Jurisprudentie Bestuursrecht

Uitgever Sdu
Tijdschrift Jurisprudentie Bestuursrecht
Datum 16-06-2018
Aflevering 7
RubriekRaad van State
TitelRaad van State 30-03-2018
CiteertitelJB 2018/88
SamenvattingTijdigheid aanvullende beroepsgronden, Termijnoverschrijding, -verschoonbaarheid, Fax, E-mail, Storing bij telefoonprovider.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 3 maart 2017 heeft de staatssecretaris, voor zover thans van belang, een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
AnnotatorC.L.G.F.H. Albers
UitspraakECLI:NL:RVS:2018:1088
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRaad van State
TitelRaad van State 04-04-2018
CiteertitelJB 2018/89
SamenvattingProceskostenveroordeling hoger beroep, Wijziging criterium, Rechtseenheid, Aansluiting bij rechtspraak andere hoogste bestuursrechters.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 14 juni 2016 heeft het college het verzoek van [verzoeker] om intrekking van de op 27 juni 2013 aan vergunninghoudster verleende omgevingsvergunning voor het bouwen van onder meer stal 7 aan de [locatie] te Liempde (hierna: omgevingsvergunning bouw), afgewezen.
UitspraakECLI:NL:RVS:2018:1106
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRaad van State
TitelRaad van State 18-04-2018
CiteertitelJB 2018/90
SamenvattingAfwijzing Wob-verzoek, Belanghebbendheid niet-indiener verzoek.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 19 juni 2015 heeft de minister grotendeels afwijzend besloten op het verzoek van RTL om openbaarmaking van documenten, waaronder interne memoranda en beeldmateriaal inzake de bijdrage van de Nederlandse krijgsmacht in de strijd tegen ISIS in Irak. Deze weigering is gebaseerd op artikel 10, eerste lid, onder b, van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) en artikel 10, tweede lid, onder a, van de Wob. De minister heeft de op een persconferentie van de Commandant der Strijdkrachten (hierna: de CdS) van 17 november 2014 getoonde beelden wel openbaar gemaakt.
UitspraakECLI:NL:RVS:2018:1255
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRaad van State
TitelRaad van State 18-04-2018
CiteertitelJB 2018/91
SamenvattingWob-verzoek, Advies landsadvocaat aan minister, Toelating als partij, Belanghebbendheid niet-indiener verzoek, Advies landsadvocaat opgesteld voor intern beraad, Persoonlijke beleidsopvattingen, Eurowob niet toepasselijk.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 23 maart 2016 heeft de minister het verzoek van [appellante] om openbaarmaking op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) van alle documenten inzake het Artikel 2-Fonds (minus de officiële kamerstukken die al openbaar zijn), inclusief het advies van de landsadvocaat en alle documenten inzake de ZRBG-renten, gedeeltelijk toegewezen en gedeeltelijk afgewezen. De minister heeft op grond van artikel 11 van de Wob geweigerd het advies van de landsadvocaat openbaar te maken en geweigerd enkele passages uit de verstrekte stukken openbaar te maken.  Op de documenten die verweerder openbaar heeft gemaakt zijn verder de namen van behandelend ambtenaren en van geadresseerden van de brieven verwijderd met een beroep op artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob.
UitspraakECLI:NL:RVS:2018:1258
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRaad van State
TitelRaad van State 20-04-2018
CiteertitelJB 2018/92
SamenvattingDigitaal procederen, Verplichting tot digitaal procederen, Ontvankelijkheid.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 18 september 2017 is aan de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.
AnnotatorC.L.G.F.H. Albers
UitspraakECLI:NL:RVS:2018:1319
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 13-03-2018
CiteertitelJB 2018/93
SamenvattingRelativiteitsvereiste, Belang eerlijke mededinging, Bijzondere bijstand.
Samenvatting (Bron)Het mededingingsrecht strekt kennelijk niet tot bescherming van de belangen van appellante in deze procedure. De Mw ziet op bescherming van het belang van eerlijke mededinging bij het verrichten van economische activiteiten. Het belang van eerlijke mededinging strekt niet tot bescherming van het belang van appellante bij het verkrijgen van bijzondere bijstand voor budgetbeheer. Dat appellante, zoals ter zitting betoogd, als afnemer van budgetbeheer consument is en in die hoedanigheid onder de bescherming van de bepalingen van de Mw valt, betekent niet dat deze bepalingen appellante in de hoedanigheid van aanvrager van bijzondere bijstand voor de kosten van budgetbeheer eveneens beschermen.
AnnotatorR.J.N. Schlössels
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:1064
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 21-03-2018
CiteertitelJB 2018/94
SamenvattingBesluit, Rechtsgevolg, Termijnoverschrijding verschoonbaar.
Samenvatting (Bron)De Raad verenigt zich met het oordeel van de rechtbank dat de brief van 30 december 2014 een besluit is in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb. Met deze brief is de rechtsverhouding, beëindiging pgb, tussen partijen gewijzigd en deze brief is gericht op rechtsgevolg. Verschoonbare termijnoverschrijding vanwege de onduidelijkheid over het besluitkarakter van die brief en het mede daardoor ontbreken van een rechtsmiddelenclausule onder deze brief. Appellant dient alsnog een inhoudelijke beslissing op het bezwaar van betrokkene te nemen.
AnnotatorC.W.C.A. Bruggemann
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:871
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 21-03-2018
CiteertitelJB 2018/95
SamenvattingBestuursorgaan.
Samenvatting (Bron)FMMU Advies B.V. (opvolger van Argonaut Advies B.V.) is bij het nemen van beslissingen op verzoeken om toekenning van een hoog pkb een bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Awb. Hieruit vloeit voort dat de beslissing van FMMU op de aanvraag van appellante om toekenning van een hoog pkb en de beslissing op het verzoek om heroverweging, moeten worden aangemerkt als een besluit als bedoeld in artikel 1:3, van de Awb, waartegen respectievelijk bezwaar en beroep openstond. De in het Indicatieprotocol neergelegde toekenningscriteria gaan de grenzen van een redelijke beleidsbepaling niet te buiten.
AnnotatorJ.A.F. Peters
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:1189
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 27-03-2018
CiteertitelJB 2018/96
SamenvattingDezelfde overtreding, Ne bis in idem.
Samenvatting (Bron)In dit geval heeft de beboete gedraging zowel bij boete 1 als bij boete 2 bestaan uit het niet melden van voor de vaststelling van het recht op bijstand relevante feiten en omstandigheden. Beide beboete gedragingen hebben dezelfde juridische aard, namelijk schending van de inlichtingenverplichting. De niet gemelde feiten en omstandigheden zien zowel bij boete 1 als bij boete 2 op het genieten van inkomsten uit exact dezelfde werkzaamheden bij dezelfde werkgever die in hetzelfde ononderbroken tijdvak hebben plaatsgevonden en elkaar deels in tijd overlappen. Dit betekent dat sprake is van hetzelfde feit als bedoeld in 5:43 van de Awb.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:1029
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 05-04-2018
CiteertitelJB 2018/97
SamenvattingOmvang geding hoger beroep, Beroepsgrond expliciet prijs gegeven bij rechtbank.
Samenvatting (Bron)Expliciet prijsgeven beroepsgrond. Hardheidsclausule. Terecht oordeel rechtbank. Verhuizing ouders appellant in overwegende mate gebaseerd op de eigen keuze, zonder dat van een objectieve en dwingende noodzaak daartoe is gebleken. Onder deze omstandigheden niet spreken van zwaarwegende redenen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:1016
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 05-04-2018
CiteertitelJB 2018/98
SamenvattingGronden van bezwaar.
Samenvatting (Bron)Gronden van bezwaar . De Raad is van oordeel dat appellant eraan heeft voldaan dat het bezwaarschrift de gronden van het bezwaar bevat. Nu artikel 6:5 van de Awb geen eisen stelt aan de gefundeerdheid van de grond van een bezwaar, heeft het dagelijks bestuur ten onrechte een verzuim als bedoeld in die bepaling aanwezig geacht. De Raad zal het dagelijks bestuur opdragen een nieuwe - inhoudelijke - beslissing te nemen op het bezwaar tegen het besluit. Tegen deze nieuwe beslissing op bezwaar kan slechts bij de Raad beroep worden ingesteld.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:1006
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 10-04-2018
CiteertitelJB 2018/99
SamenvattingBekendmaking besluit, Deponering in brievenbus aannemelijk gemaakt, Aanvang bezwaartermijn.
Samenvatting (Bron)Opschorten en intrekken. College heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat opschortingsbesluit in brievenbus appellant is gedaan. Intrekking omdat appellant niet op oproep is verschenen en niet gevraagde stukken heeft overgelegd. Aanvraag pas twee maanden na melding ingediend. Is niet zo spoedig mogelijk. Ingangsdatum is datum aanvraag.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:1084
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 11-04-2018
CiteertitelJB 2018/100
SamenvattingVergewisplicht, Adviseurs zonder wettelijke status.
Samenvatting (Bron)Het college heeft in strijd gehandeld met de op hem rustende vergewisplicht (vaste rechtspraak). Geen schriftelijke weergave van de uitkomsten van het onderzoek aan appellante verstrekt. Onvoldoende onderzoek gedaan. Opdracht aan college nieuwe beslissing op bezwaar met inachtneming van wat in deze uitspraak is overwogen. Hiertegen kan alleen bij de Raad beroep worden ingesteld.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:1113
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCentrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 19-04-2018
CiteertitelJB 2018/101
SamenvattingIntrekking toezegging, Vertrouwensbeginsel, Belangenafweging.
Samenvatting (Bron)Intrekking van de toezegging. Bij de weging van de belangen van appellant acht de Raad van belang dat betrokkene gedurende meerdere jaren cocaïne heeft gebruikt en contacten heeft gehad met dealers, terwijl hij als politieambtenaar norm handhavend op dit vlak moest optreden. De Raad acht de door betrokkene naar voren gebrachte belangen van onvoldoende gewicht.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:1169
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekGerechtshof
TitelGerechtshof Den Haag 27-03-2018
CiteertitelJB 2018/102
SamenvattingSchietincident Alphen aan den Rijn, Ten onrechte verleend wapenverlof door Politieregio Hollands Midden (PHM), Onrechtmatige overheidsdaad, Relativiteit, Causaal verband, Voorzienbaarheid.
Samenvatting (Bron)art. 6:162 BW; art. 6:163 BW; art 6:98 BW; onrechtmatige daad politie door ten onrechte afgeven van vuurwapenwetvergunning; relativiteitsvereiste; conditio sine qua non; causaliteit normschending en schade; ruime toerekening
AnnotatorR.J.B. Schutgens , E.G.A. van der Werf
UitspraakECLI:NL:GHDHA:2018:541
Artikel aanvragenVia Praktizijn