Rubriek | ABRvS |
---|---|
Titel | Raad van State 19-12-2014 |
Citeertitel | AB 2015/73 |
Samenvatting | Algemeen belanghebbende. Moment verrichten feitelijke werkzaamheden. |
Samenvatting (Bron) | De MOB heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het college op haar bezwaarschrift van 28 februari 2014, gericht tegen het besluit van het college van 17 januari 2014, waarbij aan vergunninghouder A], te [plaats], een vergunning als bedoeld in artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nbw 1998) is verleend voor de uitbreiding en in bedrijf houden van een agrarisch bedrijf (hierna: Nbw-vergunning). Op 11 juli 2014 heeft het college het besluit van 17 januari 2014 herzien. |
Annotator | H.D. Tolsma |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2014:4736 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | ABRvS |
---|---|
Titel | Raad van State 10-12-2014 |
Citeertitel | AB 2015/74 |
Samenvatting | Omgevingsvergunning mestbassin. Onlosmakelijke samenhang. Ten onrechte niet verzocht om aanvraag aan te vullen. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 31 januari 2012 heeft het college aan [appellante sub 3] een omgevingsvergunning verleend voor een melkrundveehouderij aan de [locatie] te Schagen. |
Annotator | V. van 't Lam |
Link | Volledige tekst annotatie (Stibbe.com) |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2014:4442 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | ABRvS |
---|---|
Titel | Raad van State 26-11-2014 |
Citeertitel | AB 2015/75 |
Samenvatting | Algemeen verbindend voorschrift, concretiserend besluit van algemene strekking. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 17 augustus 2010 heeft het college artikel 1 van bijlage 10 bij de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009 (hierna: APVG 2009) gewijzigd vastgesteld. |
Annotator | H.E. Bröring |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2014:4278 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | ABRvS |
---|---|
Titel | Raad van State 12-11-2014 |
Citeertitel | AB 2015/76 |
Samenvatting | Beleidsregel, concreet besluit van algemene strekking. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 17 augustus 2010 heeft de burgemeester bijlage 11 van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009 (hierna: APV) gewijzigd vastgesteld. |
Annotator | H.E. Bröring |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2014:4023 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | ABRvS |
---|---|
Titel | Raad van State 29-10-2014 |
Citeertitel | AB 2015/77 |
Samenvatting | Het toekennen van een vergoeding op grond van artikel 40 Grondwaterwet is alleen aan de orde wanneer de door de verzoeker geleden schade is veroorzaakt door meer dan één vergunde onttrekking en uit het onderzoek als bedoeld in artikel 37 lid 1 Grondwaterwet blijkt dat niet binnen een redelijke termijn is vast te stellen welke onttrekking de schade heeft veroorzaakt. |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 19 februari 2013 heeft het college een verzoek van [appellant] om schadevergoeding afgewezen. |
Annotator | H.F.M.W. van Rijswick |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2014:3862 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | CRvB |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 03-12-2014 |
Citeertitel | AB 2015/78 |
Samenvatting | Het motiveren van het al dan niet definitief beslechten van het geschil. |
Samenvatting (Bron) | De verzending van het besluit van 12 oktober 2013 heeft, omdat het was gericht aan appellant in plaats van aan zijn vader, niet aan de bij de Minister bekende gemachtigde plaatsgevonden. Dat de verzending wel aan het juiste adres heeft plaatsgevonden betekent niet dat het besluit door de Minister daardoor op de juiste wijze is bekendgemaakt. Genoegzaam staat vast dat de gemachtigde eerst kennis heeft genomen van het besluit van 12 oktober 2013 nadat appellant, na ontvangst, dit besluit vanuit Engeland aan de gemachtigde heeft toegezonden, zodat de bezwaartermijn eerst op dat moment is aangevangen. Nu er verder geen reden voor twijfel is aan de stelling van de gemachtigde dat, nadat hij van het besluit kennis heeft genomen, zo spoedig mogelijk het bezwaarschrift is ingediend, moet het ervoor worden gehouden dat door appellant binnen een termijn van zes weken, en daarom tijdig, bezwaar is gemaakt tegen het besluit van 12 oktober 2013. Het bezwaar is ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. |
Annotator | R. Ortlep |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2014:4045 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | CRvB |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 04-06-2013 |
Citeertitel | AB 2015/79 |
Samenvatting | De bestuursrechter acht zich in dit geval niet gebonden aan de inhoud van het vonnis van de strafrechter. |
Samenvatting (Bron) | Intrekking en terugvordering bijstand. Schending van de inlichtingenverplichting. Het duidt er niet op dat appellanten in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerden. |
Annotator | L.M. Koenraad , J.L. Verbeek |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2013:CA2136 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |