Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht
Datum 23-06-2016
Aflevering 6
RubriekRedactioneel
TitelWeg met het pro forma beroepschrift
CiteertitelNTB 2016/20
SamenvattingVolgens artikel 6:5, eerste lid, onder d, van de Awb moet een beroepschrift de gronden van het beroep bevatten. Volgens artikel 6:6 Awb kan het ontbreken van gronden leiden tot niet-ontvankelijkheid van het beroep. Maar dan moet de indiener wel eerst kans krijgen om het beroep binnen een door het bestuursorgaan te stellen termijn alsnog aan te vullen met gronden, onder de waarschuwing dat hij niet-ontvankelijkheid riskeert als hij dat niet doet. Deze bepalingen zijn de wettelijke basis voor de bekende praktijk van het “pro forma” beroepschrift: een belanghebbende dient, meestal tegen het einde van de beroepstermijn, eerst een ongemotiveerd beroepschrift in. Vervolgens krijgt hij van de rechter nog een paar weken om alsnog gronden aan te voeren. In veruit de meeste gevallen worden er dan – alweer, meestal tegen het einde van deze tweede termijn – alsnog gronden ingediend.
Auteur(s)N. Verheij
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikel
TitelEen correctie op het relativiteitsvereiste van 8:69a Awb?
CiteertitelNTB 2016/21
SamenvattingDe Zwolse gemeenteraad stelt begin 2014 een bestemmingsplan vast waarbij een bouwmarkt met tuincentrum wordt mogelijk gemaakt, praktisch gesproken ten behoeve van Hornbach, een bekende concurrent van Praxis. Praxis, met een filiaal in dezelfde gemeente op een afstand van een kilometer of vijf, is een van degenen die daartegen in beroep komen. De raad meent dat enkele beroepsgronden geen doel kunnen treffen als gevolg van het relativiteitsvereiste van art. 8:69a Awb. Praxis brengt daar tegenin dat dit vereiste haar niet kan worden tegengeworpen ‘omdat zij aan het rechtszekerheids-, het zorgvuldigheid- en het gelijkheidsbeginsel de concrete verwachting mocht ontlenen dat het bevoegd gezag in overeenstemming handelt met het recht’. (Praxis/Hornbach en de conclusie van de A-G)
Auteur(s)W. Konijnenbelt
UitspraakECLI:NL:RVS:2015:3680
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikel
TitelKan het bestuursrecht iets leren van het civielrechtelijk relativiteitsvereiste?
CiteertitelNTB 2016/22
SamenvattingSinds 1 januari 2013 geldt het relativiteitsvereiste voor het gehele bestuursrecht (art. 8:69a Awb). In het privaatrecht bestaat dit vereiste al veel langer: na introductie in de literatuur door Van Gelein Vitringa in 1919 is het in 1928 door de Hoge Raad (waarvan Van Gelein Vitringa inmiddels deel was gaan uitmaken) erkend en in 1992 is het gecodificeerd in art. 6:163 BW.
Auteur(s)A.J. Verheij
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikel
TitelDe correctie Widdershoven gewogen
CiteertitelNTB 2016/23
SamenvattingNadat Staatsraad advocaat-generaal Widdershoven daarover desgevraagd op 2 december 2015 een conclusie uitbracht, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak op 16 maart 2016 de mogelijkheid van een correctie op het relativiteitsvereiste van art. 8:69a Awb aanvaard. De Afdeling overwoog dat de rechter de toepassing van artikel 8:69a van de Awb in die zin dient te corrigeren dat de schending van een norm die niet de bescherming beoogt van de belangen van een belanghebbende, en die op zichzelf genomen dus niet tot vernietiging zou kunnen leiden, kan bijdragen tot het oordeel dat het vertrouwensbeginsel of gelijkheidsbeginsel is geschonden. Die correctie vertoont gelijkenis met de bekende correctie-Langemeijer uit het aansprakelijkheidsrecht (art. 6:163 BW). In deze bijdrage schetsen auteurs de achtergrond van de correctie in een paragraaf over het bestuursprocesrechtelijke relativiteitsvereiste en het beschermingsbereik van materiële algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Ook de concrete aanleiding voor het verzoek om een conclusie komt in die paragraaf aan de orde. Vervolgens richten auteurs zich kort op de verhouding tussen de vraag, de conclusie en de aanvaarding van de correctie door de Afdeling en onderwerpen auteurs de correctie aan een kritische blik. Tot slot maken auteurs enkele afrondende opmerkingen.
Auteur(s)K.J. de Graaf , G.A. van der Veen
LinkVolledige tekst artikel (AKD)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikel
TitelRechtsstatelijke inbedding van hybride bestuursrecht
CiteertitelNTB 2016/24
SamenvattingDe VAR-jaarvergadering op 20 mei j.l. stond in het teken van ‘hybride’ bestuursrecht. De drie preadviezen belichten diverse zogenaamde ‘hybride’ vormen van recht: beslissingen die niet afkomstig zijn van overheidsorganen, uitspraken, rapporten en ‘views’ van internationale hoven en comités, internationale afspraken die private organisaties al dan niet samen met staten maken, internationale, Europese of nationale normen en certificaten en andere vormen van normen, besluiten of oordelen die een ‘minder harde’ juridische of formele status hebben. Dit hybride recht lijkt steeds meer aan betekenis te winnen en kan op allerlei manieren doorwerken in de verhouding tussen overheid en burgers. Daarbij komen vragen op naar de precieze juridische betekenis, de legitimiteit en effectiviteit van deze vormen van recht. Ook voor het Nederlandse bestuursrecht, zowel de praktijk als de wetenschap, betreft dit daarmee een belangrijk vraagstuk. Het VAR-bestuur heeft dan ook een goede keuze gemaakt bij het bepalen van het thema van de preadviezen voor 2016.
Auteur(s)M.L. van Emmerik
LinkVolledige tekst artikel (leidenuniv.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekKroniek
TitelHandhaving
CiteertitelNTB 2016/25
SamenvattingPer 1 januari 2016 is de naam van het College bescherming persoonsgegevens (CBP) veranderd in Autoriteit Persoonsgegevens (AP). De Autoriteit Persoonsgegevens kan per dezelfde datum bestuurlijke boetes opleggen van maximaal € 820.000,-. Organisaties zijn verplicht ernstige datalekken direct te melden aan de toezichthouder. De Autoriteit Persoonsgegevens heeft op 7 januari jl. haar boetebeleidsregels gepubliceerd en ook beleidsregels over de meldplicht datalekken.
Auteur(s)J.P. Heinrich , M.L. Batting , R.W. Veldhuis
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekKroniek
TitelKroniek Bestuurshandelingen
CiteertitelNTB 2016/26
SamenvattingIn de afgelopen verslagperiode heeft het besluit weer de nodige jurisprudentie op deelonderwerpen opgeleverd, maar ook een aantal interessante meer algemene publicaties.
Auteur(s)R.M. van Male , T.G. Oztürk , G.A. van der Veen
LinkVolledige tekst artikel (AKD)
Artikel aanvragenVia Praktizijn