Rubriek | Redactioneel |
---|---|
Titel | Een bericht uit het Verre Oosten |
Citeertitel | IR 2015-3, p. 89 |
Samenvatting | Op moment van schrijven zit uw redactielid op een tropische bestemming; Indonesië. Helaas niet in bermuda shorts en dito blouse, maar netjes in overhemd en pantalon op een iets te kleine stoel achter een veel te klein bureau. Na een aantal maanden in de regio te hebben gezeten voor mijn werk, doe ik u vanuit hier graag verslag van de stand van het internetrecht in Indonesië anno 2015. |
Auteur(s) | B. van Eijk |
Pagina | 89 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | Wie draagt er zorg voor dat een webshop bij oplevering voldoet aan de wetgeving? |
Citeertitel | IR 2015-3, p. 90 |
Samenvatting | De wereld verandert snel en de online wereld verandert zo mogelijk nog sneller. Zeker op het gebied van wet- en regelgeving rondom webshops zit de wetgever niet stil. Zo zijn er voor webshops binnen een jaar twee grote wetswijzigingen geweest: in juni 2014 is de Implementatiewet richtlijn consumentenrechten in werking getreden, en begin dit jaar volgde de nieuwe Belastingwetgeving voor webshops die online diensten of software verkopen. Wie dient er in de ogen van de webshopexploitant voor zorg te dragen dat hun webshop voldoet aan die nieuwe wet- en regelgeving? Zijn zij dat zelf, aangezien zij immers de ondernemer zijn en het risico dragen, of zijn het de internetbureaus ’s die door de webshopexploitant worden ingeschakeld om een webshop voor hen te bouwen of aan te passen. En indien er tussen die twee partijen niets is afgesproken over wie verantwoordelijk is voor het voldoen van de opleverde webshop aan de wet- en regelgeving, hoe liggen dan de verwachtingen tussen partijen onderling? In dit rechtssociologische artikel zal eerst kort worden ingegaan op de twee recente wetswijzigingen die aanleiding zouden moeten zijn voor het laten aanpassen van een webshop . Vervolgens zal worden beschreven wie er in juridische zin verantwoordelijk en aansprakelijk voor is dat een webshop daadwerkelijk voldoet aan de relevante wet- en regelgeving. Tot slot zal aan de hand van kwantitatief onderzoek worden beschreven wat ten aanzien van die verantwoordelijkheid de verwachting is van partijen. Daaruit zal blijken dat in bijna de helft van alle gevallen hierover niet is gesproken , en dat de partijen onderling bovendien van elkaar verwachten dat de webshopexploitant de partij is er uiteindelijk zelf voor zal moeten zorgdragen dat de webshop bij oplevering voldoet aan de wet- en regelgeving. |
Auteur(s) | T. Mulder , M.H. Paapst |
Pagina | 90 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | Netneutraliteit 2.0: De EU en VS kiezen koers |
Citeertitel | IR 2015-3, p. 95 |
Samenvatting | Netneutraliteit heeft zich in een kleine twintig jaar ontwikkeld van een (Amerikaanse) hypothese van
controle over het internet naar concreet beleid in de Verenigde Staten, de Europese Unie en in meer
concrete vorm in Nederland. Netneutraliteit is een complex begrip dat gaat over de mate waarin er
zeggenschap is over de verkeersstromen die het internet maken wat het is. Het is geen exacte wetenschap,
geen wel of niet dialoog, maar een glijdende schaal. De positie op die schaal wordt bepaald
door een aantal individuele onderdelen, zoals open toegang, netwerk management, proposities en
gespecialiseerde diensten, die meer of minder vertegenwoordigd zijn in het beleid.
De ultieme vraag voor beleidsmakers en belanghebbenden is hoe de individuele elementen die relatie
houden tot netneutraliteit moeten worden ingevuld om te komen tot een palet dat de gewenste balans
brengt in de zeggenschap over het internet. Die ‘gewenste balans’ is een subjectieve opvatting over
hoe die zeggenschap verdeeld zou moeten zijn tussen de individuele actoren om zo de fundamentele
kenmerken van het internet, zoals open toegang en het ontbreken van centrale zeggenschap, te waarborgen.
De waardering van de elementen die bijdragen aan netneutraliteit is subjectief en voorbehouden aan beleidsmakers en belanghebbenden. Dit artikel is niet geschreven uit het perspectief van een van beiden. Het doel van dit artikel is het geven van een overzicht van de individuele elementen die bepalend zijn voor netneutraliteit en deze in de context te plaatsen van de te dienen beleidsdoelen en kenmerken. Ik zal daarbij maar meteen een voorbehoud maken: het maken van een dergelijk overzicht is redactioneel van aard en zal dus in enige mate subjectief zijn. Om tot dat overzicht te komen zal het artikel de wetgevingsinspanningen op dit gebied tot nu toe in Europa en de Verenigde Staten weergeven. Daarna worden de individuele elementen toegelicht en wordt bekeken hoe deze elementen zijn (of mogelijk worden) ingevuld door wetgevers in Europa en Amerika. |
Auteur(s) | M. Peeters |
Pagina | 95 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Opinie |
---|---|
Titel | De wraakporno-zaak: Facebook bewijst internettussenpersonen een slechte dienst |
Citeertitel | IR 2015-3, p. 103 |
Samenvatting | Het kan u niet ontgaan zijn: de Amsterdamse voorzieningenrechter heeft Facebook onlangs gedwongen gedwongen om gegevens te verstrekken over de persoon die het seksfilmpje over Chantal op Facebook had geplaatst. Saillant: Facebook beweert bij hoog en laag die gegevens niet te hebben. Maar de rechter is bepaald niet overtuigd van dit argument van Facebook, en sluit niet uit dat Facebook nog wel degelijk over enige informatie beschikt. En levert Facebook die informatie niet, dan moet Facebook dulden dat een onafhankelijk deskundige daar nog eens naar speurt. Dat het die kant op lijkt te gaan, staat al min of meer vast. Facebook heeft inmiddels een verklaring uitgebracht na de publicatie van het vonnis, dat ze echt niet (meer) over de gevraagde informatie beschikt. Hiermee opent Facebook zo ongeveer letterlijk haar deuren, want dan zal Chantal een onafhankelijke IT expert mogen vragen om zelf naar die gegevens te gaan zoeken, en zal die IT expert daar een rapport over moeten schrijven. Het is dan vervolgens een kwestie van tijd voordat dit rapport in het openbaar verschijnt. Facebook bewijst de internettussenpersoon een slechte dienst. Afgaand op de inhoud van vonnis, laat de processtrategie van Facebook te wensen over. Ik ben mij er bewust van dat elke zaak en dus elk vonnis zijn eigen bijzonderheden kent, zo ook deze, maar waag mij toch aan de volgende stellingen. Het resultaat van deze Facebook-uitspraak is mijns inziens dat je als internettussenpersoon nu kennelijk moet gaan monitoren wat er allemaal op je platform gebeurt. Als dat gedrag van een persoon vervolgens ook maar enigszins onoirbaar lijkt op basis van meldingen van je andere gebruikers, moet je van die persoon kennelijk gegevens bewaren. Kortom, een verkapte bewaarplicht. Maar (i) in welke gevallen je nu precies gegevens moet bewaren, (ii) welke gegevens je dan moet bewaren en (iii) voor hoe lang, dat weten we niet. Ook is onduidelijk wat ons College bescherming persoonsgegevens hiervan te vinden heeft. Ik doe een poging een an ander uit te leggen. |
Auteur(s) | M. Weij |
Pagina | 103 |
Link | Volledige tekst artikel (SOLV) |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Annotatie |
---|---|
Titel | De ontvankelijkheid van vorderingen jegens Facebook |
Citeertitel | IR 2015-3, p. 108 |
Samenvatting | De rechtbank verklaarde onlangs een verzoek om
inzage gericht aan Facebook niet ontvankelijk. Dat had ook anders kunnen uitvallen. In de beschikking van 28 mei 2015 ging het om de vraag welke Facebook-entiteit verantwoordelijk is voor de verwerking van persoonsgegevens van een Nederlandse inwoner. En de daarmee samenhangende vraag welk recht van toepassing is. Verzoeker had Facebook verzocht om inzage van zijn persoonsgegevens. Facebook verkoopt advertentieruimte (volgens kvk: Het verkopen van advertentieruimte, commerciële ontwikkeling, marketing en, meer in het algemeen, alle commerciële, industriële, financiële, zakelijke of persoonlijke transacties welke, direct of indirect, verband houden met vorengenoemd doel of het tot stand brengen daarvan bevorderen, alsmede houdster- en financieringsactiviteiten). |
Auteur(s) | F.F. Blokhuis |
Pagina | 108 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBAMS:2015:3984 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Gerechtshof Den Haag 11-11-2014 |
Citeertitel | IR 2015/71 |
Samenvatting | Verbintenissenrecht, search engine advertising, ontwikkeling van een website, wil, totstandkoming overeenkomst, gerechtvaardigd vertrouwen |
Samenvatting (Bron) | Vernietigbaarheid overeenkomst tot levering van internetpublicaties met een publicitair karakter; art. 6:228 lid 1 BW; art. 3:49 juncto 3:50 BW. |
Uitspraak | ECLI:NL:GHDHA:2014:4670 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Midden-Nederland 25-02-2015 |
Citeertitel | IR 2015/72 |
Samenvatting | Verbintenissenrecht, algemene mededeling op website, bedrog |
Samenvatting (Bron) | Algemene mededeling op een website brengt niet automatisch een overeenkomst met zich mee. Geen bedrog of dwaling, omdat uitlating op website als aanprijzing in algemene bewoordingen moet worden aangemerkt. Onverschuldigde betaling onvoldoende gesteld. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBMNE:2015:2292 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Midden-Nederland 01-04-2015 |
Citeertitel | IR 2015/73 |
Samenvatting | E-commerce, algemene voorwaarden, vooruitbetaling, onredelijk bezwarend beding, art. 7:26 BW, art. 6:233 BW |
Samenvatting (Bron) | Consumentenkoop op afstand. Volledige vooruitbetaling koopprijs. Beding in algemene voorwaarden. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBMNE:2015:2116 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Oost-Brabant 14-04-2015 |
Citeertitel | IR 2015/74 |
Samenvatting | Aanbestedingsrecht, Tenderned, digitale inschrijving, klok, gelijkheidsbeginsel |
Samenvatting (Bron) | Kort geding, aanbesteding Twee verschillende uiterlijke inschrijftijden in de aanbestedingsstukken. Voorgeschreven was dat inschrijving digitaal via Tenderned moest geschieden. De – na sluiting van de digitale kluis – per mail ingediende inschrijving van Heijmans had door de gemeente ongeldig moeten worden verklaard. De gemeente is vrij te besluiten niet te gunnen aan de enige overgebleven (geldige) inschrijver en mag opnieuw aanbesteden. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBOBR:2015:2162 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Gerechtshof Amsterdam 17-03-2015 |
Citeertitel | IR 2015/75 |
Samenvatting | Verbintenissenrecht, algemene voorwaarden, art. 6:233 BW, art. 6:234 BW |
Samenvatting (Bron) | Opdracht tot bouw van interactieve website. Ontbinding nadat opdrachtnemer in verzuim is geraakt. Gestelde schade van de opdrachtgeefster deels te vergoeden. |
Uitspraak | ECLI:NL:GHAMS:2015:952 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Amsterdam 18-03-2015 |
Citeertitel | IR 2015/76 |
Samenvatting | Verbintenissenrecht, gokken op internet, kansspelen, gedoogbeleid, strijd met openbare orde of goede zeden, zorgplicht |
Samenvatting (Bron) | Unibet hoeft gokverlies niet terug te betalen. Een speler had gevorderd dat Unibet zijn gokverlies van ruim € 170.000 moest terugbetalen. Volgens artikel 1 onder a van de Wet op de Kansspelen (WoK) moet een aanbieder van kansspelen over een vergunning beschikken. Via haar website geeft Unibet gelegenheid tot het deelnemen aan kansspelen. De rechtbank is van oordeel dat Unibet over een vergunning had moeten beschikken. Hoewel Unibet in strijd met de wet heeft gehandeld leidt dit niet tot nietigheid of vernietigbaarheid van de kansspelovereenkomst op grond van artikel 3:40 BW. De rechtbank is namelijk van oordeel dat gelegenheid geven tot gokken via internet op de manier zoals Unibet heeft gedaan niet meer als maatschappelijk onwenselijk, illegaal of strafwaardig wordt ervaren. Op een aanbieder van kansspelen rust verder een zorgplicht jegens spelers die mede ziet op het voorkomen van gokverslaving of problematisch gokken. Of aan die zorgplicht is voldaan moet van geval tot geval worden beoordeeld. De rechtbank komt na weging van de specifieke omstandigheden van dit geval tot de slotsom dat niet is gebleken dat Unibet had moeten ingrijpen in het speelgedrag van de man. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBAMS:2015:1452 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Gerechtshof 's-Hertogenbosch 16-04-2015 |
Citeertitel | IR 2015/77 |
Samenvatting | Belastingrecht, internetpoker, kansspel |
Samenvatting (Bron) | Belanghebbende doet via het internet mee aan pokerspelen. De volgende punten zijn in geschil: (1) vormt internetpoker een kansspel, (2) is de maatstaf van heffing over de prijzen/resultaten van de buitenlandse internetkansspelen in strijd met het Unierecht, (3) schendt de inspecteur het gelijkheidsbeginsel, (4) de ingangsdatum van de wetswijziging van de Wet op de kansspelbelasting (KSB), (5) is sprake van een onredelijke heffing? Hof: gelet op het arrest Hoge Raad, 11 juli 2014, ECLI:NL:HR:2014:1625, vormt internetpoker een kansspel. Het arrest betrof weliswaar ‘live’ pokertoernooien, terwijl het hier gaat om pokerspelen via het internet, maar dat onderscheid is niet relevant (zie ook, over internetpoker, Hoge Raad 27 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:471). Het Hof is van oordeel dat de Rechtbank ook alle andere geschilpunten terecht in het voordeel van de inspecteur heeft beslist. Voor wat betreft geschilpunt 2, wijst het Hof nog op het reeds aangehaalde arrest ECLI:NL:HR:2015:471, uit welk arrest volgt, dat bij internetpoker uitsluitend een beroep kan worden gedaan op artikel 56 EU-verdrag (vrijheid van dienstenverkeer) en niet op artikel 63 EU verdrag (vrijheid van kapitaalverkeer). Omdat de aanbieders van de onderhavige pokerspelen niet binnen de EU zijn gevestigd, faalt het beroep op artikel 56 EU. |
Uitspraak | ECLI:NL:GHSHE:2015:1381 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Den Haag 22-04-2015 |
Citeertitel | IR 2015/78 |
Samenvatting | Strafrecht, Facebook, smaad, belediging, bedreiging, belaging, mishandeling, ruchtbaarheid, vrienden, art. 261 Sr, art. 266 Sr, art. 285 Sr, art. 285b Sr, art. 300 Sr |
Samenvatting (Bron) | - |
Uitspraak | ECLI:NL:RBDHA:2015:4690 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 22-04-2015 |
Citeertitel | IR 2015/79 |
Samenvatting | Strafvordering, smartphone, Whatsapp, vormverzuim, privacy, technische ontwikkelingen, art. 94 Sv, art. 8 EVRM |
Samenvatting (Bron) | De verdachte komt ten aanzien van de inhoud van zijn smartphone een beroep op bescherming op artikel 8 van het EVRM (en artikel 10 van de Grondwet) toe. De inbeslagname, het onderzoek aan de smartphone en het lichten van gegevens van die smartphone door de politie op grond van artikel 94 Sv. vormen een inbreuk op de door artikel 8 EVRM verleende bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De bevoegdheid van de politie tot het maken van een inbreuk op dit recht moet voldoende kenbaar en voorzienbaar in de wet zijn omschreven. De technische ontwikkelingen anno 2015 brengen met zich dat er via een smartphone niet alleen toegang wordt verkregen tot verkeersgegevens, maar ook tot de inhoud van communicatie en privé-informatie van de gebruiker van de smartphone. En dat zonder enige vorm van voorafgaande beoordeling van de subsidiariteit en/of proportionaliteit van de bevoegdheid. Er is aldus sprake van een zodanig ingrijpende bevoegdheid dat, mede gelet op artikel 1 Sv., de algemene bevoegdheidsomschrijving van artikel 94 Sv. heden ten dage niet meer kan worden aangemerkt als een wettelijk voorschrift dat als voldoende kenbaar en voorzienbaar kan worden aangemerkt bij de uitoefening van de verleende bevoegdheid. Het kan derhalve de toets van artikel 8 EVRM niet (meer) doorstaan. Met de verdediging is het hof daarom van oordeel dat het onderzoek door de politie aan de smartphone van de verdachte oplevert een schending van zijn recht op privacy. Er is sprake van een onherstelbaar vormverzuim in het voorbereidend onderzoek in de zin van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering. Verdachte zal van dit vormverzuim geen nadeel ondervinden nu het onderzoeksresultaat dat door middel van het vormverzuim is verkregen geen onderdeel vormt van de bewijsconstructie van het hof. Het hof zal daarom verder geen rechtsgevolgen verbinden aan het vormverzuim. |
Uitspraak | ECLI:NL:GHARL:2015:2954 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Zeeland-West-Brabant 23-04-2015 |
Citeertitel | IR 2015/80 |
Samenvatting | Aanbestedingsrecht, print-screen, foutmelding, storing, risico, TenderNed, digitale kluis, waarschuwing in de gebruiksvoorwaarden, risicoverdeling bij technisch falen |
Samenvatting (Bron) | Problemen met inschrijven via TenderNed op Aanbesteding kunstgrasvelden. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBZWB:2015:2603 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Midden-Nederland 24-04-2015 |
Citeertitel | IR 2015/81 |
Samenvatting | Strafrecht, kinderporno, foto op internet, Facebook, art. 240b Sr |
Samenvatting (Bron) | Verspreiden en bezit kinderporno. Verdachte heeft uit boosheid foto’s van het slachtoffer op haar tijdslijn van Facebook geplaatst, waardoor haar vrienden deze foto’s konden zien. De rechtbank veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van één maand. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBMNE:2015:2967 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Raad van State 24-04-2015 |
Citeertitel | IR 2015/82 |
Samenvatting | Vreemdelingenrecht, Facebook, social media, ongeloofwaardige bekering |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 26 augustus 2013 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Dit besluit is aangehecht. |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2015:1336 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Gelderland 28-04-2015 |
Citeertitel | IR 2015/83 |
Samenvatting | Auteursrecht, online handelsplatform, business model, stilzwijgende licentie, redelijke opzegtermijn |
Samenvatting (Bron) | Kort geding. IER. Inbreuk op auteursrecht op een computerprogramma? Art. 10 lid 1, sub 12, Aw. Eigen, oorspronkelijk karakter. Niet zonder meer aannemelijk dat eiser maker was. Gebruik van standaardsoftware. Wijzigingen. eiser bij openbaarmaking niet als maker van het platform vermeld. Art. 8 Aw. Niet aan enige voorwaarde verbonden. Stilzwijgende licentie verleend. Redelijke opzegtermijn. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBGEL:2015:4405 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Overijssel 01-05-2015 |
Citeertitel | IR 2015/84 |
Samenvatting | Verbintenissenrecht, totstandbrengen van internetplatform, koopovereenkomst, overeenkomst van opdracht |
Samenvatting (Bron) | De voorzieningenrechter oordeelt dat partijen geen koopovereenkomst hebben gesloten, maar een overeenkomst van opdracht. De vorderingen worden afgewezen. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBOVE:2015:2209 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Den Haag 13-05-2015 |
Citeertitel | IR 2015/85 |
Samenvatting | Strafrecht, computercriminaliteit, phishing, DigiD, inlogcodes, computervredebreuk, identiteitsfraude, oplichting, art. 138ab Sr, art. 139d Sr, art. 326 Sr |
Samenvatting (Bron) | Veroordeling (medeplegen van) oplichting, meermalen gepleegd, computervredebreuk. een gevangenisstraf voor de duur van DRIE (3) JAREN; De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 36f, 45, 47, 57, 138ab, 139d en 326 van het Wetboek van Strafrecht. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBDHA:2015:5525 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Den Haag 13-05-2015 |
Citeertitel | IR 2015/86 |
Samenvatting | Auteursrecht, App, broncode, software |
Samenvatting (Bron) | Auteursrecht op software. Zonder toestemming openbaar gemaakt. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBDHA:2015:5598 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Gerechtshof Den Haag 13-05-2015 |
Citeertitel | IR 2015/87 |
Samenvatting | Strafrecht, kinderporno, bijvangst, doel van de wetgever, ar. 240b Sr |
Samenvatting (Bron) | Art. 240b Sr. Het hof veroordeelt de verdachte tot een geldboete van € 1.000,00, subsidiair 20 (twintig) dagen hechtenis ter zake van –kort gezegd- het downloaden en het in bezit hebben van kinderpornografische foto’s. Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat minder dan één procent van de circa 400.000 onder de verdachte aangetroffen afbeeldingen van kinderpornografische aard waren. Het geringe aantal afbeeldingen van kinderpornografische aard doet niet af aan de strafbaarheid van de gedraging van de verdachte, maar het hof is van oordeel dat het hier niet het gedrag betreft waarop de wetgever met de maximumstrafbedreiging primair het oog heeft gehad. Daarnaast neemt het hof nog in aanmerking dat ter terechtzitting in hoger beroep aannemelijk is gemaakt dat de verdachte afbeeldingen van jong volwassen mannen van internet verzamelde en in het geheel niet uit was op het bekijken of verzamelen van afbeeldingen van kinderpornografische aard. |
Uitspraak | ECLI:NL:GHDHA:2015:1193 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Amsterdam 20-05-2015 |
Citeertitel | IR 2015/88 |
Samenvatting | Auteursrecht, foto’s op internet, archieven, vrijheid van meningsuiting, mededeling via speciale terminals, Auteursrechtrichtlijn, art. 15h Aw |
Samenvatting (Bron) | “Auteursrecht. Het is niet toegestaan dat het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) foto’s op zijn website openbaart die zijn gemaakt door een fotograaf die voor deze openbaarmaking geen toestemming geeft. Het beroep van het IISG op artikel 10 EVRM (vrijheid van meningsuiting) faalt. De schadevergoeding die de fotograaf tevens heeft gevorderd wordt afgewezen. De rechtbank kan de hoogte hiervan niet vaststellen, ondanks dat de fotograaf in de gelegenheid is gesteld bij Akte nadere producties in te dienen die betrekking hebben op de hoogte van de voor hem gebruikelijke vergoeding.” |
Uitspraak | ECLI:NL:RBAMS:2015:3231 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | HvJ EU 21-05-2015, C-322/14 |
Citeertitel | IR 2015/89 |
Samenvatting | E-commerce, click wrapping, algemene voorwaarden |
Samenvatting (Bron) | Arrest van het Hof (Derde kamer) van 21 mei 2015.#Jaouad El Majdoub tegen CarsOnTheWeb.Deutschland GmbH.#Verzoek van het Landgericht Krefeld om een prejudiciele beslissing.#Justitiele samenwerking in burgerlijke zaken - Rechterlijke bevoegdheid en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken - Verordening (EG) nr. 44/2001 - Artikel 23 - Overeenkomst tot aanwijzing van de bevoegde rechter - Vormvereisten - Elektronische mededeling waardoor de overeenkomst duurzaam wordt geregistreerd - Begrip - Algemene verkoopvoorwaarden die kunnen worden geraadpleegd en afgedrukt via een link die deze in een nieuw venster toont - ,click wrapping'.#Zaak C-322/14. |
Uitspraak | ECLI:EU:C:2015:334 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 26-05-2015 |
Citeertitel | IR 2015/90 |
Samenvatting | E-commerce, B2B, e-mail, activeringsproces |
Samenvatting (Bron) | Digitale totstandkoming van overeenkomst |
Uitspraak | ECLI:NL:GHARL:2015:3715 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Hoge Raad 26-05-2015 |
Citeertitel | IR 2015/91 |
Samenvatting | Strafrecht, oplichting, valse hoedanigheid, professioneel ogende website, naam van website, art. 326 Sr |
Samenvatting (Bron) | Oplichting, art. 326.1 Sr. Valse hoedanigheid? Het middel faalt voor zover het klaagt dat het Hof heeft miskend dat de enkele omstandigheid dat iemand zich in strijd met de waarheid voordoet als bonafide verkoper die in staat en voornemens is de bij hem gekochte en aan hem vooruitbetaalde goederen te leveren, niet oplevert het aannemen van een valse hoedanigheid i.d.z.v. art. 326 Sr. Het Hof heeft immers o.m. vastgesteld dat verdachte zich, bij het op internet aanbieden van elektronische apparatuur en evenemententickets, het vragen van betaling daarvoor en het niet leveren daarvan, heeft bediend van professioneel ogende websites waarop een veelheid aan producten werd aangeboden zonder dat verdachte de mogelijkheid en de intentie had die producten daadwerkelijk te leveren, waarbij verdachte de namen van die websites dusdanig heeft gekozen dat deze de associatie opriepen met bestaande betrouwbare websites. Gelet hierop geeft het oordeel van het Hof dat de gedragingen van verdachte zijn aan te merken als het aannemen van een valse hoedanigheid i.d.z.v. art. 326 Sr niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Dat oordeel is ook niet onbegrijpelijk. |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2015:1336 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Amsterdam 28-05-2015 |
Citeertitel | IR 2015/92 |
Samenvatting | Wet bescherming persoonsgegevens, Facebook, server, server in het buitenland, verantwoordelijke, persoonsgegevens, inzageverzoek, art. 35 Wbp |
Samenvatting (Bron) | Aan de orde is de vraag of de Ierse of de Nederlandse wetgeving van toepassing is op de verwerking via (Ierse) Facebook-servers van persoonsgegevens van Nederlandse inwoners. De rechtbank oordeelt dat het aan beantwoording van deze vraag niet toekomt omdat Facebook NL niet kwalificeert als “verantwoordelijke”. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBAMS:2015:3659 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Rotterdam 04-06-2015 |
Citeertitel | IR 2015/93 |
Samenvatting | Strafrecht, Skype, chat, identiteitsfraude, uitlokken minderjarige tot ontucht, art. 248a Sr |
Samenvatting (Bron) | De verdachte heeft zich op internet voorgedaan als een 16-jarig meisje en in deze hoedanigheid een 14-jarige jongen via Skype verleid om zich een aantal keer voor de webcam af te trekken. Daarnaast heeft de verdachte een hoeveelheid kinderporno in bezit gehad. Veroordeling tot een (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf en een taakstraf. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBROT:2015:3947 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Rotterdam 04-06-2015 |
Citeertitel | IR 2015/94 |
Samenvatting | Strafrecht, advertentie op internet, mensenhandel, beschikbaar stellen, art. 273f Sr |
Samenvatting (Bron) | Mensenhandel jegens een minderjarige. Bewezen is verklaard dat verdachte zich gedurende een week schuldig heeft gemaakt aan het faciliteren van prostitutie door een vijftienjarig meisje. Hij maakte foto’s van haar, plaatste sexadvertenties op internet en had telefonisch contact met potentiële klanten. Niet relevant is dat het nog niet tot daadwerkelijk sexueel contact met klanten was gekomen. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBROT:2015:4080 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Zeeland-West-Brabant 11-06-2015 |
Citeertitel | IR 2015/95 |
Samenvatting | Strafrecht, Facebook, stalking, bedreiging, belaging, sms, art. 285 Sr, art. 285b Sr |
Samenvatting (Bron) | Verdachte met inachtneming van ad info feiten schuldig aan stalking van 12 vrouwen gedurende langere periode via sociale media. Tevens heeft zij zich niet gehouden aan een gedragsaanwijzing jegens haar opgelegd. Verdachte is verminderd toerekeningsvatbaar. Gevangenisstraf van 128 dagen waarvan 90 dagen voorwaardelijk, langere proeftijd van 3 jaren, reclasseringstoezicht, ook als dat inhoudt een klinische opname bij Stichting Trajectum. Tevens een contactverbod met slachtoffers. Vorderingen benadeelde partijen deels toegewezen. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBZWB:2015:3803 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Overijssel 11-06-2015 |
Citeertitel | IR 2015/96 |
Samenvatting | Onrechtmatige daad, klantenbestand, relatiebestand |
Samenvatting (Bron) | Een webshop mag het klanten- en relatiebestand uit een eerdere samenwerking blijven gebruiken. De kort gedingrechter wijst de vorderingen af. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBOVE:2015:3265 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | EHRM 16-06-2015, 64569/09 |
Citeertitel | IR 2015/97 |
Samenvatting | Positie tussenpersonen, nieuwswebsite, vrijheid van meningsuiting, haatzaaien, aansprakelijkheid tussenpersoon, UGC |
Samenvatting (Bron) | No violation of Article 10 - Freedom of expression -{General} (Article 10-1 - Freedom of expression;Freedom to impart information) |
Uitspraak | ECLI:CE:ECHR:2015:0616JUD006456909 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Amsterdam 25-06-2015 |
Citeertitel | IR 2015/98 |
Samenvatting | Onrechtmatige daad, verstrekken NAW-gegevens, Facebook, User Generated Content, wraakporno |
Samenvatting (Bron) | Kort geding. Veroordeling Facebook tot verstrekken van gegevens aan slachtoffer ‘wraakporno’ en tot het laten verrichten van onderzoek voor het geval deze gegevens niet worden verstrekt, omdat ze definitief verwijderd zouden zijn. Rechtsplicht voor provider verstrekken NAW gegevens bij onrechtmatig handelen gebruiker. Onrechtmatige daad. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBAMS:2015:3984 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 30-06-2015 |
Citeertitel | IR 2015/99 |
Samenvatting | Verbintenissenrecht, phishing, onverschuldigde betaling, gerechtvaardigd vertrouwen |
Samenvatting (Bron) | Phishing; onverschuldigde betaling; gerechtvaardigd vertrouwen |
Uitspraak | ECLI:NL:GHARL:2015:4823 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Rotterdam 07-07-2015 |
Citeertitel | IR 2015/100 |
Samenvatting | Onrechtmatige uiting, zoekresultaat op internet, anonimisering |
Samenvatting (Bron) | Gestelde inbreuk op persoonlijke levenssfeer (uitsluitend) door vermelding van volledige naam is niet aannemelijk en de gestelde onrechtmatigheid van de publicatie is daardoor evenmin aannemelijk. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBROT:2015:4812 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Noord-Holland 09-07-2015 |
Citeertitel | IR 2015/101 |
Samenvatting | Handelsnaamrecht, domeinnaam, domeinnaam als handelsnaam, verwarring, beschrijvende handelsnaam |
Samenvatting (Bron) | Geschil over de vraag of met het gebruik van de handelsnaam Voetbalreizenonline.com inbreuk wordt gemaakt het handelsnaamrecht Voetbalreizen.com en/of hierdoor onrechtmatig jegens Voetbalreizen wordt gehandeld. Van strijd met artikel 5 Hnw dan wel onrechtmatig handelen is naar het oordeel van de voorzieningenrechter – alle relevante omstandigheden van het geval afwegend – geen sprake |
Uitspraak | ECLI:NL:RBNHO:2015:5805 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Den Haag 10-07-2015 |
Citeertitel | IR 2015/102 |
Samenvatting | Strafrecht, Facebook, growshop, art. 11 Opiumwet |
Samenvatting (Bron) | Growshopverbod. De rechtbank Den Haag veroordeelt een man voor overtreding van het per 1 maart 2015 in werking getreden artikel 11a van de Opiumwet. De rechtbank legt een gevangenisstraf van drie maanden op en beveelt de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBDHA:2015:7905 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Oost-Brabant 13-07-2015 |
Citeertitel | IR 2015/103 |
Samenvatting | Strafrecht, computervredebreuk, inloggegevens uit openbare bronnen, art. 138 ab Sr |
Samenvatting (Bron) | Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan computervredebreuk, waarbij hij de verkregen informatie van het Landelijk Crisis Management Systeem met derden heeft gedeeld. De rechtbank heeft een taakstraf opgelegd van 80 uren subsidiair 40 dagen hechtenis met aftrek van de tijd in verzekering doorgebracht, waarvan 40 uren subsidiair 20 dagen hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Verwerping niet-ontvankelijkheidsverweer. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBOBR:2015:3980 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 16-07-2015 |
Citeertitel | IR 2015/104 |
Samenvatting | Ambtenarenrecht, internet het op werk, pornosites, pornosurfen, logfiles, verversing |
Samenvatting (Bron) | Appellant heeft niet weersproken dat hij gedurende de onderzochte periode, te weten 15 augustus 2012 tot en met 18 september 2012, websites met een pornografisch karakter heeft bezocht en dat dit ertoe heeft geleid dat de door de minister genoemde 208 pornografische afbeeldingen op zijn werkstation zijn gedownload. Het kan niet anders dan dat het werk van appellant door zijn internetgebruik ernstig in het gedrang is gekomen. Dat wordt niet anders doordat zijn functioneren naar zijn zeggen altijd positief is beoordeeld. Het vaststellen of sprake is van een psychische stoornis is primair de taak van een psychiater, niet die van een psycholoog. Daarbij heeft appellant zich met de bedoelde mededeling kennelijk willen beroepen op niet-toerekenbaarheid van het hem verweten plichtsverzuim. Ook het desbetreffende leerstuk ligt primair in de psychiatrische sfeer. De minister heeft dus terecht een psychiater geraadpleegd. Het internetgebruik in de onderzochte periode is door de minister terecht als zeer ernstig plichtsverzuim aangemerkt. De opgelegde straf van onvoorwaardelijk ontslag is verder niet onevenredig te achten aan het zojuist genoemde plichtsverzuim. Dat geldt te meer nu appellant werkzaam was in een penitentiaire inrichting, en dus een voorbeeldfunctie vervulde waarin hij bij uitstek van onbesproken gedrag diende te zijn. |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2015:2374 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 21-07-2015 |
Citeertitel | IR 2015/105 |
Samenvatting | Strafrecht, zoektermen, bewijs |
Samenvatting (Bron) | Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden spreekt een 44-jarige verdachte vrij van de moord, dan wel doodslag op zijn partner en hun ongeboren kind. Het hof concludeert, evenals de rechtbank dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is voor een veroordeling. |
Uitspraak | ECLI:NL:GHARL:2015:5406 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Rotterdam 22-07-2015 |
Citeertitel | IR 2015/106 |
Samenvatting | Strafrecht, internetrelatie, terroristisch oogmerk |
Samenvatting (Bron) | Overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in art. 6 van het EVRM. Geen sprake van een doelbewuste en grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte door het openbaar ministerie. Vrijspraak van deelname aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van terroristische misdrijven (art. 140a lid 1 Sr) alsmede van het voortzetten van de werkzaamheid van een verboden organisatie (art. 140 lid 2 Sr): relatie met terrorist maakt nog niet dat je dat zelf ook bent, evenmin geldt dit voor het enkele kijken op websites van terroristische organisaties. Veroordeling tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, omdat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het overtreden van de Sanctiewet 1977. De verdachte heeft op zijn minst de aanmerkelijke kans aanvaard dat de vier geldbedragen, die zij door middel van money transfers aan tussenpersonen in Turkije heeft overgemaakt, ten goede zouden komen aan de (verboden) terroristische organisatie(s) Islamic Jihad Union en/of Deutsche Taliban Mujahideen. De rechtbank volstaat met de enkele vaststelling dat de redelijke termijn is overschreden; geen compensatie in de strafmaat. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBROT:2015:5254 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Oost-Brabant 24-07-2015 |
Citeertitel | IR 2015/107 |
Samenvatting | Strafrecht, grooming, poging tot grooming, chat, art. 248e Sr |
Samenvatting (Bron) | Ontslag van alle rechtsvervolging voor poging tot grooming. Geen concrete (uitvoerings)handelingen die waren gericht op het daadwerkelijk realiseren van een ontmoeting en gelet op bedoeling wetgever ontbreekt strafbaarheid. Bewezen zijn enkele zedendelicten tav twee 14-jarige meisjes. Licht verminderd toerekeningsvatbaar. Opgelegd wordt een taakstraf van 240 uur met aftrek van voorarrest en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 3 jaren. Tevens dient schade betaald te worden. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBOBR:2015:4757 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Amsterdam 28-07-2015 |
Citeertitel | IR 2015/108 |
Samenvatting | Bestuursrecht, website, verouderde of onjuiste gegevens, art. 1.7 Wet basisregistratie personen, art. 30 Handelsregisterwet |
Samenvatting (Bron) | Zowel de vooraankondiging dat een dwangsom zal worden opgelegd als het dwangsombesluit zijn naar het verkeerde adres gestuurd. Bezwaren ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Beroep gegrond. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBAMS:2015:4777 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Gelderland 29-07-2015 |
Citeertitel | IR 2015/109 |
Samenvatting | Onrechtmatige daad, uitwisseling van patiëntgegevens, patiëntendossiers, toestemming, waarnemingsregeling |
Samenvatting (Bron) | Electronisch netwerk met betrekking tot zorg. Voorwaarden tot toegang tot patiëntendossiers van andere deelnemers. NZA-Regeling CI/NR-100.099. Deelnemers laten na voorwaarden en procedure vast te stellen voor deelneming door andere zorgverleners, in dit geval een nieuw gevestigde apotheek. Strijd met art. 3 van de NZa-Regeling. Onrechtmatig handelen jegens de nieuw gevestigde apotheek. Geen rechtsgrond voor een veroordeling onvoorwaardelijk toegang te verschaffen. Doorlopende waarneming als voorwaarde tot toegang zonder toestemming van patiënt. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBGEL:2015:4970 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Midden-Nederland 29-07-2015 |
Citeertitel | IR 2015/110 |
Samenvatting | Verbintenissenrecht, uitgave van muziek, YouTube, website |
Samenvatting (Bron) | Ontbinding muziekuitgaveovereenkomst |
Uitspraak | ECLI:NL:RBMNE:2015:5442 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Noord-Nederland 04-08-2015 |
Citeertitel | IR 2015/11 |
Samenvatting | Strafrecht, stopheling.nl, voorwaardelijk opzet, heling, opzetheling, art. 416 Sr |
Samenvatting (Bron) | Ten aanzien van de bewezenverklaarde gevallen van opzetheling overweegt de rechtbank dat verdachte door zijn handelen heeft bijgedragen aan de instandhouding van vermogenscriminaliteit zoals het plegen van diefstallen met braak. Naar het oordeel van de rechtbank treft de heler een gelijksoortig verwijt als de dief, nu diefstal lonend wordt gemaakt door heling. Verdachte heeft gedurende een periode van ruim vier maanden bovendien een gewoonte gemaakt van opzetheling, hetgeen als strafverzwarend geldt. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBNNE:2015:3788 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 04-08-2015 |
Citeertitel | IR 2015/112 |
Samenvatting | Sociaal zekerheidsrecht, bijstand, verkoop via internet, privégoederen, vermogen, incidentele verkoop |
Samenvatting (Bron) | Voor ontvangers van bijstand is het niet verboden om goederen via internet te verkopen, mits daarvan en van de verdiensten tijdig melding wordt gemaakt aan het bijstandverlenend orgaan. De opbrengst van incidentele verkoop van privégoederen, al dan niet via internet, wordt in het algemeen niet als inkomen aangemerkt, zodat daarvan in beginsel geen mededeling behoeft te worden gedaan. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat, gelet op het aantal verkochte boeken, de onderhavige verkoop niet als incidenteel kan worden aangemerkt. Het college heeft die opbrengsten terecht aangemerkt als inkomsten waarmee bij het bepalen van het recht op bijstand rekening moest worden gehouden. |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2015:2627 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Gerechtshof Den Haag 11-08-2015 |
Citeertitel | IR 2015/113 |
Samenvatting | Arbeidsrecht, internet op het werk, pornosurfen, dringende reden, firewall, onverwijld |
Samenvatting (Bron) | Ontslag op staande voet wegens bezoeken sekssites niet onverwijld. Vordering tot publicatie rectificatie afgewezen. Geen gronden voor matiging loonvordering. |
Uitspraak | ECLI:NL:GHDHA:2015:2116 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Midden-Nederland 12-08-2015 |
Citeertitel | IR 2015/114 |
Samenvatting | Onrechtmatige uiting, positie tussenpersoon, YouTube, anonieme uploader, doorgeven NAWgegevens |
Samenvatting (Bron) | onrechtmatigheid tv-uitzending |
Uitspraak | ECLI:NL:RBMNE:2015:6002 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Amsterdam 12-08-2015 |
Citeertitel | IR 2015/115 |
Samenvatting | Onrechtmatige uiting, zoekmachine, Yahoo, Google, publiek debat, privégesprek, verborgen camera, voorbeeldfunctie, burgemeester, vrijheid van meningsuiting, art. 10 EVRM |
Samenvatting (Bron) | De rechtbank heeft beslist dat de uitzending van met een verborgen camera van eiser gemaakte beelden door Powned ten opzichte van eiser onrechtmatig is. Het betreft hier overigens een voorlopige beslissing, uitsluitend om het treffen van een spoedeisende maatregel mogelijk te maken. Een definitieve beslissing volgt later, na verder debat tussen partijen. Naar het voorlopige oordeel van de rechtbank is een burgemeester weliswaar een publieke figuur, maar niet zonder meer vogelvrij, zelfs niet als hij zelf aanleiding heeft gegeven voor publiek debat over zijn persoon. Er was geen sprake van een ernstige misstand die alleen blootgelegd kon worden met behulp van een verborgen camera. De inbreuk op het privéleven van eiser was na afweging van alle belangen in dit geval niet gerechtvaardigd. De maatregel is dat Powned moet bewerkstelligen dat de onrechtmatige fragmenten niet meer via zoekmachines op internet te vinden zijn. Omdat gebleken is dat de beelden ook nog eens deels gemanipuleerd zijn weergegeven, moet Powned voorts alle gemaakte beeld- en geluidsopnamen in kopie aan eiser verstrekken zodat hij dit verder kan onderzoeken. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBAMS:2015:5070 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 13-08-2015 |
Citeertitel | IR 2015/116 |
Samenvatting | Ambtenarenrecht, e-mail, geheimhoudingsplicht, onderzoek naar e-mailgebruik, proportionaliteit, internet op het werk |
Samenvatting (Bron) | Strafoverplaatsing met vermindering van bezoldiging. Lekken van politiekgevoelige gegevens naar de media. Bevoegdheid van het college. De P&O-bezwarencommissie was bevoegd om naar aanleiding van zijn bezwaar tegen het besluit advies uit te brengen aan de werkgeverscommissie. Onvoldoende aanleiding om aan te nemen dat de voorzitter van de P&O-bezwarencommissie niet onpartijdig is. Betrokkene heeft niet gehandeld in overeenstemming met de gedragscode voor de raadsgriffie waarin onder meer is vermeld dat de ambtenaren van de raadsgriffie zorgvuldig omgaan met informatie die in handen van buitenstaanders de belangen van de gemeente kan schaden, zij de privacy van collega’s respecteren en geen gevoelige informatie vanuit de gemeente naar buiten “lekken”. Betrokkene heeft aldus gedaan wat een goed ambtenaar in gelijke omstandigheden behoort na te laten, zodat van plichtsverzuim sprake is. Verwijtbaarheid. Voldoende rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van betrokkene. |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2015:2727 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | Rechtbank Den Haag 20-08-2015 |
Citeertitel | IR 2015/117 |
Samenvatting | Domeinnaam, handelsnaam, spoedeisend belang |
Samenvatting (Bron) | kort geding inbreuk IE recht. Geen spoedeisend belang wegens 1,5 jaar stilzitten. |
Uitspraak | ECLI:NL:RBDHA:2015:9836 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |