Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht

Uitgever Uitgeverij Paris
Tijdschrift Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht
Datum 21-12-2017
Aflevering 5
RubriekRedactioneel
TitelOpstellen voor Sjef Wuisman – ten geleide
CiteertitelNTHR 2017, 5, p. 217
SamenvattingDe onverbiddelijke wettelijke leeftijdsgrens voorrechterlijke ambtenaren maakt in oktober 2017 een einde aan de ambtelijke loopbaan van mr. J.B.M.M. Wuisman, Sjef voor zijn collega’s en vrienden. Wuisman geldt als een bescheiden man die de publiciteit niet zoekt, maar voor de lezers van dit tijdschrift is hij geen onbekende. Zijn oeuvre strekt zich uit over talrijke kolommen in de Nederlandse Jurisprudentie. Door hem ontwikkelde gedachten hebben anderen weer aan het denken, pleiten en schrijven gezet. Dit laatste geldt in elk geval voor de auteurs in dit bijzondere nummer, die allen verbonden zijn of zijn geweest aan het wetenschappelijk bureau van de Hoge Raad.
Auteur(s)F.F. Langemeijer
Pagina217-217
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekVerzekeringsrecht
TitelSubrogatie door WAM-verzekeraars. Analyse van het arrest HR 14 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:694 (Zürich/LAG)
CiteertitelNTHR 2017, 5, p. 218
SamenvattingDit artikel gaat over het arrest HR 14 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:694 (Zürich/LAG). Dit arrest volgt op een gecompliceerde zaak, waarin veel verschillende interessante vragen aan bod komen over de subrogatie van WAM-verzekeraars en over forumkeuzebedingen. Uit het arrest kunnen de volgende belangrijke lessen worden getrokken. De WAM-verzekeraar subrogeert niet in de positie van de benadeelde, maar uitsluitend in de positie van de verzekerde. Toepasselijkheid van de verzekeraarssubrogatie van art. 7:962 BW sluit de toepasselijkheid van de algemene subrogatieregeling uit. Een breed genoeg opgesteld forumkeuzebeding kan de wederpartij van de gebruiker van het forumkeuzebeding (vrijwel) altijd worden tegengeworpen, ook bij subrogatie van die wederpartij. De vraag blijft of binnen een bevoegdheidsincident plaats is voor een inhoudelijke beoordeling van het geschil.
Auteur(s)M.E.A. Möhring , A. van der Kruk
Pagina218-227
UitspraakECLI:NL:HR:2017:694
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekFinancieel recht
TitelDe ‘bijzondere’ bancaire zorgplicht bij overkreditering. N.a.v. HR 16 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1107
CiteertitelNTHR 2017, 5, p. 228
SamenvattingAan de hand van HR 16 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1107 gaan de auteurs in op de ‘bijzondere’ bancaire zorgplicht bij overkreditering. Na een algemene bespreking van de bijzondere zorgplicht uit de jurisprudentie bespreken zij het oordeel van de Hoge Raad in het recente arrest, waaruit blijkt dat ook al in de periode 1999-2003 op de bank een bijzondere zorgplicht rustte bij het verstrekken van hypothecaire leningen aan consumenten ter voorkoming van overkreditering en dat het niet voldoen aan de onderzoeksplicht an sich geen onrechtmatige daad oplevert van de bank. Zowel het relevante publiekrechtelijke normenkader – en de doorwerking hiervan in het verbintenissenrecht – als de relevante privaatrechtelijke leerstukken komen aan bod. Ook wordt aandacht besteed aan de wisselwerking tussen deze publiekrechtelijke en privaatrechtelijke leerstukken en het gevaar van hindsight bias.
Auteur(s)S.H.L. Niessen , B.J.M. van de Wetering
Pagina228-238
UitspraakECLI:NL:HR:2017:1107
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekHulp- en tussenpersonenrecht
TitelSchijn van volmachtverlening voor rekening van de achterman op grond van het risicobeginsel
CiteertitelNTHR 2017, 5, p. 239
SamenvattingHet artikel gaat in op de schijn van volmachtverlening en de recente nadere verduidelijking van het risicobeginsel door de Hoge Raad (HR 3 februari 2017 ECLI:NL:HR:2017:142 en ECLI:NL:HR:2017:143 en HR 14 juli 2017 ECLI:NL:HR:2017:1356). Getracht wordt om de relevantie aan te geven van het vereiste dat de schijn van volmachtverlening moet kunnen worden toegerekend aan de achterman.
Auteur(s)P.A.M. Lokin
Pagina239-245
UitspraakECLI:NL:HR:2017:1356
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekIPR
TitelHet wetsvoorstel collectieve schadevergoedingsactie: de scope rule nader bekeken
CiteertitelNTHR 2017, 5, p. 246
SamenvattingIn november 2016 is het wetsvoorstel voor een collectieve schadevergoedingsactie gepubliceerd. Het gebruik van de voorgestelde collectieve schadevergoedingsactie wordt door middel van een ‘scope rule’ beperkt tot belangenorganisaties die een rechtsvordering met een nauwe band met de Nederlandse rechtssfeer instellen. In de bijdrage worden enkele praktische overwegingen geplaatst bij deze scope rule en de bevoegdheid van de Nederlandse rechter wanneer deze collectieve schadevergoedingsactie wordt gebruikt in een grensoverschrijdend geval.
Auteur(s)M.W.F. Bosters
Pagina246-256
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekVerzekeringsrecht
TitelCausaliteit in het schadeverzekeringsrecht
CiteertitelNTHR 2017, 5, p. 257
SamenvattingDit artikel gaat over causaliteit in het verzekeringsrecht en meer specifiek over de situatie waarin schade is ontstaan door samenwerkende oorzaken. De auteur betoogt onder meer dat het in zulke situaties om kwesties van uitleg gaat.
Auteur(s)K. Engel
Pagina257-264
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekFinancieel recht
TitelInformatieplichten maken een wijs man?! Informatieplichten in het privaatrecht en het bestuursrecht en hun relatie tot maximumharmonisatie
CiteertitelNTHR 2017, 5, p. 265
SamenvattingZowel het privaatrecht als het bestuursrecht kent met betrekking tot het financiële recht zogenaamde informatieplichten. De civielrechtelijke handhaving komt voor rekening van de burgerlijke rechter en de bestuursrechtelijke handhaving is in handen van de AFM. In dit artikel staat centraal in hoeverre de handhaving van informatieplichten door de civiele rechter respectievelijk de AFM als toezichthouder van elkaar verschillen en hoe de handhaving van de informatieplichten zich verhoudt tot de beoogde maximumharmonisatie van de MiFID. Deze analyse vindt plaats aan de hand van jurisprudentie uit het privaatrecht en het bestuursrecht.
Auteur(s)C.A. Hage
Pagina265-271
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekVerzekeringsrecht
TitelPrimaire dekking en vervalbedingen. Over onderscheid, uitleg en redelijkheid en billijkheid
CiteertitelNTHR 2017, 5, p. 272
SamenvattingDeze bijdrage gaat over de vraag wat, in het kader van de uitleg van polisvoorwaarden, de wisselwerking is tussen primaire dekkingsvoorwaarden en vervalbedingen. Deze vraag is van belang omdat de rechtspraak van de Hoge Raad laat zien dat in het kader van de uitleg van polisvoorwaarden onderscheid moet worden gemaakt tussen beide typen voorwaarden. Voorts komt in deze bijdrage naar voren dat de mogelijkheden om ten aanzien van primaire dekkingsvoorwaarden een beroep te doen op de corrigerende werking van de redelijkheid en billijkheid, beperkter zijn dan wanneer het gaat om een vervalbeding. Deze bijdrage besteedt vervolgens aandacht aan de vraag of dit verschil in benadering verdedigbaar is. Ten slotte komt aan bod onder welke omstandigheden er ruimte lijkt voor een geslaagd beroep op de corrigerende werking van de redelijkheid en billijkheid.
Auteur(s)A.G.F. Ancery , M.A.M. Essed
Pagina272-277
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekUit de praktijk
TitelDe mr. Sjef: handelsgerechten
CiteertitelNTHR 2017, 5, p. 278
SamenvattingSignalering en bespreking van conclusies van advocaat-generaal Wuisman op het gebied van het handelsrecht ter gelegenheid van zijn afscheid als lid van het civiele parket bij de Hoge Raad der Nederlanden.
Auteur(s)M.J. Boon , E.M. Bruggeman , D.E. Valle Robles-Roomer
Pagina278-288
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekUit de praktijk
TitelAansprakelijkheid NAM voor schade door gaswinning - Een bespreking van Rb. Noord-Nederland 1 maart 2017, ECLI:NL:RBNNE:2017:715
CiteertitelNTHR 2017, 5, p. 289
SamenvattingIn de bijdrage wordt ingegaan op het vonnis van de Rechtbank Noord-Nederland 1 maart2017, ECLI:NL:RBNNE:2017:715, waarin de rechtbank (onder meer) heeft geoordeeld dat de NAM aansprakelijk is jegens de bewoners in het Groningenveld op grond van artikel 6:162 BW in verband met de door gasboringen veroorzaakte hinder, alsmede dat de desbetreffende bewoners aanspraak kunnen maken op immateriële schadevergoeding op grond van artikel 6:106 lid 1 sub b BW en op vermogensschade, bestaande uit gemist stoffelijk voordeel.
Auteur(s)J.E. van der Werff
Pagina289
UitspraakECLI:NL:RBNNE:2017:715
Artikel aanvragenVia Praktizijn