Uitspraken Sociale Zekerheid

Uitgever Sdu
Tijdschrift Uitspraken Sociale Zekerheid
Datum 09-12-2015
Aflevering 16
RubriekWerkloosheid
TitelCentrale Raad van Beroep 04-11-2015
CiteertitelUSZ 2015/404
SamenvattingSchorsing WW-uitkering.
Samenvatting (Bron)Er zijn in hoger beroep daarom geen aanknopingspunten voor het oordeel dat het Uwv een onjuiste toepassing heeft gegeven aan artikel 30, tweede lid onder c, van de WW zoals dat artikel luidde ten tijde in geding. De rechtbank heeft dan ook terecht geoordeeld dat de betaling van de WW-uitkering van appellant op goede gronden met ingang van 5 december 2011 is geschorst.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4041
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 26-10-2015
CiteertitelUSZ 2015/405
SamenvattingBeëindiging bijstand, Jongere, Scholingsplicht, Eigen verantwoordelijkheid, Begeleiding college.
Samenvatting (Bron)Intrekking en terugvordering bijstand omdat appellant niet woonachtig is in de gemeente. Rapport is niet op ambtseed opgemaakt. Beëindiging in verband met scholingsmogelijkheid. Het college had appellant niet eerst intensiever moeten begeleiden.
AnnotatorH.W.M. Nacinovic
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:3707
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 27-10-2015
CiteertitelUSZ 2015/406
SamenvattingAfwijzen aanvraag, In aanmerking te nemen middelen, Periode van geen bijstand, Contante geldbedragen ontvangen, Niet voldaan aan eisen geldlening.
Samenvatting (Bron)Afwijzing bijstandsaanvraag. Onduidelijke financiële situatie. Middelen. Geen lening.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:3736
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 27-10-2015
CiteertitelUSZ 2015/407
SamenvattingIntrekken en terugvorderen bijstand, Niet gemelde inkomsten, Verzwijgen door belangenbehartiger, Redelijkerwijs duidelijk, Wetenschap en kennisniveau van belangenbehartiger, Onderzoeksplicht college.
Samenvatting (Bron)Intrekking en terugvordering algemene en bijzondere bijstand. Buitenlandse uitkering. Schending inlichtingenverplichting. Geen onderzoeksplicht naar de wetenschap en het kennisniveau van de moeder als belangenbehartiger.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:3760
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 17-11-2015
CiteertitelUSZ 2015/408
SamenvattingVerrekening alsnog toegekende Ziektewetuitkering met bijstand, Geen onzorgvuldig handelen ten aanzien van de terugvordering.
Samenvatting (Bron)Terugvordering in verband met naderhand verkregen middelen. Het ten onrechte niet verrekenen van de ZW-uitkering ziet niet op de terugvordering van de bijstandsuitkering.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4074
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 17-11-2015
CiteertitelUSZ 2015/409
SamenvattingOpschorten en intrekken, Niet meewerken huisbezoek, Bedenktijd meewerken aan huisbezoek.
Samenvatting (Bron)Opschorting en intrekking bijstand. Uit het verslag van het gesprek van 19 september 2013 blijkt ondubbelzinnig dat appellant uiteindelijk zijn toestemming voor een huisbezoek heeft geweigerd en dat hij in zijn weigering heeft volhard nadat één van de handhavingsmedewerkers had meegedeeld wat de gevolgen zijn van het weigeren van een huisbezoek. Appellant heeft ter zitting van de Raad bevestigd dat hij tijdens dit gesprek heeft begrepen wat een huisbezoek inhoudt en welke gevolgen de weigering van een huisbezoek zou kunnen hebben. In het betoog van appellant dat de hersteltermijn van vijf minuten, gelet op zijn Somalische afkomst en daardoor zijn wantrouwen jegens autoriteiten, te kort was, is geen grond te vinden voor het oordeel dat hij niet binnen de gegeven hersteltermijn zijn medewerking aan het huisbezoek kon verlenen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4080
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 17-11-2015
CiteertitelUSZ 2015/410
SamenvattingAfwijzen aanvraag, Weigeren informatie te verstrekken, Kasstortingen, Hennepkwekerij, Belangenafweging.
Samenvatting (Bron)Afwijzing bijstandsaanvraag. Kasstortingen. Hennepkwekerij. Het college verlangt terecht van appellant dat hij opening van zaken geeft en inzicht verschaft in de omvang van de in verband met de (gestelde garantieregeling van de) hennepkwekerij verworven inkomsten en in de besteding daarvan dan wel de vorming van vermogen. Onduidelijke financiële situatie. Recht op bijstand is niet vast te stellen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4081
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 17-11-2015
CiteertitelUSZ 2015/411
SamenvattingTussenuitspraak, Afwijzing verzoek om incidentele aanvullende uitkering, Onvoldoende gemotiveerd advies, Uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt.
Samenvatting (Bron)Tussenuitspraak. Afwijzing verzoeken om incidentele aanvullende uitkering (IAU). Wat de Raad ... met betrekking tot de aanvraag over 2010 heeft overwogen, geldt ook voor de aanvraag over 2011 en het daaraan ten grondslag liggende advies. In feite komt ook dat advies er op neer dat de omstandigheid dat Huizen niet voldoet aan de statistische criteria een contra-indicatie is voor een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt, waarna de TC constateert dat in principe alle gemeenten in Nederland met de door Huizen genoemde effecten van de conjunctuur worden geconfronteerd, waarna ermee wordt volstaan dat de door Huizen verstrekte informatie en de overige informatie die de TC ter beschikking stond in vergelijking met andere gemeenten niet de conclusie rechtvaardigt waarom haar arbeidsmarktsituatie als uitzonderlijk kan worden aangemerkt. Waarom dat het geval is, wordt daarmee niet duidelijk. Met name wordt hiermee onvoldoende tot uitdrukking gebracht waarom de door Huizen aangedragen achterliggende oorzaken van het tekort en de aangevoerde redenen waarom de gemeente Huizen de gevolgen van de economische crisis meer voelt dan andere gemeenten, niet kunnen leiden tot de conclusie dat sprake is van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt. Opdracht tot herstel gebrek.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4065
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekZiektekosten en voorzieningen
TitelCentrale Raad van Beroep 05-11-2015
CiteertitelUSZ 2015/412
SamenvattingOnderbouwing normtijden hulp bij het huishouden.
Samenvatting (Bron)Ter uitvoering van de tussenuitspraak (ECLI:NL:CRVB:2015:1366), heeft ROGplus onderzoek gedaan naar de uit een oogpunt van hygiëne noodzakelijke frequentie van het verschonen van het bed bij zelfstandig wonende personen. Omdat geen sprake is van bijzondere medische of individuele omstandigheden bij appellant, kan worden volstaan met het één keer per twee weken verschonen van het bed. De gebreken zijn door het nadere onderzoek en de nadere motivering hersteld. Vernietiging bestreden besluit met in stand lating rechtsgevolgen.
AnnotatorM.F. Vermaat
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:3871
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekZiektekosten en voorzieningen
TitelGeschillencommissie Zorgverzekeringen 19-10-2015, SKGZ201403122
CiteertitelUSZ 2015/413
SamenvattingPgb Zorgverzekeringswet, Overgangsregeling Pgb, Reglement zorgverzekeraar, Korting pgb-tarief.
AnnotatorJ. Hallie
LinkVolledige tekst besluit (Geschillencommissie Zorgverzekeringen)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekVerzekeringsplicht
TitelCentrale Raad van Beroep 06-11-2015
CiteertitelUSZ 2015/414
SamenvattingBeperking verzekeringsplicht, Sociaalzekerheidsstelsel IUSCT.
Samenvatting (Bron)Geconcludeerd moet worden dat de Zetelovereenkomst dwingt tot uitsluiting van de verplichte Nederlandse verzekering - voor onder meer de volksverzekeringen - van de medewerkers van het IUSCT. Naar aanleiding van de gronden van betrokkene wordt nog opgemerkt dat het enkele feit, dat het sociale verzekeringsstelsel van het IUSCT op onderdelen wellicht een minder vergaande dekking kent dan het Nederlandse stelsel, onverlet laat dat sprake kan zijn van een vergelijkbare dekking. In ieder geval kan niet gesproken worden van een stelsel waarin geen enkele dekking bestaat voor een ouderdomspensioen. De ‘separation benefit’ betreft immers een opgebouwd kapitaal dat tot uitbetaling komt bij het einde van het dienstverband en dat kan worden gebruikt voor verschillende doeleinden, dus ook voor een pensioenvoorziening. Daarnaast geldt dat het IUSCT vanaf 29 juni 1991 behoort tot de volkenrechtelijke organisaties genoemd in de Aanwijzing, zodat betrokkene vanaf die datum ook op grond van artikel 13, eerste lid, van KB164 is uitgesloten van de verplichte verzekering voor de Nederlandse volksverzekeringen. Vernietiging uitspraak. Beroep ongegrond.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:3863
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBoeten, maatregelen, terug- en invordering
TitelCentrale Raad van Beroep 27-10-2015
CiteertitelUSZ 2015/415
SamenvattingHeroverweging, Bestraffende sanctie, Gedragsverandering niet relevant.
Samenvatting (Bron)Intrekking en terugvordering bijstandsuitkering. Opleggen maatregel. Schending inlichtingen verplichting. Heroverweging (art. 18 lid 3 WWB). Gedragsverandering is niet relevant.
AnnotatorC.W.C.A. Bruggeman
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:3809
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekVolksverzekeringen
TitelCentrale Raad van Beroep 06-11-2015
CiteertitelUSZ 2015/416
SamenvattingHerziening met terugwerkende kracht, Redelijkerwijs kunnen onderkennen dat tot een te hoog bedrag toeslag werd betaald.
Samenvatting (Bron)Herziening toeslag met terugwerkende kracht. De partner van appellant is een periode niet verzekerd geweest, doordat zij geen ingezetene van Nederland was. Niet gebleken dat de Svb het buitenwettelijk, begunstigend beleid in dit geval niet consistent heeft toegepast. Nu appellant heeft kunnen onderkennen dat hij te veel toeslag ontving, bestond er voor de Svb geen aanleiding om op grond van het beleid geheel van herziening af te zien.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:3874
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep 09-10-2015
CiteertitelUSZ 2015/417
SamenvattingVan toepassing zijnde wetgeving, Oordeel orgaan van lidstaat waar arbeid wordt verricht.
Samenvatting (Bron)Niet verzekerd voor de AOW. Appellant is terecht uitgesloten geacht van de verzekering op grond van de AOW in verband met de verrichte werkzaamheden in Duitsland. Gedurende de in geding zijnde tijdvakken was Verordening (EEG) nr. 1408/71 (Vo 1408/71) van toepassing op werknemers en vanaf 1 juli 1982 ook op zelfstandigen, hetgeen betekent dat een eventuele uitsluiting van de verzekering op grond van Vo 1408/71 alleen gebaseerd kan zijn geweest op verrichte werkzaamheden als werknemer of zelfstandige. De werkzaamheden in Duitsland hebben geleid tot een verzekering krachtens de wettelijke regeling van dat land, zodat er geen aanleiding is tot mogelijke toepassing van de Nederlandse wetgeving.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:3631
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep 09-10-2015
CiteertitelUSZ 2015/418
SamenvattingVan toepassing zijnde wetgeving, Overgangsrecht.
Samenvatting (Bron)Appellant is ingevolge Verordening (EG) nr. 883/2004 (Vo 883/2004) van 1 mei 2010 tot 1 mei 2020 niet verzekerd ingevolge de AWBZ. Op appellant is onder Verordening (EEG) nr. 1408/71 de Duitse wetgeving van toepassing geacht. De inwerkingtreding van Vo 883/2004 per 1 mei 2010 zou tot gevolg hebben dat appellant vanaf die datum onderworpen is aan de Nederlandse wetgeving. In artikel 87, achtste lid, van Vo 883/2004 is een overgangsregeling neergelegd voor die gevallen waarin door de toepassing van titel II van deze verordening de betrokkene onderworpen wordt aan een andere wetgeving. Volgens deze bepaling blijft appellant onderworpen aan de Duitse wetgeving zolang zich geen wijziging in de relevante omstandigheden voordoet, maar in elk geval niet langer dan tien jaar vanaf de toepassingsdatum van Vo 883/2004, dus tot uiterlijk 1 mei 2020. De Svb heeft terecht vastgesteld dat appellant (in elk geval) vanaf 1 mei 2020 onder de Nederlandse zorgverzekering valt.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:3641
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep 06-11-2015
CiteertitelUSZ 2015/419
SamenvattingExportverbod Wet BEU.
Samenvatting (Bron)Exportverbod. Wet BEU. Geen afweging van belangen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:3867
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiversen
TitelCentrale Raad van Beroep 29-09-2015
CiteertitelUSZ 2015/420
SamenvattingProcesbelang, Geen belang beoordeling besluit, Opschorting, Intrekking op andere grond.
Samenvatting (Bron)Ontbreken van procesbelang: Vaststaat dat de opschorting van het recht op bijstand niet is gevolgd door een intrekking van de bijstand met toepassing van artikel 54, vierde lid, van de WWB en een intrekking op die grond gelet op de maximale duur van de opschorting niet meer mogelijk is. Het college heeft bij het in 1.4 genoemde besluit van 20 maart 2013 de bijstand van appellante alsnog en ook over de periode waarop de opschorting betrekking heeft, ingetrokken Het besluit waarbij het recht op bijstand is opgeschort heeft dan ook voor appellante geen feitelijke betekenis meer indien, en zo volgt uit deze uitspraak, die intrekking in rechte standhoudt. Een voldoende procesbelang zou gelegen kunnen zijn in een in bezwaar ingediend verzoek om vergoeding van de kosten van het bezwaar, maar een dergelijk verzoek heeft appellante niet gedaan. Niet gesteld of gebleken is dat appellante schade heeft geleden als gevolg van de opschorting van het recht op bijstand. Een belang kan tot slot niet worden ontleend aan de door appellante gewenste proceskostenveroordeling, nu van de in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht neergelegde bevoegdheid door de rechter ook gebruik kan worden gemaakt indien het beroep niet inhoudelijk is behandeld.
AnnotatorC.W.C.A. Bruggeman
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:3330
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiversen
TitelCentrale Raad van Beroep 09-10-2015
CiteertitelUSZ 2015/421
SamenvattingBetaling uitkering achteraf per jaar, Berekening ingangsdatum wettelijke rente.
Samenvatting (Bron)De tegen besluit 1 aangevoerde gronden hebben ook betrekking op het bestreden besluit 2. Besluit 2 ziet onmiskenbaar op de wettelijke rente over de nabetaling van 2010. Aanvang beslistermijn is met ingang van de dag waarop het Uwv geacht kan worden kennis te hebben gekregen van de aan hem toegezonden jaaropgave, dus met ingang van 26 februari 2011. Nu partijen in onderlinge overeenstemming zijn afgeweken van het wettelijke stelsel, moet de beslissing omtrent de jaarlijks achteraf ineens na te betalen uitkering worden aangemerkt als een beslissing op een verzoek tot eenmalige vaststelling en betaling van de uitkering. Van toepassing zijn dan artikel 4:13, tweede lid, van de Awb en artikel 4:102 van de Awb in samenhang met artikel 4:87, eerste lid, van de Awb. De wettelijke rente over het na te betalen bedrag aan uitkering over 2010 dient dus te worden berekend met ingang van 14 weken, 8 plus respectievelijk 6 weken.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:3779
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiversen
TitelCentrale Raad van Beroep 30-10-2015
CiteertitelUSZ 2015/422
SamenvattingKwijtschelding, Inherente afwijkingsbevoegdheid, Bijzondere omstandigheden.
Samenvatting (Bron)Afwijzing verzoek om kwijtschelding van de resterende vordering. De bijzondere omstandigheden tezamen in combinatie met de hoogte van de resterende vordering, appellantes vergevorderde leeftijd en de aanname dat appellante gelet op de lage aflossing per maand waarschijnlijk niet meer in staat zal zijn de (helft van de) vordering te voldoen, maken dat de Raad van oordeel is dat de gevolgen voor appellante niet in verhouding staan met de in de Beleidsregel terug- en invordering, te dienen doelen. Het Uwv heeft door geen gebruik te maken van zijn inherente afwijkingsbevoegdheid gehandeld in strijd met artikel 4:84 van de Awb. De raad herroept het besluit voor zover daarin het verzoek om kwijtschelding is afgewezen en scheldt de resterende vordering van het Uwv volledig kwijt.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:3882
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiversen
TitelCentrale Raad van Beroep 04-11-2015
CiteertitelUSZ 2015/423
SamenvattingBeginselen van behoorlijke rechtspleging.
Samenvatting (Bron)Het standpunt van appellante dat de rechtbank heeft gehandeld in strijd met de beginselen van een behoorlijke rechtspleging wordt onderschreven. Appellante heeft zich met de aangevallen uitspraak betreffende het realiseren van 65% van de loonwaarde, dan ook terecht overvallen gevoeld. Het oordeel van de rechtbank dat het bestreden besluit onvoldoende draagkrachtig is gemotiveerd, wordt onderschreven. De datum waarop de tekortkoming is hersteld is echter onjuist bepaald en gelet op de stukken geldt 21 december 2012 als beoordelingsdatum. Arbeidskundig is onvoldoende gemotiveerd dat appellante op 21 december 2012 is hervat in aangepaste werkzaamheden van twintig uur per week, zodat het bestreden besluit een deugdelijke motivering mist. Gelet op het tijdsverloop in deze zaak, voorziet de Raad zelf. Het besluit van 20 maart 2013 wordt herroepen en de bekorting van de loondoorbetalingsverplichting van werkgever tot 13 februari 2013 vervalt.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:3904
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiversen
TitelCentrale Raad van Beroep 06-11-2015
CiteertitelUSZ 2015/424
SamenvattingHerroeping intrekking bezwaar.
Samenvatting (Bron)De intrekking van het bezwaar is binnen de bezwaartermijn weer ongedaan gemaakt. Bezwaar is ontvankelijk. Niet blijkt ondubbelzinnig dat appellant en zijn partner duurzaam gescheiden leven.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4033
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiversen
TitelCentrale Raad van Beroep 09-11-2015
CiteertitelUSZ 2015/425
SamenvattingWrakingsverzoek afgewezen, Procedurele beslissing, Arbeidsverleden bij rechtsvoorganger UWV geen wrakingsgrond.
Samenvatting (Bron)Afwijzing verzoek om wraking. De omstandigheid dat mr. Van der Kris in het verleden werkzaam is geweest bij een rechtsvoorganger van het Uwv, vormt op zichzelf geen grond voor wraking. Verzoekster heeft in dit verband geen concrete feiten en omstandigheden naar voren gebracht waaruit (de schijn van) vooringenomenheid zou kunnen worden afgeleid.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:3918
Artikel aanvragenVia Praktizijn