Jurisprudentie Burgerlijk Procesrecht

Uitgever Sdu
Tijdschrift Jurisprudentie Burgerlijk Procesrecht
Datum 10-04-2017
Aflevering 2
RubriekArtikelen
TitelGirale betaling van een geldsom in weerwil van faillissement of derdenbeslag
CiteertitelJBPr 2017/910
SamenvattingIn het in de aanhef van dit opstel genoemde arrest van de Hoge Raad – (n.a.v. HR 20 maart 2015, NJ 2015/264 (JPR Advocaten/Gunning q.q.), hierna ook: ‘HR 2015’ - wordt door ons hoogste rechtscollege voortgebouwd op zijn arrest inzake Vis q.q./NMB uit 1989. In beide arresten draait het om de vraag óf, en zo ja wanneer, een vóór het faillissement door de schuldenaar gegeven (girale) betalingsopdracht die pas tijdens het faillissement volledig wordt voltooid, als een rechtsgeldige betaling aan de schuldeiser kan worden aangemerkt.
Auteur(s)L.P. Broekveldt
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelHoge Raad 20-03-2015
CiteertitelJBPr 2017/15
SamenvattingUitspraak behorende bij het hiervoor geplaatste artikel van mr. dr. L.P. Broekveldt
Samenvatting (Bron)Faillissementsrecht. Terugvordering door curator van girale betaling door schuldenaar (betaalopdracht op dag vóór faillietverklaring, uitvoering door bank op dag van faillietverklaring). Betekenis HR 31 maart 1989, ECLI:NL:HR:1989:AD0705, NJ 1990/1 (Vis q.q./NMB). Beginsel van art. 23 Fw. Inhoud en ratio art. 7:534 BW en art. 66 lid 1 Richtlijn betalingsdiensten; geen invloed op (on)geldigheid betaling. Betekenis intermediair Equens ten opzichte van bank van de schuldenaar; art. 212a sub q en art. 212d Fw. HR komt ten dele terug van Vis q.q./NMB. Tijdstip van betaling, art. 6:114 lid 2 BW. Curator kan betaalde bedragen terugvorderen waarmee rekening schuldeiser is gecrediteerd na aanvang van dag van faillietverklaring. Rechterlijk overgangsrecht (prospective overruling).
UitspraakECLI:NL:HR:2015:689
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHvJ EU 14-07-2016, C-196/15
CiteertitelJBPr 2017/16
SamenvattingIPR, Bevoegdheid, Verbintenis uit overeenkomst
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 14 juli 2016.#Granarolo SpA tegen Ambrosi Emmi France SA.#Verzoek van de Cour administrative d'appel de Paris om een prejudiciele beslissing.#Prejudiciele verwijzing - Justitiele samenwerking in burgerlijke en handelszaken - Verordening (EG) nr. 44/2001 - Artikel 5, punten 1 en 3 - Bevoegde rechter - Begrippen ,verbintenissen uit overeenkomst' en ,verbintenissen uit onrechtmatige daad' - Plotseling verbreken van een jarenlange handelsbetrekking - Schadevordering - Begrippen ,koop en verkoop van roerende lichamelijke zaken' en ,verstrekking van diensten'.#Zaak C-196/15.
AnnotatorO.J.W. Schotel
UitspraakECLI:EU:C:2016:559
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHvJ EU 28-07-2016, C-102/15
CiteertitelJBPr 2017/17
SamenvattingInternationale bevoegdheid (rechtsmacht), Vordering tot terugbetaling, Onverschuldigde betaling, Ongerechtvaardigde verrijking, Onrechtmatige daad, Samenloop, Tegenvordering, Burgerlijke en handelszaken, Administratiefrechtelijke zaken, EEX-Vo (herschikking)
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 28 juli 2016.#Gazdasagi Versenyhivatal tegen Siemens Aktiengesellschaft Osterreich.#Verzoek van de Fovarosi Itelotabla om een prejudiciele beslissing.#Zaak C-102/15.
UitspraakECLI:EU:C:2016:607
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHvJ EU 12-10-2016, C-185/1
CiteertitelJBPr 2017/18
SamenvattingInternationale bevoegdheid (rechtsmacht), Vordering tot terugbetaling, Onverschuldigde betaling, Ongerechtvaardigde verrijking, Onrechtmatige daad, Samenloop, Tegenvordering, Burgerlijke en handelszaken, Administratiefrechtelijke zaken, EEX-Vo (herschikking)
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Derde kamer) van 12 oktober 2016.#Marjan Kostanjevec tegen F&S Leasing GmbH.#Verzoek van de Vrhovno sodisce om een prejudiciele beslissing.#Prejudiciele verwijzing - Justitiele samenwerking in burgerlijke zaken - Verordening (EG) nr. 44/2001 - Artikel 6, punt 3 - Begrip ,tegenvordering' - Vordering gebaseerd op ongerechtvaardigde verrijking - Betaling van een bedrag dat verschuldigd is krachtens een vernietigde beslissing - Toepassing ratione temporis.#Zaak C-185/15.
UitspraakECLI:EU:C:2016:763
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad 08-07-2016
CiteertitelJBPr 2017/19
Samenvatting Inschrijving rechtsmiddelenregister, Verkrijging door verjaring
Samenvatting (Bron)Goederenrecht, procesrecht. Art. 3:301 BW en 433 Rv. Geldt de sanctie van niet-ontvankelijkheid (art. 3:301 lid 2 BW) ook voor een niet-ingeschreven appel tegen een beslissing waarbij de rechtbank heeft geoordeeld dat eigendom door verjaring is verkregen en het bestreden vonnis in de plaats gesteld kan worden van de medewerking van de veroordeelde partij aan de inschrijving in de openbare registers van de eigendom ten name van de verkrijger? Analogische toepassing van art. 3:301 BW?
AnnotatorJ.J. Dammingh
UitspraakECLI:NL:HR:2016:1468
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad 25-11-2016
CiteertitelJBPr 2017/20
SamenvattingPrejudiciële vragen (art. 392 Rv), Buitengerechtelijke incassokosten, Vruchteloze aanmaning en aanvang veertiendagentermijn van art. 6: 96 lid 6 BW, Stelplicht en bewijslast ontvangst van de aanmaning(sbrief), Deelbetalingen
Samenvatting (Bron)Prejudiciële vraag (art. 392 Rv). Vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, veertiendagenbrief (art. 6:96 lid 6 BW). Aanvang veertiendagentermijn. Stelplicht en bewijslast. Gevolgen van onjuiste vermelding van de termijn. Rol van de rechter; verstek en tegenspraak. Gevolgen van gedeeltelijke betaling.
AnnotatorB.J. Engberts
UitspraakECLI:NL:HR:2016:2704
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad 02-12-2016
CiteertitelJBPr 2017/21
SamenvattingDeskundigenbericht, Hoor en wederhoor indien de deskundige derden raadpleegt, Effectieve verdediging in de zin van art. 6 EVRM
Samenvatting (Bron)Onteigeningsrecht. Deskundigenbericht; hoor en wederhoor indien deskundigen een derde raadplegen. Verdeling bij helfte van voordeel door aanwezigheid delfstoffen; ook bij winbare delfstoffen? HR 13 augustus 2004, ECLI:NL:HR:2004:AQ6968, NJ 2005/151 (Limburg/Seegers). Vrijheid onteigeningsrechter bij keuze waarderingsmethode. HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:843, NJ 2014/221. Factoren die tot andere verdeling dan bij helfte kunnen leiden. (Samenhang met 15/02087)
AnnotatorJ.G.A. Linssen
UitspraakECLI:NL:HR:2016:2741
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad 20-01-2017
CiteertitelJBPr 2017/22
Samenvattingort geding ter zake van oplegging alcoholslotprogramma (ASP), Bevoegdheidsverdeling bestuursrechter en burgerlijke rechter
Samenvatting (Bron)Kort geding terzake van oplegging alcoholslotprogramma (ASP). Bevoegdheidsverdeling bestuursrechter en burgerlijke rechter. Wegenverkeerswet 1994. Vordering tot teruggave rijbewijs zonder oplegging van ASP. Niet-ontvankelijkheid nu op grond van Awb bezwaar en beroep openstaat tegen te nemen beslissing van Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen. Verwijzing naar HR 28 februari 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0527, NJ 1992/687 (Changoe/Staat), en HR 3 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1049 (Universiteiten/SCAU).
AnnotatorC.N.J. Kortmann
LinkVolledige tekst annotatie (Stibbe)
UitspraakECLI:NL:HR:2017:58
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad 03-02-2017
CiteertitelJBPr 2017/23
SamenvattingStelplicht, Bewijslast, Feitenvaststelling, Rechtsstrijd van partijen, Motiveringsplicht
Samenvatting (Bron)Ontbinding huurkoop- en huurovereenkomst met betrekking tot restaurant. Waardevergoeding in plaats van ongedaanmaking (art. 6:272 BW). Verboden aanvulling van de feiten (art. 24 Rv). Bevrijdend verweer. Passeren van bewijsaanbod. Miskenning van onderbouwd verweer.
AnnotatorF.J.P. Lock
UitspraakECLI:NL:HR:2017:140
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad 10-02-2017
CiteertitelJBPr 2017/24
SamenvattingAanvulling feitelijke grondslag, Tweeconclusieregel, Ambtshalve toepassing, Effectenlease, Duisenberg-regeling
Samenvatting (Bron)Procesrecht. Effectenleaseovereenkomst (Dexia). Gebondenheid aan WCAM-overeenkomst (Duisenbergregeling)? Verboden aanvulling van de feitelijke grondslag van het verweer.
AnnotatorF.J.P. Lock
UitspraakECLI:NL:HR:2017:210
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelGerechtshof 's-Hertogenbosch 06-12-2016
CiteertitelJBPr 2017/25
SamenvattingGezag van gewijsde
Samenvatting (Bron)Artikel 236 Rv, gezag van gewijsde. De kantonrechter heeft eiseres niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering. Daartoe is overwogen: "De dagvaarding is incompleet en de stellingen daarin zijn onvoldoende toegelicht en onderbouwd. Mede ten gevolge hiervan blijven ook later in de procedure de stellingname, onderbouwing en verwijzingen aan de zijde van [eiseres] onvolledig en onvoldoende geordend en toegankelijk. [Gedaagde] wordt daardoor in haar verdediging geschaad." Eiseres stelt tegen dit vonnis geen hoger beroep in, maar begint een nieuwe procedure bij de kantonrechter. Komt aan het eerder gewezen vonnis gezag van gewijsde toe? Volgens de kantonrechter, in een tweede (tussen)vonnis, niet. In het hoger beroep van dit vonnis bekrachtigt het hof dat oordeel. De kantonrechter heeft in zijn eerste vonnis geen beslissing gegeven omtrent de rechtsbetrekking in geschil, maar slechts geconstateerd dat een inhoudelijke beoordeling en beslissing niet mogelijk waren. Het stond eiseres (thans geïntimeerde) daarom vrij een nieuwe procedure te beginnen.
AnnotatorE. Gras
UitspraakECLI:NL:GHSHE:2016:5413
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRechtbank Amsterdam 16-11-2016
CiteertitelJBPr 2017/26
SamenvattingGedwongen tussenkomst, Connexiteit
Samenvatting (Bron)Artikel 118 Rv: eiser wordt verlof verleend derden als partij op te roepen in de procedure
AnnotatorM.O.J. de Folter
UitspraakECLI:NL:RBAMS:2016:7354
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRechtbank Den Haag 11-10-2016
CiteertitelJBPr 2017/27
SamenvattingDerden betrekken in reeds aanhangige procedure, Vermeerdering van eis, Niet-ontvankelijkheid, Voeging en tussenkomst, Aanbestedingscombinatie
Samenvatting (Bron)Een van de combinanten komt op eigen naam op tegen gunningsvoornemen. Uitsluitend de combinatie is daartoe bevoegd dus eisende partij niet-ontvankelijk. Kan niet hangende procedure worden hersteld door akte vermeerdering van eis op naam van beide combinanten te nemen. Evenmin bij dagvaarding duidelijk gemaakt door eisende partij dat zij mede optrad als gevolmachtigde van andere combinant. Ook indien eisende partij wel ontvankelijk is in haar vorderingen, kunnen deze niet worden toegewezen omdat eisende partij in inschrijfstaat een niet toegestane eenmalige korting heeft opgenomen, die aldus zou leiden tot ter zijde leggen van de inschrijving.
AnnotatorP.M. Vos
UitspraakECLI:NL:RBDHA:2016:12166
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRechtbank Gelderland 27-07-2016
CiteertitelJBPr 2017/28
SamenvattingInternationale bevoegdheid (rechtsmacht), Vordering tot terugbetaling, Onverschuldigde betaling, Ongerechtvaardigde verrijking, Onrechtmatige daad, Samenloop, Tegenvordering, Burgerlijke en handelszaken, Administratiefrechtelijke zaken, EEX-Vo (herschikking)
Samenvatting (Bron)Rechtsmacht. Misbruik van procesrecht door na een geslaagd beroep op het ontbreken van rechtsmacht van de Duitse rechter een beroep te doen op het ontbreken van rechtsmacht van de Nederlandse rechter.
AnnotatorD.F.H. Stein
UitspraakECLI:NL:RBGEL:2016:4814
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRechtbank Overijssel 09-11-2016
CiteertitelJBPr 2017/29
SamenvattingOpheffing bewijsbeslag, De vordering tot inzage ex art. 843a Rv is een eis in de hoofdzaak
Samenvatting (Bron)Fraudekwestie bij Schiphol. Schiphol c.s. heeft bewijsbeslag laten leggen onder eisers. De vordering tot opheffing van dat beslag wordt afgewezen.
AnnotatorJ.R. Sijmonsma
UitspraakECLI:NL:RBOVE:2016:4347
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRechtbank Gelderland 12-10-2016
CiteertitelJBPr 2017/30
SamenvattingGezag van gewijsde
Samenvatting (Bron)Het beginsel van artikel 236 Rv staat er naar het oordeel van de kantonrechter aan in de weg dat een partij die heeft verzuimt de wederpartij in gebreke te stellen deze omissie kan herstellen door na een gewezen vonnis, waarin de vordering tot schadevergoeding is afgewezen, deze ingebrekestelling alsnog te doen plaatsvinden, waardoor het juridische debat tussen partijen heropend wordt, en dat opnieuw dezelfde vraag, betreffende dezelfde partijen en met inachtneming van hetzelfde feitencomplex aan de rechter wordt voorgelegd.
UitspraakECLI:NL:RBGEL:2016:5461
Artikel aanvragenVia Praktizijn