Tijdschrift voor Internetrecht

Uitgever Den Hollander
Tijdschrift Tijdschrift voor Internetrecht
Datum 10-11-2015
Aflevering 3
RubriekRedactioneel
TitelEen bericht uit het Verre Oosten
CiteertitelIR 2015-3, p. 89
SamenvattingOp moment van schrijven zit uw redactielid op een tropische bestemming; Indonesië. Helaas niet in bermuda shorts en dito blouse, maar netjes in overhemd en pantalon op een iets te kleine stoel achter een veel te klein bureau. Na een aantal maanden in de regio te hebben gezeten voor mijn werk, doe ik u vanuit hier graag verslag van de stand van het internetrecht in Indonesië anno 2015.
Auteur(s)B. van Eijk
Pagina89
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelWie draagt er zorg voor dat een webshop bij oplevering voldoet aan de wetgeving?
CiteertitelIR 2015-3, p. 90
SamenvattingDe wereld verandert snel en de online wereld verandert zo mogelijk nog sneller. Zeker op het gebied van wet- en regelgeving rondom webshops zit de wetgever niet stil. Zo zijn er voor webshops binnen een jaar twee grote wetswijzigingen geweest: in juni 2014 is de Implementatiewet richtlijn consumentenrechten in werking getreden, en begin dit jaar volgde de nieuwe Belastingwetgeving voor webshops die online diensten of software verkopen. Wie dient er in de ogen van de webshopexploitant voor zorg te dragen dat hun webshop voldoet aan die nieuwe wet- en regelgeving? Zijn zij dat zelf, aangezien zij immers de ondernemer zijn en het risico dragen, of zijn het de internetbureaus ’s die door de webshopexploitant worden ingeschakeld om een webshop voor hen te bouwen of aan te passen. En indien er tussen die twee partijen niets is afgesproken over wie verantwoordelijk is voor het voldoen van de opleverde webshop aan de wet- en regelgeving, hoe liggen dan de verwachtingen tussen partijen onderling? In dit rechtssociologische artikel zal eerst kort worden ingegaan op de twee recente wetswijzigingen die aanleiding zouden moeten zijn voor het laten aanpassen van een webshop . Vervolgens zal worden beschreven wie er in juridische zin verantwoordelijk en aansprakelijk voor is dat een webshop daadwerkelijk voldoet aan de relevante wet- en regelgeving. Tot slot zal aan de hand van kwantitatief onderzoek worden beschreven wat ten aanzien van die verantwoordelijkheid de verwachting is van partijen. Daaruit zal blijken dat in bijna de helft van alle gevallen hierover niet is gesproken , en dat de partijen onderling bovendien van elkaar verwachten dat de webshopexploitant de partij is er uiteindelijk zelf voor zal moeten zorgdragen dat de webshop bij oplevering voldoet aan de wet- en regelgeving.
Auteur(s)T. Mulder , M.H. Paapst
Pagina90
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelNetneutraliteit 2.0: De EU en VS kiezen koers
CiteertitelIR 2015-3, p. 95
SamenvattingNetneutraliteit heeft zich in een kleine twintig jaar ontwikkeld van een (Amerikaanse) hypothese van controle over het internet naar concreet beleid in de Verenigde Staten, de Europese Unie en in meer concrete vorm in Nederland. Netneutraliteit is een complex begrip dat gaat over de mate waarin er zeggenschap is over de verkeersstromen die het internet maken wat het is. Het is geen exacte wetenschap, geen wel of niet dialoog, maar een glijdende schaal. De positie op die schaal wordt bepaald door een aantal individuele onderdelen, zoals open toegang, netwerk management, proposities en gespecialiseerde diensten, die meer of minder vertegenwoordigd zijn in het beleid. De ultieme vraag voor beleidsmakers en belanghebbenden is hoe de individuele elementen die relatie houden tot netneutraliteit moeten worden ingevuld om te komen tot een palet dat de gewenste balans brengt in de zeggenschap over het internet. Die ‘gewenste balans’ is een subjectieve opvatting over hoe die zeggenschap verdeeld zou moeten zijn tussen de individuele actoren om zo de fundamentele kenmerken van het internet, zoals open toegang en het ontbreken van centrale zeggenschap, te waarborgen.
De waardering van de elementen die bijdragen aan netneutraliteit is subjectief en voorbehouden aan beleidsmakers en belanghebbenden. Dit artikel is niet geschreven uit het perspectief van een van beiden. Het doel van dit artikel is het geven van een overzicht van de individuele elementen die bepalend zijn voor netneutraliteit en deze in de context te plaatsen van de te dienen beleidsdoelen en kenmerken. Ik zal daarbij maar meteen een voorbehoud maken: het maken van een dergelijk overzicht is redactioneel van aard en zal dus in enige mate subjectief zijn.
Om tot dat overzicht te komen zal het artikel de wetgevingsinspanningen op dit gebied tot nu toe in Europa en de Verenigde Staten weergeven. Daarna worden de individuele elementen toegelicht en wordt bekeken hoe deze elementen zijn (of mogelijk worden) ingevuld door wetgevers in Europa en Amerika.
Auteur(s)M. Peeters
Pagina95
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekOpinie
TitelDe wraakporno-zaak: Facebook bewijst internettussenpersonen een slechte dienst
CiteertitelIR 2015-3, p. 103
SamenvattingHet kan u niet ontgaan zijn: de Amsterdamse voorzieningenrechter heeft Facebook onlangs gedwongen gedwongen om gegevens te verstrekken over de persoon die het seksfilmpje over Chantal op Facebook had geplaatst. Saillant: Facebook beweert bij hoog en laag die gegevens niet te hebben.
Maar de rechter is bepaald niet overtuigd van dit argument van Facebook, en sluit niet uit dat Facebook nog wel degelijk over enige informatie beschikt. En levert Facebook die informatie niet, dan moet Facebook dulden dat een onafhankelijk deskundige daar nog eens naar speurt.
Dat het die kant op lijkt te gaan, staat al min of meer vast. Facebook heeft inmiddels een verklaring uitgebracht na de publicatie van het vonnis, dat ze echt niet (meer) over de gevraagde informatie beschikt. Hiermee opent Facebook zo ongeveer letterlijk haar deuren, want dan zal Chantal een onafhankelijke IT expert mogen vragen om zelf naar die gegevens te gaan zoeken, en zal die IT expert daar een rapport over moeten schrijven. Het is dan vervolgens een kwestie van tijd voordat dit rapport in het openbaar verschijnt.
Facebook bewijst de internettussenpersoon een slechte dienst. Afgaand op de inhoud van vonnis, laat de processtrategie van Facebook te wensen over. Ik ben mij er bewust van dat elke zaak en dus elk vonnis zijn eigen bijzonderheden kent, zo ook deze, maar waag mij toch aan de volgende stellingen. Het resultaat van deze Facebook-uitspraak is mijns inziens dat je als internettussenpersoon nu kennelijk moet gaan monitoren wat er allemaal op je platform gebeurt. Als dat gedrag van een persoon vervolgens ook maar enigszins onoirbaar lijkt op basis van meldingen van je andere gebruikers, moet je van die persoon kennelijk gegevens bewaren. Kortom, een verkapte bewaarplicht. Maar (i) in welke gevallen je nu precies gegevens moet bewaren, (ii) welke gegevens je dan moet bewaren en (iii) voor hoe lang, dat weten we niet. Ook is onduidelijk wat ons College bescherming persoonsgegevens hiervan te vinden heeft. Ik doe een poging een an ander uit te leggen.
Auteur(s)M. Weij
Pagina103
LinkVolledige tekst artikel (SOLV)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAnnotatie
TitelDe ontvankelijkheid van vorderingen jegens Facebook
CiteertitelIR 2015-3, p. 108
SamenvattingDe rechtbank verklaarde onlangs een verzoek om inzage gericht aan Facebook niet ontvankelijk. Dat had ook anders kunnen uitvallen.
In de beschikking van 28 mei 2015 ging het om de vraag welke Facebook-entiteit verantwoordelijk is voor de verwerking van persoonsgegevens van een Nederlandse inwoner. En de daarmee samenhangende vraag welk recht van toepassing is. Verzoeker had Facebook verzocht om inzage van zijn persoonsgegevens. Facebook verkoopt advertentieruimte (volgens kvk: Het verkopen van advertentieruimte, commerciële ontwikkeling, marketing en, meer in het algemeen, alle commerciële, industriële, financiële, zakelijke of persoonlijke transacties welke, direct of indirect, verband houden met vorengenoemd doel of het tot stand brengen daarvan bevorderen, alsmede houdster- en financieringsactiviteiten).
Auteur(s)F.F. Blokhuis
Pagina108
UitspraakECLI:NL:RBAMS:2015:3984
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelGerechtshof Den Haag 11-11-2014
CiteertitelIR 2015/71
SamenvattingVerbintenissenrecht, search engine advertising, ontwikkeling van een website, wil, totstandkoming overeenkomst, gerechtvaardigd vertrouwen
Samenvatting (Bron)Vernietigbaarheid overeenkomst tot levering van internetpublicaties met een publicitair karakter; art. 6:228 lid 1 BW; art. 3:49 juncto 3:50 BW.
UitspraakECLI:NL:GHDHA:2014:4670
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Midden-Nederland 25-02-2015
CiteertitelIR 2015/72
SamenvattingVerbintenissenrecht, algemene mededeling op website, bedrog
Samenvatting (Bron)Algemene mededeling op een website brengt niet automatisch een overeenkomst met zich mee. Geen bedrog of dwaling, omdat uitlating op website als aanprijzing in algemene bewoordingen moet worden aangemerkt. Onverschuldigde betaling onvoldoende gesteld.
UitspraakECLI:NL:RBMNE:2015:2292
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Midden-Nederland 01-04-2015
CiteertitelIR 2015/73
SamenvattingE-commerce, algemene voorwaarden, vooruitbetaling, onredelijk bezwarend beding, art. 7:26 BW, art. 6:233 BW
Samenvatting (Bron)Consumentenkoop op afstand. Volledige vooruitbetaling koopprijs. Beding in algemene voorwaarden.
UitspraakECLI:NL:RBMNE:2015:2116
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Oost-Brabant 14-04-2015
CiteertitelIR 2015/74
SamenvattingAanbestedingsrecht, Tenderned, digitale inschrijving, klok, gelijkheidsbeginsel
Samenvatting (Bron)Kort geding, aanbesteding Twee verschillende uiterlijke inschrijftijden in de aanbestedingsstukken. Voorgeschreven was dat inschrijving digitaal via Tenderned moest geschieden. De – na sluiting van de digitale kluis – per mail ingediende inschrijving van Heijmans had door de gemeente ongeldig moeten worden verklaard. De gemeente is vrij te besluiten niet te gunnen aan de enige overgebleven (geldige) inschrijver en mag opnieuw aanbesteden.
UitspraakECLI:NL:RBOBR:2015:2162
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelGerechtshof Amsterdam 17-03-2015
CiteertitelIR 2015/75
SamenvattingVerbintenissenrecht, algemene voorwaarden, art. 6:233 BW, art. 6:234 BW
Samenvatting (Bron)Opdracht tot bouw van interactieve website. Ontbinding nadat opdrachtnemer in verzuim is geraakt. Gestelde schade van de opdrachtgeefster deels te vergoeden.
UitspraakECLI:NL:GHAMS:2015:952
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Amsterdam 18-03-2015
CiteertitelIR 2015/76
SamenvattingVerbintenissenrecht, gokken op internet, kansspelen, gedoogbeleid, strijd met openbare orde of goede zeden, zorgplicht
Samenvatting (Bron)Unibet hoeft gokverlies niet terug te betalen. Een speler had gevorderd dat Unibet zijn gokverlies van ruim € 170.000 moest terugbetalen. Volgens artikel 1 onder a van de Wet op de Kansspelen (WoK) moet een aanbieder van kansspelen over een vergunning beschikken. Via haar website geeft Unibet gelegenheid tot het deelnemen aan kansspelen. De rechtbank is van oordeel dat Unibet over een vergunning had moeten beschikken. Hoewel Unibet in strijd met de wet heeft gehandeld leidt dit niet tot nietigheid of vernietigbaarheid van de kansspelovereenkomst op grond van artikel 3:40 BW. De rechtbank is namelijk van oordeel dat gelegenheid geven tot gokken via internet op de manier zoals Unibet heeft gedaan niet meer als maatschappelijk onwenselijk, illegaal of strafwaardig wordt ervaren. Op een aanbieder van kansspelen rust verder een zorgplicht jegens spelers die mede ziet op het voorkomen van gokverslaving of problematisch gokken. Of aan die zorgplicht is voldaan moet van geval tot geval worden beoordeeld. De rechtbank komt na weging van de specifieke omstandigheden van dit geval tot de slotsom dat niet is gebleken dat Unibet had moeten ingrijpen in het speelgedrag van de man.
UitspraakECLI:NL:RBAMS:2015:1452
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelGerechtshof 's-Hertogenbosch 16-04-2015
CiteertitelIR 2015/77
SamenvattingBelastingrecht, internetpoker, kansspel
Samenvatting (Bron)Belanghebbende doet via het internet mee aan pokerspelen. De volgende punten zijn in geschil: (1) vormt internetpoker een kansspel, (2) is de maatstaf van heffing over de prijzen/resultaten van de buitenlandse internetkansspelen in strijd met het Unierecht, (3) schendt de inspecteur het gelijkheidsbeginsel, (4) de ingangsdatum van de wetswijziging van de Wet op de kansspelbelasting (KSB), (5) is sprake van een onredelijke heffing? Hof: gelet op het arrest Hoge Raad, 11 juli 2014, ECLI:NL:HR:2014:1625, vormt internetpoker een kansspel. Het arrest betrof weliswaar ‘live’ pokertoernooien, terwijl het hier gaat om pokerspelen via het internet, maar dat onderscheid is niet relevant (zie ook, over internetpoker, Hoge Raad 27 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:471). Het Hof is van oordeel dat de Rechtbank ook alle andere geschilpunten terecht in het voordeel van de inspecteur heeft beslist. Voor wat betreft geschilpunt 2, wijst het Hof nog op het reeds aangehaalde arrest ECLI:NL:HR:2015:471, uit welk arrest volgt, dat bij internetpoker uitsluitend een beroep kan worden gedaan op artikel 56 EU-verdrag (vrijheid van dienstenverkeer) en niet op artikel 63 EU verdrag (vrijheid van kapitaalverkeer). Omdat de aanbieders van de onderhavige pokerspelen niet binnen de EU zijn gevestigd, faalt het beroep op artikel 56 EU.
UitspraakECLI:NL:GHSHE:2015:1381
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Den Haag 22-04-2015
CiteertitelIR 2015/78
SamenvattingStrafrecht, Facebook, smaad, belediging, bedreiging, belaging, mishandeling, ruchtbaarheid, vrienden, art. 261 Sr, art. 266 Sr, art. 285 Sr, art. 285b Sr, art. 300 Sr
Samenvatting (Bron)-
UitspraakECLI:NL:RBDHA:2015:4690
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelGerechtshof Arnhem-Leeuwarden 22-04-2015
CiteertitelIR 2015/79
SamenvattingStrafvordering, smartphone, Whatsapp, vormverzuim, privacy, technische ontwikkelingen, art. 94 Sv, art. 8 EVRM
Samenvatting (Bron)De verdachte komt ten aanzien van de inhoud van zijn smartphone een beroep op bescherming op artikel 8 van het EVRM (en artikel 10 van de Grondwet) toe. De inbeslagname, het onderzoek aan de smartphone en het lichten van gegevens van die smartphone door de politie op grond van artikel 94 Sv. vormen een inbreuk op de door artikel 8 EVRM verleende bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De bevoegdheid van de politie tot het maken van een inbreuk op dit recht moet voldoende kenbaar en voorzienbaar in de wet zijn omschreven. De technische ontwikkelingen anno 2015 brengen met zich dat er via een smartphone niet alleen toegang wordt verkregen tot verkeersgegevens, maar ook tot de inhoud van communicatie en privé-informatie van de gebruiker van de smartphone. En dat zonder enige vorm van voorafgaande beoordeling van de subsidiariteit en/of proportionaliteit van de bevoegdheid. Er is aldus sprake van een zodanig ingrijpende bevoegdheid dat, mede gelet op artikel 1 Sv., de algemene bevoegdheidsomschrijving van artikel 94 Sv. heden ten dage niet meer kan worden aangemerkt als een wettelijk voorschrift dat als voldoende kenbaar en voorzienbaar kan worden aangemerkt bij de uitoefening van de verleende bevoegdheid. Het kan derhalve de toets van artikel 8 EVRM niet (meer) doorstaan. Met de verdediging is het hof daarom van oordeel dat het onderzoek door de politie aan de smartphone van de verdachte oplevert een schending van zijn recht op privacy. Er is sprake van een onherstelbaar vormverzuim in het voorbereidend onderzoek in de zin van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering. Verdachte zal van dit vormverzuim geen nadeel ondervinden nu het onderzoeksresultaat dat door middel van het vormverzuim is verkregen geen onderdeel vormt van de bewijsconstructie van het hof. Het hof zal daarom verder geen rechtsgevolgen verbinden aan het vormverzuim.
UitspraakECLI:NL:GHARL:2015:2954
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Zeeland-West-Brabant 23-04-2015
CiteertitelIR 2015/80
SamenvattingAanbestedingsrecht, print-screen, foutmelding, storing, risico, TenderNed, digitale kluis, waarschuwing in de gebruiksvoorwaarden, risicoverdeling bij technisch falen
Samenvatting (Bron)Problemen met inschrijven via TenderNed op Aanbesteding kunstgrasvelden.
UitspraakECLI:NL:RBZWB:2015:2603
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Midden-Nederland 24-04-2015
CiteertitelIR 2015/81
SamenvattingStrafrecht, kinderporno, foto op internet, Facebook, art. 240b Sr
Samenvatting (Bron)Verspreiden en bezit kinderporno. Verdachte heeft uit boosheid foto’s van het slachtoffer op haar tijdslijn van Facebook geplaatst, waardoor haar vrienden deze foto’s konden zien. De rechtbank veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van één maand.
UitspraakECLI:NL:RBMNE:2015:2967
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 24-04-2015
CiteertitelIR 2015/82
SamenvattingVreemdelingenrecht, Facebook, social media, ongeloofwaardige bekering
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 26 augustus 2013 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Dit besluit is aangehecht.
UitspraakECLI:NL:RVS:2015:1336
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Gelderland 28-04-2015
CiteertitelIR 2015/83
SamenvattingAuteursrecht, online handelsplatform, business model, stilzwijgende licentie, redelijke opzegtermijn
Samenvatting (Bron)Kort geding. IER. Inbreuk op auteursrecht op een computerprogramma? Art. 10 lid 1, sub 12, Aw. Eigen, oorspronkelijk karakter. Niet zonder meer aannemelijk dat eiser maker was. Gebruik van standaardsoftware. Wijzigingen. eiser bij openbaarmaking niet als maker van het platform vermeld. Art. 8 Aw. Niet aan enige voorwaarde verbonden. Stilzwijgende licentie verleend. Redelijke opzegtermijn.
UitspraakECLI:NL:RBGEL:2015:4405
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Overijssel 01-05-2015
CiteertitelIR 2015/84
SamenvattingVerbintenissenrecht, totstandbrengen van internetplatform, koopovereenkomst, overeenkomst van opdracht
Samenvatting (Bron)De voorzieningenrechter oordeelt dat partijen geen koopovereenkomst hebben gesloten, maar een overeenkomst van opdracht. De vorderingen worden afgewezen.
UitspraakECLI:NL:RBOVE:2015:2209
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Den Haag 13-05-2015
CiteertitelIR 2015/85
SamenvattingStrafrecht, computercriminaliteit, phishing, DigiD, inlogcodes, computervredebreuk, identiteitsfraude, oplichting, art. 138ab Sr, art. 139d Sr, art. 326 Sr
Samenvatting (Bron)Veroordeling (medeplegen van) oplichting, meermalen gepleegd, computervredebreuk. een gevangenisstraf voor de duur van DRIE (3) JAREN; De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 36f, 45, 47, 57, 138ab, 139d en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
UitspraakECLI:NL:RBDHA:2015:5525
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Den Haag 13-05-2015
CiteertitelIR 2015/86
SamenvattingAuteursrecht, App, broncode, software
Samenvatting (Bron)Auteursrecht op software. Zonder toestemming openbaar gemaakt.
UitspraakECLI:NL:RBDHA:2015:5598
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelGerechtshof Den Haag 13-05-2015
CiteertitelIR 2015/87
SamenvattingStrafrecht, kinderporno, bijvangst, doel van de wetgever, ar. 240b Sr
Samenvatting (Bron)Art. 240b Sr. Het hof veroordeelt de verdachte tot een geldboete van € 1.000,00, subsidiair 20 (twintig) dagen hechtenis ter zake van –kort gezegd- het downloaden en het in bezit hebben van kinderpornografische foto’s. Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat minder dan één procent van de circa 400.000 onder de verdachte aangetroffen afbeeldingen van kinderpornografische aard waren. Het geringe aantal afbeeldingen van kinderpornografische aard doet niet af aan de strafbaarheid van de gedraging van de verdachte, maar het hof is van oordeel dat het hier niet het gedrag betreft waarop de wetgever met de maximumstrafbedreiging primair het oog heeft gehad. Daarnaast neemt het hof nog in aanmerking dat ter terechtzitting in hoger beroep aannemelijk is gemaakt dat de verdachte afbeeldingen van jong volwassen mannen van internet verzamelde en in het geheel niet uit was op het bekijken of verzamelen van afbeeldingen van kinderpornografische aard.
UitspraakECLI:NL:GHDHA:2015:1193
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Amsterdam 20-05-2015
CiteertitelIR 2015/88
SamenvattingAuteursrecht, foto’s op internet, archieven, vrijheid van meningsuiting, mededeling via speciale terminals, Auteursrechtrichtlijn, art. 15h Aw
Samenvatting (Bron)“Auteursrecht. Het is niet toegestaan dat het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) foto’s op zijn website openbaart die zijn gemaakt door een fotograaf die voor deze openbaarmaking geen toestemming geeft. Het beroep van het IISG op artikel 10 EVRM (vrijheid van meningsuiting) faalt. De schadevergoeding die de fotograaf tevens heeft gevorderd wordt afgewezen. De rechtbank kan de hoogte hiervan niet vaststellen, ondanks dat de fotograaf in de gelegenheid is gesteld bij Akte nadere producties in te dienen die betrekking hebben op de hoogte van de voor hem gebruikelijke vergoeding.”
UitspraakECLI:NL:RBAMS:2015:3231
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelHvJ EU 21-05-2015, C-322/14
CiteertitelIR 2015/89
SamenvattingE-commerce, click wrapping, algemene voorwaarden
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Derde kamer) van 21 mei 2015.#Jaouad El Majdoub tegen CarsOnTheWeb.Deutschland GmbH.#Verzoek van het Landgericht Krefeld om een prejudiciele beslissing.#Justitiele samenwerking in burgerlijke zaken - Rechterlijke bevoegdheid en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken - Verordening (EG) nr. 44/2001 - Artikel 23 - Overeenkomst tot aanwijzing van de bevoegde rechter - Vormvereisten - Elektronische mededeling waardoor de overeenkomst duurzaam wordt geregistreerd - Begrip - Algemene verkoopvoorwaarden die kunnen worden geraadpleegd en afgedrukt via een link die deze in een nieuw venster toont - ,click wrapping'.#Zaak C-322/14.
UitspraakECLI:EU:C:2015:334
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelGerechtshof Arnhem-Leeuwarden 26-05-2015
CiteertitelIR 2015/90
SamenvattingE-commerce, B2B, e-mail, activeringsproces
Samenvatting (Bron)Digitale totstandkoming van overeenkomst
UitspraakECLI:NL:GHARL:2015:3715
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelHoge Raad 26-05-2015
CiteertitelIR 2015/91
SamenvattingStrafrecht, oplichting, valse hoedanigheid, professioneel ogende website, naam van website, art. 326 Sr
Samenvatting (Bron)Oplichting, art. 326.1 Sr. Valse hoedanigheid? Het middel faalt voor zover het klaagt dat het Hof heeft miskend dat de enkele omstandigheid dat iemand zich in strijd met de waarheid voordoet als bonafide verkoper die in staat en voornemens is de bij hem gekochte en aan hem vooruitbetaalde goederen te leveren, niet oplevert het aannemen van een valse hoedanigheid i.d.z.v. art. 326 Sr. Het Hof heeft immers o.m. vastgesteld dat verdachte zich, bij het op internet aanbieden van elektronische apparatuur en evenemententickets, het vragen van betaling daarvoor en het niet leveren daarvan, heeft bediend van professioneel ogende websites waarop een veelheid aan producten werd aangeboden zonder dat verdachte de mogelijkheid en de intentie had die producten daadwerkelijk te leveren, waarbij verdachte de namen van die websites dusdanig heeft gekozen dat deze de associatie opriepen met bestaande betrouwbare websites. Gelet hierop geeft het oordeel van het Hof dat de gedragingen van verdachte zijn aan te merken als het aannemen van een valse hoedanigheid i.d.z.v. art. 326 Sr niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Dat oordeel is ook niet onbegrijpelijk.
UitspraakECLI:NL:HR:2015:1336
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Amsterdam 28-05-2015
CiteertitelIR 2015/92
SamenvattingWet bescherming persoonsgegevens, Facebook, server, server in het buitenland, verantwoordelijke, persoonsgegevens, inzageverzoek, art. 35 Wbp
Samenvatting (Bron)Aan de orde is de vraag of de Ierse of de Nederlandse wetgeving van toepassing is op de verwerking via (Ierse) Facebook-servers van persoonsgegevens van Nederlandse inwoners. De rechtbank oordeelt dat het aan beantwoording van deze vraag niet toekomt omdat Facebook NL niet kwalificeert als “verantwoordelijke”.
UitspraakECLI:NL:RBAMS:2015:3659
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Rotterdam 04-06-2015
CiteertitelIR 2015/93
SamenvattingStrafrecht, Skype, chat, identiteitsfraude, uitlokken minderjarige tot ontucht, art. 248a Sr
Samenvatting (Bron)De verdachte heeft zich op internet voorgedaan als een 16-jarig meisje en in deze hoedanigheid een 14-jarige jongen via Skype verleid om zich een aantal keer voor de webcam af te trekken. Daarnaast heeft de verdachte een hoeveelheid kinderporno in bezit gehad. Veroordeling tot een (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf en een taakstraf.
UitspraakECLI:NL:RBROT:2015:3947
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Rotterdam 04-06-2015
CiteertitelIR 2015/94
SamenvattingStrafrecht, advertentie op internet, mensenhandel, beschikbaar stellen, art. 273f Sr
Samenvatting (Bron)Mensenhandel jegens een minderjarige. Bewezen is verklaard dat verdachte zich gedurende een week schuldig heeft gemaakt aan het faciliteren van prostitutie door een vijftienjarig meisje. Hij maakte foto’s van haar, plaatste sexadvertenties op internet en had telefonisch contact met potentiële klanten. Niet relevant is dat het nog niet tot daadwerkelijk sexueel contact met klanten was gekomen. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk.
UitspraakECLI:NL:RBROT:2015:4080
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Zeeland-West-Brabant 11-06-2015
CiteertitelIR 2015/95
SamenvattingStrafrecht, Facebook, stalking, bedreiging, belaging, sms, art. 285 Sr, art. 285b Sr
Samenvatting (Bron)Verdachte met inachtneming van ad info feiten schuldig aan stalking van 12 vrouwen gedurende langere periode via sociale media. Tevens heeft zij zich niet gehouden aan een gedragsaanwijzing jegens haar opgelegd. Verdachte is verminderd toerekeningsvatbaar. Gevangenisstraf van 128 dagen waarvan 90 dagen voorwaardelijk, langere proeftijd van 3 jaren, reclasseringstoezicht, ook als dat inhoudt een klinische opname bij Stichting Trajectum. Tevens een contactverbod met slachtoffers. Vorderingen benadeelde partijen deels toegewezen.
UitspraakECLI:NL:RBZWB:2015:3803
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Overijssel 11-06-2015
CiteertitelIR 2015/96
SamenvattingOnrechtmatige daad, klantenbestand, relatiebestand
Samenvatting (Bron)Een webshop mag het klanten- en relatiebestand uit een eerdere samenwerking blijven gebruiken. De kort gedingrechter wijst de vorderingen af.
UitspraakECLI:NL:RBOVE:2015:3265
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelEHRM 16-06-2015, 64569/09
CiteertitelIR 2015/97
SamenvattingPositie tussenpersonen, nieuwswebsite, vrijheid van meningsuiting, haatzaaien, aansprakelijkheid tussenpersoon, UGC
Samenvatting (Bron)No violation of Article 10 - Freedom of expression -{General} (Article 10-1 - Freedom of expression;Freedom to impart information)
UitspraakECLI:CE:ECHR:2015:0616JUD006456909
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Amsterdam 25-06-2015
CiteertitelIR 2015/98
SamenvattingOnrechtmatige daad, verstrekken NAW-gegevens, Facebook, User Generated Content, wraakporno
Samenvatting (Bron)Kort geding. Veroordeling Facebook tot verstrekken van gegevens aan slachtoffer ‘wraakporno’ en tot het laten verrichten van onderzoek voor het geval deze gegevens niet worden verstrekt, omdat ze definitief verwijderd zouden zijn. Rechtsplicht voor provider verstrekken NAW gegevens bij onrechtmatig handelen gebruiker. Onrechtmatige daad.
UitspraakECLI:NL:RBAMS:2015:3984
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelGerechtshof Arnhem-Leeuwarden 30-06-2015
CiteertitelIR 2015/99
SamenvattingVerbintenissenrecht, phishing, onverschuldigde betaling, gerechtvaardigd vertrouwen
Samenvatting (Bron)Phishing; onverschuldigde betaling; gerechtvaardigd vertrouwen
UitspraakECLI:NL:GHARL:2015:4823
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Rotterdam 07-07-2015
CiteertitelIR 2015/100
SamenvattingOnrechtmatige uiting, zoekresultaat op internet, anonimisering
Samenvatting (Bron)Gestelde inbreuk op persoonlijke levenssfeer (uitsluitend) door vermelding van volledige naam is niet aannemelijk en de gestelde onrechtmatigheid van de publicatie is daardoor evenmin aannemelijk.
UitspraakECLI:NL:RBROT:2015:4812
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Noord-Holland 09-07-2015
CiteertitelIR 2015/101
SamenvattingHandelsnaamrecht, domeinnaam, domeinnaam als handelsnaam, verwarring, beschrijvende handelsnaam
Samenvatting (Bron)Geschil over de vraag of met het gebruik van de handelsnaam Voetbalreizenonline.com inbreuk wordt gemaakt het handelsnaamrecht Voetbalreizen.com en/of hierdoor onrechtmatig jegens Voetbalreizen wordt gehandeld. Van strijd met artikel 5 Hnw dan wel onrechtmatig handelen is naar het oordeel van de voorzieningenrechter – alle relevante omstandigheden van het geval afwegend – geen sprake
UitspraakECLI:NL:RBNHO:2015:5805
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Den Haag 10-07-2015
CiteertitelIR 2015/102
SamenvattingStrafrecht, Facebook, growshop, art. 11 Opiumwet
Samenvatting (Bron)Growshopverbod. De rechtbank Den Haag veroordeelt een man voor overtreding van het per 1 maart 2015 in werking getreden artikel 11a van de Opiumwet. De rechtbank legt een gevangenisstraf van drie maanden op en beveelt de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf.
UitspraakECLI:NL:RBDHA:2015:7905
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Oost-Brabant 13-07-2015
CiteertitelIR 2015/103
SamenvattingStrafrecht, computervredebreuk, inloggegevens uit openbare bronnen, art. 138 ab Sr
Samenvatting (Bron)Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan computervredebreuk, waarbij hij de verkregen informatie van het Landelijk Crisis Management Systeem met derden heeft gedeeld. De rechtbank heeft een taakstraf opgelegd van 80 uren subsidiair 40 dagen hechtenis met aftrek van de tijd in verzekering doorgebracht, waarvan 40 uren subsidiair 20 dagen hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Verwerping niet-ontvankelijkheidsverweer.
UitspraakECLI:NL:RBOBR:2015:3980
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelCentrale Raad van Beroep 16-07-2015
CiteertitelIR 2015/104
SamenvattingAmbtenarenrecht, internet het op werk, pornosites, pornosurfen, logfiles, verversing
Samenvatting (Bron)Appellant heeft niet weersproken dat hij gedurende de onderzochte periode, te weten 15 augustus 2012 tot en met 18 september 2012, websites met een pornografisch karakter heeft bezocht en dat dit ertoe heeft geleid dat de door de minister genoemde 208 pornografische afbeeldingen op zijn werkstation zijn gedownload. Het kan niet anders dan dat het werk van appellant door zijn internetgebruik ernstig in het gedrang is gekomen. Dat wordt niet anders doordat zijn functioneren naar zijn zeggen altijd positief is beoordeeld. Het vaststellen of sprake is van een psychische stoornis is primair de taak van een psychiater, niet die van een psycholoog. Daarbij heeft appellant zich met de bedoelde mededeling kennelijk willen beroepen op niet-toerekenbaarheid van het hem verweten plichtsverzuim. Ook het desbetreffende leerstuk ligt primair in de psychiatrische sfeer. De minister heeft dus terecht een psychiater geraadpleegd. Het internetgebruik in de onderzochte periode is door de minister terecht als zeer ernstig plichtsverzuim aangemerkt. De opgelegde straf van onvoorwaardelijk ontslag is verder niet onevenredig te achten aan het zojuist genoemde plichtsverzuim. Dat geldt te meer nu appellant werkzaam was in een penitentiaire inrichting, en dus een voorbeeldfunctie vervulde waarin hij bij uitstek van onbesproken gedrag diende te zijn.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:2374
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelGerechtshof Arnhem-Leeuwarden 21-07-2015
CiteertitelIR 2015/105
SamenvattingStrafrecht, zoektermen, bewijs
Samenvatting (Bron)Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden spreekt een 44-jarige verdachte vrij van de moord, dan wel doodslag op zijn partner en hun ongeboren kind. Het hof concludeert, evenals de rechtbank dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is voor een veroordeling.
UitspraakECLI:NL:GHARL:2015:5406
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Rotterdam 22-07-2015
CiteertitelIR 2015/106
SamenvattingStrafrecht, internetrelatie, terroristisch oogmerk
Samenvatting (Bron)Overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in art. 6 van het EVRM. Geen sprake van een doelbewuste en grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte door het openbaar ministerie. Vrijspraak van deelname aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van terroristische misdrijven (art. 140a lid 1 Sr) alsmede van het voortzetten van de werkzaamheid van een verboden organisatie (art. 140 lid 2 Sr): relatie met terrorist maakt nog niet dat je dat zelf ook bent, evenmin geldt dit voor het enkele kijken op websites van terroristische organisaties. Veroordeling tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, omdat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het overtreden van de Sanctiewet 1977. De verdachte heeft op zijn minst de aanmerkelijke kans aanvaard dat de vier geldbedragen, die zij door middel van money transfers aan tussenpersonen in Turkije heeft overgemaakt, ten goede zouden komen aan de (verboden) terroristische organisatie(s) Islamic Jihad Union en/of Deutsche Taliban Mujahideen. De rechtbank volstaat met de enkele vaststelling dat de redelijke termijn is overschreden; geen compensatie in de strafmaat.
UitspraakECLI:NL:RBROT:2015:5254
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Oost-Brabant 24-07-2015
CiteertitelIR 2015/107
SamenvattingStrafrecht, grooming, poging tot grooming, chat, art. 248e Sr
Samenvatting (Bron)Ontslag van alle rechtsvervolging voor poging tot grooming. Geen concrete (uitvoerings)handelingen die waren gericht op het daadwerkelijk realiseren van een ontmoeting en gelet op bedoeling wetgever ontbreekt strafbaarheid. Bewezen zijn enkele zedendelicten tav twee 14-jarige meisjes. Licht verminderd toerekeningsvatbaar. Opgelegd wordt een taakstraf van 240 uur met aftrek van voorarrest en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 3 jaren. Tevens dient schade betaald te worden.
UitspraakECLI:NL:RBOBR:2015:4757
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Amsterdam 28-07-2015
CiteertitelIR 2015/108
SamenvattingBestuursrecht, website, verouderde of onjuiste gegevens, art. 1.7 Wet basisregistratie personen, art. 30 Handelsregisterwet
Samenvatting (Bron)Zowel de vooraankondiging dat een dwangsom zal worden opgelegd als het dwangsombesluit zijn naar het verkeerde adres gestuurd. Bezwaren ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Beroep gegrond.
UitspraakECLI:NL:RBAMS:2015:4777
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Gelderland 29-07-2015
CiteertitelIR 2015/109
SamenvattingOnrechtmatige daad, uitwisseling van patiëntgegevens, patiëntendossiers, toestemming, waarnemingsregeling
Samenvatting (Bron)Electronisch netwerk met betrekking tot zorg. Voorwaarden tot toegang tot patiëntendossiers van andere deelnemers. NZA-Regeling CI/NR-100.099. Deelnemers laten na voorwaarden en procedure vast te stellen voor deelneming door andere zorgverleners, in dit geval een nieuw gevestigde apotheek. Strijd met art. 3 van de NZa-Regeling. Onrechtmatig handelen jegens de nieuw gevestigde apotheek. Geen rechtsgrond voor een veroordeling onvoorwaardelijk toegang te verschaffen. Doorlopende waarneming als voorwaarde tot toegang zonder toestemming van patiënt.
UitspraakECLI:NL:RBGEL:2015:4970
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Midden-Nederland 29-07-2015
CiteertitelIR 2015/110
SamenvattingVerbintenissenrecht, uitgave van muziek, YouTube, website
Samenvatting (Bron)Ontbinding muziekuitgaveovereenkomst
UitspraakECLI:NL:RBMNE:2015:5442
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Noord-Nederland 04-08-2015
CiteertitelIR 2015/11
SamenvattingStrafrecht, stopheling.nl, voorwaardelijk opzet, heling, opzetheling, art. 416 Sr
Samenvatting (Bron)Ten aanzien van de bewezenverklaarde gevallen van opzetheling overweegt de rechtbank dat verdachte door zijn handelen heeft bijgedragen aan de instandhouding van vermogenscriminaliteit zoals het plegen van diefstallen met braak. Naar het oordeel van de rechtbank treft de heler een gelijksoortig verwijt als de dief, nu diefstal lonend wordt gemaakt door heling. Verdachte heeft gedurende een periode van ruim vier maanden bovendien een gewoonte gemaakt van opzetheling, hetgeen als strafverzwarend geldt.
UitspraakECLI:NL:RBNNE:2015:3788
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelCentrale Raad van Beroep 04-08-2015
CiteertitelIR 2015/112
SamenvattingSociaal zekerheidsrecht, bijstand, verkoop via internet, privégoederen, vermogen, incidentele verkoop
Samenvatting (Bron)Voor ontvangers van bijstand is het niet verboden om goederen via internet te verkopen, mits daarvan en van de verdiensten tijdig melding wordt gemaakt aan het bijstandverlenend orgaan. De opbrengst van incidentele verkoop van privégoederen, al dan niet via internet, wordt in het algemeen niet als inkomen aangemerkt, zodat daarvan in beginsel geen mededeling behoeft te worden gedaan. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat, gelet op het aantal verkochte boeken, de onderhavige verkoop niet als incidenteel kan worden aangemerkt. Het college heeft die opbrengsten terecht aangemerkt als inkomsten waarmee bij het bepalen van het recht op bijstand rekening moest worden gehouden.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:2627
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelGerechtshof Den Haag 11-08-2015
CiteertitelIR 2015/113
SamenvattingArbeidsrecht, internet op het werk, pornosurfen, dringende reden, firewall, onverwijld
Samenvatting (Bron)Ontslag op staande voet wegens bezoeken sekssites niet onverwijld. Vordering tot publicatie rectificatie afgewezen. Geen gronden voor matiging loonvordering.
UitspraakECLI:NL:GHDHA:2015:2116
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Midden-Nederland 12-08-2015
CiteertitelIR 2015/114
SamenvattingOnrechtmatige uiting, positie tussenpersoon, YouTube, anonieme uploader, doorgeven NAWgegevens
Samenvatting (Bron)onrechtmatigheid tv-uitzending
UitspraakECLI:NL:RBMNE:2015:6002
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Amsterdam 12-08-2015
CiteertitelIR 2015/115
SamenvattingOnrechtmatige uiting, zoekmachine, Yahoo, Google, publiek debat, privégesprek, verborgen camera, voorbeeldfunctie, burgemeester, vrijheid van meningsuiting, art. 10 EVRM
Samenvatting (Bron)De rechtbank heeft beslist dat de uitzending van met een verborgen camera van eiser gemaakte beelden door Powned ten opzichte van eiser onrechtmatig is. Het betreft hier overigens een voorlopige beslissing, uitsluitend om het treffen van een spoedeisende maatregel mogelijk te maken. Een definitieve beslissing volgt later, na verder debat tussen partijen. Naar het voorlopige oordeel van de rechtbank is een burgemeester weliswaar een publieke figuur, maar niet zonder meer vogelvrij, zelfs niet als hij zelf aanleiding heeft gegeven voor publiek debat over zijn persoon. Er was geen sprake van een ernstige misstand die alleen blootgelegd kon worden met behulp van een verborgen camera. De inbreuk op het privéleven van eiser was na afweging van alle belangen in dit geval niet gerechtvaardigd. De maatregel is dat Powned moet bewerkstelligen dat de onrechtmatige fragmenten niet meer via zoekmachines op internet te vinden zijn. Omdat gebleken is dat de beelden ook nog eens deels gemanipuleerd zijn weergegeven, moet Powned voorts alle gemaakte beeld- en geluidsopnamen in kopie aan eiser verstrekken zodat hij dit verder kan onderzoeken.
UitspraakECLI:NL:RBAMS:2015:5070
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelCentrale Raad van Beroep 13-08-2015
CiteertitelIR 2015/116
SamenvattingAmbtenarenrecht, e-mail, geheimhoudingsplicht, onderzoek naar e-mailgebruik, proportionaliteit, internet op het werk
Samenvatting (Bron)Strafoverplaatsing met vermindering van bezoldiging. Lekken van politiekgevoelige gegevens naar de media. Bevoegdheid van het college. De P&O-bezwarencommissie was bevoegd om naar aanleiding van zijn bezwaar tegen het besluit advies uit te brengen aan de werkgeverscommissie. Onvoldoende aanleiding om aan te nemen dat de voorzitter van de P&O-bezwarencommissie niet onpartijdig is. Betrokkene heeft niet gehandeld in overeenstemming met de gedragscode voor de raadsgriffie waarin onder meer is vermeld dat de ambtenaren van de raadsgriffie zorgvuldig omgaan met informatie die in handen van buitenstaanders de belangen van de gemeente kan schaden, zij de privacy van collega’s respecteren en geen gevoelige informatie vanuit de gemeente naar buiten “lekken”. Betrokkene heeft aldus gedaan wat een goed ambtenaar in gelijke omstandigheden behoort na te laten, zodat van plichtsverzuim sprake is. Verwijtbaarheid. Voldoende rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van betrokkene.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:2727
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Den Haag 20-08-2015
CiteertitelIR 2015/117
SamenvattingDomeinnaam, handelsnaam, spoedeisend belang
Samenvatting (Bron)kort geding inbreuk IE recht. Geen spoedeisend belang wegens 1,5 jaar stilzitten.
UitspraakECLI:NL:RBDHA:2015:9836
Artikel aanvragenVia Praktizijn