AB Rechtspraak Bestuursrecht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift AB Rechtspraak Bestuursrecht
Datum 14-04-2017
Aflevering 16
RubriekHoge Raad
TitelHoge Raad 03-06-2016
CiteertitelAB 2017/132
SamenvattingVerhouding geldigheid en rechtmatigheid van een besluit in het vennootschapsrecht. Geen ‘formele rechtskracht’.
Samenvatting (Bron)Rechtspersonenrecht. Onrechtmatige daad. Opzegging lidmaatschap in strijd met art. 2:8 BW tevens onrechtmatig? Invloed achterwege laten van vernietiging (art. 2:15 BW). Verrassingsbeslissing. Termijn van opzegging.
AnnotatorC.N.J. Kortmann
LinkVolledige tekst annotatie (Stibbe)
UitspraakECLI:NL:HR:2016:1061
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 08-03-2017
CiteertitelAB 2017/133
SamenvattingBestemmingsplan. Parkeernormen in beleidsregel. Belangenafweging.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 8 juni 2016 heeft de raad het bestemmingsplan "Facetherziening parkeren" vastgesteld.
AnnotatorA.G.A. Nijmeijer
UitspraakECLI:NL:RVS:2017:607
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 13-10-2016
CiteertitelAB 2017/134
SamenvattingBetalingsonmacht griffierecht. Eigen verklaring voldoende. Spaarmogelijkheden en bezit auto niet relevant.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 29 september 2014 heeft de staatssecretaris de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken.
AnnotatorP.R. Rodrigues
UitspraakECLI:NL:RVS:2016:2728
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekABRvS
TitelRaad van State 28-09-2016
CiteertitelAB 2017/135
SamenvattingMeerdere richtingen. Statuten rechtspersoon.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 28 mei 2015 heeft de staatssecretaris het verzoek van SIO om een scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs (vbo, mavo, havo en vwo) te Den Haag op islamitische en rooms-katholieke grondslag voor bekostiging in aanmerking te brengen, afgewezen.
AnnotatorP.J.J. Zoontjens
UitspraakECLI:NL:RVS:2016:2541
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 14-03-2017
CiteertitelAB 2017/136
SamenvattingNiet meewerken aan medisch onderzoek door GGD leidt tot verlaging bijstand. Geen recht op onderzoek door Marokkaanse/Arabische arts.
Samenvatting (Bron)Maatregelen. Niet meewerken aan medisch onderzoek GGD. Het onderzoek door een uitsluitend Marokkaanse/Arabische arts is niet noodzakelijk. Zoals ter zitting nader toegelicht was het medisch onderzoek door de GGD gericht op het inzichtelijk maken van de beperkingen van appellant in het kader van de beoordeling van de re-integratie- en arbeidsmogelijkheden. Niet in geschil is dat appellant niet heeft meegewerkt aan het desbetreffende onderzoek. Uit de gedingstukken blijkt dat de GGD de adviesprocedure heeft beëindigd, omdat appellant zich niet coöperatief heeft opgesteld en zich onfatsoenlijk en dreigend heeft gedragen. Door zijn gedrag heeft appellant een medisch onderzoek onmogelijk gemaakt. Daarmee heeft appellant onvoldoende meegewerkt aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 11, eerste lid, aanhef en onder a, ten zesde, van de Afstemmingsverordening.
AnnotatorA.C. Hendriks
LinkVolledige tekst artikel (leidenuniv.nl)
UitspraakECLI:NL:CRVB:2017:1021
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 06-02-2017
CiteertitelAB 2017/137
SamenvattingKorte beslistermijn ondanks advisering door een externe bezwaarschriftcommissie.
Samenvatting (Bron)Afwijzing verzoeken om voorlopige voorziening van de stadsregio en betrokkene. Kortsluiting. Het beroep tegen het met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit ter uitvoering van de aangevallen uitspraak is gegrond. De stadsregio was en is gehouden een besluit ter uitvoering van de aangevallen uitspraak te nemen. Hierbij gelden de beslistermijnen zoals opgenomen in artikel 7:10 van de Awb. Nu de stadsregio aan betrokkene geen melding heeft gedaan dat zal worden beslist na advies van een commissie, moet worden uitgegaan van een beslistermijn van zes weken. De stadsregio heeft verzuimd om binnen deze termijn een nieuw besluit te nemen. Het hoger beroep tegen het met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit is dus gegrond. De Raad zal dit besluit vernietigen en met toepassing van artikel 8:55c van de Awb de hoogte van de door de stadsregio ingevolge artikel 4:17, eerste en tweede lid, van de Awb verbeurde dwangsom vaststellen. Aangezien de stadsregio meer dan 42 dagen in gebreke is, heeft de stadsregio de maximale dwangsom verbeurd, te weten € 1.260,-.
AnnotatorL.M. Koenraad
UitspraakECLI:NL:CRVB:2017:536
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCRvB
TitelCentrale Raad van Beroep 29-09-2016
CiteertitelAB 2017/138
SamenvattingGrondrecht. Lidmaatschap Outlaw Motorcycle Gang reden voor ontslag? Belangenafweging.
Samenvatting (Bron)De Centrale Raad van Beroep beslist dat de Minister van Veiligheid en Justitie (minister) het ongeschiktheidsontslag van een ambtenaar niet zorgvuldig heeft voorbereid. De minister heeft de ambtenaar ontslagen omdat hij vindt dat het lidmaatschap van een chapter van de motorclub Satudarah onverenigbaar is met de functie als sociotherapeut in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. De Centrale Raad van Beroep onderschrijft dat het lidmaatschap reden geeft tot zorg, maar is van oordeel dat die zorg niet direct mag leiden tot ontslag. Daarvoor is een zorgvuldige afweging vereist aan de hand van de specifieke omstandigheden van het geval. Die afweging ontbreekt.
AnnotatorP.R.M. Berends-Schellens
UitspraakECLI:NL:CRVB:2016:3448
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbanken
TitelRechtbank Oost-Brabant 30-01-2017
CiteertitelAB 2017/139
SamenvattingMet het bestreden besluit heeft de burgemeester op grond van art. 172 lid 2 Gemw en art. 172 lid 3 Gemw verhinderd dat zeven gastsprekers zouden spreken en toegelaten werden tot de moskee, waar een islamitische conferentie werd gehouden.
Samenvatting (Bron)Met het bestreden besluit heeft de burgemeester op grond van artikel 172, tweede lid, van de Gemeentewet en artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet verhinderd dat zeven gastsprekers zouden spreken en toegelaten werden tot de moskee, waar een Islamitische conferentie werd gehouden. Onder verwijzing naar de relevante wetsgeschiedenis oordeelt de rechtbank dat de conferentie moet worden aangemerkt als een uitoefening van het recht op vergadering en betoging, als beschermd door artikel 9 van de Grondwet, en dat de burgemeester met zijn besluit een ontoelaatbare inbreuk heeft gemaakt op dat recht. De genoemde artikelen uit de Gemeentewet bieden geen grondslag voor preventief optreden door de burgemeester in geval van openbare manifestaties (zoals de Islamitische conferentie) op andere dan openbare plaatsen (zoals de moskee).
AnnotatorJ.G. Brouwer , A.E. Schilder
UitspraakECLI:NL:RBOBR:2017:415
Artikel aanvragenVia Praktizijn