Nederlands Juristenblad

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Nederlands Juristenblad
Datum 15-05-2015
Aflevering 19
RubriekVooraf
TitelHet herdenken waard
CiteertitelNJB 2015/912
SamenvattingWat blijft er hangen na een week van gedenken? Heeft het nog zin , na zoveel tijd weer terug te kijken? Wat draagt dat bij aan ons perspectief op de wereld hoe die er nu uitziet en hoe we daarin staan?
Auteur(s)T.N.B.M. Spronken
Pagina1279-1279
LinkVolledige tekst artikel (njb.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekWetenschap
TitelKwetsbare verzorgingsstaat - Over juridische aspecten van ernstige armoede in Nederland
CiteertitelNJB 2015/913
SamenvattingDeze bijdrage gaat in op juridische beperkingen die in de weg staan aan een beroep op het sociale vangnet voor de allerarmsten. Het gaat hierbij om categorische uitsluitingen, drempels in de wet en de uitvoeringspraktijk en de gevolgen van een rigide handhavingsbeleid. Hierdoor raken kwetsbare personen afhankelijk van allerlei restvoorzieningen, zoals de maatschappelijke opvang, de bed-bad-broodregelingen en de voedselbank. De kwaliteit van dit ‘vangnet onder het vangnet’ is niet om over naar huis te schrijven: juridisch slecht gearticuleerd, versnipperd en vatbaar voor erosie. Wat kan worden gedaan om de kwaliteit van het vangnet voor de allerarmsten te verbeteren?
Auteur(s)G.J. Vonk
Pagina1280-1287
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekOpinie
TitelKoudwatervrees Biogeneeskundeverdrag
CiteertitelNJB 2015/914
SamenvattingNa achttien jaar overdenken is het kabinet eruit: Nederland ziet definitief af van ratificatie van het Biogeneeskundeverdrag (Oviedo Conventie). Dit verdrag, opgesteld door de Raad van Europa in 1997, werd opgesteld om de mensenrechten in de gezondheidszorg te waarborgen en een grotere eenheid tussen de 47 lidstaten te bereiken. Ambitieus, maar niet onhaalbaar gezien het huidige aantal landen (35) dat zich inmiddels heeft gecommitteerd aan dit belangwekkend verdrag. Door afwijzing van dit verdrag miskent Nederland het belang van onderlinge afstemming en het creëren van een minimum beschermingsniveau aan mensenrechten in de gezondheidszorg.
Auteur(s)A.P. den Exter
Pagina1288-1288
LinkVolledige tekst artikel (NJB.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekPraktijk
TitelPippi Langkous en het nieuwe auteurscontractenrecht
CiteertitelNJB 2015/915
SamenvattingHet Wetsvoorstel Auteurscontractenrecht werd op 12 februari 2015 met vrijwel algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer en is in behandeling bij de Eerste Kamer. Het wetsvoorstel treedt naar verwachting op 1 juli 2015 of op 1 januari 2016 in werking. Het wetsvoorstel bevat bepalingen die auteurs en acteurs verschillende wettelijke instrumenten geven om mee te delen in het succes van hun werk.
Auteur(s)D.J.G. Visser
Pagina1289-1296
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekFocus
TitelVele wegen leiden naar Rome - Ook die van de voorgestelde Voetbalwet?
CiteertitelNJB 2015/916
SamenvattingMet een betrekkelijk eenvoudige wetswijziging kan de bestaande Voetbalwet aanmerkelijk beter worden aangescherpt dan nu wordt voorgesteld. Het voorstel waarover de Eerste Kamer zich op dit moment buigt, is niet doelmatig en onvoldoende effectief. Hopelijk realiseert de senaat zich dit, want de praktijk opnieuw blij maken met een dode mus – zoals eerder in 2010 – zal het gezag van de wetgever allesbehalve goed doen.
Auteur(s)J.G. Brouwer , A.E. Schilder
Pagina1297-1300
LinkVolledige tekst artikel (njb.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - EHRM
TitelEHRM 05-02-2015, 51428/10
CiteertitelNJB 2015/917
SamenvattingArtikel 3 EVRM. Asielzoeker. Dublin-overdracht naar Italië. Geen risico op onmenselijke behandeling bij overdracht naar Italië. Klacht niet-ontvankelijk. [Zie voor dezelfde rechtsvraag ook: EHRM 26-02-2015, 63469/09.]
UitspraakECLI:CE:ECHR:2015:0205JUD005142810
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - EHRM
TitelEHRM 10-02-2015, 53080/13
CiteertitelNJB 2015/918
SamenvattingArt. 1 Eerste Protocol EVRM. Afwijzing verzoek arbeidsongeschiktheidsuitkering. Eigendomsbegrip. Legitieme verwachtingen. Rule of law-vereisten. Schending.
CASE OF BÉLÁNÉ NAGY v. HUNGARY
Samenvatting (Bron)Violation of Article 1 of Protocol No. 1 - Protection of property (Article 1 para. 1 of Protocol No. 1 - Peaceful enjoyment of possessions);Pecuniary and non-pecuniary damage - award (Article 41 - Non-pecuniary damage;Pecuniary damage;Just satisfaction)
UitspraakECLI:CE:ECHR:2015:0210JUD005308013
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - EHRM
TitelEHRM 19-03-2015, 10260/13
CiteertitelNJB 2015/919
SamenvattingArt. 3 EVRM. Democratische Republiek Congo. Algemene omstandigheden in de Democratische Republiek Congo zijn niet zodanig dat iedereen er een reëel risico loopt op onmenselijke behandeling.
NDABARISHYE RUGIRA v. THE NETHERLANDS
UitspraakECLI:CE:ECHR:2015:0319JUD001026013
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - Hoge Raad (civiele kamer)
TitelHoge Raad 01-05-2015
CiteertitelNJB 2015/920
SamenvattingBelasting. Invordering. Executoriaal beslag. Verzet. Schorsende werking. Misbruik van bevoegdheid. De Ontvanger zegt een executieverkoop aan. Eén dag voor de aangezegde dag stelt de belastingschuldige verzet in tegen de executie van het dwangbevel. De executieverkoop gaat toch door. Het hof oordeelt achteraf dat de belastingschuldige zijn bevoegdheid heeft misbruikt en dat het verzet daarom geen schorsende werking heeft gehad. HR: Het hof heeft miskend dat in geval van misbruik van bevoegdheid alleen door een rechterlijke beslissing de schorsende werking aan het verzet kan worden ontnomen.
Samenvatting (Bron)Invorderingszaak. Executoriaal beslag door Ontvanger. Schorsende werking verzetprocedure, art. 17 lid 2 Iw. Is rechterlijke beslissing nodig om schorsende werking op te heffen ingeval van misbruik van bevoegdheid? HR 7 oktober 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1475, NJ 1995/411; HR 8 juni 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA1525, NJ 2008/368.
UitspraakECLI:NL:HR:2015:1188
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - Hoge Raad (civiele kamer)
TitelHoge Raad 01-05-2015
CiteertitelNJB 2015/921
SamenvattingArbeidsovereenkomst. Opzegbeding. Vernietigbaarheid. Een opzegbeding in een arbeidsovereenkomst bepaalt dat voor de werknemer de opzegtermijn twee maanden is. Over de opzegtermijn voor de werkgever bepaalt het beding niets. De werknemer beroept zich op vernietigbaarheid van het beding. HR: Zowel de voor de werknemer geldende opzegtermijn (van maximaal zes maanden), als de voor de werkgever geldende opzegtermijn (die niet korter mag zijn dan het dubbele van die voor de werknemer) dient schriftelijk te worden overeengekomen. Indien hieraan niet is voldaan, kan de werknemer het opzegbeding, wat betreft de opzegtermijn, vernietigen, met als gevolg dat hij slechts de wettelijke opzegtermijn van één maand van in acht behoeft te nemen.
Samenvatting (Bron)Arbeidsrecht. Opzegging arbeidsovereenkomst door werknemer op termijn korter dan overeengekomen. Vernietigbaarheid opzegbeding indien voor werkgever geen langere opzegtermijn is overeengekomen? Schriftelijkheidsvereiste. Inhoud en strekking art. 7:672 BW.
UitspraakECLI:NL:HR:2015:1192
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - Hoge Raad (civiele kamer)
TitelHoge Raad 01-05-2015
CiteertitelNJB 2015/922
SamenvattingHuwelijksgoederengemeenschap. Privéfinanciering. Zaaksvervangingsregel. Een in algehele gemeenschap van goederen gehuwde man verkrijgt op basis van een samenstel van rechtshandelingen een perceel van zijn ouders. Maakt het perceel deel uit van de huwelijksgoederengemeenschap? HR: Door te oordelen dat de tegenprestatie voor de verkrijging van het perceel voor meer dan de helft ten laste van het privévermogen van de man is gekomen, heeft het hof geen blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting. Het heeft zijn oordeel voldoende gemotiveerd. Terecht heeft het hof aan zijn vaststelling het rechtsgevolg verbonden dat het perceel geen deel uitmaakt van de huwelijksgoederengemeenschap.
Samenvatting (Bron)Personen- en familierecht. Verdeling huwelijksgoederengemeenschap. Woning gekocht met lening die is kwijtgescholden onder uitsluitingsclausule. Is woning gemeenschappelijk of privé eigendom? Strekking samenstel gelijktijdig verrichte rechtshandelingen. Analoge toepassing art. 1:124 lid 2 (oud) BW op wettelijke gemeenschap van goederen? Totstandkomingsgeschiedenis art. 1:95 lid 1 BW.
UitspraakECLI:NL:HR:2015:1199
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - Hoge Raad (civiele kamer)
TitelHoge Raad 01-05-2015
CiteertitelNJB 2015/923
SamenvattingExequaturprocedure. Buitenlands arbitraal vonnis. Appellabiliteit. De voorzieningenrechter verleent verlof tot tenuitvoerlegging in Nederland van een in Zwitserland gewezen arbitraal vonnis. Het hof verklaart appellant niet-ontvankelijk in het hoger beroep. HR: 1. Rechtsmiddelenverbod. Eerlijk proces. Het hof heeft terecht heeft geoordeeld dat in dit geval de ‘asymmetrie’ in het rechtsmiddelenverbod van de exequaturprocedure appellant ten opzichte van geïntimeerde niet in een zodanig nadelige positie plaatst dat van een eerlijk proces in de zin van art. 6 EVRM geen sprake is. 2. Doorbrekingsgrond. Rechtsmacht. De klacht dat de eerste rechter buiten het toepassingsgebied van art. 1075 Rv is getreden door zich bevoegd te achten, kan bij gebrek aan belang niet tot cassatie leiden, aangezien het oordeel van het hof dat de Nederlandse rechter rechtsmacht toekomt, juist is.
Samenvatting (Bron)Arbitrage. Internationaal privaatrecht. Staat tegen de verlening van verlof tot tenuitvoerlegging in Nederland van een Zwitsers arbitraal vonnis hoger beroep open? Art. 1075 lid 2 Rv en art. III Verdrag van New York. HR 25 juni 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM1679, NJ 2012/55. ‘Asymmetrie’ in rechtsmiddelenverbod. Afstand van recht om arbitraal vonnis ten overstaan van de overheidsrechter aan te tasten, art. 6 EVRM. Rechtsmacht Nederlandse rechter. Verbonden met de rechtssfeer van Nederland, art. 3 onder c Rv (HR 17 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1077).
UitspraakECLI:NL:HR:2015:1194
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - Hoge Raad (civiele kamer)
TitelHoge Raad 01-05-2015
CiteertitelNJB 2015/924
SamenvattingTripp Trapp. Auteursrechten. Het hof oordeelt dat Hauck met zijn ‘New Alpha’-kinderstoel geen inbreuk maakt op de auteursrechten van Stokke c.s. op de ‘Tripp Trapp’-kinderstoel. HR: 1. Toetsing in cassatie. De beoordeling van de auteursrechtelijke beschermingsomvang van een bepaald werk en van de vraag of daarop door een ander werk inbreuk wordt gemaakt, is slechts in (zeer) beperkte mate vatbaar voor toetsing in cassatie. 2. Proceskosten in IEzaken. Nu niet is toegelicht waarom het gevorderde bedrag, dat het indicatietarief ruim overtreft, redelijk en evenredig is, zal het indicatietarief worden toegepast.
Samenvatting (Bron)Auteursrecht; inbreukactie. Maatstaf beoordeling auteursrechtelijke beschermingsomvang (HR 12 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY1533, NJ 2013/503). Feitelijke beoordeling. Proceskostenveroordeling conform Indicatietarieven IE-zaken Hoge Raad.
UitspraakECLI:NL:HR:2015:1200
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - Hoge Raad (civiele kamer)
TitelHoge Raad 01-05-2015
CiteertitelNJB 2015/925
SamenvattingPrejudiciële vraag. Effectenlease. Wettelijke rente. Ingangsdatum. HR: De wettelijke rente over de door de aanbieder van effectenleaseovereenkomsten aan de afnemer te vergoeden inleg, bestaande uit termijnbetalingen en eventuele aflossingen (minus dividenduitkeringen) die de afnemer vóór de beëindiging van de effectenleaseovereenkomsten heeft betaald, is telkens verschuldigd vanaf het moment waarop een desbetreffend gedeelte van de inleg daadwerkelijk is voldaan.
Samenvatting (Bron)Prejudiciële vragen (art. 392 Rv). Effectenlease. Verbintenissenrecht. Ingangsdatum wettelijke rente over de door de aanbieder van effectenleaseovereenkomsten aan de afnemer te vergoeden inleg (termijnbetalingen en aflossingen minus dividenduitkeringen). Dag van beëindiging effectenleaseovereenkomst of dag van betaling elk gedeelte van de inleg? Art. 6:119 lid 1 BW, art. 6:83 onder b BW.
UitspraakECLI:NL:HR:2015:1198
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - Hoge Raad (civiele kamer)
TitelHoge Raad 01-05-2015
CiteertitelNJB 2015/926
SamenvattingWSNP. Hoor en wederhoor. HR: Het hof had moeten nagaan of de rechtbank een afschrift van het proces-verbaal van de mondelinge behandeling bij de rechtbank aan de advocaat van verzoeker had toegezonden, of het had zelf een afschrift aan de advocaat van verzoeker moeten doen toekomen, alvorens mede op basis van dat proces- verbaal uitspraak te doen.
Samenvatting (Bron)WSNP. Procesrecht. Schending hoor en wederhoor? Proces-verbaal eerste aanleg waarvan schuldenaar stelt geen kennis te hebben kunnen nemen (HR 9 november 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX5882, NJ 2012/637).
UitspraakECLI:NL:HR:2015:1195
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - Centrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 25-03-2015
CiteertitelNJB 2015/927
SamenvattingDoorwerkingsrechtspraak WW ziet niet op zelfstandigen.
Samenvatting (Bron)Doorwerkingsrechtspraak WW ziet niet op zelfstandigen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:1292
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - Centrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 14-04-2015
CiteertitelNJB 2015/928
SamenvattingGelet op de bedoeling van de wetgever zoals deze uit de hoofdregel naar voren komt, moet in het voorkomende geval een uitdrukkelijke, ondubbelzinnige en onvoorwaardelijke toezegging omtrent de vorm van de bijstand, gedaan door het bestuursorgaan waarvan de SVB met ingang van 1 januari 2010 de taak tot het verlenen van een AIO-aanvulling heeft overgenomen, worden aangemerkt als een besluit tot verlening van de algemene bijstand als neergelegd in art. 78i lid 1 WWB.
Samenvatting (Bron)Het college heeft in 2005 afgezien van het nemen van een op grond van artikel 50, tweede lid, van de WWB gebonden belastend besluit om de aanvullende bijstand om te zetten in een lening en vervolgens daarvoor hypothecaire zekerheid te verlangen (vanwege de aanwezigheid van overwaarde op de eigen woning), omdat het college het destijds van onbehoorlijk bestuur vond getuigen om hiertoe over te gaan. Hieruit volgt echter niet dat aan appellante uitdrukkelijk, ondubbelzinnig en onvoorwaardelijk is toegezegd dat de vorm van de bijstand nimmer gewijzigd zou worden naar die van een geldlening. De Svb was daarom niet gehouden af te zien van de gebonden bevoegdheid uit artikel 50, tweede lid, van de WWB om de AIO-aanvulling te verlenen in de vorm van een lening. Geen sprake van handelen in strijd met de beginselen van behoorlijk bestuur door jaren na de eerste toekenning van de aanvullende bijstand alsnog de AIO-aanvulling om te zetten naar een lening.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:1255
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - Centrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 17-04-2015
CiteertitelNJB 2015/929
SamenvattingHet Zorginstituut heeft, door stelselmatig geen gebruik te maken van de bevoegdheid bedoeld in art. 25 lid 7 Vo 987/2009, ook niet in een geval als het dit, waar sprake lijkt te zijn van een situatie die specifiek is beoogd door de communautaire regelgever, onzorgvuldig en in strijd met de gegeven communautaire bevoegdheid gehandeld.
Samenvatting (Bron)Het Zorginstituut heeft, door stelselmatig geen gebruik te maken van de bevoegdheid bedoeld in artikel 25, zevende lid, van Vo 987/2009, ook niet in een geval als het dit, waar sprake lijkt te zijn van een situatie die specifiek is beoogd door de communautaire regelgever, onzorgvuldig en in strijd met de gegeven communautaire bevoegdheid gehandeld. Volgt tussenuitspraak met opdracht gebrek te herstellen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:1270
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - Centrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 22-04-2015
CiteertitelNJB 2015/930
SamenvattingMet de per 1 juli 2009 geldende tekst van art. 17, 20 Tw is duidelijk dat de terugvordering van bij wijze van voorschot betaalde toeslagen een verplicht karakter heeft. Dat betekent dat – anders dan de Raad heeft geoordeeld in zijn uitspraak van 8 januari 2014, ECLI:NL:CRVB:2014:12 met betrekking tot de terugvordering van een voorschot op grond van art. 77 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), zoals dat artikel gold tot 1 januari 2013 – art. 4:95 lid 4 Awb in dit geval niet van toepassing is.
Samenvatting (Bron)Terugvordering voorschot TW na 1 juli 2009. Art. 4:95 lid 4 Awb is niet van toepassing.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:1265
Artikel aanvragenVia Praktizijn