Rechtspraak Sociale Verzekeringen

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Rechtspraak Sociale Verzekeringen
Datum 28-02-2015
Aflevering 2
RubriekArbeidsongeschiktheid
TitelCentrale Raad van Beroep 24-12-2014
CiteertitelRSV 2015/25
SamenvattingIntrekking WIA-uitkering — beroep op uitlooptermijn — aanvang van de werkzaamheden
Samenvatting (Bron)Intrekking WIA-uitkering. Beroep op de uitloop termijn van één jaar als bedoeld in het derde lid van artikel 56 van de Wet WIA, faalt. De termijn van één jaar, genoemd in artikel 56, derde lid, van de Wet WIA begint te lopen vanaf het moment van aanvang van de werkzaamheden, dat wil zeggen het moment waarop, op basis van de inkomsten uit de werkzaamheden, de mate van arbeidsongeschiktheid lager is dan 35%. Dit is een feitelijk moment. Het gaat om het moment waarop feitelijk verdiensten van een zodanige omvang worden genoten.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:4461
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArbeidsongeschiktheid
TitelCentrale Raad van Beroep 09-01-2015
CiteertitelRSV 2015/26
SamenvattingHerziening LGU – beëindiging LAU – procesbelang – verruiming rechtspraak – rechtstreeks feitelijk gevolg van besluit met nadeel in andere rechtsverhouding – premievrije pensioenopbouw
Samenvatting (Bron)Herziening loongerelateerde WGA-uitkering (LGU) naar een mate van abreidsongeschiktheid van 23,06%. Voortzetting als loonaanvullingsuitkering (LAU). Beëindiging LAU. In reactie op het bezwaar van appellante tegen de beëindiging van de LAU per 1 augustus 2013, heeft het Uwv bij besluit van 14 november 2013 het bezwaar van appellante gegrond verklaard, per 1 augustus 2013 de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 80 tot 100% en de LAU voortgezet. Procesbelang: Verruiming rechtspraak, in die zin dat ook procesbelang zal worden aangenomen indien de betrokkene stelt dat het bestreden besluit een rechtstreeks feitelijk gevolg heeft waarvan hij in een andere rechtsverhouding nadeel zal ondervinden en de in de voorliggende zaak op bestuursrechtelijke gronden te nemen beslissing voor het al dan niet intreden het intreden van dit gevolg beslissend is. Omdat tussen partijen niet in geding is dat de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante rechtstreeks gevolg heeft voor de door appellante te betalen pensioenpremie en de in het kader van de in de huidige procedure te nemen beslissing voor de hoogte van die premie beslissend is, heeft appellante belang bij de beoordeling van haar ... gronden.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:53
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBestuursrecht
TitelCentrale Raad van Beroep 10-09-2014
CiteertitelRSV 2015/27
SamenvattingGeldige uitsluiting rekening-bevrijdende betaling
Samenvatting (Bron)Bevrijdende betaling. Storting door het Uwv op de rechtsgeldig uitgesloten rekening van appellant kan worden aangemerkt als nakoming van de verbintenis tot betaling van een geldsom. Appellant heeft niet aannemelijk gemaakt dat het gestorte bedrag van de betalingen niet te zijner beschikking is gekomen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:3087
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBestuursrecht
TitelCentrale Raad van Beroep 16-09-2014
CiteertitelRSV 2015/28
SamenvattingGebrekkig besluit — motiveringsgebrek — in stand laten besluit — overgangsrecht
Samenvatting (Bron)Terugvordering bijstandsuitkering. Motiveringsgebrek. Toepassing artikel 6:22 (nieuw) Awb.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:3095
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBestuursrecht
TitelCentrale Raad van Beroep 26-09-2014
CiteertitelRSV 2015/29
SamenvattingVaststelling schadevergoeding bij overschrijden redelijke termijn
Samenvatting (Bron)De procedure over de WAO-uitkering is pas beëindigd op het moment dat vergoeding van de belastingschade heeft plaatsgevonden, namelijk op 15 september 2011. Er is geen aanleiding om een deel van de termijnoverschrijding toe te rekenen aan de Staat. De overschrijding van de termijn van vier jaar voor afronding van het geschil komt voor rekening van het Uwv. Vernietiging besluit nu het in strijd met de redelijke termijn van artikel 6 van het EVRM is genomen. Toekenning schadevergoeding.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:3164
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBestuursrecht
TitelCentrale Raad van Beroep 15-10-2014
CiteertitelRSV 2015/30
SamenvattingNa twee jaar faillissementsuitkering — eenmalige betaling — wettelijke rente — ingangsdatum — rente over rente
Samenvatting (Bron)Weigering faillissementsuitkering. Ruim 2 jaar later wordt aan appellant alsnog faillissementsuitkering toegekend. Vergoeding bezwaarkosten. Ingangsdatum wettelijke rente. Bij de berekening van de wettelijke rente moet worden uitgegaan van het bruto bedrag van 40.810,23. Telkens na afloop van een jaar moet het bedrag waarover de rente wordt berekend worden vermeerderd met de over dat jaar verschuldigde rente. De wettelijke rente loopt tot de dag van de algehele voldoening.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:3556
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBestuursrecht
TitelCentrale Raad van Beroep 22-10-2014
CiteertitelRSV 2015/31
SamenvattingGeen verrekening van proceskostenvergoeding met terugvordering ZW-uitkering
Samenvatting (Bron)Verrekening. Het Uwv heeft ten onrechte de aan betrokkene bij uitspraak van de rechtbank toegekende schadevergoeding, griffierecht en proceskostenvergoeding verrekend met een schuld wegens terugvordering ZW-uitkering. Ook waar het gaat om verplichtingen die door de bestuursrechter zijn opgelegd geldt dat verrekening alleen mogelijk is wanneer daarvoor een wettelijke basis aanwezig is.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:3493
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBestuursrecht
TitelCentrale Raad van Beroep 19-11-2014
CiteertitelRSV 2015/32
SamenvattingFunctiescheiding rapporteur en boete oplegging
Samenvatting (Bron)Boeterapport in voornemenbrief-functiescheiding rapporteur en boete opleggen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:3806
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 13-01-2015
CiteertitelRSV 2015/33
SamenvattingGeen bevoegdheid bijstandsaanvraag buiten behandeling te stellen, want geen onvolledige aanvraag.
Samenvatting (Bron)Aanvraag buiten behandeling gesteld. De fase waarin redelijkerwijs nog kan worden gesproken van een incomplete aanvraag is gepasseerd en het stadium van de inhoudelijke beoordeling van de aanvraag door het bestuursorgaan is aangebroken. Het college was niet bevoegd om de aanvraag van appellant buiten behandeling te stellen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:20
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 20-01-2015
CiteertitelRSV 2015/34
SamenvattingNiet mogelijk om op grond van het Bbz 2004 verleende algemene bijstand met terugwerkende kracht in te trekken wegens het niet levensvatbaar zijn van het bedrijf of beroep.
Samenvatting (Bron)Afwijzing aanvraag om bedrijfskapitaal. Intrekking bijstand. Het bedrijf van appellante is niet levensvatbaar. Het bedrijf van appellante is terecht als niet levensvatbaar beschouwd. Het college diende daarom de toekenning van algemene bijstand, gelet op artikel 23, tweede lid, van het Bbz 2004, te beëindigen. Appellanten voeren terecht aan dat dit niet met terugwerkende kracht kon. Het Bbz 2004 biedt geen ruimte voor het intrekken van algemene bijstand op de grond dat het bedrijf of beroep niet meer levensvatbaar is.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:61
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 20-01-2015
CiteertitelRSV 2015/35
SamenvattingWWB is van toepassing op een na 1 januari 2012 genomen besluit over een WIJ-uitkering, tenzij dit voor betrokkene tot een ongunstiger resultaat zou leiden. Temporele werking van wetgeving
Samenvatting (Bron)Intrekking en terugvordering WIJ-inkomensvoorziening en bijstand. Feitelijk hoofdverblijf niet op het uitkeringsadres. Schending inlichtingenverplichting.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:78
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelHvJ EU 27-03-2014, C-265/13
CiteertitelRSV 2015/36
SamenvattingHandvest van de grondrechten van de Europese Unie — art. 47 — recht op doeltreffende voorziening in rechte — griffierechten in geval van beroep in sociale zaken — werkingssfeer van Unierecht — vereiste van het EU-Handvest over de tenuitvoerlegging van het Unierecht
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 27 maart 2014.#Emiliano Torralbo Marcos tegen Korota SA en Fondo de Garantia Salarial.#Verzoek van de Juzgado de lo Social n? 2 de Terrassa om een prejudiciele beslissing.#Prejudiciele verwijzing - Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Artikel 47 - Recht op een doeltreffende voorziening in rechte - Griffie- en rolrechten in geval van beroep in sociale zaken - Uitvoering van het Unierecht - Geen - Werkingssfeer van het Unierecht - Onbevoegdheid van het Hof.#Zaak C-265/13.
UitspraakECLI:EU:C:2014:187
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep 04-04-2014
CiteertitelRSV 2015/37
SamenvattingZeelieden — uitsluiting van de verzekering — onderscheid naar nationaliteit is niet langer gerechtvaardigd
Samenvatting (Bron)Toekenning gedeeltelijk AOW-pensioen: Niet gesproken kan worden van kortere periodes van verzekerd zijn, eventueel afgewisseld met perioden van niet-verzekerd zijn. De veronderstelde tijdelijke band met de Nederlandse rechtssfeer voor niet-Nederlandse zeelieden aan boord van zeeschepen met een Nederlandse thuishaven geldt, gezien het voorgaande, niet voor appellant. Hij heeft zich in ieder geval sinds november 1964 steeds bevonden in de Nederlandse rechtssfeer.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:1535
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelEHRM 15-05-2014, 21838/10, 21849/10, 21852/10, 21855/10, 21860/10, 21863/10, 21869/10 , 21870/10
CiteertitelRSV 2015/38
SamenvattingAanzienlijke verlaging pensioenen klagers door aanpassing wetgeving met terugwerkende kracht tijdens aanhangige juridische procedures — inbreuk op het recht op een eerlijk proces — inbreuk op het eigendomsrecht
UitspraakECLI:CE:ECHR:2014:0515JUD002183810
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRechtbank Den Haag 14-04-2014
CiteertitelRSV 2015/39
SamenvattingSchending inlichtingenplicht — voortdurende overtreding — overgangsrecht Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving — strijd met art. 7 EVRM en art. 15 lid 1 tweede volzin IVBPR
Samenvatting (Bron)Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW Met eiser is de rechtbank is van oordeel dat artikel XXV, tweede lid, van de Wet aanscherping buiten toepassing moet blijven vanwege strijd met hetgeen is bepaald in artikel 7 van het EVRM. In artikel 7 van het EVRM is (onder meer) neergelegd dat geen zwaardere sanctie mag worden opgelegd dan die, die ten tijde van het begaan van het strafbare feit van toepassing was. Aan eiser is een boete opgelegd met betrekking tot de gehele periode dat de overtreding heeft voortgeduurd. Daarbij is op grond van het Boetebesluit het uitgangspunt dat de hoogte van de boete gelijk is aan het benadelingsbedrag, zijnde het bedrag dat eiser gedurende de overtreding ten onrechte heeft ontvangen. Dat betekent dat de hoogte van de boete mede wordt bepaald door het begaan van de overtreding gedurende de periode dat het Boetebesluit nog niet in werking was getreden. Tot 1 januari 2013 gold immers nog het oude Boetebesluit socialezekerheidswetten, op grond waarvan een boete in beginsel op 10% van het benadelingsbedrag werd vastgesteld. Toepassing van het Boetebesluit op de overtreding voor zover die heeft plaatsgevonden vóór 2013, is daarmee in strijd met artikel 7 van het EVRM en artikel 15, eerste lid, tweede volzin, van het IVBPR. De rechtbank ziet hierin aanleiding artikel XXV, tweede lid van de Wet aanscherping, voor zover het leidt tot toepassing van het nieuwe boeteregime op (het deel van) de overtreding dat heeft plaatsgevonden voor 1 januari 2013, buiten toepassing te laten. Voor het standpunt dat de nationaalrechtelijk overgangsbepaling buiten toepassing moet worden gelaten indien en voor zover deze in strijd is met de bedoelde internationaalrechtelijk bepaling, vindt de rechtbank steun in het arrest van de Hoge Raad van 12 juli 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BP6878).
UitspraakECLI:NL:RBDHA:2014:4774
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelEHRM 24-04-2014, 50636/09
CiteertitelRSV 2015/40
SamenvattingBeperking van de terugwerkende kracht bij de toekenning van een pensioen na een fout van een Kroatisch overheidsorgaan leidt tot een individuele, onevenredig zware last bij de pensioengerechtigde
Samenvatting (Bron)Violation of Article 1 of Protocol No. 1 - Protection of property (Article 1 para. 1 of Protocol No. 1 - Peaceful enjoyment of possessions)
UitspraakECLI:CE:ECHR:2014:0424JUD005063609
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelHvJ EU 19-06-2014, C-507/12, ECLI:EU:C:2014:2007
CiteertitelRSV 2015/41
SamenvattingZwangerschap, begrip ‘werknemer’, ‘tijdelijke arbeidsongeschiktheid’
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 19 juni 2014.#Jessy Saint Prix tegen Secretary of State for Work and Pensions.#Verzoek van de Supreme Court of the United Kingdom om een prejudiciele beslissing.#Prejudiciele verwijzing - Artikel 45 VWEU - Richtlijn 2004/38/EG - Artikel 7 - Begrip ,werknemer' - Burger van de Europese Unie die ophoudt met werken wegens de fysieke ongemakken in een gevorderd stadium van de zwangerschap en in de periode kort na de bevalling.#Zaak C-507/12.
UitspraakECLI:EU:C:2014:2007
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelEHRM 24-06-2014, 77575/11, 19828/13, 19829/13
CiteertitelRSV 2015/42
SamenvattingDaling van het netto inkomen door een omzetting van pensioen in een toeslag is geen ongerechtvaardigde eigendomsontneming
UitspraakECLI:CE:ECHR:2014:0624JUD007757511
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep 27-06-2014
CiteertitelRSV 2015/43
SamenvattingWijziging ingangsdatum AOW-pensioen is geen ongerechtvaardigde eigendomsontneming
Samenvatting (Bron)Toekenning AOW-pensioen. Wijziging ingangsdatum en hoogte van het pensioen. De Raad is, evenals de rechtbank, van oordeel dat bij het bestreden besluit artikel 1 van het Eerste Protocol niet is geschonden. De wijziging van de ingangsdatum en hoogte van het pensioen zijn bij wet voorzien, nu deze direct volgen uit toepassing van de dwingendrechtelijke bepaling van artikel 16, eerste lid, van de AOW. Geen sprake van een situatie waarin afbreuk is gedaan aan de kern van het eigendomsrecht.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:2276
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep 05-07-2013
CiteertitelRSV 2015/44
SamenvattingWeigering kinderbijslag — uitsluiting van verzekering op grond van koppelingswetgeving — objectieve en redelijke rechtvaardiging voor de weigering van de kinderbijslag
Samenvatting (Bron)Weigering kinderbijslag. Kring van verzekerden. Appellant kon worden uitgesloten van de verzekering voor de AKW, op de grond dat hij niet beschikt over een verblijfstitel als in artikel 6, tweede lid, van de AKW genoemd. Internationaal recht. Uitgaande van de door de Hoge Raad geformuleerde toetsingsmaatstaf en (het gewicht van) de daarbij in overweging genomen belangen, kan immers niet worden gezegd dat de weigering van kinderbijslag aan appellant op grond van zijn verblijfsstatus, een objectieve en redelijke rechtvaardiging ontbeert.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2013:994
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelHvJ EU 11-09-2014, C-394/13, ECLI:EU:C:2014:2199
CiteertitelRSV 2015/45
SamenvattingBevoegde lidstaat voor toekenning gezinsbijslag — aanvraag gezinsbijslag in de lidstaat van herkomst na uitputting van het recht op bijslag in woonlidstaat
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Negende kamer) van 11 september 2014.#Ministerstvo prace a socialnich veci tegen B.#Verzoek van de Nejvyssi spravni soud om een prejudiciele beslissing.#Prejudiciele verwijzing - Sociale zekerheid van migrerende werknemers - Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EG) nr. 883/2004 - Toepasselijke nationale wettelijke regeling - Bepaling van de lidstaat die bevoegd is voor de toekenning van gezinsbijslag - Omstandigheid dat een migrerende werknemer en zijn familie in een lidstaat wonen waar hun centrum van belangen is gelegen en waar gezinsbijslag is uitgekeerd - Aanvraag van gezinsbijslag in de lidstaat van herkomst na uitputting van het recht op bijslag in de lidstaat van de woonplaats - Nationale regeling van de lidstaat van herkomst die dergelijke bijslag toekent aan eenieder die in deze lidstaat een geregistreerd domicilie heeft.#Zaak C-394/13.
UitspraakECLI:EU:C:2014:2199
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep 31-10-2014
CiteertitelRSV 2015/46
SamenvattingBeëindiging voorlopige toepassing van het verdrag met Costa Rica leidt tot een verlaging van het toegekende AOW-pensioen. Geen sprake van strijd met art. 1 van het Eerste Protocol.
Samenvatting (Bron)Niet gezegd kan worden dat op betrokkene een individual and excessive burden wordt gelegd. Dat betrokkene (vrijwillig) premie heeft betaald voor de AOW kan daar niet aan afdoen. Het (vrijwillig) betalen van premie leidt tot verzekerde jaren maar niet tot een recht op ouderdomspensioen naar een van de in artikel 9 van de AOW genoemde mogelijke normen. Ook personen die in Nederland wonen, worden - onafhankelijk van het aantal jaren dat premie is betaald en de hoogte daarvan - pas als zij pensioengerechtigd zijn op grond van hun persoonlijke omstandigheden (gehuwd of niet) in aanmerking gebracht voor een van de mogelijke normen. Voorts wordt ook recht op ouderdomspensioen opgebouwd als geen premie wordt betaald: naast in dienstbetrekking verrichte arbeid leidt ook louter ingezetenschap, zonder premiebetaling, tot verzekerde tijdvakken. Vernietiging uitspraak. Beroep ongegrond.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:3548
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelRechtbank Overijssel 29-12-2014
CiteertitelRSV 2015/47
SamenvattingMag een persoongebonden budget (pgb) gebruikt worden gedurende een verblijf van langer dan dertien weken buiten Nederland?
Samenvatting (Bron)Artikel 2.6.9a, eerste lid, van de Regeling Subsidies AWBZ wordt wegens strijd met artikel 56 van VwEU en Patientenrichtlijn buiten toepassing gelaten;kosten van zorgverlener TELL-US mogen vanaf 1 november 2013 vanuit het persoonsgebonden budget (pgb) worden betaald.
UitspraakECLI:NL:RBOVE:2014:6956
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelHvJ EU 14-01-2015, C-171/13, ECLI:EU:C:2015:8
CiteertitelRSV 2015/48
SamenvattingToepassing woonplaatsvereiste van TW op voormalige Turkse werknemers — Turkse staatsburgers die de nationaliteit van de ontvangende lidstaat hebben verkregen
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 14 januari 2015.#Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) tegen M.S. Demirci e.a.#Verzoek van de Centrale Raad van Beroep om een prejudiciele beslissing.#Prejudiciele verwijzing - Associatieovereenkomst EEG-Turkije - Sociale zekerheid van migrerende werknemers - Ontheffing van de bepalingen inzake de woonplaats - Aanvullende prestaties verleend op grond van de nationale wettelijke regeling - Woonplaatsvereiste - Toepassing op voormalige Turkse werknemers - Turkse staatsburgers die de nationaliteit van de lidstaat van ontvangst hebben verkregen.#Zaak C-171/13.
UitspraakECLI:EU:C:2015:8
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelHvJ EU 22-01-2015, C-401/13, C-432/13, ECLI:EU:C:2015:26
CiteertitelRSV 2015/49
SamenvattingToepasselijkheid van overeenkomsten inzake sociale zekerheid tussen lidstaten na toetreding tot EU
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 22 januari 2015.#Vasiliki Balazs tegen Casa Judeteana de Pensii Cluj en Casa Judeteana de Pensii Cluj tegen Attila Balazs.#Verzoeken van de Curte de Apel Cluj om een prejudiciele beslissing.#Prejudiciele verwijzing - Sociale zekerheid van migrerende werknemers - Verordening (EEG) nr. 1408/71 - Artikel 7, lid 2, onder c) - Toepasselijkheid van overeenkomsten inzake sociale zekerheid tussen lidstaten - Gerepatrieerde vluchteling die afkomstig is uit een lidstaat - Tijdvakken van arbeid vervuld op het grondgebied van een andere lidstaat - Aanvraag voor toekenning van een ouderdomspensioen - Weigering.#Gevoegde zaken C-401/13 en C-432/13.
UitspraakECLI:EU:C:2015:26
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekMaatschappelijke ondersteuning
TitelCentrale Raad van Beroep 24-12-2014
CiteertitelRSV 2015/50
SamenvattingBrief thuiszorg over niet inzetten vervanging — geen schriftelijke beslissing bestuursorgaan
Samenvatting (Bron)De brief van de thuiszorg dat met ingang van 1 mei 2013 bij korte afwezigheid van de huishoudelijke hulp van maximaal twee weken in verband met ziekte of vakantie geen vervanging wordt ingezet, is niet aan te merken als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb. Geen aanknopingspunten dat sprake is van een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling en er is ook geen besluit van het college aan te wijzen is waarin de in het kader van de Wmo vastgestelde omvang van de toegekende aanspraak op hulp in de huishouding is gewijzigd.
AnnotatorC.W.C.A. Bruggeman
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:4409
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekOuderen
TitelCentrale Raad van Beroep 31-10-2014
CiteertitelRSV 2015/51
SamenvattingHerziening en terugvordering toeslag wegens aan partner (met terugwerkende kracht) toegekende ZW- en WGA-uitkering.
Samenvatting (Bron)Herziening en terugvordering toeslag aangezien aan partner (met terugwerkende kracht) ZW- en WGA-uitkering is toegekend. ZW- en WGA-uitkering zijn loondervingsuitkeringen, die op grond van artikel 10 van de AOW op de toeslag in mindering dienen te worden gebracht. De terugwerkende kracht staat aan deze herziening niet in de weg, nu het appellant duidelijk had kunnen zijn dat zijn partner meer inkomen ontving dan waarmee bij de vaststelling van de hoogte van de toeslag rekening was gehouden. Dat de toekenning ZW- en WGA-uitkering weer is ingetrokken, doet hieraan niet af, nu deze betalingen niet worden teruggevorderd.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:3543
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekWerkloosheid
TitelCentrale Raad van Beroep 24-12-2014
CiteertitelRSV 2015/52
SamenvattingDefinitief besluit over WW-recht vervangt voorschotbesluit en wordt in de procedure betrokken — strafontslag politieambtenaar — na afronding feitenonderzoek onvoldoende voortvarend gehandeld door korpsbeheerder — ontslag niet onverwijld gegeven — subjectieve dringende reden ontbreekt — ten onrechte voorschot en uitkering geweigerd op grond van arbeidsrechtelijke dringende reden
Samenvatting (Bron)Strafontslag: niet gezegd kan worden dat de toenmalige korpsbeheerder na ontvangst van voornoemd Rapport onverwijld actie heeft ondernomen om te komen tot een beëindiging van de aanstelling van appellant. Vanaf 8 september 2010, toen duidelijkheid bestond over de verklaringen van de betrokkenen en de (ontkennende) verklaringen van appellant, heeft het immers nog ruim 3,5 maand geduurd voordat het strafontslag werd geëffectueerd. Het Uwv heeft aan appellant ten onrechte WW-uitkering heeft geweigerd op de grond dat aan zijn werkloosheid een arbeidsrechtelijke dringende reden ten grondslag lag. Van verwijtbare werkloosheid is geen sprake. Ook het voorschot is ten onrechte geweigerd. Opdracht tot het nemen van een nieuw besluit.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:4388
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekWerkloosheid
TitelCentrale Raad van Beroep 14-01-2015
CiteertitelRSV 2015/53
SamenvattingWeigering Wajong-uitkering — herziening — nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden — duuraanspraken — uitbreiding en precisering vaste rechtspraak — Amber-melding
Samenvatting (Bron)Tussenuitspraak. Weigering Wajong-uitkering. Herziening eerder genomen besluit voor het verleden en de toekomst. Toegenomen arbeidsongeschiktheid. Niet kan worden volstaan met de beantwoording van de vraag of appellant (tijdig) nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden in de zin van artikel 4:6 van de Awb heeft vermeld. Het bestreden besluit is niet voldoende zorgvuldig voorbereid en evenmin toereikend gemotiveerd. De Raad draagt het Uwv op om de gebreken in het bestreden besluit te herstellen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:1
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekZiektekosten
TitelCentrale Raad van Beroep 07-01-2015
CiteertitelRSV 2015/54
SamenvattingIndicatiestelling — ontbreken inzicht in behandelmogelijkheden
Samenvatting (Bron)Indicatiestelling. Uit het overgelegde zorgplan is niet op te maken in hoeverre er ten tijde in geding behandeling van de klachten van appellante plaatsvond. Op grond van de in het dossier aanwezige medische informatie kan evenwel niet worden aangenomen dat op dat moment in zijn geheel geen behandelmogelijkheden meer waren voor de door appellante ondervonden klachten. Met name heeft de rechtbank hiertoe overwogen dat appellante sinds 11 februari 2009 onder behandeling van een psychiater is. Ook de overige beschikbare medische gegevens van de behandelaars bieden onvoldoende concrete aanknopingspunten om te beoordelen welk doel de inzet van Ondersteunende begeleiding dient, hoe lang deze inzet door de behandelaar noodzakelijk wordt geacht en op welk moment in de behandeling de inzet zal worden geëvalueerd.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekZiektekosten
TitelCentrale Raad van Beroep 14-01-2015
CiteertitelRSV 2015/55
SamenvattingIndicatie — inschrijving school — Jeugdwet — procesbelang
Samenvatting (Bron)Zorgindicatie. Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen de achtergrond dat voor de jeugdhulp met ingang van 1 januari 2015 de nieuwe Jeugdwet geldt, volgens welke wet de colleges van burgemeester en wethouders zijn belast met de uitvoering, valt niet in te zien welk belang Stichting Bureau Jeugdzorg heeft bij een uitspraak.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:26
Artikel aanvragenVia Praktizijn