Milieu & Recht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Milieu & Recht
Datum 31-07-2015
Aflevering 7
RubriekOpinie
TitelGeld voor Water
CiteertitelM en R 2015/98
SamenvattingWe kennen allemaal de uitdrukking Geld als water hebben, maar hebben we ook geld voor water? Volgens de OESO is alleen al voor de noodzakelijke investeringen in de drinkwatervoorziening en sanitatie wereldwijd tot 2050 een bedrag van zo’n $ 8 triljoen nodig. Een triljoen is een 1 met maar liefst 12 nullen. Over de investeringen in het watersysteem (dijken, dammen, irrigatiewerken, sluizen, stuwen e.d.) zegt het rapport niets. We moeten daarbij waarschijnlijk aan vergelijkbare bedragen denken.
Auteur(s)H. Havekes
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelJuridische belemmeringen voor de bio-economie: talking trash
CiteertitelM en R 2015/99
SamenvattingKlimaatveranderingen en de uitputting van fossiele brandstoffen zorgen ervoor dat de wereld zich zal moeten ontwikkelen naar een (meer) duurzame economie. In Nederland wordt (onder meer) getracht om (meer) duurzaamheid te bewerkstelligen door het streven naar een bio-economie, waarin het van belang is om biomassa zo volledig mogelijk te gebruiken. Bedrijven die werkzaam zijn in de bio-economie hebben echter te maken met juridische valkuilen, bijvoorbeeld als het gaat om het verrichten van handelingen met ‘afval’. In deze bijdrage worden de valkuilen benoemd. Vervolgens wordt er gekeken of de huidige wet- en regelgeving en de jurisprudentie op ‘afval-gebied’ een oplossing kunnen vormen voor de problemen waar ondernemers mee te maken hebben.
Auteur(s)R. Ligtvoet
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelHoge Raad 07-04-2015
CiteertitelM en R 2015/100
SamenvattingBerechting economische delicten. Bevoegdheid kamer. Vorming van economische kamers binnen de rechtbanken.
Samenvatting (Bron)Economische delicten. Bevoegde kamer. De vorming van economische kamers binnen de Rb. Art. 52.1 RO, 38 en 39.2 WED. 1. Aan verdachte zijn naast economische delicten ook strafbare feiten niet zijnde economische delicten tlgd. die klaarblijkelijk in samenhang zijn begaan. Ex. art. 39.2 WED is de gewone strafkamer, die bevoegd is kennis te nemen van de tlgd. niet economische delicten, ook bevoegd kennis te nemen van de economische delicten. I.c. kan niet blijken van enig in rechte te respecteren belang van verdachte bij zijn klacht over de bevoegdheid van de economische kamer van de Rb. Nadere opmerking: Het Hof heeft vastgesteld dat het Bestuursreglement van de Rb geen melding maakt van (enkelvoudige of meervoudige) economische kamers en dat die kamers ook niet bij bestuursbesluit zijn gevormd. s Hofs oordeel dat in de Rb de inzet van de rechters die economische delicten beoordelen zodanig is geregeld, dat de specifieke rechterlijke deskundigheid die de bepalingen van art. 38 WED en art. 52.1 RO beogen te waarborgen bij de behandeling en beslissing van economische delicten, is verzekerd, kan niet afdoen aan het voorschrift van art. 52.1 RO dat economische kamers moeten worden gevormd.
UitspraakECLI:NL:HR:2015:892
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelHoge Raad 16-12-2014
CiteertitelM en R 2015/101
Samenvatting‘Zeezwaaien’; ontslag van alle rechtsvervolging
Samenvatting (Bron)OM-cassatie. Zeezwaaien. Klacht over uitleg begrip en route a.b.i. voorschrift 13 onder art. 2.1.1 jo. voorschrift 1.6 van Annex II bij het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen (het Marpol-verdrag). In voorschrift 13 art. 1 van Annex II van het Marpol-verdrag is voorzien in een uitzondering op het bij art. 5 Wet voorkoming verontreiniging door schepen gestelde verbod schadelijke vloeistoffen in zee te lozen, te weten indien de lozingen plaatsvinden met inachtneming van de in art. 2.1 van dat voorschrift gestelde operationele eisen. Tot die eisen behoort dat het schip en route is, zoals gedefinieerd in voorschrift 13 art. 1 van Annex II. Het middel stelt de vraag aan de orde of daarvan kan worden gesproken in een geval als het onderhavige waarin het schip niet onderweg is naar een andere bestemming. Het Hof heeft geoordeeld dat het begrip en route inhoudt dat het schip varende (in beweging) moet zijn op het moment van het lozen. Dat oordeel is, gelet op de in de conclusie van de A-G in het bijzonder onder 9.4, 9.5, 9.11, 9.14 en 9.15 vermelde gronden, juist. Het begrip en route omvat dus ook de situatie waarin een schip uitvaart naar zee met het enkele doel residuen van schadelijke vloeistoffen te lozen.
AnnotatorH.J.A. van Ham
UitspraakECLI:NL:HR:2014:3633
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 14-01-2015
CiteertitelM en R 2015/102
SamenvattingMestvergistingsinstallatie Sterksel; beleidsvrijheid bij verlangen revisievergunning. Voortzetting jurisprudentielijn Wm.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 18 december 2012 heeft het college aan [appellant sub 1] krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo) een omgevingsvergunning eerste fase verleend voor het veranderen of veranderen van de werking van haar inrichting op het perceel [locatie] te [plaats], en daarbij mede een aantal voor de gehele inrichting geldende voorschriften ingetrokken en een aantal voorschriften gesteld.
AnnotatorA. Collignon
UitspraakECLI:NL:RVS:2015:65
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 18-02-2015
CiteertitelM en R 2015/103
SamenvattingBerend Botje moet (misschien) ergens anders varen; ontheffing m.b.t. Groene Glazenmaker onderuit – kanaal al gegraven – herstel in oorspronkelijke toestand?
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 27 juni 2008 heeft de minister aan de provincie Groningen ontheffing verleend van het bepaalde in de artikelen 9, 11 en 13, eerste lid, van de Flora- en faunawet (hierna: de Ffw) voor het vangen, bemachtigen of met het oog daarop opsporen van de libellensoort groene glazenmaker (Aeshna viridis), het beschadigen, vernielen, wegnemen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de groene glazenmaker, en het vervoeren en onder zich hebben van de groene glazenmaker (hierna: de ontheffing).
AnnotatorB. Arentz
UitspraakECLI:NL:RVS:2015:425
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 11-03-2015
CiteertitelM en R 2015/104
SamenvattingVerschil tussen compensatie en mitigatie; samenhang tussen inpassingsplan en mitigerende maatregelen bestaat vanwege voorschriften in de Nbw-vergunning
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 29 juni 2012, nr. G-12-022, hebben provinciale staten het inpassingsplan "Buitenring Parkstad Limburg 2012" (hierna: het inpassingsplan 2012) vastgesteld.
AnnotatorM.M. Kaajan
LinkVolledige tekst annotatie (envir-advocaten.com)
UitspraakECLI:NL:RVS:2015:706
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 15-04-2015
CiteertitelM en R 2015/105
SamenvattingOpstellen passende beoordeling en een plan-MER voor een bestemmingsplan kan achterwege blijven als er reeds een Nbw 1998-vergunning is verleend waarvoor een passende beoordeling is gemaakt, het plan niet meer mogelijk maakt dan waarvan in die passende beoordeling is uitgegaan en er geen sprake is van nieuwe elementen die niet reeds bij de eerder gemaakte passende beoordeling zijn betrokken.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 23 april 2013, met kenmerk C2116335/3391639, heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant (hierna: het college) ten behoeve van de vaststelling van een bestemmingsplan een ontheffing verleend van het in artikel 9.4, eerste lid, aanhef en onder a, van de Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 (hierna: Verordening 2011) vervatte verbod op nieuwvestiging van een intensieve veehouderij voor een bouwblok van maximaal 2,5 ha aan de Molenschut ong. in Leende en daaraan voorschriften verbonden.
AnnotatorM.A.A. Soppe , H. Witbreuk
LinkVolledige tekst annotatie (Soppe Gundelach Witbreuk)
UitspraakECLI:NL:RVS:2015:1161
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 29-04-2015
CiteertitelM en R 2015/106
SamenvattingVoor de toepassing van het Besluit m.e.r. heeft de totale ontwikkeling van het bedrijventerrein Foodpark De Kempkens, die in twee fasen wordt uitgevoerd, te gelden als één samenhangende activiteit. In het bestemmingsplan wordt weliswaar uitsluitend voorzien in fase 1, maar gelet op de totale omvang van het bedrijventerrein had voorafgaande aan de vaststelling van het bestemmingsplan een formele m.e.r.-beoordeling moeten worden verricht. Daarin had niet alleen rekening moet worden gehouden met de in het plan voorziene ontwikkeling van fase 1 van het bedrijventerrein, maar ook met de voorzienbare verdere ontwikkeling van fase 2. De mitigerende maatregelen ter voorkoming van negatieve effecten op de EHS hadden regulering moeten vinden in het bestemmingsplan, bijvoorbeeld door het opnemen van een voorwaardelijke verplichting.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 13 februari 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Foodpark" en het gelijknamige exploitatieplan vastgesteld.
AnnotatorJ. Gundelach , M.A.A. Soppe
LinkVolledige tekst annotatie (Soppe Gundelach Witbreuk)
UitspraakECLI:NL:RVS:2015:1333
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelHvJ EU 29-04-2015, C-148/14, ECLI:EU:C:2015:287
CiteertitelM en R 2015/107
SamenvattingToepassing van de forfaitaire boete zoals geregeld in artikel 16(3) van Richtlijn 2003/87/EG is niet aan de orde indien een exploitant tijdig een hoeveelheid broeikasgasrechten heeft ingeleverd die gelijk is aan het door de verificateur goedgekeurde emissierapport, ook niet indien de bevoegde autoriteit na afloop van de inlevertermijn onjuistheden in de emissierapportage heeft geconstateerd.
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 29 april 2015.#Bundesrepublik Deutschland tegen Nordzucker AG.#Verzoek van het Bundesverwaltungsgericht om een prejudiciele beslissing.#Prejudiciele verwijzing - Milieu - Richtlijn 2003/87/EG - Regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie - Vaststelling van de omvang van de verplichting om emissierechten in te leveren - Sancties - Artikel 16, leden 1 en 3.#Zaak C-148/14.
AnnotatorM.G.W.M. Peeters
UitspraakECLI:EU:C:2015:287
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 10-06-2015
CiteertitelM en R 2015/108
SamenvattingDiscrepantie tussen analoge en digitale versie bestemmingsplan. Bestuurlijk rechtsoordeel
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 11 november 2013 heeft het college de gemeente Arnhem omgevingsvergunning verleend voor het kappen van twintig bomen aan de Johan de Wittlaan en de Kastanjelaan. In dit besluit is voorts vermeld dat voor het kappen van twee bomen in het verlengde van de Kastanjelaan (hierna: de twee bomen) geen omgevingsvergunning is vereist.
AnnotatorF.C.S. Warendorf
UitspraakECLI:NL:RVS:2015:1803
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 29-04-2015
CiteertitelM en R 2015/109
SamenvattingBrandveiligheid; handhaving kapstokbepaling uit Bouwbesluit
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 19 september 2012 heeft het college het verzoek van FrisLeek om handhavend op te treden met betrekking tot de brandveiligheid van loods 5 van [vergunninghouder] aan het [locatie] te Leek (hierna: het perceel), afgewezen.
AnnotatorB. Arentz
UitspraakECLI:NL:RVS:2015:1355
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 17-06-2015
CiteertitelM en R 2015/110
SamenvattingToepassing spoedeisende bestuursdwang wegens hoarding (verzamelzucht); handhaving Bouwbesluit
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 17 januari 2013 heeft het college zijn beslissing om op 10, 11 en 14 januari 2013 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het handelen in strijd met de voorschriften uit het Bouwbesluit 2012 op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat de met de toepassing van de spoedeisende bestuursdwang gepaard gaande kosten op [appellante] zullen worden verhaald.
AnnotatorB. Arentz
UitspraakECLI:NL:RVS:2015:1873
Artikel aanvragenVia Praktizijn