Jurisprudentie in Nederland

Uitgever Sdu
Tijdschrift Jurisprudentie in Nederland
Datum 01-12-2015
Aflevering 9
RubriekArbeidsrecht
TitelCentrale Raad van Beroep 23-07-2015
CiteertitelJIN 2015/190
SamenvattingGelijkheidsbeginsel nationale politie, Harmonisatieperiode
Samenvatting (Bron)De Centrale Raad van Beroep is van oordeel dat na de vorming van de Nationale Politie per 1 januari 2013 tijdelijke verschillen in rechtspositie tussen politieambtenaren van verschillende voormalige korpsen gerechtvaardigd zijn. De Centrale Raad van Beroep is met de korpschef van oordeel dat het beroep op het gelijkheidsbeginsel niet slaagt. De tijdelijke voortzetting van verschillen in rechtspositie moet worden bezien in het bredere kader van de talrijke verschillen tussen korpsregelingen van de voormalige politieregios, die moesten worden geharmoniseerd. Dit is een omvangrijke operatie, die geruime tijd vergt. Daarin en in de gekozen saldobenadering wordt een voldoende rechtvaardiging gezien voor het tijdelijk laten voortleven van verschillen in rechtspositie totdat een landelijke regeling tot stand is gekomen.
AnnotatorE.G.M. Huisman , S.F.H. Jellinghaus
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:2278
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArbeidsrecht
TitelGerechtshof 's-Hertogenbosch 11-08-2015
CiteertitelJIN 2015/191
SamenvattingOvergang van onderneming, Concurrentiebeding, Verschillende vennootschappen, Klarenberg-arrest
Samenvatting (Bron)Arbeidszaak. Kort geding; uitleg relatiebeding; overgang van onderneming.
AnnotatorJ.L. Luiten
LinkVolledige tekst annotatie (barentskrans.nl)
UitspraakECLI:NL:GHSHE:2015:3188
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArbeidsrecht
TitelGerechtshof Den Haag 11-08-2015
CiteertitelJIN 2015/192
SamenvattingOntslag op staande voet, Dringende reden, Onverwijldheid, Porno, ICT-beleid, Loonmatiging, Vakantiedagen, Verval vakantiedagen
Samenvatting (Bron)Ontslag op staande voet wegens bezoeken sekssites niet onverwijld. Vordering tot publicatie rectificatie afgewezen. Geen gronden voor matiging loonvordering.
AnnotatorC.I.M. de Jong
UitspraakECLI:NL:GHDHA:2015:2116
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRechtbank Limburg 03-08-2015
CiteertitelJIN 2015/193
SamenvattingOntbindende voorwaarde, No-riskpolis, Einde van rechtswege
Samenvatting (Bron)Arbeidsovereenkomst beëindigd wegens intreden ontbindende voorwaarde. No-risk-polis UWV wordt niet verlengd. X vordert om toegelaten te worden tot zijn reguliere werkzaamheden en kort gezegd doorbetaling van loon. Kantonrechter: Uit artikel 5.2 van de arbeidsovereenkomst moet naar het oordeel van de kantonrechter redelijkerwijs worden afgeleid dat partijen bij aanvang hebben afgesproken dat de arbeidsovereenkomst zal eindigen (na de gebruikelijke opzegtermijn) indien de dispensatie (bedoeld is hier: de no-risk-polis) van UWV (volledige doorbetaling van loon en bijkomende kosten bij ziekte van X) komt te vervallen. Werkt een werkgever ten behoeve van anders op de reguliere arbeidsmarkt betrekkelijk kansloze werknemers zoals X (die daarvoor een beroerte had gehad, met blijvende fysieke en psychische beperkingen tot gevolg) mee aan een regeling als deze (met financiële zekerheid voor de werkgever ter zake van loon- en bijkomende kosten bij uitval van de werknemer) om in casu X een baan aan te bieden, dan is het met het wettelijk stelsel van het ontslagrecht verenigbaar dat die werkgever zich op voorhand ervan verzekert dat de beëindiging van de no-risk-polis voor hem geen nadelige gevolgen heeft. Het is redelijk dat in de verhouding tot de betrokken werknemer, de beëindiging van die dispensatie dan niet voor rekening van de werkgever komt. Vordering afgewezen.
AnnotatorE. Hagendoorn
UitspraakECLI:NL:RBLIM:2015:6597
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArbeidsrecht
TitelRechtbank Noord-Nederland 29-09-2015
CiteertitelJIN 2015/194
SamenvattingTransitievergoeding, Opvolgend werkgeverschap
Samenvatting (Bron)WWZ, verzoek om toekenning van een transitievergoeding (7:673 BW).
AnnotatorS. Palm
UitspraakECLI:NL:RBNNE:2015:4459
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArbeidsrecht
TitelRechtbank Noord-Nederland 29-09-2015
CiteertitelJIN 2015/195
SamenvattingOpvolgend werkgeverschap, Van Tuinen-arrest, Ketenregeling, Uitzendovereenkomst, Bandencriterium
Samenvatting (Bron)WWZ. Ketenregeling art. 7:668a lid 2 oud BW. Toepasselijkheid arrest Van Tuinen/Wolters (JAR 2012/150).
AnnotatorS. Palm
UitspraakECLI:NL:RBNNE:2015:4460
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekPersonen- en familierecht
TitelGerechtshof Den Haag 08-07-2015
CiteertitelJIN 2015/196
SamenvattingWijziging kinderalimentatie, Bewust afwijken wettelijke maatstaven, Gewijzigde omstandigheden
Samenvatting (Bron)Wijzigingsverzoek bij convenant overeengekomen kinderalimentatie; beroep op dwaling verworpen; partijen bewust afgeweken van de wettelijke maatstaven; maatstaf voor beoordeling beroep op gewijzigde omstandigheden.
AnnotatorM.A. Baeten
UitspraakECLI:NL:GHDHA:2015:2474
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekPersonen- en familierecht
TitelGerechtshof Amsterdam 01-09-2015
CiteertitelJIN 2015/197
SamenvattingErkenning Amerikaans vonnis, Toepasselijke maatstaf erkenning, Commune IPR
Samenvatting (Bron)Erkenning? Berust de bevoegdheid van de rechter van de Amerikaanse staat [...] op een bevoegdheidsgrond die naar internationale maatstaven aanvaardbaar is.
AnnotatorG.H.J. Spée
UitspraakECLI:NL:GHAMS:2015:3596
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekPersonen- en familierecht
TitelRechtbank Oost-Brabant 19-08-2015
CiteertitelJIN 2015/198
SamenvattingUitleg huwelijkse voorwaarden, Periodiek verrekenbeding, Inkomensbegrip, Verrekening waarde onderneming, Verrekening gereserveerde winsten, Partijbedoeling, Afwijkende regeling
Samenvatting (Bron)Verdeling en Verrekening. uitleg H.V. Opgepotte winsten-regeling artikel 1:141 lid 4 niet van toepassing. Partijbedoeling leidt tot impliciet overeengekomen afwijkende regeling
AnnotatorL. van Straten
UitspraakECLI:NL:RBOBR:2015:5211
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekOndernemingsrecht
TitelGerechtshof Den Haag 18-08-2015
CiteertitelJIN 2015/199
SamenvattingBestuurdersaansprakelijkheid, Weerleggen bewijsvermoeden art. 2:248 lid 2 BW
Samenvatting (Bron)Bestuurdersaansprakelijkheid, artikel 2:248 lid 1 en lid 2 BW.
AnnotatorR.A. Wolf
UitspraakECLI:NL:GHDHA:2015:2232
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekOndernemingsrecht
TitelGerechtshof 's-Hertogenbosch 29-09-2015
CiteertitelJIN 2015/200
SamenvattingAansprakelijkheid van bestuurders
Samenvatting (Bron)Bestuurdersaansprakelijkheid buiten faillissement voor schade van onbetaald gebleven crediteur
AnnotatorE. Baghery
LinkVolledige tekst annotatie (AKD Advocaten Notarissen)
UitspraakECLI:NL:GHSHE:2015:3744
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekOndernemingsrecht
TitelGerechtshof 's-Hertogenbosch 29-09-2015
CiteertitelJIN 2015/201
SamenvattingAansprakelijkheid van bestuurders, Kennelijk onbehoorlijke taakvervulling
Samenvatting (Bron)Bestuurdersaansprakelijkheid ex artikel 2:248 BW. Schending publicatieplicht. Veronderstellenderwijze wordt ervan uitgegaan dat bewijsvermoeden is ontzenuwd. Curator maakt aannemelijk dat kennelijk onbehoorlijke taakvervulling mede belangrijke oorzaak faillissement is geweest.
AnnotatorN.R.M. Huijben
UitspraakECLI:NL:GHSHE:2015:3752
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekOndernemingsrecht
TitelGerechtshof 's-Hertogenbosch 29-09-2015
CiteertitelJIN 2015/202
SamenvattingBestuurdersaansprakelijkheid, Afgeleide schade van de aandeelhouder
Samenvatting (Bron)bestuurdersaansprakelijkheid; afgeleide schade van de aandeelhouder
AnnotatorF. Oostlander
UitspraakECLI:NL:GHSHE:2015:3780
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekOndernemingsrecht
TitelRechtbank Noord-Nederland 10-06-2015
CiteertitelJIN 2015/203
SamenvattingAansprakelijkheid van bestuurders, Onbehoorlijke taakvervulling
Samenvatting (Bron)Bestuurdersaansprakelijkheid vanwege het niet verlenen van goede zorg. Bestuurders hebben op enig moment moeten kunnen begrijpen dat daardoor het voortbestaan van de onderneming op het spel werd gezet. Benadeling schuldeisers. Matiging.
AnnotatorE.A. van de Kuilen , E.P.C. Duinkerke
LinkVolledige tekst annotatie (AKD Advocaten Notarissen)
UitspraakECLI:NL:RBNNE:2015:2805
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCiviel recht
TitelHoge Raad 14-08-2015
CiteertitelJIN 2015/204
SamenvattingHuurrecht, Medehuur, Art. 7:267 BW, Verzoek samenwoning
Samenvatting (Bron)Huurrecht. Verzoek tot aanmerken van samenwoner als huurder, art. 7:267 BW. Verzoek nog mogelijk na beëindiging van duurzame gemeenschappelijk huishouding? Omstandigheden van het geval.
AnnotatorF.M. Guljé
UitspraakECLI:NL:HR:2015:2193
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCiviel recht
TitelHoge Raad 04-09-2015
CiteertitelJIN 2015/205
SamenvattingExtinctieve verjaring, Interversieverbod
Samenvatting (Bron)Vordering tot ontruiming strook grond. Verkrijging door verjaring rechtsvordering tot beëindiging bezit, art. 3:105 BW. Interversieverbod, art. 3:111 BW. Aanvang verjaringstermijn, art. 3:314 lid 2 BW.
AnnotatorF. Sepmeijer
UitspraakECLI:NL:HR:2015:2463
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCiviel recht
TitelHoge Raad 18-09-2015
CiteertitelJIN 2015/206
SamenvattingStuiting verjaring, Schriftelijke mededeling met voldoende duidelijke waarschuwing, Formulering en context mededeling, Criteria Haviltex-maatstaf, Samenloop stuitingen
Samenvatting (Bron)Stuiting verjaring, art. 3:317 BW. Schriftelijke mededeling met voldoende duidelijke waarschuwing? HR 24 november 2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ0418, NJ 2006/642. Formulering en context mededeling; onbegrijpelijke uitleg.
AnnotatorM. Teekens
LinkVolledige tekst annotatie (tk.nl)
UitspraakECLI:NL:HR:2015:2741
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekStrafrecht
TitelHoge Raad 22-09-2015
CiteertitelJIN 2015/207
SamenvattingVergoeding van kosten voor rechtsbijstand in een ontnemingsprocedure
Samenvatting (Bron)Cassatie in het belang der wet. Vergoeding van kosten voor rechtsbijstand in een ontnemingsprocedure. Art. 591a Sv. De HR heeft in ECLI:NL:HR:2001:AB1509 een ontkennend antwoord gegeven op de vraag of voor de toepassing van art. 591a.1 en 2 Sv de behandeling van een vordering tot ontneming van w.v.v. a.b.i. art. 36e Sr moet worden aangemerkt als een afzonderlijke, van de hoofdzaak te onderscheiden, zaak in de betekenis die aan de term zaak in die artikelleden toekomt. De HR acht geen grond aanwezig om de uitleg die in dat arrest aan de term zaak in art. 591a.1 en 2 Sv is gegeven, te heroverwegen. In de wetssystematiek waaraan de redengeving van die uitleg is ontleend, is immers sedert dat arrest geen wijziging opgetreden. Hetgeen in het middel wordt aangevoerd tegen voormelde uitleg van de term zaak acht de HR niet zo dwingend dat het zou moeten leiden tot doorbreking van de wetssystematiek. Daarbij komt nog dat de wetgever bij de aangekondigde herziening van het Wetboek van Sv mogelijk de onderhavige regelgeving ingrijpend zal herzien. Opmerking verdient dat het vorenoverwogene enkel betrekking heeft op een geval waarin de ontnemingsvordering aanhangig is gemaakt na een veroordeling van betrokkene in de hoofdzaak. Dat is niet anders indien die veroordeling geen betrekking heeft op al het tenlastegelegde en betrokkene geen voordeel heeft verkregen d.m.v. of uit de baten van het wel bewezenverklaarde. Indien evenwel de tegen betrokkene ingestelde strafvervolging in de hoofdzaak is geëindigd op de wijze als in art. 591a Sv bedoeld dus zonder oplegging van enige straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan art. 9a Sr kan de procedure n.a.v. de ontnemingsvordering bezwaarlijk worden aangemerkt als voortzetting van de vervolging in de hoofdzaak. In zo een geval verzet geen rechtsregel zich tegen vergoeding van de in art. 591a Sv bedoelde kosten die in de ontnemingsprocedure zijn gemaakt.
AnnotatorC.J.A. de Bruijn
UitspraakECLI:NL:HR:2015:2758
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekStrafrecht
TitelHoge Raad 06-10-2015
CiteertitelJIN 2015/208
SamenvattingBijzondere voorwaarden a.b.i. art. 14c Sr
Samenvatting (Bron)1. Bijzondere voorwaarde. Art. 14c.2 onder 5° (oud) Sr (thans art. 14c.2 onder 14° Sr). 2. Dadelijke uitvoerbaarheid bijzondere voorwaarden. Art. 14e Sr. Ad 1. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:1968:AB6079 m.b.t. het feit dat een bijz. voorwaarde a.b.i. art. 14c.2 onder 5° (oud) Sr (thans art. 14c.2 onder 14° Sr) het gedrag van veroordeelde dient te betreffen en dat als zodanig kunnen worden aangemerkt voorwaarden die strekken ter bevordering van een goed levensgedrag van veroordeelde of die een gedraging betreffen waartoe hij uit een oogpunt van maatschappelijke betamelijkheid gehouden moet worden geacht. De bijz. voorwaarde dat gedurende de proeftijd geen minderjarige meisjes, behoudens familieleden, aanwezig mogen zijn in de manege (waaronder de stallen en/of de rijbak en/of de kantine) van veroordeelde is i.s.m. genoemde bepaling omdat het niet onder alle omstandigheden afhankelijk is van het gedrag van veroordeelde of in de manege (waaronder de stallen en/of de rijbak en/of de kantine) minderjarige meisjes, behoudens familieleden, aanwezig zullen zijn. Ad 2. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2015:537 m.b.t. het feit dat de rechter in de motivering van zijn bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid ervan blijk dient te geven zich ervan te hebben vergewist dat aan de in art. 14e Sr gestelde voorwaarden is voldaan en dat hij meer in het bijzonder in een uitspraak waarin ten laste van verdachte een misdrijf is bewezenverklaard dat is gericht tegen of gevaar heeft veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen als zijn oordeel tot uitdrukking dient te brengen dat en waarom ernstig rekening ermee moet worden gehouden dat verdachte wederom zo een misdrijf zal begaan. Het bestreden arrest en in het bijzonder s Hofs strafmotivering voldoen niet aan deze eis. HR doet om doelmatigheidsredenen de zaak zelf af.
AnnotatorM.L.C.C. de Bruijn-Lückers
UitspraakECLI:NL:HR:2015:2981
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekStrafrecht
TitelHoge Raad 06-10-2015
CiteertitelJIN 2015/209
SamenvattingKennisgeving sepot en vertrouwensbeginsel
Samenvatting (Bron)Vervolging door het OM van verdachte ondanks toezending kennisgeving sepot. Vertrouwensbeginsel. Het Hof heeft geoordeeld dat de verdachte aan de inhoud van de door de OvJ aan verdachte verstuurde "kennisgeving sepot" in dit geval niet het gerechtvaardigd vertrouwen heeft kunnen ontlenen dat zij ter zake van "bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht" niet verder zou worden vervolgd. Daarbij heeft het Hof in aanmerking genomen de ernst van de zaak alsmede de omstandigheid dat de verdachte kort na ontvangst van genoemde kennisgeving in het kader van de onderhavige strafzaak uitgebreid heeft gesproken met een psychiater, een psycholoog en de reclassering over de strafzaak en over de strafrechtelijke afdoening daarvan. Dat oordeel geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting, is niet onbegrijpelijk en is toereikend gemotiveerd.
AnnotatorM.L.C.C. de Bruijn-Lückers
UitspraakECLI:NL:HR:2015:2982
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBestuursrecht
TitelHoge Raad 26-06-2015
CiteertitelJIN 2015/210
SamenvattingTotstandkoming bevoegdhedenovereenkomst, Voorbehoud gemeenteraad, Opschortende voorwaarde, Gerechtvaardigd vertrouwen
Samenvatting (Bron)Contractenrecht. Ruimtelijke ordening. Projectontwikkelaar stelt gemeente aansprakelijk wegens wanprestatie/afgebroken onderhandelingen (niet doorgaan recreatiebungalowpark: gemeenteraad wilde noodzakelijke bestemmingsplan niet vaststellen zonder verbod van uitponden bungalows). Hof past r & b i.v.m. art. 6:23 BW toe: gemeente had zelf belang bij vervulling van de in het contract gestelde voorwaarde. Klachten van gemeente over verhouding Gemeentewet tot art. 6:23 BW: gemeenteraad mag zelf beslissen. Verder over: uitleg art. 6:23 BW, onderscheid tussen voorbehoud en een ontbindende voorwaarde; verrassingsbeslissing; betekenis voor dit geding van uitspraak van de ABRvS over het besluit van de gemeenteraad.
AnnotatorC.N.J. Kortmann
UitspraakECLI:NL:HR:2015:1737
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBestuursrecht
TitelRaad van State 17-06-2015
CiteertitelJIN 2015/211
SamenvattingProceskostenvergoeding, Hoogte proceskosten, Correctie kennelijke omissie buiten aparte procedure
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 14 mei 2014 heeft het dagelijks bestuur van het waterschap Groot Salland naar aanleiding van een verzoek van [appellante] diverse documenten openbaar gemaakt.
AnnotatorJ.H. Keinemans
UitspraakECLI:NL:RVS:2015:1887
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBestuursrecht
TitelRaad van State 08-07-2015
CiteertitelJIN 2015/212
SamenvattingPlanschade, Gedeeltelijke voorzienbaarheid, Normaal maatschappelijk risico
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 23 juli 2013 heeft het college een verzoek van [verzoeker] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen.
AnnotatorH.P. Wiersema
UitspraakECLI:NL:RVS:2015:2109
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBestuursrecht
TitelRechtbank Den Haag 04-02-2015
CiteertitelJIN 2015/213
SamenvattingSchietincident Alphen aan den Rijn, Ten onrechte verleend wapenverlof Politie Haagland Midden, Onrechtmatige overheidsdaad, Relativiteit, Maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm
Samenvatting (Bron)Schietincident Alphen aan den Rijn 9 april 2011. Eisers zijn slachtoffers en nabestaanden van slachtoffers van het schietincident, ooggetuigen en winkeliers van wie eigendommen ten tijde van het schietincident zijn beschadigd. Zij stellen de Politieregio Hollands Midden (PHM) aansprakelijk voor hun schade. De rechtbank is van oordeel dat PHM in strijd met de Wet wapens en munitie heeft gehandeld bij de verlening van het wapenverlof aan Van der Vlis, omdat zij daarbij relevante gegevens buiten beschouwing heeft gelaten. Indien de gegevens wel waren meegewogen, zou dat tot weigering van het wapenverlof hebben moeten leiden. Het met de wet strijdige handelen van PHM leidt niet tot aansprakelijkheid voor de schade van eisers omdat niet is voldaan aan het relativiteitsvereiste. De verlofverlening van PHM aan Van der Vlis levert geen handelen op in strijd met hetgeen volgens het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt.
AnnotatorR.J.B. Schutgens
UitspraakECLI:NL:RBDHA:2015:1061
Artikel aanvragenVia Praktizijn