Jurisprudentie in Nederland

Uitgever Sdu
Tijdschrift Jurisprudentie in Nederland
Datum 31-05-2017
Aflevering 4
RubriekArbeidsrecht
TitelHoge Raad 06-01-2017
CiteertitelJIN 2017/68
SamenvattingCao, Uitleg, Handhaving, Taxivervoer, Vaststellingsovereenkomst
Samenvatting (Bron)CAO-recht. CAO Taxivervoer. Uitleg ‘pauzeregeling’. Vaststellingsovereenkomst en dwingend recht (art. 7:902 BW). Betekenis vaststellingsovereenkomst tussen werkgever en oud-werknemers voor vordering van cao-partners tot naleving van cao en betaling van boete (art. 15 Wet cao, art. 3 lid 4 Wet AVV).
AnnotatorA.W.A. Kap-Knippels
UitspraakECLI:NL:HR:2017:19
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekPersonen- en familierecht
TitelHoge Raad 10-03-2017
CiteertitelJIN 2017/71
SamenvattingKinderalimentatie, Rechtsverwerking door tijdsverloop, Dertien jaar stilzitten
Samenvatting (Bron)Art. 81 lid 1 RO. Personen- en familierecht. Kinderalimentatie. Rechtsverwerking door gedurende lange tijd geen aanspraak te maken op betaling?
AnnotatorC. de Bie-Koopman
UitspraakECLI:NL:HR:2017:406
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekPersonen- en familierecht
TitelGerechtshof Den Haag 27-12-2016
CiteertitelJIN 2017/72
SamenvattingBetaling door (schoon)moeder in familieverband, Geldlening of schenking, Bewijslastverdeling
Samenvatting (Bron)Familierecht. Betalingen door (schoon-)moeder in familieverband. Lening of schenking? Bewijslevering.
AnnotatorV.T.M. Smeets
UitspraakECLI:NL:GHDHA:2016:4293
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekOndernemingsrecht
TitelHoge Raad 24-03-2017
CiteertitelJIN 2017/75
SamenvattingBestuurdersaansprakelijkheid, Onrechtmatige daad, Persoonlijk ernstig verwijt
Samenvatting (Bron)Ondernemingsrecht. Bestuurdersaansprakelijkheid; art. 6:162 BW. Vervolg van HR 8 juli 2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ1684, NJ 2012/684. Koopovereenkomst kantoorruimte Euroborg op onjuiste gronden ontbonden door koper (projectvennootschap). Is bestuurder van de (lege) projectvennootschap aansprakelijk voor de schade? Persoonlijk ernstig verwijt. Begroting van schade; art. 7:36 BW.
AnnotatorF. Oostlander
UitspraakECLI:NL:HR:2017:484
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekOndernemingsrecht
TitelGerechtshof Den Haag 21-02-2017
CiteertitelJIN 2017/77
SamenvattingDividend, Uitkeringsbesluit algemene vergadering
Samenvatting (Bron)Door bestuurder/aandeelhouder betaling aan beide aandeelhouders gedaan als "interim dividend", 2:216 BW. Geen uitkeringsbesluit genomen door de algemene vergadering, ook niet besloten buiten vergadering. Onverschuldigde betaling. 2:8 lid 2 BW.
AnnotatorM.C. Schepel
LinkVolledige tekst annotatie (sbsadvocaten.nl)
UitspraakECLI:NL:GHDHA:2017:304
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCiviel recht
TitelHoge Raad 31-03-2017
CiteertitelJIN 2017/78
SamenvattingFaillissementsrecht, Verplichting tot verwijdering van opgeslagen afval dat toebehoort aan de boedel, Boedelschuld, Verplichting tot verwijdering geldt in beginsel ook jegens de exploitant (niet zijnde eigenaar) van het betrokken opslagterrein
Samenvatting (Bron)Faillissementsrecht. Opslag van afval op terrein dat bij wederpartij krachtens overeenkomst met de eigenaar in gebruik is. Faillissement van de partij die dat afval aldaar heeft opgeslagen, beëindiging overeenkomst tussen gefailleerde en wederpartij. Is de verplichting tot verwijdering van het afval boedelschuld? HR 19 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY6108, NJ 2013/291 (Koot/Tideman). Belang van de omstandigheid dat de wederpartij geen eigenaar van het terrein is.
AnnotatorG.J. de Bock , R.A.G. de Vaan
LinkVolledige tekst annotatie (tk.nl)
UitspraakECLI:NL:HR:2017:563
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCiviel recht
TitelHoge Raad 31-03-2017
CiteertitelJIN 2017/80
SamenvattingOnrechtmatige daad, Grondrechten, Art. 7:611 BW, Botsing vrijheid van meningsuiting en recht op privacy
Samenvatting (Bron)Onrechtmatige daad. Grondrechten. Publicatie boek over bankafdeling met vermelding volledige naam medewerkers. Mogelijkheid werkgever om op te komen voor belangen werknemers; art. 7:611 BW. Botsing vrijheid van meningsuiting en recht op privacy. Verwijzing naar HR 18 januari 2008, ECLI:NL:HR:2008:BB3210, NJ 2008/274, HR 5 oktober 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW9230, NJ 2012/571, EHRM 7 februari 2012, nr. 40660/08, NJ 2013/250 (Von Hannover/Duitsland II) en EHRM 7 februari 2012, nr. 39954/08, NJ 2013/251 (Axel Springer AG/Duitsland). Zogeheten ‘Fly on the wall’ principe niet zonder meer rechtvaardiging voor vermelding volledige namen.
AnnotatorE.J. Peerboom-Gerrits
UitspraakECLI:NL:HR:2017:569
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekStrafrecht
TitelHoge Raad 14-03-2017
CiteertitelJIN 2017/82
SamenvattingHulp bij zelfdoding door niet-arts
Samenvatting (Bron)Hulp bij zelfdoding van zijn (stief)moeder door niet-arts, art. 294.2 Sr. 1. Overmacht in de zin van noodtoestand? 2. Verweer dat art. 294.2 Sr buiten toepassing moet blijven omdat toepassing daarvan in strijd is met art. 8 EVRM. Kan verdachte zich als naaste van (stief)moeder beroepen op eerbiediging van zijn privéleven? Ad 1. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2017:418 m.b.t. strafbaarheid van hulp bij zelfdoding en uitzonderlijke omstandigheden waaronder in art. 293 en 294 Sr strafbaar gestelde handelingen gepleegd door niet-arts gerechtvaardigd kunnen worden geacht. Bij beoordeling van beroep op overmacht in de zin van noodtoestand heeft Hof tot uitgangspunt genomen dat wetgever m.b.t. verlenen van hulp bij zelfdoding en toepassen van euthanasie heeft voorzien in bijzondere en specifieke rechtvaardigingsgrond die zich beperkt tot handelen van artsen en heeft het vervolgens onderzocht of zich niettemin "uitzonderlijke omstandigheden" hebben voorgedaan op grond waarvan tlgd. handelingen van verdachte - die hoedanigheid van arts miste - gerechtvaardigd kunnen worden geacht. Daarvan uitgaande heeft Hof verweer verworpen. Door aldus te oordelen heeft Hof voornoemd toetsingskader niet miskend. Dat oordeel is ook niet onbegrijpelijk, in aanmerking genomen dat Hof aan zijn vaststellingen kennelijk en niet onbegrijpelijk gevolgtrekking heeft verbonden dat niet aannemelijk is geworden dat geen redelijk alternatief bestond voor door verdachte gemaakte keuze om zijn (stief)moeder bij haar zelfdoding behulpzaam te zijn, noch voor wijze waarop en omstandigheden waaronder uitvoering van die keuze is geschied. HR merkt op dat opvatting dat ingeval door verdachte die geen arts is beroep is gedaan op overmacht in de zin van noodtoestand, rechter bij beoordeling van dat verweer nooit omstandigheden mag betrekken die ook tot uitdrukking komen in zorgvuldigheidseisen a.b.i. in art. 293.2 Sr, geen steun vindt in het recht. Die voor arts geldende zorgvuldigheidseisen zijn als zodanig niet van toepassing in geval als het onderhavige waarin verdachte - cruciale - hoedanigheid van arts mist (vgl. ECLI:NL:HR:2017:418, rov. 4.3). Het is evenwel niet uitgesloten dat omstandigheid die i.h.k.v. die zorgvuldigheidseisen relevant is, ook van belang kan zijn voor beoordeling van - in geval als het onderhavige slechts bij hoge uitzondering te aanvaarden - beroep op overmacht in de zin van noodtoestand, bijvoorbeeld bij beoordeling van eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Ad 2. Hof heeft geoordeeld dat uit rechtspraak van EHRM niet kan worden afgeleid dat toepassing van art. 294.2 Sr in geval als het onderhavige - waarin verdachte, die t.t.v. handelen hoedanigheid van arts miste, naast familielid bij zelfdoding behulpzaam is geweest en deze middelen daartoe heeft verschaft - in strijd is met bij art. 8 EVRM gewaarborgd recht op eerbiediging van persoonlijke levenssfeer. Dat oordeel is juist, mede gelet op in CAG samengevatte jurisprudentie van EHRM, waaruit o.m. naar voren komt dat lidstaten op dit terrein ruime "margin of appreciation" toekomt. Volgt verwerping. Vervolg op ECLI:NL:HR:2017:418.
AnnotatorM.L.C.C. de Bruijn-Lückers
UitspraakECLI:NL:HR:2017:418
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBestuursrecht
TitelHoge Raad 20-01-2017
CiteertitelJIN 2017/85
SamenvattingAlcoholslotprogramma, Vordering tot teruggave rijbewijs, Bevoegdheidsverdeling bestuursrechter en burgerlijke rechter, Niet-ontvankelijkheid van de vordering, Formele rechtskracht
Samenvatting (Bron)Kort geding terzake van oplegging alcoholslotprogramma (ASP). Bevoegdheidsverdeling bestuursrechter en burgerlijke rechter. Wegenverkeerswet 1994. Vordering tot teruggave rijbewijs zonder oplegging van ASP. Niet-ontvankelijkheid nu op grond van Awb bezwaar en beroep openstaat tegen te nemen beslissing van Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen. Verwijzing naar HR 28 februari 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0527, NJ 1992/687 (Changoe/Staat), en HR 3 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1049 (Universiteiten/SCAU).
AnnotatorL.J.M. Timmermans
UitspraakECLI:NL:HR:2017:58
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBestuursrecht
TitelRaad van State 28-12-2016
CiteertitelJIN 2017/86
SamenvattingOnbevoegd genomen besluit, Beleidsregel, Vaste gedragslijn, Inherente afwijkingsbevoegdheid, Weigering verklaring van geen bezwaar, Afwijken van beleidsregel, Bijzondere omstandigheden, Motivering
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 19 juni 2013 heeft de minister de aan [appellant] verleende verklaring van geen bezwaar op veiligheidsniveau A ingetrokken en een nieuwe verklaring op niveau A geweigerd.
AnnotatorL.J.M. Timmermans
UitspraakECLI:NL:RVS:2016:3457
Artikel aanvragenVia Praktizijn