Gemeentestem

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Gemeentestem
Datum 04-03-2019
Aflevering 7485
RubriekRedactioneel
TitelVuurtoren 2.0
CiteertitelGst. 2019/24
SamenvattingOudejaarsavond 2018 Texel. Op TV zag ik de enorme stapel pallets op het Scheveningse strand. Mensen liepen op grote hoogte rond zonder veiligheidsmaatregelen. Een wedstrijdje ‘hoogste toren bouwen’. Niemand greep in, ook niet toen de brand er met windkracht 5-6 in ging. Vuurtornado’s waren het gevolg.
Auteur(s)R.J.N. Schlössels
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelRechtsbescherming voor gemeenten tegen provinciale herindelingsinitiatieven
CiteertitelGst. 2019/25
SamenvattingHet aantal gemeenten in Nederland is de afgelopen twintig jaar sterk gedaald, van 537 rond de eeuwwisseling tot 355 in 2019. De regering heeft deze ontwikkeling bevorderd door herindelingsinitiatieven actief te ondersteunen. In verreweg de meeste gevallen kwam het initiatief voor deze herindelingen ‘van onderop’; het uitgangspunt van de regering is dat opschalingsambities van de gemeenten zelf dienen uit te gaan.
Auteur(s)R. Janssen , H. Doornhof
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelDe inrichtingsnorm in de Participatiewet en het scheiden van wonen en zorg in de Wmo 2015
CiteertitelGst. 2019/26
SamenvattingPersonen die in een zorginstelling verblijven komen in aanmerking voor bijstand, zij het dat zij een lage norm ontvangen. In art. 23 Participatiewet is deze inrichtingsnorm neergelegd. De wet kent een eigen begrip ‘inrichting’, waarmee de toepasselijkheid van de norm vastgesteld kan worden.
Auteur(s)M.W. Venderbos
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Gelderland 05-03-2018
CiteertitelGst. 2019/27
SamenvattingToegekende bijstand niet toereikend
Samenvatting (Bron)Eiseres verblijft in een instelling. Verweerder heeft haar bijstand toegekend naar de norm van een alleenstaande die in een inrichting verblijft. Later heeft verweerder de bijstand verhoogd met een toeslag ter hoogte van het bedrag van de minimum basishuur uit de Wet op de huurtoeslag. Volgens eiseres is de toegekende bijstand niet toereikend. Zij kan daarmee niet in haar noodzakelijke bestaanskosten voorzien. De rechtbank is van oordeel dat het beroep gegrond is. Verweerder had de bijstand moeten afstemmen op de noodzakelijke bestaanskosten. Met de verhoging van de bijstand met een toeslag ter hoogte van de minimum basishuur heeft verweerder niet voldaan aan zijn afstemmingsverplichting aangezien eiseres ook met de toeslag niet in haar noodzakelijke bestaanskosten kon voorzien. De rechtbank overweegt daarbij dat de norm voor verblijf in een instelling op grond van de Participatiewet niet langer aansluit bij de ontwikkelingen in de zorgverlening en zorgwetgeving. Bij een verblijf in een instelling wordt de zorg en inwoning niet langer altijd in natura verleend. Er zijn verschillende woon- en zorgvormen ontstaan waarbij het mogelijk is dat de zorg en inwoning door verschillende instellingen worden aangeboden. Daar komt bij dat er verschillende regelingen bestaan om de diverse kosten vergoed te krijgen. Eiseres heeft alleen voor de zorg een pgb toegekend gekregen. Voor haar verblijf in de instelling moet zij verblijfskosten betalen voor welke kosten zij geen recht heeft op huurtoeslag of een andere voorziening. Door haar overeenkomst met Herstelcentrum C&S heeft eiseres hogere noodzakelijke bestaanskosten die niet door de toepasselijke bijstandsnorm worden gedekt. Deze norm gaat er immers vanuit dat de zorg en inwoning in natura worden vergoed. De rechtbank heeft begrip voor verweerders standpunt dat het ongewenst is dat een instelling indirect de hoogte van de bijstand kan bepalen. De rechtbank is evenwel van oordeel dat de gevolgen van de onbedoelde tekortkomingen in de wetgeving niet mogen worden afgewenteld op de degene die in bijstandsbehoeftige omstandigheden verkeert.
UitspraakECLI:NL:RBGEL:2018:980
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 01-08-2018
CiteertitelGst. 2019/28
SamenvattingOmgevingsvergunning natuurpark en natuurbegraafplaats
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 26 november 2015 heeft het college aan Uitvaartcentrum Dunweg B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een natuurpark en een natuurbegraafplaats in Geestmerloo nabij de Nauertogt te Koedijk, gemeente Alkmaar. Uitvaartcentrum Dunweg B.V. is voornemens grond te pachten van het Recreatieschap Geestmerambacht, dat eigenaar is van een gebied van 24 ha tussen het Dijk- en Waardpad en de Nauertogt in Koedijk. Het gebied is nu nog in gebruik als grasland, maar het is de bedoeling van het recreatieschap dit te ontwikkelen tot recreatief natuurpark en deel uit te laten maken van het natuurgebied Geestmerambacht. De omgevingsvergunning ziet op het realiseren van dit natuurpark, waarvan 11 ha als natuurbegraafplaats met een grafheuvel in gebruik zal worden genomen. [appellant sub 1] woont in de directe omgeving van het voorziene natuurpark.
AnnotatorM.H.W. Bodelier
UitspraakECLI:NL:RVS:2018:2544
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 22-08-2018
CiteertitelGst. 2019/29
SamenvattingGebruik als logiesgebouw/hotel staken en gestaakt houden
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 7 december 2015 heeft het algemeen bestuur [appellant] gelast om het gebruik van de winkel met de [naam] (hierna: het pand) op het perceel [locatie] te Amsterdam als logiesgebouw/hotel met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te houden. Gelet op de onveilige situatie heeft het algemeen bestuur de opgelegde last met toepassing van spoedeisende bestuursdwang op 7 december 2015 direct geëffectueerd door het pand af te sluiten.
AnnotatorY. Schönfeld
LinkVolledige tekst annotatie (tonnaer.nl)
UitspraakECLI:NL:RVS:2018:2793
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 26-09-2018
CiteertitelGst. 2019/30
SamenvattingWegslepen voertuig
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 28 december 2016 heeft het college bestuursdwang toegepast door het voertuig met kenteken [..-..-..] (hierna: het voertuig) weg te slepen.
AnnotatorL.M. Koenraad
UitspraakECLI:NL:RVS:2018:3134
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 09-10-2018
CiteertitelGst. 2019/31
SamenvattingTen onrechte subsidie verleend
Samenvatting (Bron)Regeling nationale EZ-subsidies Artikel 4:25, derde lid, Awb Subsidieplafond Ten onrechte aan andere aanvragers subsidie verleend In strijd met bedoeling regelgever geen afstemming plaatsgevonden tussen verweerder en provincie. motiveringsgebrek
AnnotatorC.M.M. van Mil
UitspraakECLI:NL:CBB:2018:529
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelCentrale Raad van Beroep 24-10-2018
CiteertitelGst. 2019/32
SamenvattingAfwijzing verzoek voortzetting van de indicatie in de vorm van pgb
Samenvatting (Bron)Maatwerkvoorziening. Afwijzing verzoek voortzetting van de indicatie in de vorm van pgb. De beroepsgrond van appellante, zoals de Raad deze begrijpt, dat de zorg die haar ouders haar bieden niet kan worden aangemerkt als mantelzorg slaagt. Zoals de Raad eerder heeft overwogen (zie de uitspraken van 11 januari 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:17 en 24 januari 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:368) kan niet worden gesproken van mantelzorg als de zorg niet onbetaald vrijwillig geschiedt. De ouders van appellante hebben te kennen gegeven de zorg niet vrijwillig te verlenen, maar hiervoor een betaling te verlangen. Daarom is geen sprake van mantelzorg. Dit betekent dat het college ten onrechte aan het bestreden besluit ten grondslag heeft gelegd dat appellante de problemen die zij ondervindt bij zelfredzaamheid en participatie zelf kan verminderen of wegnemen door een beroep te doen op mantelzorg door haar ouders en dat zij daarom niet in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening. Hierbij is van belang dat niet in geschil is dat, voor zover al sprake is van gebruikelijke zorg door de ouders, deze in ieder geval niet aan de gehele hulpvraag van appellante tegemoet komt.
AnnotatorC.W.C.A. Bruggeman
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:3348
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 24-10-2018
CiteertitelGst. 2019/33
SamenvattingVerzoek plaatsen van een skihut voor bedrijf niet toegewezen
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 3 december 2014 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ermelo de aanvraag van [persoon A] om een ontheffing voor het plaatsen van een skihut voor [bedrijf] afgewezen. [persoon A], beherend vennoot van [bedrijf], heeft de burgemeester om een ontheffing verzocht om van 8 december 2014 tot en met 1 maart 2015 een skihut te mogen plaatsen voor [bedrijf]. Daarnaast heeft hij de burgemeester verzocht om ontheffing van de sluitingstijden in de nachten van vrijdag op zaterdag en zaterdag op zondag. De burgemeester heeft de verzochte ontheffing voor een skihut geweigerd onder meer omdat volgens hem diverse keren door een buitengewoon opsporingsambtenaar is geconstateerd dat alcohol werd geschonken aan minderjarigen.
AnnotatorW.P. Adriaanse
UitspraakECLI:NL:RVS:2018:3487
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 27-11-2018
CiteertitelGst. 2019/34
SamenvattingEen toegelaten taxi organisatie (TTO) is geen bestuursorgaan
Samenvatting (Bron)Wet personenvervoer artikel 82b - Taxiverordening Amsterdam - Een toegelaten taxi organisatie (TTO) is geen bestuursorgaan. Er is geen wettelijk voorschrift waaruit volgt dat een TTO met openbaar gezag is bekleed. Gelet op het legaliteitsbeginsel kan, anders dan bij presterend bestuur, ook niet worden aanvaard dat bij belastend bestuur openbaar gezag anders dan bij wettelijk voorschrift wordt gevestigd. Het gegeven dat artikel 82b van de Wet personenvervoer 2000 het mogelijk maakt bij gemeentelijke verordening, zoals in de gemeente Amsterdam ook daadwerkelijk het geval is, gedetailleerd te bepalen aan welke eisen een TTO moet voldoen om voor toelating in aanmerking te komen en welke eisen een TTO daartoe aan de aangesloten taxichauffeurs dient te stellen èn te handhaven door middel van de aansluitingsovereenkomsten, maakt niet dat sprake is van publiekrechtelijke gezagsuitoefening door de TTO ten aanzien van de aangesloten taxichauffeurs. De publiekrechtelijke gezagsuitoefening blijft plaatsvinden door middel van besluiten van B&W Amsterdam ten aanzien van de TTO dan wel rechtstreeks ten aanzien van de betrokken taxichauffeur langs de weg van verlening, wijziging, schorsing of intrekking van de publiekrechtelijke vergunning. Gelet op de specifieke systematiek van de regelgeving kunnen, naast mogelijke andere gronden, de feiten en omstandigheden die ten grondslag zijn gelegd aan de privaatrechtelijke schorsing van de aansluiting, in bezwaar en beroep tegen de publiekrechtelijke schorsing van de Taxxxivergunning alsnog dan wel opnieuw aan de orde worden gesteld. Een beslissing van een TTO is geen besluit in de zin van artikel 1:3 Awb.
AnnotatorN. Jak
UitspraakECLI:NL:CBB:2018:634
Artikel aanvragenVia Praktizijn