Rechtspraak Sociale Verzekeringen

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Rechtspraak Sociale Verzekeringen
Datum 12-01-2016
Aflevering 1
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 06-11-2015
CiteertitelRSV 2016/1
SamenvattingHerziening WAZ-uitkering — uitlooptermijn — in buitenland woonachtig
Samenvatting (Bron)Uitlooptermijn ten behoeve van in buitenland woonachtige.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4037
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 02-12-2015
CiteertitelRSV 2016/2
SamenvattingHeropening WAO-uitkering — herziening op verzoek — eerdere WIA-beoordeling — reformatio in peius — systeem van arbeidsongeschiktheidsbeoordeling
Samenvatting (Bron)Heropening eerder ingetrokken WAO-uitkering. Het Uwv mocht ... bepalen dat appellante, uitgaande van het in het kader van de WAO-beoordeling per 10 mei 2011 vastgestelde arbeidsongeschiktheidspercentage van 41,71%, ook op en na 10 mei 2011 ingedeeld bleef in de arbeidsongeschiktheidsklasse 35 tot 45%. Overschrijding redelijke termijn.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4503
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 01-12-2015
CiteertitelRSV 2016/3
SamenvattingAanspraken op langdurigheidstoeslag na vijf jaar niet meer in rechte afdwingbaar
Samenvatting (Bron)Afdwingbaarheid van aanspraken op langdurigheidstoeslag vervalt na vijf jaar.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:3759
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 01-12-2015
CiteertitelRSV 2016/4
SamenvattingBrutering is geen bestraffende sanctie
Samenvatting (Bron)Intrekking en terugvordering bijstand. Verzwegen samenwoning gedurende 14 jaar. Brutering van terugvorderingsbedrag is geen bestraffende sanctie.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4285
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 01-12-2015
CiteertitelRSV 2016/5
SamenvattingZoekperiode van vier weken voor niet-jongere — datumbepaling voor bijstandsaanvraag is een beslissing op grond van art. 6:3 Awb — bezwaar niet-ontvankelijk
Samenvatting (Bron)Zoekperiode voor niet-jongere is procesbeslissing en niet vatbaar voor bezwaar.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4349
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 17-11-2015
CiteertitelRSV 2016/6
SamenvattingAfwijzing verzoek incidentele aanvullende uitkering — advies Toetsingscommissie WWB — gebruikmaking van afgeronde cijfers van het CBS — advies bevat onvoldoende daadkrachtige motivering
Samenvatting (Bron)Tussenuitspraak. Afwijzing verzoeken om incidentele aanvullende uitkering (IAU). Wat de Raad ... met betrekking tot de aanvraag over 2010 heeft overwogen, geldt ook voor de aanvraag over 2011 en het daaraan ten grondslag liggende advies. In feite komt ook dat advies er op neer dat de omstandigheid dat Huizen niet voldoet aan de statistische criteria een contra-indicatie is voor een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt, waarna de TC constateert dat in principe alle gemeenten in Nederland met de door Huizen genoemde effecten van de conjunctuur worden geconfronteerd, waarna ermee wordt volstaan dat de door Huizen verstrekte informatie en de overige informatie die de TC ter beschikking stond in vergelijking met andere gemeenten niet de conclusie rechtvaardigt waarom haar arbeidsmarktsituatie als uitzonderlijk kan worden aangemerkt. Waarom dat het geval is, wordt daarmee niet duidelijk. Met name wordt hiermee onvoldoende tot uitdrukking gebracht waarom de door Huizen aangedragen achterliggende oorzaken van het tekort en de aangevoerde redenen waarom de gemeente Huizen de gevolgen van de economische crisis meer voelt dan andere gemeenten, niet kunnen leiden tot de conclusie dat sprake is van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt. Opdracht tot herstel gebrek.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4065
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 17-11-2015
CiteertitelRSV 2016/7
SamenvattingIntrekking na opschorting. Tijdens kantoorgesprek geweigerd mee te werken aan een huisbezoek. Hersteltermijn van vijf minuten om daaraan alsnog mee te werken is niet te kort.
Samenvatting (Bron)Opschorting en intrekking bijstand. Uit het verslag van het gesprek van 19 september 2013 blijkt ondubbelzinnig dat appellant uiteindelijk zijn toestemming voor een huisbezoek heeft geweigerd en dat hij in zijn weigering heeft volhard nadat één van de handhavingsmedewerkers had meegedeeld wat de gevolgen zijn van het weigeren van een huisbezoek. Appellant heeft ter zitting van de Raad bevestigd dat hij tijdens dit gesprek heeft begrepen wat een huisbezoek inhoudt en welke gevolgen de weigering van een huisbezoek zou kunnen hebben. In het betoog van appellant dat de hersteltermijn van vijf minuten, gelet op zijn Somalische afkomst en daardoor zijn wantrouwen jegens autoriteiten, te kort was, is geen grond te vinden voor het oordeel dat hij niet binnen de gegeven hersteltermijn zijn medewerking aan het huisbezoek kon verlenen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4080
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 11-11-2015
CiteertitelRSV 2016/8
SamenvattingHuishoudelijke hulp — beleidswijziging — nieuwe normtijden — objectieve onderbouwing voor deugdelijkheid nieuwe criteria
Samenvatting (Bron)De Raad stelt vast dat de nieuwe normtijden afwijken van de oude tijden die waren ontleend aan het Protocol van CIZ. De Raad heeft over de inhoud van dit protocol geoordeeld dat dit op een deskundige analyse van de zorgbehoefte van leefeenheden berust (CRvB 18 december 2007, ECLI:NL:CRVB:2007:BC1097). Het college heeft aangevoerd dat de nieuwe normtijden van de Beleidsregels op overleg met de zorgaanbieders, vergelijkend onderzoek naar de normtijden bij andere gemeenten en algemene protocollen van de schoonmaakbranche berusten. In beroep noch in hoger beroep zijn gegevens overgelegd waarmee kan worden beoordeeld of de verlaagde tijden in het algemeen toereikend zijn voor een als compensatie te kwalificeren resultaat van de huishoudelijke verzorging. De enkele verwijzing naar overleg met zorgaanbieders, het beleid van andere gemeenten en protocollen van de schoonmaakbranche is onvoldoende objectieve onderbouwing voor de deugdelijkheid van de nieuwe criteria. Dit klemt te meer nu niet duidelijk is wat de concrete inhoud van dat overleg is geweest en op welke objectieve gronden daaruit kan worden afgeleid dat de onder het Protocol gehanteerde maatstaven te ruim bemeten zijn geweest. Het vorenstaande betekent dat het college niet inzichtelijk heeft gemaakt dat de verlaagde normtijden op objectieve criteria berusten.
AnnotatorC.W.C.A. Bruggeman
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4262
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbanken
TitelRechtbank Amsterdam 03-11-2015
CiteertitelRSV 2016/9
SamenvattingVordering meer inkomen — Wft
Samenvatting (Bron)Vordering wegens meerinkomen. De DUO noch de studiefinanciering valt onder de Wft.
UitspraakECLI:NL:RBAMS:2015:7578
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 11-09-2015
CiteertitelRSV 2016/10
SamenvattingKind van migrerend werknemer — drie uit zes eis — integratie Samenvatting
Samenvatting (Bron)Afwijzing aanvraag studiefinanciering hoger onderwijs voor opleidingen in het buitenland. De motivering die bij het bestreden besluit ten grondslag is gelegd aan de afwijzende beslissing is niet toereikend. In hoger beroep is alsnog een toereikende grondslag gegeven voor het oordeel dat appellante niet in aanmerking komt voor Nederlandse meeneembare studiefinanciering voor de opleiding die zij in Turkije volgt. Appellante heeft, evenals haar vader, de Nederlandse nationaliteit en de vader van appellante is voorafgaande aan de aanvraag om Nederlandse meeneembare studiefinanciering van appellante in Nederland economisch actief geweest. De Raad acht de banden van appellante met Nederland evenwel niet zodanig dat zij, ondanks het feit dat zij niet voldoet aan het 3-uit-6-vereiste, ingevolge het Unierecht niet kan worden uitgesloten van het recht op Nederlandse meeneembare studiefinanciering. In dit verband is van belang te achten dat appellante, hoewel zij daartoe bij herhaling in de gelegenheid is gesteld, niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar vader, vóór en tijdens haar studie in Turkije, vanuit Duitsland in Nederland werkzaamheden heeft verricht die niet zijn aan te merken als louter marginaal en bijkomstig. Ook heeft appellante geen aanknopingspunten aangereikt voor nader onderzoek ter zake. Verder kan uit de gedingstukken worden afgeleid dat appellante in Turkije is geboren en in Duitsland basisonderwijs en secundair onderwijs heeft genoten. Niet is gebleken dat zij in Nederland heeft gewoond of daar onderwijs heeft gevolgd. Door de gemachtigde van appellante is desgevraagd meegedeeld dat hij niet weet of appellante de Nederlandse taal beheerst, omdat hij met haar in het Turks communiceert. Appellante heeft volgens zijn verklaring in totaal minder dan een jaar in Nederland gewoond, maar enig bewijs daarvan is niet overgelegd. Op de vraag of appellante al dan niet sociale contacten onderhoudt met andere Nederlanders, kon haar gemachtigde geen antwoord geven. Ten slotte volgt appellante nu een Turkstalige studie in Turkije.
AnnotatorA. Hoogenboom
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:3095
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 16-09-2015
CiteertitelRSV 2016/11
SamenvattingMigrerend zelfstandige
Samenvatting (Bron)Afwijzing aanvraag studiefinanciering. Appellant heeft de Belgische nationaliteit. Appellant voldoet niet aan de voorwaarden voor toekenning van studiefinanciering. Geen gelijkstelling met een Nederlander. Appellant heeft zich bezig gehouden met het concept van “pedaal aangedreven” apparatuur en de verhuur van bakfietsen, voorzien van deze apparatuur. Hij heeft een geringe omzet behaald met uiteindelijk een verlies over dat jaar. Deze economische activiteiten is dermate gering dat die van louter marginale en bijkomstige aard zijn. Het aantal uren dat appellant aan de ontwikkeling van het project heeft besteed doet aan deze conclusie niet af.
AnnotatorA. Hoogenboom
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:3137
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 18-11-2015
CiteertitelRSV 2016/12
SamenvattingRecht op studiefinanciering buiten Nederland — vergelijkbare opleiding
Samenvatting (Bron)Appellant heeft gemotiveerd en gedocumenteerd aangevoerd dat zijn opleiding aan de OAA niet alleen (sterk) vergelijkbaar is met de opleiding die destijds door de NLS werd verzorgd, maar dat deze (grotendeels) identiek is aan die opleiding, dat beide opleidingen uitgaan van hetzelfde (van oorsprong Canadese) opleidingsinstituut, dat (nagenoeg) dezelfde vakken worden gevolgd, dat de examens in die vakken volgens dezelfde reglementen worden afgenomen en dat dezelfde diploma’s worden behaald. De minister heeft dat ook erkend. Onder die omstandigheden leidt strikte toepassing van de wettelijke regeling tot een onbillijkheid van overwegende aard. De Raad zal het besluit van 4 november 2011 herroepen en, mede gelet op de studieduur van de opleiding van appellant aan de OAA, bepalen dat 24 maanden aan appellant verstrekte prestatiebeurs worden omgezet in een gift.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4046
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 12-08-2015
CiteertitelRSV 2016/13
SamenvattingNetto terugvordering WW-uitkering, interne gedragslijn.
Samenvatting (Bron)Betrokkene heeft wat betreft de over oktober 2012 te veel ontvangen WW-uitkering wel aan de in het beleid genoemde voorwaarden voldaan en daarom had kunnen volstaan met terugbetaling van het betreffende nettobedrag. Vernietiging uitspraak voor zover daarbij het beroep van betrokkene tegen de brutering van het door appellant in maart 2012 en op 2 oktober 2012 teveel betaalde WW-uitkering gegrond is verklaard. Met het oog op een voortvarende afdoening van het geschil, ziet de Raad aanleiding om met aanpassing van artikel 8:113, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht te bepalen dat tegen het door appellant te nemen besluit slechts bij hem beroep kan worden ingesteld.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:2746
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 09-09-2015
CiteertitelRSV 2016/14
SamenvattingBuitenlandbijdrage — sociale bijdrage — financiering — berekening — NinBi
Samenvatting (Bron)Het Zorginstituut heeft tz een nieuwe bob toegezegd voor de buitenlandbijdrage 2006 en 2007. Nu ligt ter beoordeling voor de bijdrage over 2011. Uit artikel 69, tweede lid, van de Zvw volgt dat appellant, die in het buitenland woont en - naar tussen partijen niet in geschil is - op grond van Vo 883/2004 (voorheen Vo. 1408/71) recht heeft op zorg in Italië, de in dat lid bedoelde buitenlandbijdrage verschuldigd is. Het Zorginstituut is belast met de vaststelling en heffing van de bijdrage en de hoogte van de bijdrage wordt geregeld bij ministeriële regeling. Zoals de Raad eerder heeft overwogen is berekening van de buitenlandbijdrage dwingend voorgeschreven en is er geen ruimte om af te wijken van de berekeningssystematiek. Berekening als zodanig niet door appellant betwist. Grondslag van de inkomensafhankelijke AWBZ-bijdrage voor 2011 nihil. Bijdrage is geen belasting.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:3128
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 25-11-2015
CiteertitelRSV 2016/15
SamenvattingBelangenafweging — ernstige gebreken aan aangeleverde bewijsstukken — bewijs van geleverde zorg en betaling
Samenvatting (Bron)Individuele belangen van appellante dienen volgens het Zorgkantoor te wijken voor de belangen van het Zorgkantoor omdat te veel ernstige gebreken kleven aan de aangeleverde bewijsstukken. Het geheel van de in bezwaar overgelegde schriftelijke stukken, de zorgovereenkomst, facturen, een aanwezigheidslijst en afschrift van een rekeningoverzicht, is echter voldoende duidelijk om te kunnen concluderen dat appellante de op de aanwezigheidslijst en definitieve facturen vermelde zorg geleverd heeft gekregen en deze zorg ook giraal heeft betaald. Het bestreden besluit berust ten aanzien van de lagere vaststelling van het pgb over 2012 niet op een evenredige belangenafweging als bedoeld in artikel 3:4 van de Awb. Vernietiging van de AU voor zover aangevochten en vernietiging van het bestreden besluit.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4320
Artikel aanvragenVia Praktizijn