Jurisprudentie Bestuursrecht

Uitgever Sdu
Tijdschrift Jurisprudentie Bestuursrecht
Datum 20-11-2017
Aflevering 11
RubriekHoge Raad
TitelHoge Raad 11-08-2017
CiteertitelJB 2017/167
SamenvattingSubsidievaststelling ten onrechte ingetrokken, Geen wettelijk grondslag voor intrekking.
Samenvatting (Bron)Artt. 2:15, 6:2, aanhef en letter b, en 6:6 Awb. Kennelijk schriftelijke weigering om op het langs elektronische weg ingediende bezwaarschrift te beslissen.
AnnotatorJ.H. Keinemans
UitspraakECLI:NL:HR:2017:1612
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRaad van State
TitelRaad van State 16-08-2017
CiteertitelJB 2017/168
SamenvattingExceptieve toetsing, BW gaat voor gemeentelijke verordening.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 28 juli 2014 heeft het college geweigerd aan [appellant A] een omgevingsvergunning te verlenen voor de kap van een beuk op het perceel [locatie A] te Bosch en Duin.
AnnotatorJ.A.F. Peters
UitspraakECLI:NL:RVS:2017:2197
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRaad van State
TitelRaad van State 30-08-2017
CiteertitelJB 2017/169
SamenvattingWob onverkort op TNO van toepassing.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 3 februari 2012 heeft TNO een verzoek van [wederpartij] gedeeltelijk afgewezen.
AnnotatorJ.A.F. Peters
UitspraakECLI:NL:RVS:2017:2334
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRaad van State
TitelRaad van State 30-08-2017
CiteertitelJB 2017/170
SamenvattingBekostiging scholengemeenschap, Wijziging regeling, Inwerkingtreding, Toepasselijk recht.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 7 juni 2016 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de stichting om een nieuwe scholengemeenschap voor vmbo, mavo en havo op humanistische grondslag voor bekostiging in aanmerking te brengen, afgewezen.
UitspraakECLI:NL:RVS:2017:2317
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRaad van State
TitelRaad van State 06-09-2017
CiteertitelJB 2017/171
SamenvattingVerleende omgevingsvergunning, Rechtstreeks belang, Wijziging statuten.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 18 juni 2015 heeft het college aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Gebouw De Zeeland Bergen op Zoom B.V. (hierna: Gebouw De Zeeland) een omgevingsvergunning verleend voor het vestigen van een versmarktwinkel in Gebouw De Zeeland (hierna: het project), op het perceel Markiezaatsweg 11 te Bergen op Zoom (hierna: het perceel).
UitspraakECLI:NL:RVS:2017:2408
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRaad van State
TitelRaad van State 06-09-2017
CiteertitelJB 2017/172
SamenvattingRechtsgevolgen in stand laten, In stand laten rechtgevolgen leidt tot strijd met het verbod van reformatio in peius.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 30 juni 2015, medegedeeld bij brief van 3 juli 2015, heeft het college het pand aan het [locatie] in Groningen aangewezen als ‘gemeentelijk monument-light’.
AnnotatorL.J.M. Timmermans
UitspraakECLI:NL:RVS:2017:2412
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 15-06-2017
CiteertitelJB 2017/173
SamenvattingElektronisch ingediend bezwaar, ‘Schriftelijk’, Herstel verzuim.
Samenvatting (Bron)Elektronisch ingediend bezwaar. Terecht oordeel rechtbank dat dagelijks bestuur zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat bezwaarschrift niet op juiste wijze is ingediend. Met het enkele woord “schriftelijk” wordt voor per e-mail ingediend pro forma-bezwaar niet voldoende duidelijk gemaakt dat elektronische indiening van de gronden niet zou worden geaccepteerd. Terecht oordeel rechtbank dat niet kan worden volgehouden dat betrokkene dit verzuim niet tijdig en op de juiste wijze heeft hersteld. Gedragingen die behoren tot privédomein van betrokkene als ook tot het ambtelijke domein waarin hij werkzaam was. Nagelaten aan zijn werkgever volledig opening van zaken te verschaffen. De hier aan de orde zijnde gedragingen leveren dan ook ernstig plichtsverzuim op. Geen sprake van onevenredigheid.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2017:2145
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 21-07-2017
CiteertitelJB 2017/174
SamenvattingEerlijk proces, Opvolgend gemachtigde.
Samenvatting (Bron)Tussenuitspraak. Weigering Wajong-uitkering. Dat appellante op haar 18e jaar de wachttijd niet heeft volgemaakt laat onverlet dat appellante mogelijk aanspraak kan maken op arbeidsondersteuning op grond van artikel 2:3, tweede lid, van de Wajong 2010 (zie uitspraak van de Raad van 5 september 2014, ECLI:NL:CRVB:2014:3041). De enkele stelling dat appellante slechts onder bepaalde randvoorwaarden haar werkzaamheden heeft kunnen verrichten is onvoldoende om op basis daarvan arbeidsongeschiktheid in de zin van de Wajong 2010 over de periode 2002 tot 2009 aan te nemen. Twijfel over de juistheid van de door de verzekeringsarts opgestelde FML waarin geen beperkingen zijn opgenomen. Er kleeft een gebrek aan de medische grondslag. Voor de definitieve beoordeling van appellantes aanspraken is van belang dat onderzocht wordt of er per einde wachttijd als bedoeld in artikel 2:3, eerste lid, aanhef en onder b (1 januari 2005) van de Wajong 2010 sprake was van beperkingen voor het verrichten van arbeid uitgaande van de bij appellante gediagnosticeerde autistische stoornis, of er in de daarop volgende jaren sprake was van een toename van die beperkingen en of er voldoende arbeidsmogelijkheden voor appellante waren en functies geselecteerd kunnen worden die voor haar passend waren te achten. Het besluit is niet deugdelijk gemotiveerd. De Raad draagt het Uwv op de gebreken in de motivering te herstellen. Het Uwv dient daarbij uit te gaan van de verstreken termijn van vijf jaar conform het bepaalde in artikel 2:3, tweede lid, in samenhang met het eerste lid, onder b, van artikel 2:3 van de Wajong 2010.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2017:2659
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 09-08-2017
CiteertitelJB 2017/175
SamenvattingNaam rechter, Goede procesorde.
Samenvatting (Bron)Herziening en terugvordering WW-uitkering. Boete wegens schending van zijn inlichtingenplicht. Schoonmaken en onderhouden van mountainbikes voor mountainbiketeam. In samenhang met de aanwezigheid van appellant in de winkel gedurende vier dagen en de door appellant genoemde klusjes die hij voor de eigenaar heeft verricht, is er sprake van werkzaamheden die gelet op de aard en de omvang daarvan verder gaan dan het hobbymatige. Appellant had daarom het Uwv over deze werkzaamheden moeten inlichten. Appellant mag gehouden worden aan zijn eerste verklaring.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2017:2791
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 10-08-2017
CiteertitelJB 2017/176
SamenvattingRedelijke termijn, Hernieuwde behandeling bezwaar na vernietiging, Toerekening, Op verzoek ruim uitstel voor motivering bezwaar.
Samenvatting (Bron)Beroep op Korošec-arrest. Anders dan appellant heeft aangevoerd, komt het beginsel van equality of arms in deze zaak niet in de knel. Derde stap vermeld in de uitgangspunten voor toetsing door de bestuursrechter. Mate van invaliditeit in geschil, niet de aard van de aandoeningen. In de adviezen van Blom wordt geen grond gezien om te twijfelen aan de juistheid van de conclusies van Koperberg. Redelijke termijn voor de behandeling verlengd met dertien maanden. Overschrijding redelijke termijn is twaalf maanden, waarvan drie maanden toegerekend aan de rechterlijke fase en de resterende negen maanden aan de bezwaarfase.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2017:2953
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 16-08-2017
CiteertitelJB 2017/177
SamenvattingSubsidievaststelling ten onrechte ingetrokken, Geen wettelijk grondslag voor intrekking.
Samenvatting (Bron)1) Geen wettelijke grondslag voor de intrekking van de subsidievaststellingen over 2012 en 2013. Betrokkene is op grond van artikel 2.6.9, eerste lid, aanhef en onder d, van de Rsa verplicht haar pgb-administratie ter beschikking van het Zorgkantoor te stellen. Het Zorgkantoor heeft zelf de keuze gemaakt om deze stukken voorafgaand aan de subsidievaststellingen over 2012 en 2013 niet ter controle op te vragen en te volstaan met een globale controle van de verantwoordingsformulieren. Hierdoor kan niet worden geoordeeld dat het Zorgkantoor bij de vaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn van de gebreken in de pgb-administratie. 2) Het Zorgkantoor heeft in redelijkheid van zijn bevoegdheid tot intrekking van het verleende pgb over 2014 gebruik gemaakt en de onverschuldigd betaalde voorschotten teruggevorderd omdat appellante niet voldaan heeft aan de haar opgelegde verplichtingen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2017:2822
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 25-08-2017
CiteertitelJB 2017/178
SamenvattingVerzending vanuit buitenland, Verzending per middel met ernstig risico dat termijn wordt overschreden.
Samenvatting (Bron)Niet-ontvankelijkverklaring beroep. Appellante heeft het beroepschrift ter post bezorgd op de laatste dag van de beroepstermijn, daarbij heeft zij het risico genomen dat het beroepschrift niet tijdig door de rechtbank zou worden ontvangen. Geen sprake van een verschoonbare termijnoverschrijding.
AnnotatorJ.H. Keinemans
UitspraakECLI:NL:CRVB:2017:2926
Artikel aanvragenVia Praktizijn