Titel | Hoge Raad 21-02-2014 |
---|---|
Citeertitel | JBPr 2015/27 |
Samenvatting | Afstand pandrecht door pandgever |
Samenvatting (Bron) | (Stil) pandrecht op vordering. Overgang van schuldeisersbevoegdheden na vestiging beperkt recht; wettelijke regeling. Bevoegdheid pandhouder tot inning en opzegging van vordering na mededeling , art. 3:246 lid 1 en 2 BW. Bevoegdheid pandgever tot kwijtschelding, art. 6:160 BW, verschil met recht van vruchtgebruik op vordering, art. 3:210 BW en blokkerende werking beslag, art. 475h Rv, keuze van de wetgever. |
Annotator | L.P. Broekveldt |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2014:415 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Hoge Raad 11-01-2013 |
---|---|
Citeertitel | JBPr 2015/28 |
Samenvatting | Dagvaarding verkeerde procespartij, Niet langer bestaande rechtspersoon als voortzettende procespartij |
Samenvatting (Bron) | Procesrecht. Verkeerde partij gedagvaard; voldoende belang bij inhoudelijke beoordeling vordering? Uitlatingen in de procedure namens de partij die gedagvaard had moeten worden; opgewekt vertrouwen. Voortzetting procedure tegen rechtspersoon na ontbinding en vereffening; art. 2:19, 23c BW. |
Annotator | H.W. Wiersma |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2013:BX9762 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Hoge Raad 30-01-2015 |
---|---|
Citeertitel | JBPr 2015/29 |
Samenvatting | Onteigening, Gedwongen tussenkomst |
Samenvatting (Bron) | 13/05265 Onteigening. Incident tot tussenkomst; art. 3 Ow. Cassatieberoep tegen vonnis in incident waarin tussenkomst is afgewezen. Beoordeling ontvankelijkheid; HR 24 juni 1992, ECLI:NL:HR:1992:AD1703, NJ 1993/548 (Ogenia). Beroep op exceptio plurium litis consortium. Hoge Raad ziet aanleiding om niet in cassatie gedagvaarde partijen alsnog te doen oproepen op de voet van art. 118 Rv. Eindvonnis waarbij vervroegde onteigening is uitgesproken heeft nog geen kracht van gewijsde. Samenhang met 13/05839. 13/05839 Onteigening. Incident tot tussenkomst; art. 3 Ow. Cassatieberoep tegen afwijzing gevorderde tussenkomst. Beroep op exceptio plurium litis consortium. Hoge Raad ziet aanleiding om niet in cassatie gedagvaarde partijen alsnog te doen oproepen op de voet van art. 118 Rv. Eindvonnis waarbij vervroegde onteigening is uitgesproken heeft nog geen kracht van gewijsde. Samenhang met 13/05265. |
Annotator | M.O.J. de Folter |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2015:183 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Hoge Raad 20-02-2015 |
---|---|
Citeertitel | JBPr 2015/30 |
Samenvatting | Dwangsom: wanneer is sprake van onmogelijkheid om aan een veroordeling te voldoen waaraan een dwangsom is verbonden |
Samenvatting (Bron) | Dwangsom. Vordering tot opheffing dwangsom, art. 611d Rv. Nakoming veroordeling onmogelijk? Heeft veroordeelde redelijkerwijze al het mogelijke gedaan om aan hoofdveroordeling te voldoen? (BenGH 29 april 2008, zaak A 2006/5/12, ECLI:NL:XX:2008:BD4245, NJ 2008/309) Ambtshalve bijgebrachte mogelijkheden? Begrijpelijkheid uitleg veroordeling. |
Annotator | A.W. Jongbloed |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2015:396 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Hoge Raad 13-02-2015 |
---|---|
Citeertitel | JBPr 2015/31 |
Samenvatting | Bewijsaanbod, Getuigenbewijs, Schriftelijke verklaringen, Partijdeskundige |
Samenvatting (Bron) | Procesrecht; erfrecht. Testament erflater nietig omdat het onder invloed geestelijke stoornis is opgemaakt (art. 3:34 BW)? Bewijsaanbod ten onrechte afgewezen; art. 166 Rv. |
Annotator | P.M. Vos |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2015:311 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Hoge Raad 13-02-2015 |
---|---|
Citeertitel | JBPr 2015/32 |
Samenvatting | Misbruik van procesrecht, Processuele rechtsverwerking, Afstand van processuele rechten |
Samenvatting (Bron) | Arbeidsrecht. Wettelijke rente over wettelijke verhoging toewijsbaar nadat bij eerdere uitspraak op de voet van art. 7:625 BW lid 1 BW de wettelijke verhoging zonder rente is toegewezen? Misbruik van procesrecht, afstand van recht, rechtsverwerking? Matigingsbevoegdheid rechter; mogelijkheid om verhoging toe te wijzen onder voorwaarde dat werknemer niet alsnog aanspraak maakt op vergoeding wettelijke rente over periode tot aan beslissing over de verhoging. |
Annotator | J.G.A. Linssen |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2015:304 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Hoge Raad 27-03-2015 |
---|---|
Citeertitel | JBPr 2015/33 |
Samenvatting | Uitleg memorie van grieven, Ambtshalve taak van de rechter |
Samenvatting (Bron) | Personen- en familierecht. Verdeling algehele gemeenschap van goederen. Verdeling van een gemeenschapsgoed (art. 3:178 BW). Verdeling van een overgeslagen goed (art. 3:179 lid 2 BW). Verjaring. |
Annotator | G.C.C. Lewin |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2015:762 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Hoge Raad 27-03-2015 |
---|---|
Citeertitel | JBPr 2015/34 |
Samenvatting | Bewijskracht strafrechtelijk vonnis in civiele procedure, Verklaring voor recht, Voldoende (proces)belang, “Omgaan” door Hoge Raad |
Samenvatting (Bron) | Procesrecht, bewijsrecht. Belang bij verklaring voor recht dat aansprakelijkheid bestaat voor schade, zonder (daaraan gekoppelde) vordering tot schadevergoeding. HR 30 maart 1951, NJ 1952/29. Bewijskracht vonnis strafrechter waarin beroep op noodweer is aanvaard (art. 350 Sv); waardering bewijs (art. 152 lid 2 Rv); dwingende bewijskracht (art. 161 Rv)? |
Annotator | D.F.H. Stein , J. Truijens Martinez |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2015:760 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Hoge Raad 03-04-2015 |
---|---|
Citeertitel | JBPr 2015/35 |
Samenvatting | Executiegeding, Verjaring van bestuursrechtelijke dwangsommen, Stuiting, Een invorderingsbeschikking ex art. 5:37 Awb stuit de verjaring niet, De erkenning van de verschuldigdheid van verbeurde dwangsommen stuit de verjaring in casu evenmin |
Samenvatting (Bron) | Bestuursrechtelijke geldschuld; last onder dwangsom; verjaring van verbeurde dwangsommen (art. 5:35 Awb). Stuiting van verjaring (art. 4:105 Awb en 4:106 Awb); aanmaning en invorderingsbeschikking door bestuursorgaan (art. 4:112 en 5:37 lid 1 Awb). ABRvS 24 december 2013, ECLI:NL:RVS:2013:2626. Erkenning geldschuld (4:105 lid 2 Awb). |
Annotator | C.N.J. Kortmann |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2015:817 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Hoge Raad 10-04-2015 |
---|---|
Citeertitel | JBPr 2015/36 |
Samenvatting | Herstel rechtsdagfout / foutieve verschijndag, Verzuim inschrijving, Tijdig hoger beroep |
Samenvatting (Bron) | Procesrecht. Dagvaarding tegen foutieve verschijndag; herstelexploot niet tijdig aangebracht; herstel mogelijk door tweede herstelexploot dat vóór oorspronkelijk aangezegde foutieve verschijndag is uitgebracht? Art. 125 Rv (HR 11 november 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT7203, NJ 2011/528). Geldigheid herstelexploot (HR 22 december 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1934, NJ 1996/314). Bevoegdheid wederpartij om te anticiperen, art. 126 Rv. |
Annotator | H.T. Verhaar |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2015:927 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Hoge Raad 17-04-2015 |
---|---|
Citeertitel | JBPr 2015/37 |
Samenvatting | Onverbindendheid van in procesreglementen opgenomen beperkingen m.b.t. het indienen van processtukken per fax |
Samenvatting (Bron) | Procesrecht. Pilotreglement civiele dagvaardingszaken Hof s-Hertogenbosch. Bezwaar tegen akte niet-dienen. Hof weigert per fax ingediende memorie van grieven op grond van art. 2.1 pilotreglement. Indiening processtukken per fax, vaste rechtspraak sedert HR 27 november 1992, ECLI:NL:HR1992:ZC0778, NJ 1993/569. Inhoud en strekking van art. 33 Rv en van Wet afschaffing procuraat en invoering elektronisch berichtenverkeer. Art. 2.1 pilotreglement en art. 2.1 Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de hoven onverbindend. |
Annotator | H.W. Wiersma |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2015:1078 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 13-02-2015 |
---|---|
Citeertitel | JBPr 2015/38 |
Samenvatting | Beslag- en executierecht |
Samenvatting (Bron) | Verzoek ex artikel 474g Rv (executoriale verkoop aandelen). De voorliggende notariële akte van huurkoop levert een executoriale titel op (artikel 430 lid 1 Rv). Toetsing aan HR 26 juni 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0646. Ruimte voor beoordeling materiele verweren. Met name in het kader van de vraag of misbruik wordt gemaakt van de executiebevoegdheid (HR 22 april 1983, LJN AG4575, Ritzen/Hoekstra). Hof richt zich als executierechter op oordeel bodemrechter. In casu onduidelijk of een vordering resteert. Misbruik omdat huurkoop uit het grotere geheel van rechtsverhoudingen wordt geïsoleerd. |
Annotator | A. Steneker |
Uitspraak | ECLI:NL:GHARL:2015:1001 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Gerechtshof 's-Hertogenbosch 27-01-2015 |
---|---|
Citeertitel | JBPr 2015/39 |
Samenvatting | Geen schorsing na turbo-liquidatie van een procespartij en geen bestaanseinde van die procespartij |
Samenvatting (Bron) | Verzoek schorsing wegens ontbinding vennootschap afgewezen. Geen analoge toepassing artikel 225 Rv. Procedure wordt voortgezet met ontbonden vennootschap als partij. |
Annotator | H.W. Wiersma |
Uitspraak | ECLI:NL:GHSHE:2015:207 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Gerechtshof 's-Hertogenbosch 10-03-2015 |
---|---|
Citeertitel | JBPr 2015/40 |
Samenvatting | Verstek, Schorsing, Kwalificatie uitspraak, Verzet, Griffierechten, Zuivering van verstek, Verkeerd rechtsmiddel, Vervallenverklaring, hoor en wederhoor, Nietige proceshandeling, Advocaat van tableau verwijderen, Buitengewoon rechtsmiddel, herroeping |
Samenvatting (Bron) | Procesrecht; verzet; gesloten stelsel van rechtsmiddelen; wisselbepaling; artikel 340 Rv; conversie van het ene rechtsmiddel in het andere; vervallen verklaren van arrest; nietigheid van tijdens schorsing gewezen vonnis of arrest. Opposanten hebben verzet gedaan van arresten van het hof. Het hof stelt in het verzet vast dat het abusievelijk verstekarresten heeft gewezen nadat namens opposanten hun toenmalige raadsman alsnog het griffierecht had voldaan. Van de arresten staat dientengevolge geen verzet open, maar alleen beroep in cassatie. Daarnaast zijn de arresten gewezen terwijl de toenmalige advocaat van opposanten zijn hoedanigheid van advocaat had verloren. Het hof bespreekt en verwerpt achtereenvolgens de stellingen van opposanten dat zij ontvankelijk zijn in het verzet, dat het hof zijn arresten vervallen dient te verklaren en dat de arresten van het hof nietig zijn. Volgt niet-ontvankelijkverklaring in het verzet. Het verzoek het betaalde griffierecht in het verzet aan opposanten te restitueren is reeds daarom niet toewijsbaar, dat de WGBZ in een eigen regeling voorziet. |
Annotator | G. van Rijssen , J.W. Westenberg |
Uitspraak | ECLI:NL:GHSHE:2015:827 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Rechtbank Amsterdam 09-09-2014 |
---|---|
Citeertitel | JBPr 2015/41 |
Samenvatting | Vordering op vreemde Staat, Derdenbeslag, Aanzegging, Ministerie van V&J, Deurwaarderskortgeding, Immuniteit van executie, Goederen bestemd voor de publieke dienst, Actio iure gestionis, Oproepen vreemde Staat |
Samenvatting (Bron) | Deurwaarderskortgeding. Een Amerikaanse onderneming legt ten laste van de Staat Irak executoriaal beslag onder een aantal Nederlandse ondernemingen. De deurwaarder maakt melding van het beslag aan de Minister van Veiligheid en Justitie. Die zegt de deurwaarder aan dat de beslagen zijn gelegd in strijd met volkenrechtelijke verplichtingen van Nederland en moeten worden opgeheven. De beslaglegger weigert de beslagen op te heffen. De deurwaarder start een kort geding. Onderzocht wordt of Irak afstand heeft gedaan van immuniteit van executie en wat de bestemming van de beslagen vorderingen is; commercieel of publiek. De feiten om dat te kunnen beoordelen liggen in het domein van de Staat Irak, die zich in stilzwijgen hult. Dat stilzwijgen dient niet in zijn voordeel te werken. De gevolgen van de aanzegging van de Minister worden geschorst totdat in een door Irak en/of Nederland aanhangig te maken bodemprocedure wordt beslist dat de schorsing ongedaan moet wordt gemaakt. |
Annotator | J.W. Westenberg |
Uitspraak | ECLI:NL:RBAMS:2014:6028 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Rechtbank Midden-Nederland 28-01-2015 |
---|---|
Citeertitel | JBPr 2015/42 |
Samenvatting | Eis in reconventie en gedwongen tussenkomst |
Samenvatting (Bron) | Procespositie van iemand die op grond van artikel 118 Rv in het geding is opgeroepen; kan geen eis in reconventie instellen. |
Annotator | M.O.J. de Folter |
Uitspraak | ECLI:NL:RBMNE:2015:442 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |