken feit. De rechtbank heeft daarom terecht geoordeeld dat het college het herzieningsverzoek van betrokkene van 21 februari 2013 niet met toepassing van artikel 4:6 van de Awb had mogen afwijzen. Dit betekent dat de rechtbank het bestreden besluit terecht heeft vernietigd.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2884
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiversen
TitelCentrale Raad van Beroep 02-09-2014
CiteertitelUSZ 2014/319
SamenvattingTerugvordering WWIK, Vertrouwensbeginsel, Proefberekening, Geen toezeggingen.
Samenvatting (Bron)Definitieve vaststelling WWIK-uitkering 2011. Terugvordering en/of maatregel? Aangezien de voorlopig verleende WWIK-uitkering hoger was dan de definitief vastgestelde hoogte van de uitkering heeft het college het verschil op grond van artikel 16, vierde lid, van de WWIK bij datzelfde besluit van appellanten teruggevorderd. Terugvordering is verplichting. Beroep op het vertrouwensbeginsel niet slaagt.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2902
Artikel aanvragenVia Praktizijn