Uitspraken Sociale Zekerheid

Uitgever Sdu
Tijdschrift Uitspraken Sociale Zekerheid
Datum 14-09-2018
Aflevering 12
RubriekArbeidsongeschiktheid
TitelCentrale Raad van Beroep 13-06-2018
CiteertitelUSZ 2018/257
SamenvattingAdvies Gezondheidsraad.
Samenvatting (Bron)WGA-uitkering. Voldoende medische grondslag. Geen urenbeperking. Geschikt voor de geduide voorbeeldfuncties.
AnnotatorA. Wit
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:1734
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekWerkloosheid
TitelCentrale Raad van Beroep 15-08-2018
CiteertitelUSZ 2018/258
SamenvattingVrijwilligerswerk.
Samenvatting (Bron)Geen toestemming om met behoud van uitkering vrijwilligerswerk te verrichten [naam funtie] bij de FNV. Regeling vrijwilligerswerk in de WW. Verruiming van de mogelijkheid om met behoud van WW-uitkering vrijwilligerswerk te verrichten is beperkt tot vrijwilligerswerk bij een ANBI-, SBBI- of steunstichting SBBI. De FNV beschikt niet over zodanige status.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:2566
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekWerkloosheid
TitelCentrale Raad van Beroep 15-08-2018
CiteertitelUSZ 2018/259
SamenvattingOvername loondoorbetalingsverplichting, Tantième.
Samenvatting (Bron)Over te nemen betalingsverplichtingen van werkgeefster op grond van hoofdstuk IV WW wegens betalingsonmacht. Overwegingen 4.3 en 4.4 leiden tot de conclusie dat appellant jaarlijks een aanspraak had op een tantième ter hoogte van een maandsalaris. Dat werkgeefster een aantal jaren niet heeft betaald betekent niet dat appellant afstand van zijn recht heeft gedaan of dat uitbetaling uitsluitend ter bepaling aan werkgeefster was. De tantième dient daarom door het Uwv, naar rato, overgenomen te worden. Het Uwv wordt in de gelegenheid gesteld de aanwezige gebreken binnen zes weken te herstellen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:2617
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekWerkloosheid
TitelRechtbank Rotterdam 23-05-2018, ROT 17/5214
CiteertitelUSZ 2018/260
SamenvattingArbeidsurenverlies, Recht op loon, Billijke vergoeding in plaats van herstel arbeidsovereenkomst. [ECLI:NL:RBROT:2018:3953 ; Deze uitspraak is niet gepubliceerd op Rechtspraak.nl]
AnnotatorG.C. Boot
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 31-07-2018
CiteertitelUSZ 2018/261
SamenvattingMAU-uitkering, Financiering WWB, Advies, Vergewisplicht, Verdeelstoornis, Beleid.
Samenvatting (Bron)MAU-uitkering. De rechtbank heeft ten onrechte geoordeeld dat appellant ten aanzien van de toetsingscommissie niet heeft voldaan aan de vergewisplicht ingevolge artikel 3:9 Awb. In het bestreden besluit heeft appellant het onderzoek dat heeft plaatsgevonden beschreven en is hij tot de conclusie gekomen dat het advies van de toetsingscommissie gebaseerd is op deugdelijk onderzoek van de Inspectie en de door haar ingeschakelde deskundige APE. Dat de toetsingscommissie criteria heeft ontwikkeld om te bepalen wanneer sprake is van een overstijging die geheel dan wel gedeeltelijk dan wel in geringe mate het gevolg is van een verdeelstoornis als bedoeld in artikel 10c, derde lid, onder b, van het Besluit, is niet in strijd met haar rol. Met de gekozen uitleg van het Besluit heeft de toetsingscommissie een redelijke uitleg gegeven aan het Besluit en appellant heeft deze kennelijk tot de zijne gemaakt. Het college heeft niet aannemelijk gemaakt dat het tekort volledig het gevolg is van een verdeelstoornis als bedoeld in artikel 10c, tweede lid, onder 1° van het Besluit. Hiervan is volgens de toetsingscommissie sprake als het aandeel in het tekort dat het gevolg is van een verstoring in het verdeelmodel boven de 75% ligt. De Inspectie heeft op grond van het aanvullende onderzoek van APE immers geconcludeerd dat 45% van het tekort verklaarbaar is uit de verdeelstoornis. Het in beroep overgelegde rapport van Atlas leidt niet tot een ander oordeel. Hieruit blijkt niet van bijzondere lokale omstandigheden, waarmee nog geen rekening is gehouden, die wel leiden tot hogere bijstandsuitgaven maar die niet volledig tot uitdrukking komen in de aan de hand van het verdeelmodel objectief vastgestelde kosten.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:2341
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 07-08-2018
CiteertitelUSZ 2018/262
SamenvattingIntrekking, herziening en terugvordering, Niet gemelde inkomsten op bankrekening, Vrijspraak politierechter, Aantekening mondeling vonnis, Geen opgave van inkomsten op bankrekening, Bewijslast.
Samenvatting (Bron)Intrekking en terugvordering in verband met het beschikken over tegoeden op een gezamenlijke bankrekening. Vrijspraak door de strafrechter. Beroep op onschuldpresumptie slaagt niet. Er is voldoende verband met de strafrechtelijke procedure, dezelfde feitencomplex. Het oordeel over besluit tot intrekking is zonder twijfel op te roepen over juistheid van het vonnis van de politierechter.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:2398
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 07-08-2018
CiteertitelUSZ 2018/263
SamenvattingIntrekking en terugvordering bijstand, Niet gemelde hennepkwekerij, Vrijspraak exploitatie hennepkwekerij, Veroordeling voor medeplichtigheid hennepteelt, Ontnemingsvordering vastgesteld op € 1000,=, Geen sprake van twijfel over juistheid oordeel strafrechter.
Samenvatting (Bron)Niet gemelde hennepkwekerij op het uitkeringsadres. Intrekken en terugvorderen. Vrijspraak door de strafrechter. Beperkte ontnemingsvordering. Boete.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:2496
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 07-08-2018
CiteertitelUSZ 2018/264
SamenvattingVerzwegen gezamenlijke huishouding, Onrechtmatige waarnemingen, Afgelegde verklaringen, Verboden vrucht.
Samenvatting (Bron)Er is onvoldoende grondslag voor het niet melden van een gezamenlijke huishouding. Afgelegde verklaringen moeten als verboden vruchten van de onrechtmatige, met videocamera verrichte waarneming buiten beschouwing blijven.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:2448
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekZiektekosten en voorzieningen
TitelCentrale Raad van Beroep 11-07-2018
CiteertitelUSZ 2018/265
SamenvattingAlgemeen gebruikelijke voorzieningen onder de Wmo 2015, Maaltijdvoorziening en boodschappenservice.
Samenvatting (Bron)Uit de rapportages en besluiten blijkt dat het onderzoek van het college op de beschreven wijze heeft plaatsgevonden. Onder de omstandigheden kan niet worden geoordeeld dat het college niet tot de conclusie heeft kunnen komen dat geen ondersteuning gericht op sociale participatie geboden hoefde te worden. CIZ-protocol Huishoudelijke Verzorging, vaste rechtspraak, individueel maatwerk op basis daarvan mogelijk. Gelet op geschiedenis van de totstandkoming van de Wmo 2015, gaat de Raad er van uit dat een maaltijdvoorziening onder de Wmo 2015 kan worden aangemerkt als een algemeen gebruikelijke dienst die aan het verstrekken van een maatwerkvoorziening in de weg staat, indien deze dienst beschikbaar is, een passende bijdrage levert aan zelfredzaamheid of participatie en financieel kan worden gedragen. Tafeltje Dekje levert voor appellante een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin zij in staat is tot zelfredzaamheid. De kosten hiervan behoren tot de algemene kosten van het bestaan en zijn niet zodanig dat deze in financiële zin niet passend zijn voor een persoon als appellante met haar inkomen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:2182
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekVerzekeringsplicht
TitelCentrale Raad van Beroep 15-08-2018
CiteertitelUSZ 2018/266
SamenvattingGezagsverhouding, Partner eigenaar, Belastend besluit.
Samenvatting (Bron)Op basis van het door het Uwv verrichte onderzoek is niet aannemelijk gemaakt dat in de relatie tussen appellant en de pizzeria geen sprake is geweest van een privaatrechtelijke dienstbetrekking. Nu het hier gaat om een belastend besluit brengt de bewijslastverdeling met zich mee dat zodoende geen grondslag bestond voor het met terugwerkende kracht intrekken en terugvorderen van de WW-uitkering.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:2528
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDagloon
TitelCentrale Raad van Beroep 04-07-2018
CiteertitelUSZ 2018/267
SamenvattingNabetaling, Aangiftetijdvak, Opgave werkgever, Gunstige gevolgen voor dagloon, Geen reden voor afwijking Dagloonbesluit.
Samenvatting (Bron)Nabetalingen door voormalig werkgever in juni, augustus en oktober 2015 kunnen niet anders worden gekwalificeerd dan als nabetalingen van achterstallig loon. Door kantonrechter in vonnis verwoord. Feitelijk geen arbeid hebben verricht voor [werkgever], betekent niet dat geen sprake is van loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. Juist toepassing geven aan wettelijke bepalingen Dagloonbesluit 2015. Uitspraken betreffende welvaartsniveau hier niet van toepassing. Uwv had bij vaststelling dagloon de nabetalingen van juni, augustus en oktober 2015 moeten meenemen. De inbegrepen wettelijke verhoging is geen loon. Maximumdagloon.
AnnotatorA. Wit
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:2125
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBoeten, maatregelen, terug- en invordering
TitelCentrale Raad van Beroep 03-07-2018
CiteertitelUSZ 2018/268
SamenvattingBoete, Ne bis in idem, Intrekking na opschorting, Intrekking met terugwerkende kracht.
Samenvatting (Bron)Tweede boete onder intrekking eerdere boete. Hetzelfde feit. Ne bis in idem. Voor de toepassing van artikel 5:43 van de Awb is, anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, niet van belang dat een eerder opgelegde boete niet langer wordt gehandhaafd. Vaststaat dat het college appellant op 19 maart 2015 boete 1 heeft opgelegd zodat, indien boete 2 voor dezelfde overtreding als boete 1 is opgelegd, sprake is van schending van artikel 5:43 van de Awb. Beide boetes zijn op grond van artikel 18a van de PW opgelegd wegens het niet nakomen van dezelfde wettelijke verplichting, te weten de inlichtingenverplichting als bedoeld in artikel 17 van de PW. Aan beide boetes heeft het college ten grondslag gelegd dat appellant en zijn echtgenote geen melding hebben gemaakt van de motorvoertuigen die sinds 1 januari 2012 op hun naam staan of hebben gestaan en geen deugdelijke administratie van deze voertuigen hebben kunnen overleggen. Dit betekent dat appellant en zijn echtgenote vanaf 2012 de op hen rustende inlichtingenverplichting hebben geschonden. Het college kan niet worden gevolgd in zijn betoog dat vanaf het moment van het vragen naar de administratie van dezelfde motorvoertuigen sprake is van een aanzienlijk verschil in de juridische aard van de feiten en de gedragingen van appellant en zijn echtgenote. Het betreft immers dezelfde niet gemelde voertuigen die vanaf 1 januari 2012 op naam van appellante en zijn echtgenote hebben gestaan. Dat betekent dat sprake is van hetzelfde feit in de hiervoor genoemde zin. Hieraan doet niet af dat de verschillen in de hoogte van de boete is te relateren aan verschillende periodes. Boete 2 is in strijd met artikel 5:43 van de Awb.
AnnotatorC.W.C.A. Bruggeman
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:2059
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBoeten, maatregelen, terug- en invordering
TitelCentrale Raad van Beroep 07-08-2018
CiteertitelUSZ 2018/269
SamenvattingOnvoldoende grondslag voor bezit van woning in Marokko, Opdracht tot nemen nieuw besluit, Boete wordt herroepen.
Samenvatting (Bron)Onvoldoende feitelijke grondslag voor het standpunt van de Svb dat appellant over een woning in Marokko bezit. Voor wat betreft de intrekking en terugvordering zal de Svb opnieuw kunnen beslissen op het bezwaar. De boete dient te worden vernietigd en herroepen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:2402
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiversen
TitelCentrale Raad van Beroep 17-07-2018
CiteertitelUSZ 2018/270
SamenvattingBezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard, Verzending niet aannemelijk gemaakt.
Samenvatting (Bron)De Svb heeft de verzending van het besluit niet aannemelijk gemaakt. Geen registratie van de daadwerkelijk verzonden post.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:2237
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiversen
TitelCentrale Raad van Beroep 19-07-2018
CiteertitelUSZ 2018/271
SamenvattingVeroordeling natuurlijk persoon in de proceskosten.
Samenvatting (Bron)Herhaald verzoek om herziening van de uitspraak van de Raad van 29 juli 2010. Uitspraken van de Raad van 31 mei 2012, 11 december 2014, 10 november 2016 en 22 juni 2017. Geen aanleiding om anders te oordelen dan in de laatste twee uitspraken. Het verzoek om herziening is onredelijk laat ingediend en moet niet-ontvankelijk worden verklaard. Omdat sprake is van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht zal verzoekster worden veroordeeld in de proceskosten van de stichting.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:2290
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiversen
TitelCentrale Raad van Beroep 19-07-2018
CiteertitelUSZ 2018/272
SamenvattingZelfstandig verzoek om schadevergoeding.
Samenvatting (Bron)Tegen uitspraak van 1 maart 2016 (ECLI:NL:RBNNE:2016:740) van de rechtbank betreffende het beroep tegen besluit van de korpschef van 16 december 2013, heeft appellant geen hoger beroep ingesteld. De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak niet onderkend dat een zelfstandig verzoek om vergoeding van schade naar zijn aard ook kan worden gedaan nadat de rechtbank in de zaak ten gronde uitspraak heeft gedaan en tegen deze uitspraak geen rechtsmiddelen meer open staan. Het maakt daarbij niet uit of de betrokkene de termijn voor het instellen van rechtsmiddelen ongebruikt heeft laten verlopen. De rechtbank had het bij brief van 11 april 2017 ingediende verzoek om vergoeding van schade van appellant daarom als verzoek als bedoeld in artikel 8:90 van de Awb in behandeling moeten nemen en een (inhoudelijke) uitspraak op dat verzoek moeten doen. De redelijke termijn is met ruim één maand overschreden, toe te rekenen aan de rechterlijke fase.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:2277
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiversen
TitelCentrale Raad van Beroep 24-07-2018
CiteertitelUSZ 2018/273
SamenvattingAfwijzing aanvraag bijzondere bijstand, Kosten griffierecht, Besluit, Inzage in dossier van dochter, Noodzaak.
Samenvatting (Bron)Afgewezen aanvraag bijzondere bijstand griffierecht. Geen noodzakelijke kosten. De beslissing op het verzoek van de biologische vader om inzage in het dossier van zijn dochter is geen besluit waartegen beroep open staat. De bestuursrechter was onbevoegd om van het beroep kennis te nemen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:2252
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiversen
TitelCentrale Raad van Beroep 26-07-2018
CiteertitelUSZ 2018/274
SamenvattingProceskosten, Wegingsfactor, Beroep niet tijdig beslissen.
Samenvatting (Bron)Wegingsfactor proceskostenvergoeding. In dit geval was sprake van een terecht ingesteld beroep betreffende het niet tijdig beslissen en de verschuldigdheid van dwangsommen. De Raad is van oordeel dat appellant voor dit beroepschrift een proceskostenveroordeling met een wegingsfactor van 0,5 toekwam. Proceskostenveroordeling in hoger beroep.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:2288
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiversen
TitelCentrale Raad van Beroep 31-07-2018
CiteertitelUSZ 2018/275
SamenvattingKostenvergoeding bezwaar, Verrekenen met schuld, Uitbetalen, Bevoegdheid CRvB.
Samenvatting (Bron)Niet is gemeld dat sprake was van het voeren van een gezamenlijke huishouding. Intrekking en terugvordering. Het recht op bijstand is niet aannemelijk gemaakt omdat de partner zelfstandige was. Verrekening van de kosten voor vergoeding van het bezwaar. De bestuursrechter was niet gehouden te oordelen over uitbetaling van de vergoeding van de kosten van bezwaar aan gemachtigde.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:2383
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiversen
TitelCentrale Raad van Beroep 02-08-2018
CiteertitelUSZ 2018/276
SamenvattingUitstelverzoek zitting afgewezen.
Samenvatting (Bron)Beëindiging Wajong-uitkering. Geen schending van het beginsel van equality of arms. Op die grond bestaat geen aanleiding een deskundige in te schakelen. Met de rechtbank is de Raad van oordeel dat de verzekeringsartsen van het Uwv in hun rapporten inzichtelijk en overtuigend hebben onderbouwd hoe zij, na eigen onderzoek van appellant en bestudering van de voorhanden zijnde medische informatie, tot de bij appellant bestaande beperkingen voor het verrichten van arbeid zijn gekomen. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de door de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep voor appellant geselecteerde functies voor hem geschikt zijn.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:2430
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiversen
TitelCentrale Raad van Beroep 07-08-2018
CiteertitelUSZ 2018/277
SamenvattingVolgorde van aflossen, Op de terugvordering of op de boete, Geen matiging bij volledige aflossing boete.
Samenvatting (Bron)Volgorde van aflossing. Niet blijkt dat appellant had aangegeven dat eerst op de terugvordering en niet op de boete moet worden afgelost.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:2451
Artikel aanvragenVia Praktizijn