Rechtspraak Sociale Verzekeringen

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Rechtspraak Sociale Verzekeringen
Datum 31-12-2014
Aflevering 12
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 02-09-2014
CiteertitelRSV 2014/262
SamenvattingOnvoldoende aannemelijk is dat betrokkene de aanvraag om bijstand verwijtbaar te laat heeft ingediend — de ingangsdatum van de bijstand wordt daarom bepaald op de datum waarop hij zich heeft gemeld
Samenvatting (Bron)Het college heeft niet aannemelijk gemaakt dat het appellant valt te verwijten dat hij de aanvraag om bijstand niet zo spoedig mogelijk heeft ingediend na de melding op 12 december 2011, zodat het college de ingangsdatum van de bijstand ingevolge artikel 44, eerste lid, van de WWB had moeten vaststellen op die datum. Daarbij wordt aangetekend dat het college niet heeft aangevoerd dat er enig beletsel bestaat om aan appellant met ingang van 12 december 2011 bijstand te verlenen. De rechtbank heeft dit niet onderkend. Vernietiging uitspraak. Doende wat de rechtbank zou behoren te doen, zal de Raad het beroep gegrond verklaren, het bestreden besluit vernietigen en het besluit van 21 februari 2012 herroepen in die zin dat het college aan appellant met ingang van 12 december 2011 bijstand verstrekt naar de norm voor een alleenstaande, verhoogd met de toepasselijke toeslag.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2971
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 23-09-2014
CiteertitelRSV 2014/263
SamenvattingGezamenlijke huishouding — duurzaamheidscriterium — minimale duur van het hoofdverblijf
Samenvatting (Bron)Gezamenlijke huishouding; minimale duur van het hoofdverblijf.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:3241
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 30-09-2014
CiteertitelRSV 2014/264
SamenvattingTerugvordering leenbijstand na verkregen middelen
Samenvatting (Bron)Terugvordering bijstand, verleend in de vorm van een geldlening. Naderhand verkregen middelen na boedelscheiding. Bijstand verleend in de vorm van een geldlening kan niet als negatief vermogensbestanddeel bij de vaststelling van het vermogen worden betrokken.
AnnotatorC.W.C.A. Bruggeman
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:3186
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 14-10-2014
CiteertitelRSV 2014/265
SamenvattingHerziening bijstand van gehuwden naar ongehuwden norm — terugvordering — ontoereikende feitelijke grondslag voor het standpunt het centrum van het maatschappelijk leven van de echtgenote van appellant zich in Egypte bevond
Samenvatting (Bron)Herziening bijstand van gehuwden naar ongehuwden norm. Terugvordering. Ontoereikende feitelijke grondslag voor het standpunt dat het centrum van het maatschappelijk leven van de echtgenote van appellant zich in Egypte bevond.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:3361
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 21-10-2014
CiteertitelRSV 2014/266
Samenvattingussenuitspraak — herziening, intrekking en terugvordering bijstand — onduidelijke kasstortingen — vaststelling (tussentijdse) overschrijding vermogensgrens — recht op bijstand kan wel worden vastgesteld — opdracht tot het nemen van een nieuw besluit
Samenvatting (Bron)Tussenuitspraak. Herziening, intrekking en terugvordering bijstand. Onduidelijke kasstortingen. Vaststelling (tussentijdse) overschrijding vermogensgrens. Recht op bijstand kan wel worden vastgesteld. Opdracht tot het nemen van een nieuw besluit.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:3416
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 28-10-2014
CiteertitelRSV 2014/267
SamenvattingTerugvordering van bijstand — inherente afwijkingsbevoegdheid — betekenis van de feitelijke grondslag van een onherroepelijk besluit voor de beoordeling van latere besluiten
Samenvatting (Bron)Terugvordering bijzondere bijstand voor woonkosten in de vorm van leenbijstand. Toekenningsbesluit onherroepelijk geworden. Van enige overwaarde van de koopwoning is nooit sprake geweest. De bijzondere bijstand had om niet moeten worden verleend omdat het de bedoeling van appellant was dat de bijzondere bijstand alleen in de vorm van leenbijstand zou moeten worden verleend, en dus teruggevorderd zou kunnen worden, in het geval dat overwaarde zou zijn vastgesteld. In afwijking van het beleid en juist gelet op de doelstellingen daarvan, had het college behoren af te zien van terugvordering.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:3625
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 04-11-2014
CiteertitelRSV 2014/268
SamenvattingVoortvluchtige bijstandsgerechtigde — bewijslast — intrekking met terugwerkende kracht
Samenvatting (Bron)Uitsluiting voortvluchtige bijstandsgerechtigde. Bewijslast. Redelijkheid duur intrekking met terugwerkende kracht.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:3691
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 18-11-2014
CiteertitelRSV 2014/269
SamenvattingGeval waarin betrokkene niet kan worden gehouden aan de door haar tegenover twee handhavingsspecialisten afgelegde en ondertekende verklaring.
Samenvatting (Bron)Geval waarin appellante niet kan worden gehouden aan de door haar tegenover twee handhavingsspecialisten afgelegde en ondertekende verklaring.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:3791
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 25-11-2014
CiteertitelRSV 2014/270
SamenvattingMiddelen — vergoedingen voor materiële en immateriële schade — gedecentraliseerde uitvoering van de WWB
Samenvatting (Bron)Schadevergoeding na ongeluk. Vaststellen van het vermogen. Afwijzing bijstandsaanvraag vanwege overschrijding vermogensgrens.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:3892
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 25-11-2014
CiteertitelRSV 2014/271
SamenvattingKarakter kasstortingen en bijschrijvingen op een bankrekening: inkomsten als bedoeld in artikel 32, eerste lid, WWB.
Samenvatting (Bron)Intrekking en terugvordering bijstand. Schending inlichtingenverplichting door geen melding te maken van de ontvangst van structurele bijdragen van haar zus ter voorziening in de kosten van haar levensonderhoud. Niet aannemelijk gemaakt, dat sprake is van een lening.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:3872
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 02-12-2014
CiteertitelRSV 2014/272
SamenvattingVrijlating van inkomsten. Overschrijding verordenende bevoegdheid gemeenteraad. Geen conversie naar beleid van het college.
Samenvatting (Bron)Korting op bijstandsuitkering wegens inkomsten uit arbeid. Vrijlating inkomsten. Met artikel 14 van de Re-integratieverordening Wet werk en bijstand van de gemeente Smallingerland 2012, heeft de gemeenteraad van Smallingerland regels gesteld met betrekking tot deze door het college te verrichten beoordeling. Noch in artikel 8 noch in enige andere bepaling van de WWB kan daarvoor grondslag worden gevonden. Daarmee heeft de gemeenteraad de in artikel 8 van de WWB aan hem toegekende verordenende bevoegdheid overschreden. Artikel 14 van de verordening zal daarom in dit geval buiten toepassing worden gelaten. Een deugdelijke, zelfstandige motivering met betrekking tot de vraag of de vrijlating bijdraagt aan de arbeidsinschakeling van appellante als bedoeld in artikel 31, tweede lid, aanhef en onder n, van de WWB ontbreekt. Het college heeft immers slechts opgemerkt dat appellante geen informatie heeft overgelegd waaruit blijkt dat zij binnen zes maanden volledig in de bestaanskosten kan voorzien.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:3989
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 02-12-2014
CiteertitelRSV 2014/273
SamenvattingHerziening bijstand wegens verblijf in buitenland — weekendbezoek bij gezin in België
Samenvatting (Bron)Verblijf in buitenland in het weekend.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:3987
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelEHRM 01-07-2014, 6717/08
CiteertitelRSV 2014/274
SamenvattingIs de verdeling van een halfwezenpensioen over biologische kinderen en niet meer tot het huishouden behorende pleegkinderen in strijd met artikel 14 van het EVRM?
Samenvatting (Bron)No violation of Article 14+P1-1 - Prohibition of discrimination (Article 14 - Discrimination) (Article 1 of Protocol No. 1 - Protection of property;Article 1 para. 1 of Protocol No. 1 - Peaceful enjoyment of possessions);No violation of Article 14+8 - Prohibition of discrimination (Article 14 - Discrimination) (Article 8 - Right to respect for private and family life;Article 8-1 - Respect for family life);No violation of Article 8 - Right to respect for private and family life (Article 8-1 - Respect for family life);No violation of Article 1 of Protocol No. 1 - Protection of property (Article 1 para. 1 of Protocol No. 1 - Peaceful enjoyment of possessions)
UitspraakECLI:CE:ECHR:2014:0701JUD000671708
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep 20-06-2014
CiteertitelRSV 2014/275
SamenvattingIs de aanvraag om een tegemoetkoming op grond van de TOG terecht buiten behandeling gesteld?
Samenvatting (Bron)Aanvraag om een tegemoetkoming op grond van de Regeling tegemoetkoming onderhoudskosten thuiswonende gehandicapte kinderen 2000 (TOG) is terecht buiten behandeling gesteld. Appellant en zijn gehandicapte kind wonen niet in Nederland of in de Europese Unie. Beroep op discriminatieverbod faalt. Er bestaat voor de uitsluiting van niet-ingezetenen in de TOG een toereikende objectieve rechtvaardiging. De TOG valt niet onder de materiële werkingssfeer van het Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2173
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep 06-10-2014
CiteertitelRSV 2014/276
SamenvattingZijn zeevarenden die wonen aan boord van het schip terecht niet verzekerd geacht ingevolge de AOW?
Samenvatting (Bron)In zijn verzoek van 6 oktober 2014 vraagt de Centrale Raad van Beroep aan het Hof van Justitie van de EU om uitleg van de Europese regels voor het recht op AOW van twee Oostenrijkse zeevarenden, die in de jaren zestig van de vorige eeuw hebben gewerkt voor de Holland-Amerika Lijn. Zij kregen geen (volledige) AOW, omdat Oostenrijk toen (nog) geen lid was van de EU.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:3233
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep 24-09-2014
CiteertitelRSV 2014/277
SamenvattingGebruik van bruikleen(rolstoel)auto — verordening biedt onvoldoende wettelijke basis voor beperking gebruik.
Samenvatting (Bron)De Verordening houdt niet in dat aan de daarvoor in aanmerking komende aanvrager het recht op een beperkt gebruik van een bruikleen (rolstoel)auto wordt toegekend en dat voor kilometers die daar boven uitgaan een bijdrage van € 0,45 per kilometer in rekening kan worden gebracht. Dit betekent dat daarvoor een wettelijke grondslag ontbreekt. Vernietiging besluit. De Raad zal zelf in de zaak voorzien en onder herroeping van de primaire besluiten bepalen dat aan betrokkene met ingang van 2 mei 2011 het recht op verstrekking van een vervoersvoorziening in natura in de vorm van een rolstoelbus in bruikleen wordt toegekend zonder beperking van het gebruik ervan. De Raad zal tevens bepalen dat de aan betrokkene toegekende financiële tegemoetkoming voor het gebruik van de rolstoelbus met ingang van 2 mei 2011 € 685,- per jaar bedraagt.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:3436
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep 15-10-2014
CiteertitelRSV 2014/278
SamenvattingHuishoudelijke hulp — normtijden — richtlijn indicatieadvisering — onderzoeksgegevens — compensatie
Samenvatting (Bron)Vaststelling omvang toekenning hulp bij het huishouden. Tussen partijen is niet in geschil dat de omvang van de aan appellante toegekende huishoudelijke hulp is vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in de Richtlijn en dat daarvan, gelet op de bijzondere omstandigheden van appellante en haar echtgenoot, ten gunste van appellante is afgeweken. Ter zitting van de rechtbank heeft de echtgenoot van appellante desgevraagd verklaard dat met de toegekende hulp geen taken blijven liggen. Dit betekent dat niet kan worden geoordeeld dat de toegekende hulp niet toereikend is en dat het college niet aan zijn compensatieverplichting heeft voldaan.
AnnotatorC.W.C.A. Bruggeman
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:3428
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep 15-10-2014
CiteertitelRSV 2014/279
SamenvattingEigen bijdrage — fout — herstel — rechtszekerheidsbeginsel
Samenvatting (Bron)Herziening bijdrage Wmo. CAK heeft appellant te kennen gegeven dat hij staat geregistreerd als alleenstaande. In die brief heeft CAK er voorts op gewezen dat het voeren van een huishouden met een meerderjarig persoon van belang kan zijn voor het vaststellen van de hoogte van de eigen bijdrage en dat appellant onjuist geregistreerde gegevens kan doorgeven aan CAK. Onder deze omstandigheden had appellant rekening kunnen en moeten houden met een wijziging van de eerder vastgestelde eigen bijdrage.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:3393
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekStudiefinanciering
TitelCentrale Raad van Beroep 19-11-2014
CiteertitelRSV 2014/280
SamenvattingGeen recht op studiefinanciering buiten Nederland — geen vergelijkbare opleiding in Nederland
Samenvatting (Bron)Afwijzing aanvraag om studifinanciering toe te kennen. De rechtbank heeft terecht overwogen dat de adviezen van de Nuffic voldoende grondslag bieden voor het oordeel van de Minister dat de opleiding niet voldoet aan de criteria genoemd in artikel 2.14, tweede lid, onder a, van de Wsf 2000. Nu uit deze adviezen volgt dat niet alleen een aanvullende accreditatie ontbreekt maar dat ook sprake is van minieme eisen om toegelaten te worden tot HIBS, heeft de Minister mogen concluderen dat het eindniveau niet vergelijkbaar is met een Nederlandse bachelor-opleiding.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:3855
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekStudiefinanciering
TitelCentrale Raad van Beroep 15-10-2014
CiteertitelRSV 2014/281
SamenvattingPersoonsgebonden budget — vaststelling — discretionaire bevoegdheid — belangenafweging
Samenvatting (Bron)Terugvordering pgb-gelden. De verantwoording voor een juiste besteding van de pgb-gelden ligt ingevolge de wettelijke regeling bij de verzekerde. Op grond van de regelgeving dient verweerder vooraf pgb-voorschotten te betalen en achteraf te beoordelen of het pgb op de juiste wijze is besteed. Op grond van artikel 4:57 van de Awb kunnen voorschotten, die na de vaststelling van de subsidie onverschuldigd betaald blijken, van de verzekerde worden teruggevorderd.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:3395
Artikel aanvragenVia Praktizijn