Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie

Uitgever Sdu
Tijdschrift Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie
Datum 08-04-2015
Aflevering 7057
TitelPrivaatrecht Actueel: Convergentie van burgerlijk recht en bestuursrecht/ een opmerkelijke uitspraak van de Raad van State
CiteertitelWPNR 2015-7057, p. 311
SamenvattingIn dit artikel staat centraal de recente overweging van de Raad van State (Raad van State 19 november 2014, zaaknummer 201311752/1/A3, vindplaatsen Rechtspraak.nl, FutD 2014-2734, JOM 2014/1205, NJB 2014/2226, JB 2014/246 met annotatie door J. Korzelius en Y.E. Schuurmans) dat een BW-artikel, art. 3:13 inzake misbruik van recht, ingevolge de schakelbepaling van art. 3:15 BW ook voor het bestuursrecht geldt.
Auteur(s)E.H. Hondius
Pagina311
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelDe onderneming(swinst) in het wetsvoorstel Aanpassing van de wettelijke gemeenschap van goederen
CiteertitelWPNR 2015-7057, p. 314
SamenvattingDit artikel is het vijfde in de reeks Rode draad: Nieuw Huwelijksvermogensrecht die van start is gegaan in het WPNR (2014) 7041 De vorige bijdrage is verschenen in het WPNR (2015) 7054. Auteurs gaan in deze bijdrage in op de vraag of in het wetsvoorstel ook aandacht is voor bedrijfseconomie. Ze brengen een aantal aandachtspunten naar voren waarover nog zal moeten worden nagedacht.
Auteur(s)A.N. Labohm , A.H.N. Stollenwerck
Pagina314
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelDerdenwerking van exoneratiebedingen: een analyse van recente rechtspraak en enige opmerkingen over de ontwikkeling van dit leerstuk vanuit het bouwcontractenrecht
CiteertitelWPNR 2015-7057, p. 320
SamenvattingDe afgelopen jaren is in een aantal gevallen derdenwerking van contractbedingen aangenomen. Daarbij werden de oorspronkelijke criteria die in de rechtspraak zijn ontwikkeld om derdenwerking aan te nemen, verruimd. In deze bijdrage worden de overwegingen die rechters hanteerden bij de beoordeling van derdenwerking in die uitspraken besproken. Eerst wordt in kort het theoretisch kader beschreven omtrent de doorwerking van exoneratiebedingen. Daarna volgt een analyse van de relevante jurisprudentie in de periode 2010-2014, waarin hoofdzakelijk derdenwerking ten nadele van een derde aan bod kwam. Vervolgens concludeert auteur, waarbij hij de uitkomsten van deze analyse in de huidige ontwikkelingen in het (bouw)contractenrecht plaatst.
Auteur(s)S. van Gulijk
Pagina320
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelProefschrift
CiteertitelWPNR 2015-7057, p. 327
SamenvattingAuteur bespreekt aan de hand van drie stellingen zijn proefschrift: Mens, Maatschappij en Mediation in het belastingrecht. Een theoretisch, rechtsvergelijkend en empirisch onderzoek. Den Haag: Sdu Uitgevers 2013 Promotor: Prof. mr. dr. J.L.M. Gribnau Promotie op 13 december 2013 aan de Tilburg University. Deze drie stellingen zijn: 1. Een juridische en feitelijke asymmetrische rechtsbetrekking hoeft niet te betekenen dat inbreuk wordt gemaakt op het tussenpartijdige karakter van mediation 2. Fiscale mediation is niet uitsluitend geschikt voor emotionele en relationele geschillen maar kan ook toegepast worden bij geschillen waar veel verschillende soorten belangen spelen zoals bij horizontaal toezicht 3. Fiscale mediation heeft een niet- juridische manier van conflicthantering geïntroduceerd die het risico loopt om te juridiseren
Auteur(s)M.B.A. van Hout
Pagina327
LinkVolledige tekst proefschrift (Tilburg University)
Artikel aanvragenVia Praktizijn