Tijdschrift voor Bouwrecht

Uitgever Instituut voor Bouwrecht
Tijdschrift Tijdschrift voor Bouwrecht
Datum 11-09-2015
Aflevering 9
RubriekArtikelen
TitelVijf jaar relativiteit. Een overzicht van de toepassing van het bestuursrechtelijke relativiteitsvereiste door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
CiteertitelTBR 2015/140
SamenvattingIn deze bijdrage geeft auteur een overzicht van de toepassing en uitwerking van het bestuursrechtelijke relativiteitsvereiste in de rechtspraak. Een beperking is aangebracht door alleen uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State hierbij te betrekken.
Auteur(s)B.J.P. Stramrood
LinkVolledige tekst artikel (houthoff.com)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelTendensen in de civiele rechtspraak van belang voor het bouwrecht
CiteertitelTBR 2015/141
SamenvattingIn deze bijdrage wordt een dertigtal uitspraken behandeld die gewezen zijn door de civiele rechter in de periode 1 januari 2014 - 1 juni 2015 en richtinggevend zijn voor de ontwikkeling van het bouwrecht. In paragraaf 2 bespreekt auteur uitspraken over de totstandkoming van de overeenkomst, waaronder het leerstuk betreffende schadevergoeding bij afgebroken onderhandelingen en de toepasselijkheid van algemene voorwaarden. Paragraaf 3 bevat uitspraken waarin wordt geoordeeld over een beroep op wijziging van de overeenkomst als gevolg van onvoorziene omstandigheden. Daarna komen uitspraken omtrent de reikwijdte van de waarschuwingsplicht van de aannemer die voortvloeit uit artikel 7:754 BW aan bod en een enkele uitspraak die ziet op de specifieke waarschuwingsplicht van de aannemer bij meerwerk. In paragraaf 5 gaat auteur in op een tweetal uitspraken over het uitoefenen van de (onder)aannemer van een retentierecht in de bouwpraktijk. Voor de bouwpraktijk relevante algemeen contractenrechtelijke uitspraken over de klachtplicht, samenhangende rechtsverhoudingen en samenloop van verjaringsregels komen in paragraaf 6 aan de orde. Ten slotte worden uitspraken over de aansprakelijkheid voor hulppersonen en de reikwijdte van de zorgverplichting van de architect worden besproken.
Auteur(s)S. van Gulijk
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelDe niet-gerechtvaardigde buitengerechtelijke beëindiging van de overeenkomst tot aanneming van werk
CiteertitelTBR 2015/142
SamenvattingIn het decembernummer 2010 van het Tijdschrift voor Bouwrecht verscheen mijn artikel over de beëindiging van de overeenkomst van aanneming van werk, en in het juninummer 2013 mijn annotatie bij het scheidsrechtelijk vonnis in appèl van de Raad van Arbitrage voor de Bouw (RvA) over de beëindiging van het werk in onvoltooide staat. In deze publicaties, vooral bedoeld als praktische leidraad, komen verschillende beëindigingswijzen van de aannemingsovereenkomst aan de orde met de daarbij behorende afrekeningsmethodieken. De gevolgen van een niet-gerechtvaardigde beëindiging van de aannemingsovereenkomst zijn aldaar slechts summier behandeld. Het onderwerp verdient het echter om in een afzonderlijk artikel te worden besproken, gezien ook de relevantie ervan voor de rechtspraktijk. Waar in dit artikel wordt gesproken over de beëindiging van de aannemingsovereenkomst wordt gedoeld op de buitengerechtelijke beëindiging daarvan. Art. 7:756 BW en art 6:267 lid 2 BW - de ontbinding door een rechter of arbiter- vallen buiten de scope van dit artikel. Het is goed om zich voorafgaand aan de beëindiging van een aannemingsovereenkomst bewust te zijn van de gevolgen indien achteraf blijkt dat de beëindiging in rechte geen stand houdt. Die gevolgen betreffen: afwijzing van de vordering (tot betaling van openstaande posten, tot schadevergoeding, tot het verlenen van een machtiging ex art. 3:299 BW of een verklaring voor recht), toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een verbintenis, schuldeisersverzuim, ‘conversie’ van ontbinding in een opzegging of beëindiging van het werk in onvoltooide staat, en toepassing van de leer van het mindere in het meerdere. Deze gevolgen worden mede besproken aan de hand van die jurisprudentie van de overheidsrechter en de RvA.
Auteur(s)P. Vermeij
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelDe instaprechten van financiers bij projectgebonden publiek private samenwerking
CiteertitelTBR 2015/143
SamenvattingPubliek private samenwerking (PPS) op basis van een DBFM(O) overeenkomst heeft inmiddels vaste voet aan de grond gekregen in de Nederlandse vastgoedpraktijk. Dergelijke projecten worden grotendeels gefinancierd met vreemd vermogen. Maar wat als blijkt dat het project veel meer kost of minder oplevert dan voorzien? De banken hebben honderden miljoenen euro's uitgeleend aan de opdrachtnemer met nauwelijks andere zekerheden dan de kasstroom van het project zelf. Zij rekenen op hun recht om in noodgevallen in het project in te grijpen, door middel van herstructurering of vervanging van de bestaande opdrachtnemer. Ervaring met zulke maatregelen in Nederland is er niet of nauwelijks en literatuur hierover is schaars. De Europese Commissie heeft de vraag gesteld of de financiers gezien het aanbestedingsrecht de opdrachtnemer wel mogen vervangen. In sommige jurisdicties, zoals Slowakije, is het zelfs verboden om een overeenkomst zonder nieuwe aanbesteding over te dragen aan een vervangende opdrachtnemer. Staat het Nederlandse aanbestedingsrecht zulke maatregelen toe? Wat zijn de gevolgen als het aanbestedingsrecht roet in het eten gooit? Vragen die aanleiding geven tot nader onderzoek.
Auteur(s)D.J.L. van Ee
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelKroniek van het Europese Aanbestedingsrecht
CiteertitelTBR 2015/144
SamenvattingDeze kroniek vat een aantal belangrijke uitspraken samen die door het Europese Hof van Justitie (Hof) zijn gewezen op het gebied van het aanbestedingsrecht in de tweede helft van 2014 en de eerste helft van 2015. Met aandacht voor:

1. HvJ EU 11 september 2014, C-19/13 (Fastweb II)
2. HvJ EU 22 oktober 2014, C-429/13 P (Spanje/Commissie)
3. HvJ EU 6 november 2014, C-42/13 (Cartiera dell’Adda)
4. HvJ EU 11 december 2014, C-113/13 (Azienda sanitaria locale)
5. HvJ EU 11 december 2014, C-440/13 (Croce Amica One)
6. HvJ EU 18 december 2014, C-568/13 (Data Medical Service)
7. HvJ EU 18 december 2014, C-470/13 (Generali-Providencia Biztosító)
8. HvJ EU 22 januari 2015, C-463/13 (Stanley International Betting en Stanleybet
9. HvJ EU 12 maart 2015, C-538/13 (eVigilo)
10. HvJ EU 26 maart 2015, C-601/13 (Ambisig)
11. HvJ EU 16 april 2015, C-278/14 (Enterprise Focused Solutions)
Auteur(s)D.C. Orobio de Castro , E. Verweij , I.A.F. Hendriksen
LinkVolledige tekst artikel (Stibbe)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekActualiteiten
TitelOver proportionaliteit en ‘bagatelopdrachten’
CiteertitelTBR 2015/145
SamenvattingEr vindt binnen de rijksoverheid momenteel een ouderwets spelletje ‘armpje drukken’ plaats. Wat is nu de juiste bagatelgrens voor het enkelvoudig (één-op-één) mogen verstrekken van overheidsopdrachten? De Minister van Wonen en Rijksdienst stelde hiervoor in zijn Circulaire van 17 december 2014 een bovengrens van € 50.000 vast. Opdrachten met een geraamde waarde van minder dan € 50.000 merkt de minister - in navolging van de opstellers van de Gids Proportionaliteit - aan als ‘kleine opdrachten voor leveringen en diensten’.
Anderen stellen dat een bedrag van € 25.000 al meer dan genoeg is. Opdrachten die één-op-één worden verstrekt met een geraamde waarde boven de € 25.000 waarvoor geen meervoudig onderhandse procedure is toegepast, zouden volgens dat standpunt in strijd zijn met de doelstellingen van de wet en derhalve als onrechtmatig moeten worden aangemerkt. Zij baseren dit oordeel op het feit dat de rijksdienst in het verleden vaak een grens toepaste van € 25.000 en op een schemaatje in de Gids Proportionaliteit.
Er bestaat dus een verschil tussen de tekst en een plaatje in de Gids. Waar ligt nu de waarheid? Dat is de vraag die voorligt.
Auteur(s)H.D. van Romburgh
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Ruimtelijke ordeningsrecht
TitelRaad van State 03-06-2015
CiteertitelTBR 2015/146
SamenvattingRechtstreeks werkende regels ruimtelijke verordening Noord-Holland
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 12 november 2013 heeft het college geweigerd [appellant] omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een windturbine op het perceel [locatie] te Sint Maartensvlotbrug (hierna: het perceel).
AnnotatorD. Korsse
UitspraakECLI:NL:RVS:2015:1730
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Ruimtelijke ordeningsrecht
TitelRaad van State 03-06-2015
CiteertitelTBR 2015/147
SamenvattingBestemmingsplan Molenwaard
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 13 mei 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "De Vesting" vastgesteld.
AnnotatorH.J. de Vries
UitspraakECLI:NL:RVS:2015:1767
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Ruimtelijke ordeningsrecht
TitelRaad van State 03-12-2014
CiteertitelTBR 2015/148
SamenvattingBestemmingsplan Gorinchem
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 13 februari 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "Haarwijk-Noord" gewijzigd vastgesteld.
AnnotatorH.J. de Vries
UitspraakECLI:NL:RVS:2014:4411
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Ruimtelijke ordeningsrecht
TitelRaad van State 10-06-2015
CiteertitelTBR 2015/149
SamenvattingBestemmingsplan Gorinchem
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 13 februari 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "Haarwijk-Noord" gewijzigd vastgesteld.
AnnotatorH.J. de Vries
UitspraakECLI:NL:RVS:2015:1827
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Ruimtelijke ordeningsrecht
TitelRaad van State 12-08-2015
CiteertitelTBR 2015/150
SamenvattingBestemmingsplan Buren
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 25 juni 2013, kenmerk RV/13/00325, heeft de raad het bestemmingsplan "Kernen Buren" vastgesteld.
AnnotatorH.J. de Vries
UitspraakECLI:NL:RVS:2015:2564
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Ruimtelijke ordeningsrecht
TitelRaad van State 15-07-2015
CiteertitelTBR 2015/151
SamenvattingBestemmingswijziging Son en Breugel
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 1 juli 2014 heeft het college het wijzigingsplan "Buitengebied, Ockhuizenweg 3-5" vastgesteld.
AnnotatorJ.A. Mohuddy
LinkVolledige tekst annotatie (AKD)
UitspraakECLI:NL:RVS:2015:2210
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Ruimtelijke ordeningsrecht
TitelRaad van State 05-08-2015
CiteertitelTBR 2015/152
SamenvattingNieuwe stedelijke ontwikkeling De Bilt
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 30 oktober 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "Prinsenlaan 80 Groenekan 2014" vastgesteld.
AnnotatorJ.A. Mohuddy
UitspraakECLI:NL:RVS:2015:2517
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Grondbeleid
TitelGerechtshof Arnhem-Leeuwarden 13-01-2015
CiteertitelTBR 2015/153
Samenvatting (Bron)Erfpachtvoorwaarden Staatsbosbeheer. Herziening canon. Vernietiging procedure van bindend advies voor canonherziening. Canonherziening bij overdracht niet mogelijk, althans geen redelijke voorwaarde bij overdracht.
AnnotatorW.J.E. van der Werf
LinkVolledige tekst rapport (Van der Feltz advocaten)
UitspraakECLI:NL:GHARL:2015:108
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Overig privaatrecht
TitelHoge Raad 21-11-2014
CiteertitelTBR 2015/154
SamenvattingDSB Bank - AFM
Samenvatting (Bron)Onrechtmatige daad. Wet financieel toezicht. Deconfiture DSB Bank; AFM aansprakelijk wegens tekortschieten als toezichthouder? Stelsel (financieel) gedragstoezicht, beleids- en beoordelingsvrijheid toezichthouder bij uitoefening wettelijke bevoegdheden, marginale toetsing (HR 13 oktober 2006, ECLI:NL:HR:2006:AW2077, NJ 2008/527). Toezicht mede ter bescherming vermogensbelang (toekomstige) cliënten tegen gevaar van deconfiture, toezichthoudersdilemma. Informatievoorziening DSB met betrekking tot depositos met achterstelling, ernst overtreding art. 4:19 en 4:20 Wft.
AnnotatorH.C.W.M. Moesker
UitspraakECLI:NL:HR:2014:3349
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie - Overig privaatrecht
TitelHoge Raad 13-03-2015
CiteertitelTBR 2015/155
SamenvattingAansprakelijkheid toetredend vennoot
Samenvatting (Bron)Vennootschapsrecht. Commanditaire vennootschap. Aansprakelijkheid beherend vennoot voor schulden die zijn ontstaan voor diens aantreden? Art. 19 en 18 WvK. Verschil met maatschap. Ontstaansmoment premieschuld jegens Pensioenfonds, art. 3 en 4 Wet verplichte deelneming in een Bedrijfstakpensioenfonds 2000.
AnnotatorK.H.M. de Roo
UitspraakECLI:NL:HR:2015:588
Artikel aanvragenVia Praktizijn