AB Rechtspraak Bestuursrecht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift AB Rechtspraak Bestuursrecht
Datum 20-03-2015
Aflevering 13
RubriekHvJ EU
TitelHvJ EU 11-09-2014, C-525/12, ECLI:EU:C:2014:2202
CiteertitelAB 2015/98
SamenvattingRichtlijn 2000/60 legt geen algemene verplichting op van een prijszetting voor alle diensten die verband houden met het gebruik van water. (…) Uit art. 2 punt 38 KRW kan niet worden afgeleid dat het ontbreken van een prijszetting voor die activiteiten de verwezenlijking van deze doelstellingen in alle gevallen noodzakelijkerwijs schaadt.
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 11 september 2014.#Europese Commissie tegen Bondsrepubliek Duitsland.#Niet-nakoming - Milieu - Richtlijn 2000/60/EG - Kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid - Kostenterugwinning voor waterdiensten - Begrip ,waterdiensten'.#Zaak C-525/12.
AnnotatorH.F.M.W. van Rijswick , P.E. Lindhout
UitspraakECLI:EU:C:2014:2202
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 11-02-2015
CiteertitelAB 2015/99
SamenvattingBoeterecht. Graafwerkzaamheden zonder melding vooraf. Toetsing vaste gedragslijn boetetoemeting. Categorie-indeling hoogte boete geoorloofd.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 20 maart 2013 heeft de minister [appellante] een bestuurlijke boete opgelegd van € 20.000,- wegens het op onzorgvuldige wijze verrichten van graafwerkzaamheden.
AnnotatorO.J.D.M.L. Jansen
UitspraakECLI:NL:RVS:2015:369
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 26-09-2012
CiteertitelAB 2015/100
SamenvattingBoeterecht. Graafwerkzaamheden zonder melding vooraf. Toetsing vaste gedragslijn boetetoemeting. Categorie-indeling hoogte boete geoorloofd.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 4 februari 2010 heeft de minister [appellante] een bestuurlijke boete opgelegd van € 10.000,- wegens het op onzorgvuldige wijze verrichten van graafwerkzaamheden.
AnnotatorO.J.D.M.L. Jansen
UitspraakECLI:NL:RVS:2012:BX8278
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 21-01-2015
CiteertitelAB 2015/101
SamenvattingOpiumwet. Sluiting woning op grond van beleid niet onredelijk.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 23 mei 2013 heeft de burgemeester [wederpartij] onder aanzegging van bestuursdwang gelast de woning aan [locatie] te Nieuw-Dordrecht (hierna: de woning) met ingang van 27 mei 2013 te sluiten voor de duur van drie maanden.
AnnotatorC.M.M. van Mil
UitspraakECLI:NL:RVS:2015:130
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 04-08-2014
CiteertitelAB 2015/102
SamenvattingVertrouwensbeginsel. Intrekking asielstatus vanwege gewijzigde omstandigheden in Libië.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 12 juli 2013 heeft de staatssecretaris de aan de vreemdeling bij besluit van 14 januari 2009 krachtens artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: de Vw 2000), verleende verblijfsvergunning met terugwerkende kracht tot 20 juli 2012 ingetrokken en een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Dit besluit is aangehecht.
AnnotatorS.G. Kok
UitspraakECLI:NL:RVS:2014:3044
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 13-02-2015
CiteertitelAB 2015/103
SamenvattingVrijstelling van griffierecht. Inkomensmaatstaf. Tijdstip melding betalingsonmacht. Overgangssituatie.
Samenvatting (Bron)In het algemeen kan worden aangenomen dat de regeling in het bestuursrecht over heffing van griffierecht, inclusief de thans daarbij behorende bedragen aan griffierecht, van dien aard is dat rechtzoekenden daarmee de toegang tot de rechter niet wordt ontnomen. Er kunnen zich echter gevallen voordoen waarin heffing van het verschuldigde griffierecht het voor de rechtzoekende onmogelijk, althans uiterst moeilijk maakt om gebruik te maken van een door de wet opengestelde rechtsgang. Mede gelet op het belang dat in een rechtsstaat toekomt aan de toegang tot een onafhankelijke rechterlijke instantie kan in een dergelijk geval niet worden aanvaard dat een (hoger) beroep wegens het niet betalen van griffierecht niet-ontvankelijk wordt verklaard. In dat geval wordt aangenomen dat de betrokkene met het achterwege laten van een betaling van griffierecht niet in verzuim is als bedoeld in artikel 8:41, zesde lid, van de Awb. Van de hiervoor bedoelde situatie zal sprake zijn bij een rechtzoekende, zijnde een natuurlijke persoon, die aannemelijk maakt dat - op de datum waarop het griffierecht uiterlijk op de rekening van het gerecht moet zijn bijgeschreven dan wel ter griffie moet zijn gestort - het netto-inkomen waarover hij maandelijks kan beschikken minder bedraagt dan 90% van de voor een alleenstaande geldende (maximale) bijstandsnorm, en voorts dat hij niet beschikt over vermogen waaruit het verschuldigde griffierecht kan worden betaald. Hierbij is de gezinssamenstelling van de rechtzoekende niet van belang en dient het inkomen en vermogen van een eventuele fiscale partner te worden opgeteld bij het inkomen en vermogen van de rechtzoekende.
AnnotatorR. Stijnen
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:282
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 14-01-2015
CiteertitelAB 2015/104
SamenvattingHerzieningsverzoek Wajong-uitkering voor de toekomst. Niet kan worden volstaan met de beantwoording van de vraag of appellant (tijdig) nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden in de zin van art. 4:6 Awb heeft vermeld. Het bestreden besluit is niet voldoende zorgvuldig voorbereid en evenmin toereikend gemotiveerd. De Raad draagt het Uwv op om de gebreken in het bestreden besluit te herstellen.
Samenvatting (Bron)Tussenuitspraak. Weigering Wajong-uitkering. Herziening eerder genomen besluit voor het verleden en de toekomst. Toegenomen arbeidsongeschiktheid. Niet kan worden volstaan met de beantwoording van de vraag of appellant (tijdig) nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden in de zin van artikel 4:6 van de Awb heeft vermeld. Het bestreden besluit is niet voldoende zorgvuldig voorbereid en evenmin toereikend gemotiveerd. De Raad draagt het Uwv op om de gebreken in het bestreden besluit te herstellen.
AnnotatorF.P. Krijnen
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:1
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 24-12-2014
CiteertitelAB 2015/105
SamenvattingBezwaar- of beroepschrift dient een concrete grond te bevatten.
Samenvatting (Bron)Stopzetting arbeidsmarkttoelage voor in ieder geval twee jaar. Het bezwaar is niet-ontvankelijk verklaard omdat het geen gronden bevat. Het enkele feit dat in het begin van de brief van 15 maart 2013 als datum van bezwaar 26 februari 2013 is vermeld, rechtvaardigt niet de conclusie dat die brief als aanvullend bezwaarschrift tegen het besluit van 24 januari 2013 dient te worden aangemerkt. De brief van 15 maart 2013 is uitdrukkelijk gericht tegen het besluit van 19 januari 2012, dat ook als bijlage was bijgevoegd. Op geen enkele wijze kan uit de inhoud van de brief van 15 maart 2013 worden opgemaakt dat het ook is gericht tegen het besluit van 24 januari 2013. Overigens bevat ook de brief van 15 maart 2013 geen concrete bezwaargrond. De enkele stelling dat het bestreden besluit (het besluit van 19 januari 2012) niet in stand kan blijven op grond van het motiveringsbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel kan niet als zodanig worden aangemerkt.
AnnotatorR. Ortlep
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:4418
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 25-09-2014
CiteertitelAB 2015/106
SamenvattingDefinitieve geschilbeslechting. Criteria en grenzen zelf in de zaak voorzien.
Samenvatting (Bron)Uitleg begrip employability in relatie tot het aannemen van plichtsverzuim. De rechtbank heeft ten onrechte zelf in de zaak voorzien. Een voorwaardelijke berisping doet geen recht aan de aard en ernst van het plichtsverzuim. De Raad acht een (onvoorwaardelijke) berisping op zijn plaats.
AnnotatorR. Ortlep
UitspraakECLI:NL:CRVB:2014:3182
Artikel aanvragenVia Praktizijn