AB Rechtspraak Bestuursrecht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift AB Rechtspraak Bestuursrecht
Datum 06-07-2016
Aflevering 26
RubriekHoge Raad
TitelHoge Raad 12-04-2016
CiteertitelAB 2016/217
SamenvattingNe bis in idem bij bestrijding voetbalvandalisme.
Samenvatting (Bron)Strafrechtelijke vervolging na stadionverbod en geldboete door de KNVB. Schending ne bis in idem-beginsel? De HR gaat in op de voorwaarden voor en de gevolgen van het opleggen van een stadionverbod door de KNVB en het verbeuren van een geldboete aan de KNVB en komt tot het oordeel dat de toepassing van deze maatregelen door de KNVB niet kan worden aangemerkt als een criminal charge a.b.i. art. 6 EVRM (vgl. de criteria genoemd in EHRM 8 juni 1976, nr. 5370/72, Engel tegen Nederland, NJ 1978/223). s Hofs oordeel dat erop neerkomt dat het OM het recht tot strafvervolging van verdachte niet verliest door de enkele omstandigheid dat i.v.m. hetzelfde feit een stadionverbod is opgelegd en een geldboete is verbeurd, is dus juist.
AnnotatorJ.G. Brouwer , A.J. Wierenga
UitspraakECLI:NL:HR:2016:613
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekHoge Raad
TitelHoge Raad 12-04-2016
CiteertitelAB 2016/218
SamenvattingNe bis in idem bij bestrijding voetbalvandalisme.
Samenvatting (Bron)Strafrechtelijke vervolging na verlengd stadionverbod en geldboetes door de KNVB. Schending ne bis in idem-beginsel? De HR gaat in op de voorwaarden voor en de gevolgen van het opleggen van een stadionverbod door de KNVB en het verbeuren van een geldboete aan de KNVB en komt tot het oordeel dat de toepassing van deze maatregelen door de KNVB niet kan worden aangemerkt als een criminal charge a.b.i. art. 6 EVRM (vgl. de criteria genoemd in EHRM 8 juni 1976, nr. 5370/72, Engel tegen Nederland, NJ 1978/223). s Hofs oordeel, dat erop neerkomt dat het OM het recht tot strafvervolging van verdachte niet verliest door de enkele omstandigheid dat i.v.m. dezelfde feiten een verlenging van het stadionverbod is opgelegd en geldboetes zijn verbeurd, is dus juist.
AnnotatorJ.G. Brouwer , A.J. Wierenga
UitspraakECLI:NL:HR:2016:614
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekHoge Raad
TitelHoge Raad 12-04-2016
CiteertitelAB 2016/219
SamenvattingNe bis in idem bij bestrijding voetbalvandalisme.
Samenvatting (Bron)Strafrechtelijke vervolging na stadionverbod en geldboete door de KNVB. Schending ne bis in idem-beginsel? De HR gaat in op de voorwaarden voor en de gevolgen van het opleggen van een stadionverbod door de KNVB en het verbeuren van een geldboete aan de KNVB en komt tot het oordeel dat de toepassing van deze maatregelen door de KNVB niet kan worden aangemerkt als een criminal charge a.b.i. art. 6 EVRM (vgl. de criteria genoemd in EHRM 8 juni 1976, nr. 5370/72, Engel tegen Nederland, NJ 1978/223). s Hofs oordeel, dat erop neerkomt dat het OM het recht tot strafvervolging van verdachte niet verliest door de enkele omstandigheid dat i.v.m. hetzelfde feit een stadionverbod is opgelegd en een geldboete is verbeurd, is dus juist.
AnnotatorJ.G. Brouwer , A.J. Wierenga
UitspraakECLI:NL:HR:2016:615
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekHoge Raad
TitelHoge Raad 29-01-2016
CiteertitelAB 2016/220
SamenvattingSchending van de hoorplicht in dit geval ten onrechte met toepassing van art. 6:22 Awb gepasseerd.
Samenvatting (Bron)Artikel 6:22, artikel 7:2 en artikel 8:72, lid 3 Awb; schending hoorplicht.
AnnotatorL.M. Koenraad
UitspraakECLI:NL:HR:2016:114
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 13-04-2016
CiteertitelAB 2016/221
SamenvattingGebondenheid aan een eindoordeel in een tussenuitspraak. Geen ruimte voor de burgerlijke lus?
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 17 februari 2015 heeft de raad het bestemmingsplan "Herontwikkeling Warder 52" vastgesteld.
AnnotatorR. Ortlep
UitspraakECLI:NL:RVS:2016:997
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 06-04-2016
CiteertitelAB 2016/222
SamenvattingOmgevingsvergunning. Weigering door bevoegd gezag alleen mogelijk als vereiste verklaring van geen bedenkingen niet is verleend. Geen eigen afweging door bevoegd gezag.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 22 november 2013 heeft het college geweigerd aan [appellant] omgevingsvergunning te verlenen voor het legaliseren van de huidige chalet/bedrijfswoning (hierna: het chalet) op het perceel [locatie] te Putten (hierna: het perceel).
AnnotatorA.G.A. Nijmeijer
UitspraakECLI:NL:RVS:2016:921
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 23-03-2016
CiteertitelAB 2016/223
SamenvattingOpenbaarheid naam.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 11 juni 2014 heeft het college [appellant] te kennen gegeven niet aan zijn verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) te kunnen voldoen.
AnnotatorP.J. Stolk
UitspraakECLI:NL:RVS:2016:788
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 29-01-2016
CiteertitelAB 2016/224
SamenvattingVoorlopige voorziening ter voorkoming van verjaring.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 23 april 2013 heeft het college naar aanleiding van een verzoek om handhavend optreden van [verzoeker] van 24 oktober 2012 aan [partij] een last onder dwangsom opgelegd ten aanzien van voor de voorgevelrooilijn geplaatste bouwwerken, het kappen van bomen en het plaatsen van een muur voor de voorgevelrooilijn op zijn perceel [locatie] te Serooskerke (hierna: het perceel).
AnnotatorT.N. Sanders
LinkVolledige tekst annotatie (AKD.nl)
UitspraakECLI:NL:RVS:2016:278
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 20-01-2016
CiteertitelAB 2016/225
SamenvattingBedrag en betalingstermijn zijn cumulatieve constitutieve vereisten voor een betalingsbeschikking.
Samenvatting (Bron)Tussenuitspraak. Bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard wegens niet verschoonbare termijnoverschrijding. Uit een oogpunt van rechtsbescherming is niet aanvaardbaar dat appellante nadeel ondervindt van potentiële, door de wijze van besluitvorming van het Uwv ontstane onduidelijkheid of verwarring over haar rechtspositie. Dat appellante niet binnen de in de besluiten van 5 november 2013 genoemde termijnen van zes weken bezwaarschriften heeft ingediend tegen de in die besluiten vervatte herziening, terugvordering en boete kan haar daarom niet worden tegengeworpen. Het bezwaarschrift van 28 december 2013 had opgevat moeten worden als mede gericht tegen de besluiten van 5 november 2013 en had in zoverre ontvankelijk geacht moeten worden wegens verschoonbare termijnoverschrijding. Het Uwv en de rechtbank hebben dit niet onderkend. De Raad draagt het Uwv op om te beslissen op de bezwaren van appellante.
AnnotatorT.N. Sanders
LinkVolledige tekst annotatie (AKD.nl)
UitspraakECLI:NL:CRVB:2016:390
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 01-06-2016
CiteertitelAB 2016/226
SamenvattingVerschillende bewijsmaatstaven bij herziening en beboeting inzake niet wonen op gba-adres. Bewijsvermoeden en onschuldpresumptie. Boetehoogte.
Samenvatting (Bron)De Centrale Raad van Beroep oordeelt in enkele uitspraken van 1 juni 2016 over bestuurlijke boetes die door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap worden opgelegd aan studenten die studiefinanciering ontvangen als uitwonende studerende, terwijl ze, gelet op hun woonsituatie, niet voldoen aan alle voorwaarden voor toekenning van een uitwonendenbeurs.
AnnotatorR. Stijnen
UitspraakECLI:NL:CRVB:2016:1878
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCBb
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 19-04-2016
CiteertitelAB 2016/227
SamenvattingBeroep van tandarts tegen tariefbeschikking NZa. Diverse bezwaren. Beroep ongegrond. Door NZa gemaakte keuzes gerechtvaardigd.
Samenvatting (Bron)Beroep van een tandarts tegen een tariefbeschikking. Beroep is gericht tegen een aantal daarin gemaakte keuzes voor combinaties van behandelingen die gedeclareerd kunnen worden, tegen het ontbreken van de mogelijkheid om bovenop het maximumtarief een opslag voor kredietbeperking toe te passen, tegen de opgelopen kosten van machtigingsaanvragen en tegen de mogelijkheid om uitsluitend voor verzekerde patiënten max-max-tarieven overeen te komen. Beroep ongegrond.
AnnotatorA.C. Hendriks
UitspraakECLI:NL:CBB:2016:100
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCBb
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 23-03-2016
CiteertitelAB 2016/228
SamenvattingOp grond van art. 5:34 lid 2 Awb bestaat geen bevoegdheid om over te gaan tot intrekking van een last onder dwangsom met terugwerkende kracht.
Samenvatting (Bron)Intrekking dwangsombesluit. Bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard vanwege ontbreken procesbelang. Gelet op de tekst van artikel 5:34, tweede lid, van de Awb kan een intrekking op grond van deze bepaling niet verder terugwerken dan het tijdstip van één jaar na het van kracht worden van de last onder dwangsom.
AnnotatorC.M.M. van Mil
UitspraakECLI:NL:CBB:2016:69
Artikel aanvragenVia Praktizijn