Jurisprudentie Burgerlijk Procesrecht

Uitgever Sdu
Tijdschrift Jurisprudentie Burgerlijk Procesrecht
Datum 28-09-2015
Aflevering 3
TitelHoge Raad 21-02-2014
CiteertitelJBPr 2015/27
SamenvattingAfstand pandrecht door pandgever
Samenvatting (Bron)(Stil) pandrecht op vordering. Overgang van schuldeisersbevoegdheden na vestiging beperkt recht; wettelijke regeling. Bevoegdheid pandhouder tot inning en opzegging van vordering na mededeling , art. 3:246 lid 1 en 2 BW. Bevoegdheid pandgever tot kwijtschelding, art. 6:160 BW, verschil met recht van vruchtgebruik op vordering, art. 3:210 BW en blokkerende werking beslag, art. 475h Rv, keuze van de wetgever.
AnnotatorL.P. Broekveldt
UitspraakECLI:NL:HR:2014:415
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad 11-01-2013
CiteertitelJBPr 2015/28
SamenvattingDagvaarding verkeerde procespartij, Niet langer bestaande rechtspersoon als voortzettende procespartij
Samenvatting (Bron)Procesrecht. Verkeerde partij gedagvaard; voldoende belang bij inhoudelijke beoordeling vordering? Uitlatingen in de procedure namens de partij die gedagvaard had moeten worden; opgewekt vertrouwen. Voortzetting procedure tegen rechtspersoon na ontbinding en vereffening; art. 2:19, 23c BW.
AnnotatorH.W. Wiersma
UitspraakECLI:NL:HR:2013:BX9762
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad 30-01-2015
CiteertitelJBPr 2015/29
SamenvattingOnteigening, Gedwongen tussenkomst
Samenvatting (Bron)13/05265 Onteigening. Incident tot tussenkomst; art. 3 Ow. Cassatieberoep tegen vonnis in incident waarin tussenkomst is afgewezen. Beoordeling ontvankelijkheid; HR 24 juni 1992, ECLI:NL:HR:1992:AD1703, NJ 1993/548 (Ogenia). Beroep op exceptio plurium litis consortium. Hoge Raad ziet aanleiding om niet in cassatie gedagvaarde partijen alsnog te doen oproepen op de voet van art. 118 Rv. Eindvonnis waarbij vervroegde onteigening is uitgesproken heeft nog geen kracht van gewijsde. Samenhang met 13/05839. 13/05839 Onteigening. Incident tot tussenkomst; art. 3 Ow. Cassatieberoep tegen afwijzing gevorderde tussenkomst. Beroep op exceptio plurium litis consortium. Hoge Raad ziet aanleiding om niet in cassatie gedagvaarde partijen alsnog te doen oproepen op de voet van art. 118 Rv. Eindvonnis waarbij vervroegde onteigening is uitgesproken heeft nog geen kracht van gewijsde. Samenhang met 13/05265.
AnnotatorM.O.J. de Folter
UitspraakECLI:NL:HR:2015:183
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad 20-02-2015
CiteertitelJBPr 2015/30
SamenvattingDwangsom: wanneer is sprake van onmogelijkheid om aan een veroordeling te voldoen waaraan een dwangsom is verbonden
Samenvatting (Bron)Dwangsom. Vordering tot opheffing dwangsom, art. 611d Rv. Nakoming veroordeling onmogelijk? Heeft veroordeelde redelijkerwijze al het mogelijke gedaan om aan hoofdveroordeling te voldoen? (BenGH 29 april 2008, zaak A 2006/5/12, ECLI:NL:XX:2008:BD4245, NJ 2008/309) Ambtshalve bijgebrachte mogelijkheden? Begrijpelijkheid uitleg veroordeling.
AnnotatorA.W. Jongbloed
UitspraakECLI:NL:HR:2015:396
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad 13-02-2015
CiteertitelJBPr 2015/31
SamenvattingBewijsaanbod, Getuigenbewijs, Schriftelijke verklaringen, Partijdeskundige
Samenvatting (Bron)Procesrecht; erfrecht. Testament erflater nietig omdat het onder invloed geestelijke stoornis is opgemaakt (art. 3:34 BW)? Bewijsaanbod ten onrechte afgewezen; art. 166 Rv.
AnnotatorP.M. Vos
UitspraakECLI:NL:HR:2015:311
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad 13-02-2015
CiteertitelJBPr 2015/32
SamenvattingMisbruik van procesrecht, Processuele rechtsverwerking, Afstand van processuele rechten
Samenvatting (Bron)Arbeidsrecht. Wettelijke rente over wettelijke verhoging toewijsbaar nadat bij eerdere uitspraak op de voet van art. 7:625 BW lid 1 BW de wettelijke verhoging zonder rente is toegewezen? Misbruik van procesrecht, afstand van recht, rechtsverwerking? Matigingsbevoegdheid rechter; mogelijkheid om verhoging toe te wijzen onder voorwaarde dat werknemer niet alsnog aanspraak maakt op vergoeding wettelijke rente over periode tot aan beslissing over de verhoging.
AnnotatorJ.G.A. Linssen
UitspraakECLI:NL:HR:2015:304
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad 27-03-2015
CiteertitelJBPr 2015/33
SamenvattingUitleg memorie van grieven, Ambtshalve taak van de rechter
Samenvatting (Bron)Personen- en familierecht. Verdeling algehele gemeenschap van goederen. Verdeling van een gemeenschapsgoed (art. 3:178 BW). Verdeling van een overgeslagen goed (art. 3:179 lid 2 BW). Verjaring.
AnnotatorG.C.C. Lewin
UitspraakECLI:NL:HR:2015:762
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad 27-03-2015
CiteertitelJBPr 2015/34
SamenvattingBewijskracht strafrechtelijk vonnis in civiele procedure, Verklaring voor recht, Voldoende (proces)belang, “Omgaan” door Hoge Raad
Samenvatting (Bron)Procesrecht, bewijsrecht. Belang bij verklaring voor recht dat aansprakelijkheid bestaat voor schade, zonder (daaraan gekoppelde) vordering tot schadevergoeding. HR 30 maart 1951, NJ 1952/29. Bewijskracht vonnis strafrechter waarin beroep op noodweer is aanvaard (art. 350 Sv); waardering bewijs (art. 152 lid 2 Rv); dwingende bewijskracht (art. 161 Rv)?
AnnotatorD.F.H. Stein , J. Truijens Martinez
UitspraakECLI:NL:HR:2015:760
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad 03-04-2015
CiteertitelJBPr 2015/35
SamenvattingExecutiegeding, Verjaring van bestuursrechtelijke dwangsommen, Stuiting, Een invorderingsbeschikking ex art. 5:37 Awb stuit de verjaring niet, De erkenning van de verschuldigdheid van verbeurde dwangsommen stuit de verjaring in casu evenmin
Samenvatting (Bron)Bestuursrechtelijke geldschuld; last onder dwangsom; verjaring van verbeurde dwangsommen (art. 5:35 Awb). Stuiting van verjaring (art. 4:105 Awb en 4:106 Awb); aanmaning en invorderingsbeschikking door bestuursorgaan (art. 4:112 en 5:37 lid 1 Awb). ABRvS 24 december 2013, ECLI:NL:RVS:2013:2626. Erkenning geldschuld (4:105 lid 2 Awb).
AnnotatorC.N.J. Kortmann
UitspraakECLI:NL:HR:2015:817
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad 10-04-2015
CiteertitelJBPr 2015/36
SamenvattingHerstel rechtsdagfout / foutieve verschijndag, Verzuim inschrijving, Tijdig hoger beroep
Samenvatting (Bron)Procesrecht. Dagvaarding tegen foutieve verschijndag; herstelexploot niet tijdig aangebracht; herstel mogelijk door tweede herstelexploot dat vóór oorspronkelijk aangezegde foutieve verschijndag is uitgebracht? Art. 125 Rv (HR 11 november 2011, ECLI:NL:HR:2011:BT7203, NJ 2011/528). Geldigheid herstelexploot (HR 22 december 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1934, NJ 1996/314). Bevoegdheid wederpartij om te anticiperen, art. 126 Rv.
AnnotatorH.T. Verhaar
UitspraakECLI:NL:HR:2015:927
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad 17-04-2015
CiteertitelJBPr 2015/37
SamenvattingOnverbindendheid van in procesreglementen opgenomen beperkingen m.b.t. het indienen van processtukken per fax
Samenvatting (Bron)Procesrecht. Pilotreglement civiele dagvaardingszaken Hof s-Hertogenbosch. Bezwaar tegen akte niet-dienen. Hof weigert per fax ingediende memorie van grieven op grond van art. 2.1 pilotreglement. Indiening processtukken per fax, vaste rechtspraak sedert HR 27 november 1992, ECLI:NL:HR1992:ZC0778, NJ 1993/569. Inhoud en strekking van art. 33 Rv en van Wet afschaffing procuraat en invoering elektronisch berichtenverkeer. Art. 2.1 pilotreglement en art. 2.1 Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de hoven onverbindend.
AnnotatorH.W. Wiersma
UitspraakECLI:NL:HR:2015:1078
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelGerechtshof Arnhem-Leeuwarden 13-02-2015
CiteertitelJBPr 2015/38
SamenvattingBeslag- en executierecht
Samenvatting (Bron)Verzoek ex artikel 474g Rv (executoriale verkoop aandelen). De voorliggende notariële akte van huurkoop levert een executoriale titel op (artikel 430 lid 1 Rv). Toetsing aan HR 26 juni 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0646. Ruimte voor beoordeling materiele verweren. Met name in het kader van de vraag of misbruik wordt gemaakt van de executiebevoegdheid (HR 22 april 1983, LJN AG4575, Ritzen/Hoekstra). Hof richt zich als executierechter op oordeel bodemrechter. In casu onduidelijk of een vordering resteert. Misbruik omdat huurkoop uit het grotere geheel van rechtsverhoudingen wordt geïsoleerd.
AnnotatorA. Steneker
UitspraakECLI:NL:GHARL:2015:1001
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelGerechtshof 's-Hertogenbosch 27-01-2015
CiteertitelJBPr 2015/39
SamenvattingGeen schorsing na turbo-liquidatie van een procespartij en geen bestaanseinde van die procespartij
Samenvatting (Bron)Verzoek schorsing wegens ontbinding vennootschap afgewezen. Geen analoge toepassing artikel 225 Rv. Procedure wordt voortgezet met ontbonden vennootschap als partij.
AnnotatorH.W. Wiersma
UitspraakECLI:NL:GHSHE:2015:207
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelGerechtshof 's-Hertogenbosch 10-03-2015
CiteertitelJBPr 2015/40
SamenvattingVerstek, Schorsing, Kwalificatie uitspraak, Verzet, Griffierechten, Zuivering van verstek, Verkeerd rechtsmiddel, Vervallenverklaring, hoor en wederhoor, Nietige proceshandeling, Advocaat van tableau verwijderen, Buitengewoon rechtsmiddel, herroeping
Samenvatting (Bron)Procesrecht; verzet; gesloten stelsel van rechtsmiddelen; wisselbepaling; artikel 340 Rv; conversie van het ene rechtsmiddel in het andere; vervallen verklaren van arrest; nietigheid van tijdens schorsing gewezen vonnis of arrest. Opposanten hebben verzet gedaan van arresten van het hof. Het hof stelt in het verzet vast dat het abusievelijk verstekarresten heeft gewezen nadat namens opposanten hun toenmalige raadsman alsnog het griffierecht had voldaan. Van de arresten staat dientengevolge geen verzet open, maar alleen beroep in cassatie. Daarnaast zijn de arresten gewezen terwijl de toenmalige advocaat van opposanten zijn hoedanigheid van advocaat had verloren. Het hof bespreekt en verwerpt achtereenvolgens de stellingen van opposanten dat zij ontvankelijk zijn in het verzet, dat het hof zijn arresten vervallen dient te verklaren en dat de arresten van het hof nietig zijn. Volgt niet-ontvankelijkverklaring in het verzet. Het verzoek het betaalde griffierecht in het verzet aan opposanten te restitueren is reeds daarom niet toewijsbaar, dat de WGBZ in een eigen regeling voorziet.
AnnotatorG. van Rijssen , J.W. Westenberg
UitspraakECLI:NL:GHSHE:2015:827
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRechtbank Amsterdam 09-09-2014
CiteertitelJBPr 2015/41
SamenvattingVordering op vreemde Staat, Derdenbeslag, Aanzegging, Ministerie van V&J, Deurwaarderskortgeding, Immuniteit van executie, Goederen bestemd voor de publieke dienst, Actio iure gestionis, Oproepen vreemde Staat
Samenvatting (Bron)Deurwaarderskortgeding. Een Amerikaanse onderneming legt ten laste van de Staat Irak executoriaal beslag onder een aantal Nederlandse ondernemingen. De deurwaarder maakt melding van het beslag aan de Minister van Veiligheid en Justitie. Die zegt de deurwaarder aan dat de beslagen zijn gelegd in strijd met volkenrechtelijke verplichtingen van Nederland en moeten worden opgeheven. De beslaglegger weigert de beslagen op te heffen. De deurwaarder start een kort geding. Onderzocht wordt of Irak afstand heeft gedaan van immuniteit van executie en wat de bestemming van de beslagen vorderingen is; commercieel of publiek. De feiten om dat te kunnen beoordelen liggen in het domein van de Staat Irak, die zich in stilzwijgen hult. Dat stilzwijgen dient niet in zijn voordeel te werken. De gevolgen van de aanzegging van de Minister worden geschorst totdat in een door Irak en/of Nederland aanhangig te maken bodemprocedure wordt beslist dat de schorsing ongedaan moet wordt gemaakt.
AnnotatorJ.W. Westenberg
UitspraakECLI:NL:RBAMS:2014:6028
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRechtbank Midden-Nederland 28-01-2015
CiteertitelJBPr 2015/42
SamenvattingEis in reconventie en gedwongen tussenkomst
Samenvatting (Bron)Procespositie van iemand die op grond van artikel 118 Rv in het geding is opgeroepen; kan geen eis in reconventie instellen.
AnnotatorM.O.J. de Folter
UitspraakECLI:NL:RBMNE:2015:442
Artikel aanvragenVia Praktizijn