Rechtspraak Sociale Verzekeringen

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Rechtspraak Sociale Verzekeringen
Datum 29-02-2016
Aflevering 2
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 16-12-2015
CiteertitelRSV 2016/16
SamenvattingEigen bijdrage — vermogensinkomensbijtelling — evenredigheid — belangenafweging — eigendomsrecht.
Samenvatting (Bron)Vaststelling eigen bijdrage voor AWBZ-zorg met verblijf.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4761
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbanken
TitelRechtbank Overijssel 17-12-2015
CiteertitelRSV 2016/17
SamenvattingWoonvoorziening — passende bijdrage — algemene voorziening — onderzoeksplicht — draagkracht
Samenvatting (Bron)Intrekking op grond van Wmo toegekende indicatie voor huishoudelijke hulp; geen sprake van voor eiseres toegankelijke algemene voorzieningen; beroep gegrond.
UitspraakECLI:NL:RBOVE:2015:5588
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 18-12-2015
CiteertitelRSV 2016/18
SamenvattingAfwijzing verzoek om arbeidsongeschiktheidsuitkering tot de einddatum ineens ter beschikking te stellen.
Samenvatting (Bron)Afwijzing verzoek om arbeidsongeschiktheidsuitkering tot de einddatum ineens ter beschikking te stellen. De aard en systematiek van de WAO verzetten zich tegen een afkoopsom als door appellant verzocht.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4694
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 30-12-2015
CiteertitelRSV 2016/19
SamenvattingPgb — vervoersvoorziening — besteding — eigen keuze — kosten.
Samenvatting (Bron)Gevolgen besteding pgb voor andere voorziening.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4918
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 16-12-2015
CiteertitelRSV 2016/20
SamenvattingVerzoek om herziening — terugkomen van eerder besluit — duuraanspraken — belangenafweging
Samenvatting (Bron)Afwijzing verzoek om herziening. Als sprake is van een verzoek waarbij ook voor de toekomst wordt verzocht om terug te komen van een eerder besluit, dan moet de aanvraag deugdelijk en toereikend worden onderbouwd en, voor zover mogelijk, worden voorzien van relevant bewijs op basis waarvan het Uwv kan onderzoeken of het oorspronkelijk besluit onjuist was.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4388
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 08-12-2015
CiteertitelRSV 2016/21
SamenvattingVerzoek om incidentele aanvullende uitkering (IAU) als bedoeld in art. 74 WWB — geen aanleiding af te wijken van de hoofdregel dat in bezwaar wordt beslist met inachtneming van alle feiten en omstandigheden zoals die bekend zijn op het tijdstip van de heroverweging — Raad voorziet zelf door IAU toe te kennen
Samenvatting (Bron)Afwijzing aanvraag incidentele aanvullende uitkering (IAU). Rechtmatige uitvoering. Algemene regel ex nunc beoordeling in bezwaar van toepassing. De staatssecretaris heeft ... niet inzichtelijk kunnen maken waarom de wijze van budgettering en bekostiging van de IAU-uitkeringen in de weg zou staan aan het in de beoordeling betrekken van nieuwe gegevens in bezwaar. Anders dan bij de verantwoording van het zogenoemde werkdeel (uitspraken van 6 juli 2010, ECLI:NL:CRVB:2010:BN1242 en van 7 mei 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:BZ9636) en de Wet participatiebudget (uitspraak van 3 december 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:2659) is niet gebleken en is evenmin door de staatssecretaris aannemelijk gemaakt dat het bieden van een herstelmogelijkheid in de bezwaarfase zou leiden tot een ernstige verstoring van de budgetverdeling of tot financiële problemen. De staatssecretaris heeft tot in hoger beroep met name niet aannemelijk gemaakt dat het alsnog toekennen van IAU in de bezwaarfase nadelig uitwerkt voor andere gemeenten. Van doorcontroleren tot het gewenste rechtmatige resultaat is bereikt, zoals de staatssecretaris hiertegen heeft opgeworpen, is in dit geval bovendien geen sprake. Daarbij tekent de Raad aan dat door appellant slechts één nader onderzoek is uitgevoerd en dat in het op 20 november 2012 aan de Inspectie SZW aangeboden rapport alle uitkomsten van het onderzoek, zowel die welke zijn gebaseerd op een nadere extrapolatie als die welke zijn gebaseerd op de feitelijke dossiers, zijn vervat. In de bezwaarfase heeft appellant uitsluitend een op de uitkomst van het nadere onderzoek gebaseerde nadere controleverklaring van de onafhankelijke accountant overgelegd. De ratio van de SiSa-systematiek, namelijk de vermindering van bestuurslasten, brengt evenmin mee dat de SiSa-verantwoording leidend moet worden geacht. Deze verantwoordingsinformatie kan immers nog steeds tot uitgangspunt worden genomen. Niet aannemelijk is gemaakt waarom een correctiemogelijkheid in bezwaar tegen de afwijzing van het verzoek om IAU de gehele SiSa-systematiek zou ondermijnen. De Raad vindt steun voor het tegendeel in de informatie in de Verzamelbrief van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 26 april 2007 over de gevolgen van SiSa voor de aanvullende uitkering. Hierin staat dat de in het rapport van bevindingen opgenomen informatie in beginsel (cursivering van de staatssecretaris) de informatie is die de TC bij haar beoordeling zal betrekken. Indien de TC in een specifieke situatie van oordeel is dat de betreffende informatie niet toereikend is voor een goede beoordeling van het verzoek, kan zij de gemeente om nadere informatie vragen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4537
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 08-12-2015
CiteertitelRSV 2016/22
SamenvattingCollege is niet verplicht om voorafgaand aan het huisbezoek tot in alle details aan betrokkene bekend te maken waarop de redelijke grond voor het afleggen van het huisbezoek precies berust. Aanvullend karakter van het per 1 januari 2013 ingevoerde huisbezoekregime (art. 53a WWB).
Samenvatting (Bron)Redelijke grond voor huisbezoek; vooraf in details bekendmaken. Aanvullend karakter nieuw huisbezoekregiem.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4399
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 08-12-2015
CiteertitelRSV 2016/23
SamenvattingSystematiek terugbetaling lening ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal bij bedrijfsbeëindiging. Geen verplichting om mee te werken aan een schuldregeling in de zin van art. 42 Bbz 2004. Uitwinning van zekerheden niet meer mogelijk. Geen volledige kwijtschelding.
Samenvatting (Bron)Afwijzing verzoek om mee te werken aan een schuldregeling in de zin van artikel 42 van het Bbz 2004. Geen volledige kwijtschelding. Wettelijk kader. Verplichte schuldregeling. Uitwinning van zekerheden.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4561
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 08-12-2015
CiteertitelRSV 2016/24
SamenvattingVoor de grondslag van een besluit is niet zozeer het wetsartikel bepalend, maar de context en de bewoordingen waarin een ingenomen standpunt wordt vervat.
Samenvatting (Bron)Intrekking en terugvordering bijstand. Grondslag, wijziging grondslag en ingangsdatum intrekking; Voor de grondslag van het besluit is niet zozeer het wetsartikel bepalend, maar de context en de bewoordingen. toepassing artikel 54, derde lid, WWB. Verzwegen bankrekeningen op naam.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4411
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 22-12-2015
CiteertitelRSV 2016/25
SamenvattingTerugvordering van voorschotten en bijkomende beschikkingen — verrekening van vordering van betrokkene inzake kosten van bezwaar met vordering van college inzake terugvordering van voorschotten — verschil procederen met en zonder toevoeging.
Samenvatting (Bron)Besluit vaststellen aflossing is bijkomende beschikking bij terugvordering. Vergoeding kosten bezwaar. Verrekening proceskosten.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4828
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 04-09-2015
CiteertitelRSV 2016/26
SamenvattingPersonele werkingssfeer van Verordening (EEG) nr. 1408/71 — Nederlands-Amerikaans Verdrag (NAV) — migratie- of verplaatsingscriterium
Samenvatting (Bron)Ouderdomspensioen. Niet verzekerd voor de AOW. Betrokkene valt niet onder de personele werkingssfeer van Vo 1408/71, zodat de aanwijsregels uit de Verordening niet van toepassing zijn op de onderhavige situatie. Nu betrokkene (ook) geen rechten kan ontlenen aan het NAV, wordt de vraag of betrokkene in de periode in geding verzekerd was voor de AOW (enkel) beheerst door Nederlandse recht. Tussen partijen is niet in geschil dat naar nationaal recht gezien betrokkene met recht is uitgesloten van de verzekering voor de AOW.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:3231
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekEHRM
TitelEHRM 08-10-2015, 77212/12, ECLI:CE:ECHR:2015:1008JUD007721212
CiteertitelRSV 2016/27
SamenvattingAfwijzing verzoek aan de rechtbank om een onafhankelijke medisch deskundige in te schakelen — eisen aan medisch bewijs — bewijslastverdeling bij medische beoordelingen — vraagstuk onafhankelijke positie van medisch deskundigen werkzaam bij of in opdracht van uitvoeringsorganen — recht op een eerlijk proces (art. 6 EVRM) — strijd met beginsel van ‘equality of arms’
Samenvatting (Bron)Violation of Article 6 - Right to a fair trial (Article 6 - Civil proceedings;Article 6-1 - Fair hearing;Equality of arms)
AnnotatorW.A. Faas
UitspraakECLI:CE:ECHR:2015:1008JUD007721212
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekEHRM
TitelEHRM 17-11-2015, 26275/12, ECLI:CE:ECHR:2015:1117DEC002627512
CiteertitelRSV 2016/28
SamenvattingAfwijzing verzoek aan de rechtbank om een onafhankelijke medisch deskundige in te schakelen — eisen aan medisch bewijs — bewijslastverdeling bij medische beoordelingen — vraagstuk onafhankelijke positie van medisch deskundigen werkzaam bij of in opdracht van uitvoeringsorganen — recht op een eerlijk proces (art. 6 EVRM) — geen strijd met beginsel van ‘equality of arms’
AnnotatorW.A. Faas
UitspraakECLI:CE:ECHR:2015:1117JUD002627512
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 26-11-2015
CiteertitelRSV 2016/29
SamenvattingMaatschappelijke opvang — vreemdeling — noodzaak — VBL — vertrek — bijzondere omstandigheden — psychische gesteldheid — koppelingsbeginsel — rechtsmachtverdeling.
Samenvatting (Bron)- Ontbreken van noodzaak voor opvang vanwege beschikbaarheid van opvang in een VBL. - Van door gemeenten getroffen opvangvoorzieningen voor niet rechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen wordt niet langer een grondslag in de Wmo en Wmo 2015 aangenomen. Raad acht zich niet langer bevoegd.
AnnotatorC.W.C.A. Bruggeman , H.F. van Rooij
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:3834
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 26-11-2015
CiteertitelRSV 2016/30
SamenvattingMaatschappelijke opvang — vreemdeling — ESH — Europees Comité voor Sociale Rechten — EVRM — positieve verplichting — basisvoorziening — VBL
Samenvatting (Bron)Ontbreken van noodzaak voor opvang op grond van Wmo vanwege beschikbaarheid van opvang op een VBL.
AnnotatorC.W.C.A. Bruggeman , H.F. van Rooij
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:3803
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 12-01-2016
CiteertitelRSV 2016/31
SamenvattingVerrekening schuld met AOW-pensioen en aanvullende inkomensvoorziening ouderen — bewijslastverdeling
Samenvatting (Bron)Verrekening schuld met uitkering. Bewijslastverdeling bij verrekening. Bestuursorgaan moet stukken opvragen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2016:111
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 02-12-2015
CiteertitelRSV 2016/32
SamenvattingHuisbezoek — privaat onderzoeksbureau
Samenvatting (Bron)De Raad is van oordeel dat artikel 9.1a, eerste lid, onder a, van de Wsf 2000 in verbinding met artikel 5:11 van de Awb, en de bij die bepalingen horende wetsgeschiedenis, bezien in samenhang met de in de praktijk gegeven sturing door de minister aan de controleurs en de afwezigheid van een commercieel belang bij het resultaat van de controle door de gekozen bezoldigingsafspraken, een voldoende wettelijke grondslag biedt om werknemers van een private partij als SV Land te belasten met het toezicht op de naleving van artikel 1.5 van de Wsf 2000. Dit betekent dat de minister een besluit tot herziening van de uitwonendenbeurs in een thuiswonendenbeurs in beginsel mag baseren op de resultaten van een huisbezoek dat is verricht door deze personen.
AnnotatorC.W.C.A. Bruggeman
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4192
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbanken
TitelRechtbank Den Haag 11-12-2015
CiteertitelRSV 2016/33
SamenvattingMigrerend zelfstandige — gewerkte uren — individueel onderzoek
Samenvatting (Bron)Eiseres voldoet op basis van het aantal (de facto) door haar gewerkte uren vanaf februari 2014 niet aan het in de Beleidsregel controlebeleid migrerend werknemerschap opgenomen urencriterium. Verweerder heeft daarop de studiefinanciering van eiseres herzien voor maanden waarin zij minder dan 56 uur heeft gewerkt. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder aan dit niet voldoen ten onrechte het gevolg verbonden dat eiseres niet als migrerende werknemer wordt aangemerkt. Verweerder had nader onderzoek moeten doen om vast te stellen of eiseres reële en daadwerkelijke arbeid heeft verricht in de zin van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 26 februari 1992, V.J.M. Raulin v Minister van Onderwijs en Wetenschappen, C-357/89. De rechtbank weegt hierin mee dat het aantal door eiseres gewerkte uren niet ver afligt van het aantal benodigde uren en dat het urencriterium per 1 januari 2014 is verhoogd van 32 naar 56 uur. Voorts is niet duidelijk of opgebouwde vakantie-uren ook tot de gewerkte uren zijn gerekend. Naar het oordeel van de rechtbank dient het bestreden besluit vernietigd te worden. Beroep gegrond.
UitspraakECLI:NL:RBDHA:2015:14608
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 09-12-2015
CiteertitelRSV 2016/34
SamenvattingSchadevergoeding omdat het UWV onterecht geen loonsanctie opgelegd heeft aan werkgever
Samenvatting (Bron)Schadevergoeding omdat het Uwv onterecht geen loonsanctie opgelegd heeft aan werkgever.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4236
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 23-12-2015
CiteertitelRSV 2016/35
SamenvattingGemotiveerde en onderbouwde mededeling van meer zorg — nalaten van onderzoek door CIZ
Samenvatting (Bron)Nu de moeder van appellante in de verschillende fasen van de procedure bij herhaling en ook ter zitting gemotiveerd en geadstrueerd heeft aangegeven dat er sprake is van veel meer hulp dan CIZ heeft aangegeven, had het op de weg van CIZ gelegen om nader onderzoek te verrichten en te observeren welke mogelijkheden appellante heeft en in hoeverre zij hulp nodig heeft bij de verschillende handelingen. CIZ heeft dit bij herhaling nagelaten. Onder deze omstandigheden moet het ervoor worden gehouden dat de standpunten van de moeder van appellante juist zijn wat betreft de omvang en de intensiteit van de zorg. De Raad ziet daarom aanleiding om zelf in de zaak te voorzien, in die zin dat appellante wordt geïndiceerd voor ZZP VG04 voor de periode van 15 november 2012 tot en met 14 november 2027.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4854
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 30-12-2015
CiteertitelRSV 2016/36
SamenvattingGeen recht meer op een uitkering ingevolge de ZW — Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (Wet BeZaVa)
Samenvatting (Bron)Geen recht meer op een uitkering ingevolge de ZW. Appellant is een verzekerde zonder werkgever. Gelet op de ziekmelding van appellant per 18 februari 2013 zijn de met de Wet BeZaVa toegevoegde artikelen 19aa en 19ab van de ZW van toepassing. Met juistheid heeft de rechtbank de medische en arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit onderschreven.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4920
Artikel aanvragenVia Praktizijn