Titel | Faillissementsprocesrecht: verificatie van vorderingen in faillissement |
---|---|
Citeertitel | JBPr, 2005/ |
Samenvatting | [...]
In deze bijdrage besteed ik aandacht aan één van de kernonderwerpen van het faillissement: de verificatie van vorderingen. Ik bespreek daarbij wat onder verificatie wordt verstaan en welke vorderingen daarvoor in aanmerking komen. Het in de huidige Faillissementswet opgenomen onderscheid tussen vorderingen die ten tijde van de faillietverklaring al bestaan en vorderingen die eerst nadien ontstaan onderwerp ik aan een kritische beschouwing. Ik sluit af met een voorstel voor een rechtvaardiger systeem. Waar nodig maak ik een vergelijking met de in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering opgenomen rangregelingprocedure. |
Auteur(s) | J.J. van Hees |
Pagina | 4-8 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Hoge Raad, 07-05-2004, C03/013HR |
---|---|
Citeertitel | JBPr, 2005/1 |
Samenvatting | Ontvankelijkheid. Uitzondering op formele rechtskracht. Taakverdeling bestuursrechter en burgerlijke rechter. |
Samenvatting (Bron) | 7 mei 2004 Eerste Kamer Nr. C03/013HR RM/JMH Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: [Eiser], wonende te [woonplaats], EISER tot cassatie, advocaat: mr. E. Grabandt, t e g e n DE GEMEENTE DEN HAAG, zetelende te 's-Gravenhage, VERWEERSTER in cassatie, advocaten: mrs. V.P. Aarts en J.A.M.A. Sluysmans. 1. Het geding in feitelijke instanties... |
Annotator | C.N.J. Kortmann |
Pagina | 9-19 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2004:AO3167 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Hoge Raad, 10-09-2004, C03/097HR |
---|---|
Citeertitel | JBPr, 2005/2 |
Samenvatting | Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep. Rechtsmiddel ingesteld tegen niet meer bestaande rechtspersoon. |
Samenvatting (Bron) | 10 september 2004 Eerste Kamer Nr. C03/097HR JMH/AT Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: [Eiseres], wonende te [woonplaats], EISERES tot cassatie, incidenteel verweerster in cassatie, advocaat: mr. H.J.W. Alt, t e g e n 1. EURONEXT AMSTERDAM N.V., rechts-opvolgster van Amsterdam Exchanges N.V., 2. AMSTERDAM EXCHANGES N.V., beide gevestigd te Amsterdam, VERWEERSTERS in cassatie, incidenteel eiseressen tot cassatie, advocaat: mr. J.B.M.M. Wuisman. 1. Het geding in feitelijke instanties... |
Annotator | M.O.J. de Folter |
Pagina | 19-30 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2004:AO9053 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Hoge Raad, 01-10-2004, C03/093HR |
---|---|
Citeertitel | JBPr, 2005/3 |
Samenvatting | Aanvulling feitelijke grondslag. |
Samenvatting (Bron) | 1 oktober 2004 Eerste Kamer Nr. C03/093HR JMH Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: 1. [Eiseres 1], gevestigd te [vestigingsplaats], 2. [Eiser 2], wonende te [woonplaats], 3. [Eiser 3], wonende te [woonplaats], EISERS tot cassatie, advocaat: mr. E. van Staden ten Brink, t e g e n [Verweerder], wonende te [woonplaats], VERWEERDER in cassatie, advocaat: mr. D. Rijpma. 1. Het geding in feitelijke instanties... |
Annotator | K. Teuben |
Pagina | 31-34 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2004:AO9900 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Hoge Raad, 08-10-2004, C03/288HR |
---|---|
Citeertitel | JBPr, 2005/4 |
Samenvatting | Verjaring. Eisvermeerdering. |
Samenvatting (Bron) | 8 oktober 2004 Eerste Kamer Nr. C03/288HR JMH/AT Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: de rechtspersoon naar Duits recht BERLEBURGER SCHAUMSTOFFWERKE GmbH, gevestigd te Bad Berleburg, Bondsrepubliek Duitsland, EISERES tot cassatie, advocaat: mr. J.I. van Vlijmen, t e g e n [Verweerster], gevestigd te [vestigingsplaats], VERWEERSTER in cassatie, advocaat: mr. E. van Staden ten Brink. 1. Het geding in feitelijke instanties... |
Annotator | K. Teuben |
Pagina | 34-40 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2004:AP0427 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Hoge Raad, 22-10-2004, C03/176HR |
---|---|
Citeertitel | JBPr, 2005/5 |
Samenvatting | Procesvolmacht. Uitleg exploot. |
Samenvatting (Bron) | 22 oktober 2004 Eerste Kamer Nr. C03/176HR JMH/AT Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: 1. [eiseres 1], en 2. [eiser 2], beiden wonende te [woonplaats], EISERS tot cassatie, advocaat: mr. E. van Staden ten Brink, t e g e n ABN AMRO BANK N.V., voorzoveel mogelijk en nodig tevens in haar hoedanigheid van gemachtigde van (resp. namens) de Staat der Nederlanden (Ministerie van Economische Zaken), gevestigd te Amsterdam, VERWEERSTER in cassatie, advocaat: mr. M.H. van der Woude. 1. Het geding in feitelijke instanties... |
Annotator | L.C. Dufour , A. Knigge |
Pagina | 40-52 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2004:AP1435 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Hoge Raad, 13-02-2004, C01/318HR |
---|---|
Citeertitel | JBPr, 2005/6 |
Samenvatting | Herstelarrest Hoge Raad. Tekst uitgesproken arrest wijkt af van tekst in raadkamer vastgesteld. Fout leent zich voor eenvoudig herstel. |
Samenvatting (Bron) | Zie ook zaak AN7840 van 28 november 2003. |
Annotator | I.P.M. van Nieuwendijk |
Pagina | 52-56 |
Uitspraak | ECLI:NL:HR:2004:AO4601 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Gerechtshof Arnhem, 27-01-2004, 02/939 |
---|---|
Citeertitel | JBPr, 2005/7 |
Samenvatting | Intrekking principaal hoger beroep, mogelijkheid incidenteel hoger beroep. |
Samenvatting (Bron) | Indien, zoals het hof veronderstellenderwijs aanneemt, anders dan in de door de Hoge Raad besliste casus, in de onderhavige zaak de intrekking van het principaal beroep plaats had op de eerst dienende rechtsdag, dan heeft [appellante] uiteraard niet kunnen voldoen aan de in rechtsoverweging 2.4. van dat arrest gestelde eis, dat zij de zaak moest laten inschrijven op de rol van de in [geïntimeerde]s appèldagvaarding aangeduide terechtzitting. Vanaf die rechtsdag liep er geen appèlprocedure meer tegen de vonnissen waartegen [appellante] alsnog beroep wilde instellen, terwijl de gewone appeltermijn ook reeds was verstreken. Het lag naar het oordeel van het hof op de weg van [appellante] om binnen een zo kort mogelijke termijn een einde te maken aan de onduidelijkheid of harerzijds nog hoger beroep zou volgen en de voormelde vonnissen derhalve nog geen kracht van gewijsde zouden verkrijgen (zo ook Hof ’s-Gravenhage in zijn arrest van 14 januari 1998, NJ 1999/ 162). [appellante] heeft zulks verzuimd. De zaak is immers meer dan veertien dagen ná de haar door [geïntimeerde] aangezegde rechtsdag, namelijk op 8 oktober 2002 – dus vier weken na 10 september 2002 – aangebracht. Ook indien bij het vaststellen van de lengte van deze termijn uitsluitend moet worden gelet op de belangen van [geïntimeerde], geldt dat [appellante] meer dan veertien dagen na de eerste rechtsdag, namelijk pas op 27 september 2002, aan [geïntimeerde] een exploot heeft laten betekenen waarmee de onderhavige appèlprocedure werd aangevangen. Zij heeft niet gesteld waarom zij een dergelijke lange termijn heeft gebruikt om de zaak weer aanhangig te maken. Een en ander leidt tot haar niet-ontvankelijkheid in het onderhavige appèl. |
Annotator | M.A.J.G. Janssen |
Pagina | 56-61 |
Uitspraak | ECLI:NL:GHARN:2004:AO5920 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Gerechtshof Arnhem, 17-02-2004, 2003/305 |
---|---|
Citeertitel | JBPr, 2005/8 |
Samenvatting | Dictum. Deeluitspraak. Mondeling tussenvonnis.
(Handelsonderneming en Verhuurbedrijf Scherphof / Ondernemersvereniging De Brink) |
Annotator | H.W. Wiersma |
Pagina | 61-65 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Gerechtshof Arnhem, 24-02-2004, 02/1064 |
---|---|
Citeertitel | JBPr, 2005/9 |
Samenvatting | Pleidooi. Nieuwe grief. |
Samenvatting (Bron) | Het gaat in deze zaak om het volgende. VGE heeft in de maanden september 1993 en oktober 1993 in haar hoedanigheid van expediteur zes zogenaamde T1-documenten opgesteld en bij de douane ingediend, waarmee telkens per formulier een partij bananen, afkomstig uit Colombia, werd vrijgegeven uit het entrepot van [van der W.] te Rotterdam voor transport door de firma GBU dan wel door [F.], voor wat betreft één van die partijen naar Polen en de overige vijf naar Letland. Later, nadat de douaneautoriteiten hadden medegedeeld nog geen zogenaamd zuiveringsdocument te hebben ontvangen, is aan partijen gebleken dat de vijf voor Letland bestemde partijen de Europese Gemeenschap (EG) niet hebben verlaten, hetgeen ertoe heeft geleid dat VGE ter zake daarvan belasting, landbouwheffingen en boete heeft moeten betalen tot een totaalbedrag van f 243.580,10. VGE heeft, stellende dat Van Doorn haar in elk van deze vijf gevallen opdracht had gegeven tot het vervaardigen en indienen van het desbetreffende T1-formulier, Van Doorn aangesproken tot vergoeding daarvan, alsmede van een bedrag van f 26.908,05 ter zake van bijkomende kosten (f 8.400,- ter zake van bezwaar-schriftenprocedures, f 11.339,75 ter zake van beroepsprocedures en f 7.168,30 ter zake van buitengerechtelijke bijstand ter incasso van de onderhavige vordering, telkens exclusief BTW). |
Annotator | M. Koedoot |
Pagina | 65-71 |
Uitspraak | ECLI:NL:GHARN:2004:AO7339 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 27-07-2004, C0300942/MA |
---|---|
Citeertitel | JBPr, 2005/10 |
Samenvatting | Incasso. Beloning. |
Samenvatting (Bron) | In de onderhavige procedure vordert [geïntimeerde] in conventie veroordeling van [appellante] tot betaling van een hoofdsom van € 5.278,19, vermeerderd met proceskosten en executiekosten, en vermeerderd met wettelijke rente over de hoofdsom, de proceskosten en de executiekosten. In reconventie vorderde [appellante] aanvankelijk ontbinding van de incasso-overeenkomst terzake de vordering op Sun City, alsmede terugbetaling van de aan [geïntimeerde] betaalde € 3.000,--. |
Annotator | E. van der Hoeden |
Pagina | 71-76 |
Uitspraak | ECLI:NL:GHSHE:2004:AR4683 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Rechtbank Haarlem, 20-10-2004, 61902 / HA ZA 0-21 |
---|---|
Citeertitel | JBPr, 2005/11 |
Samenvatting | Dagvaarding ingesteld door een niet meer bestaande rechtspersoon. Niet-ontvankelijkheid. |
Samenvatting (Bron) | Niet-ontvankelijkheid in eerste aanleg omdat de dagvaarding is uitgebracht uit naam van een als gevolg van een fusie niet meer bestaande rechtspersoon. |
Annotator | M.O.J. de Folter |
Pagina | 76-80 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBHAA:2004:AR4333 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Rechtbank Haarlem, 26-10-2004, 101226/2004 |
---|---|
Citeertitel | JBPr, 2005/12 |
Samenvatting | Betekeningsverordening. Betekening per post. Taalvereiste. |
Samenvatting (Bron) | Dat de vrouw heeft geweigerd de stukken te accepteren om reden van de taal waarin deze stukken zijn opgesteld, is een gebrek in de betekening, welk gebrek kan leiden tot nietigheid van de betekening, tenzij de vrouw de stukken niet had mogen weigeren omdat deze weliswaar zijn gesteld in de taal van de lidstaat van verzending maar de vrouw deze taal begrijpt. Allereerst ligt dan ook de vraag voor of de vrouw op goede gronden heeft mogen weigeren het stuk in ontvangst te nemen. |
Annotator | Freudenthal |
Pagina | 80-81 |
Uitspraak | ECLI:NL:RBHAA:2004:AR7011 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Rechtbank Haarlem, 21-09-2004, 105731/KG ZA 04-489 |
---|---|
Citeertitel | JBPr, 2005/13 |
Samenvatting | Procesvertegenwoordiging gedaagde in kort geding, verstek.
(1. De besloten vennootschap naar buitenlands recht Cimba Mining Company Ltd te Sierra Leone; 2. R.T.H. Shaheen-Balsink te Aerdenhout / de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Nationaal Grondbezit BV te Rotterdam). |
Pagina | 81-84 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Rechtbank 's-Hertogenbosch, 26-10-2004, 113271/KG ZA 04-455 |
---|---|
Citeertitel | JBPr, 2005/14 |
Samenvatting | Kracht van gewijsde. Executie onjuist vonnis. Misbruik van bevoegdheid.
(M.H. Schmidt te Heeze, gemeente Heeze-Leende, / F.T. Thunissen te Eindhoven). |
Annotator | G.R. Rutgers |
Pagina | 84-91 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Rechtbank Roermond, 28-04-2004, 57653/FA RK 03-1304 |
---|---|
Citeertitel | JBPr, 2005/15 |
Samenvatting | Betekeningsverordening. Betekening per post. Taalvereiste. |
Annotator | M. Freudenthal |
Pagina | 91-96 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |