Rechtspraak Sociale Verzekeringen

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Rechtspraak Sociale Verzekeringen
Datum 25-03-2016
Aflevering 3
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 09-12-2015
CiteertitelRSV 2016/37
SamenvattingTen onrechte niet opgelegde loonsanctie — schadevergoeding — loonschade — pensioenschade — gemiddelde duur loonschade — heroverweging rechtspraak
Samenvatting (Bron)Schadevergoeding omdat het Uwv onterecht geen loonsanctie opgelegd heeft aan werkgever. Loonschade en pensioenschade.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4248
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbanken
TitelRechtbank Gelderland 17-12-2015
CiteertitelRSV 2016/38
SamenvattingHuishoudelijke hulp — Wmo 2015 — algemeen gebruikelijke voorziening — gangbare bestedingspatroon
Samenvatting (Bron)Hulp bij het huishouden valt onder het begrip maatschappelijke ondersteuning en valt onder de door de wetgever aan verweerder gegeven opdracht in de Wmo 2015. Hulp bij het huishouden is geen algemeen gebruikelijke voorziening.
AnnotatorD. Last , E. Boersma
UitspraakECLI:NL:RBGEL:2015:7856
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 19-01-2016
CiteertitelRSV 2016/39
SamenvattingTen onrechte anticumulatie toegepast met betrekking tot vrijval van de fiscale oudedagsreserve — vrijval aangewend voor aanschaf bancaire lijfrentevoorziening
Samenvatting (Bron)Ten onrechte anticumulatie toegepast met betrekking tot vrijval van de fiscale oudedagsreserve (FOR), welk bedrag in hetzelfde jaar geheel is aangewend voor de aanschaf van een bancaire lijfrentevoorziening. In de situatie van appellant is sprake van een bijzondere omstandigheid. Van doorslaggevende betekenis is de omstandigheid dat de verlaging van de oudedagsreserve is besteed aan het treffen van een inkomensvoorziening ter compensatie van een pensioentekort en dat die verlaging door de Belastingdienst geheel onbelast is gelaten. Cruciaal daarbij is tevens dat het bedrag volledig is besteed aan een lijfrente die uitsluitend leidt tot betaling van periodieke lijfrentetermijnen na het door appellant bereiken van de voor hem geldende pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar. In de specifieke situatie van appellant zou het toepassen van artikel 44, eerste lid, aanhef en onder a, van de WAO afbreuk doen aan het door de fiscale wetgever kennelijk beoogde doel, te weten het voorkomen van een pensioentekort bij ondernemers te faciliteren, hetgeen onder meer blijkt uit de speciale vermelding in artikel 3.70, eerste lid, onder a Wet IB 2001 van (de premie voor) de lijfrente en de fiscale aftrekbaarheid daarvan.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2016:255
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 22-01-2016
CiteertitelRSV 2016/40
SamenvattingTussenuitspraak — maatregel opgelegd door eigenrisicodrager — algehele weigering WIA-uitkering.
Samenvatting (Bron)Tussenuitspraak. Maatregel opgelegd door eigenrisicodrager. Algehele weigering WIA-uitkering. Omdat verblijf in het buitenland onmiskenbaar van invloed kan zijn op de re-integratie van appellante, heeft zij door dit niet te melden haar inlichtingenplicht in het kader van de re-integratieplicht van de B.V. geschonden. De B.V. was bevoegd een maatregel te treffen. De vraag die vervolgens beantwoord moet worden is of de opgelegde maatregel in overeenstemming is met de ernst van die gedraging en de mate waarin appellante de gedraging verweten kan worden. Niet is gebleken dat de B.V. zich rekenschap heeft gegeven van de dwingendrechtelijk voorgeschreven afstemming van de maatregel. Een motivering van de hoogte en duur van de opgelegde maatregel ontbreekt. De wetgever heeft een stelsel voor ogen gestaan waarin de eigenrisicodrager een eigen bevoegdheid tot het opleggen van maatregelen heeft en daartoe ook eigen beleid kan ontwikkelen, maar dat deze maatregelen door hetzelfde formeel-wettelijke kader, inclusief de uit de Awb voortvloeiende eisen, worden genormeerd. Ook is niet uitgesloten dat het nodig kan zijn voor de wijze waarop de eigenrisicodrager de maatregelen oplegt nadere regels te stellen in afstemming tot het uitoefenen van deze taak door het Uwv. Met dit stelsel is niet in strijd dat de B.V. het Maatregelenbesluit zou gebruiken als handreiking voor de nadere motivering van het bestreden besluit. De Raad draagt de B.V. op om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2016:277
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 11-11-2015
CiteertitelRSV 2016/41
SamenvattingHoogte boete en afstemming aan draagkracht
Samenvatting (Bron)Hoogte boete. De rechtbank heeft terecht overwogen dat, volgens vaste rechtspraak, de rechter, indien hem een oordeel wordt gevraagd over de hoogte van een opgelegde boete, deze zijn oordeel dient te geven met inachtneming van de te zijnen overstaan aannemelijk geworden omstandigheden. Anders dan de rechtbank wordt geoordeeld dat tot die omstandigheden ook behoort de omstandigheid dat er geruime tijd, ook na het bestreden besluit, sprake is geweest van een reële aflossingscapaciteit, die ook heeft geleid tot reële aflossingen. Verder wordt het standpunt van appellant onderschreven dat een boete van € 52,- in dit geval geen recht doet aan de ernst van de overtreding, zijnde het niet melden van genoten inkomsten. Alle omstandigheden van het geval, waaronder de gebleken aflossingscapaciteit en de omstandigheid dat deze inmiddels nihil is, geven aanleiding de boete vast te stellen op € 1.134,54, zijnde het bedrag dat door betrokkene al is afgelost.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4198
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 16-12-2015
CiteertitelRSV 2016/42
SamenvattingVerzoek om herziening — nieuw feit of veranderde omstandigheid — geschikt voor eigen werk — diagnose — duuraanspraken
Samenvatting (Bron)Beëindiging ZW-uitkering. Niet meer ongeschikt voor haar arbeid. Afwijzing verzoek om terug te komen van. Het Uwv heeft dit (de diagnose Bechterew) weliswaar als een nieuw feit of veranderde omstandigheid aangemerkt, maar daarin geen aanleiding gezien zijn standpunt te wijzigen. Daartoe is verwezen naar het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 9 oktober 2013, waarin door de arts is overwogen dat de verzekeringsartsen destijds gericht onderzoek hebben gedaan en een oordeel hebben gegeven. Aan de hand van alle aanwezige gegevens, inclusief de uitgebreide gegevens van de huisarts en de aanvullende gegevens van de psycholoog, werd geoordeeld dat appellante geschikt te achten was voor het eigen werk.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4600
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 26-01-2016
CiteertitelRSV 2016/43
SamenvattingKwijtschelding fraudevordering. Kwijtschelding niet mogelijk volgens de toepasselijke beleidsregels. College beoordeelt wel of met toepassing van art. 4:84 Awb moet worden afgeweken van de beleidsregels, maar de in dat kader verrichte toets of sprake is van dringende redenen om van (verdere) terugvordering af te zien, is te beperkt.
Samenvatting (Bron)1. Kwijtschelding fraudevordering. Kwijtschelding niet mogelijk volgens de toepasselijke beleidsregels. College beoordeelt wel of met toepassing van art. 4:84 Awb moet worden afgeweken van de beleidsregels, maar de in dat kader verrichte toets of sprake is van dringende redenen om van (verdere) terugvordering af te zien, is te beperkt. Aangevallen uitspraak en beslissing op bezwaar worden vernietigd, Raad voorziet zelf door het primaire besluit te herroepen en de resterende vordering volledig kwijt te schelden. 2. Herzieningsverzoek. Ontvallen grondslag aan herzieningsverzoek en daarop gebaseerde besluitvorming doordat in de kwijtscheldingszaak de beslissing op bezwaar is vernietigd en het afwijzingsbesluit is herroepen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2016:330
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 02-02-2016
CiteertitelRSV 2016/44
SamenvattingVóór 30 september 2011 door het college verstrekte aanvullende verantwoordingsinformatie over het jaar 2010 door de staatssecretaris ten onrechte niet betrokken in de beoordeling — terugvordering deels herroepen
Samenvatting (Bron)De tekst van artikel 5a van de Wpb is helder en niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. Ziet niet uitsluitend op de gevallen waarin sprake is van kennelijke, verschoonbare fouten zoals door de staatssecretaris omschreven. Eventuele fouten en omissies in de aangeleverde verantwoording kunnen worden hersteld binnen een redelijke termijn, sinds 2010 uiterlijk op 30 september. Verhouding tot artikel 17a, eerste lid, van de Fvw.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2016:394
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 08-12-2015
CiteertitelRSV 2016/45
SamenvattingSystematiek terugbetaling lening ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal bij bedrijfsbeëindiging. Geen verplichting om mee te werken aan een schuldregeling in de zin van art. 42 Bbz 2004. Uitwinning van zekerheden niet meer mogelijk. Geen volledige kwijtschelding.
Samenvatting (Bron)Afwijzing verzoek om mee te werken aan een schuldregeling in de zin van artikel 42 van het Bbz 2004. Geen volledige kwijtschelding. Wettelijk kader. Verplichte schuldregeling. Uitwinning van zekerheden.
AnnotatorC.W.C.A. Bruggeman
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4561
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 22-12-2015
CiteertitelRSV 2016/46
SamenvattingGeen verboden onderscheid tussen daklozen met een woonadres en daklozen zonder woonadres die alleen een postadres aanhouden.
Samenvatting (Bron)Afwijzing bijstandsaanvraag. Het recht op bijstand is gekoppeld aan een juiste inschrijving in de GBA, zodat een college de feitelijke woon- en leefsituatie van de belanghebbende kan verifiëren. Daarbij is niet van belang of de betrokkene als dakloze dan wel als adresloze wordt aangemerkt. Van een verboden onderscheid als bedoeld in artikel 14 van het EVRM is reeds om die reden geen sprake. Deze beroepsgrond slaagt daarom niet.
AnnotatorH. van Deutekom
UitspraakECLI:NL:CRVB:2015:4737
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 19-01-2016
CiteertitelRSV 2016/47
SamenvattingLangdurigheidstoeslag van alleenstaande met een Anw-uitkering ten onrechte afgewezen — grenzen redelijke beleidsbepaling overschreden — geen uitzicht op inkomensverbetering
Samenvatting (Bron)Ten onrechte afgewezen langdurigheidstoeslag. Grenzen redelijke beleidsbepaling overschreden. Geen uitzicht op inkomensverbetering. Nabestaandenuitkering.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2016:271
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 19-01-2016
CiteertitelRSV 2016/48
SamenvattingVerlies woonplaats — huisverbod — beschikking rechtbank over gebruik echtelijke woning
Samenvatting (Bron)Intrekking bijstand. Huisverbod en detentie. Geen verlies van woonplaats.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2016:291
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 26-01-2016
CiteertitelRSV 2016/49
SamenvattingAfwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor nota’s dierenarts; geen medische/psychosociale indicatie voor meerkosten en geen bijzondere omstandigheden.
Samenvatting (Bron)Bijzondere bijstand. Nota's dierenarts. geen medische/psychosociale indicatie voor meerkosten. Geen bijzondere omstandigheden.
AnnotatorH. van Deutekom
UitspraakECLI:NL:CRVB:2016:318
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekHvJ EU
TitelHvJ EU 09-09-2015, C-72/14, C-197/14, ECLI:EU:C:2015:564
CiteertitelRSV 2016/50
SamenvattingToepasselijke wetgeving — Rijnvarenden — E101-verklaring — Bewijskracht — CILFIT-criteria — voorlegging aan het HvJ EU — verplichting tot verwijzing
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 9 september 2015.#X tegen Inspecteur van de Rijksbelastingdienst en T.A. van Dijk tegen Staatssecretaris van Financien.#Verzoeken van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch en de Hoge Raad der Nederlanden om een prejudiciele beslissing.#Prejudiciele verwijzing - Migrerende werknemers - Sociale zekerheid - Toepasselijke wetgeving - Rijnvarenden - E101-verklaring - Bewijskracht - Voorlegging aan het Hof - Verplichting tot verwijzing.#Gevoegde zaken C-72/14 en C-197/14.
UitspraakECLI:EU:C:2015:564
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekHvJ EU
TitelHvJ EU 22-10-2015, C-378/14, ECLI:EU:C:2015:720
CiteertitelRSV 2016/51
SamenvattingToekenning van gezinsbijslagen bij scheiding en wonen van de ouders in verschillende EU-lidstaten — regeling van een lidstaat die kinderbijslag toekent aan de ouder bij wie het kind daadwerkelijk woont — recht van de ouder in de andere lidstaat om kinderbijslag aan te vragen — prioriteitsregels niet van toepassing
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 22 oktober 2015.#Bundesagentur fur Arbeit - Familienkasse Sachsen tegen Tomislaw Trapkowski.#Verzoek van het Bundesfinanzhof om een prejudiciele beslissing.#Prejudiciele verwijzing - Sociale zekerheid - Verordening (EG) nr. 883/2004 - Artikel 67 - Verordening (EG) nr. 987/2009 - Artikel 60, lid 1 - Toekenning van gezinsbijslagen in geval van echtscheiding - Begrip ,betrokkene' - Regeling van een lidstaat volgens welke kinderbijslag wordt toegekend aan de ouder bij wie het kind daadwerkelijk woont - Woonplaats van die ouder in een andere lidstaat - Situatie waarin deze ouder geen kinderbijslag aanvraagt - Eventueel recht van de andere ouder om kinderbijslag aan te vragen.#Zaak C-378/14.
UitspraakECLI:EU:C:2015:720
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbanken
TitelRechtbank Zeeland-West-Brabant 07-01-2016
CiteertitelRSV 2016/52
SamenvattingHuishoudelijke hulp — Wmo 2015 — zelfredzaamheid
Samenvatting (Bron)Het is verenigbaar met de Wmo 2015 dat het college een beperking bij het zelf verrichten van huishoudelijke werkzaamheden niet beschouwt als een beperking bij het in staat zijn tot het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen of het voeren van een gestructureerd huishouden. Het is dus ook met de Wmo 2015 verenigbaar dat een beperking bij het zelf kunnen verrichten van huishoudelijke werkzaamheden geen beperking oplevert in de zelfredzaamheid als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wmo 2015. De rechtbank vindt het daarom ook verenigbaar met de Wmo 2015 dat in die situatie geen maatschappelijke ondersteuning van gemeentewege wordt geboden voor hulp bij schoonmaakwerkzaamheden. Het college is naar het oordeel van de rechtbank met het uitsluiten van hulp bij het huishouden voor het uitvoeren van schoonmaakwerkzaamheden binnen de wettelijke kaders van de Wmo 2015 gebleven. Bij de totstandkoming van dit oordeel heeft de rechtbank gelet op de omschrijving van het begrip zelfredzaamheid in de Wmo 2015 en op de bedoeling van de wetgever zoals die blijkt uit de geschiedenis van totstandkoming van die wet. De rechtbank is ook van oordeel dat het college door het bieden van de mogelijkheid van bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet voor de kosten van huishoudelijke hulp voor schoonmaakwerkzaamheden niet is getreden buiten de beleidsruimte van de Wmo 2015. Evenmin kan gezegd worden dat daardoor een oneigenlijke inkomens- en vermogenstoets binnen de Wmo 2015 is gebracht. Uit het voorgaande vloeit voort dat het onderzoek van het college beperkt mocht blijven tot de vraag of de betrokkene beperkt is bij het voeren van een gestructureerd huishouden. Ook kon het college een onderzoek naar de financiële mogelijkheden van een betrokkene om huishoudelijke hulp voor schoonmaakwerkzaamheden te betalen in het kader van de Wmo 2015 achterwege laten. Er is geen sprake van schending van artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
AnnotatorD. Last , E. Boersma
UitspraakECLI:NL:RBZWB:2016:9
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 06-01-2016
CiteertitelRSV 2016/53
SamenvattingEigen bijdrage AWBZ — vermogensbijtelling – gelijkheidsbeginsel — belangenafweging — ongestoord genot van eigendom — verhuurd huis — individuele en buitensporige last
Samenvatting (Bron)Eigen bijdrage AWBZ, verschuldigd voor de kosten van zorg en verblijf. Vermogensinkomensbijtelling van 8% van het vermogen. Verhuurd huis. Geen sprake van strijd met gelijkheidsbeginsel. De vaststelling van de eigen bijdrage op grond van de AWBZ en het Bbz is proportioneel en niet gezegd kan worden dat deze in appellants geval tot een “individual and excessive burden” leidt. Van schending van artikel 1 van het EP is derhalve geen sprake.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2016:19
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 13-01-2016
CiteertitelRSV 2016/54
SamenvattingEigen bijdrage AWBZ — vermogensbijtelling — ongelijke behandeling — belangenafweging — ongestoord genot van eigendom — vermogen uit nalatenschap — individuele en buitensporige last — willekeur
Samenvatting (Bron)Eigen bijdrage AWBZ. Vermogensbijtelling. Het heffen van een eigen bijdrage voor zorg op grond van de AWBZ, waarvan de hoogte mede afhankelijk is van 8% van het vermogen van de verzekerde die deze zorg ontvangt, berust op een evenwichtige afweging van de daarmee gediende gemeenschapsbelangen - het betaalbaar houden van de AWBZ door van die verzekerden een eigen bijdrage te verlangen die in overeenstemming is met hun financiële situatie - en het ingeroepen fundamentele recht. De vaststelling van de eigen bijdrage op grond van de AWBZ en het Bbz is proportioneel en niet gezegd kan worden dat deze in dit geval tot een “individual and excessive burden” leidt. Van schending van artikel 1 van het EP is derhalve geen sprake.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2016:83
Artikel aanvragenVia Praktizijn