Jurisprudentie in Nederland

Uitgever Sdu
Tijdschrift Jurisprudentie in Nederland
Datum 16-03-2019
Aflevering 2
RubriekArbeidsrecht
TitelHoge Raad 23-11-2018
CiteertitelJIN 2019/17
SamenvattingIPR, Toepasselijk recht, Gewoonlijk werkland, Nauwere banden, Motivering, Gezichtspunten, Koelzsch, Schlecker.
Samenvatting (Bron)IPR. Toepasselijk recht op arbeidsovereenkomst bij internationaal wegvervoer. Criterium van gewoonlijke werkland (art. 6 lid 2 onder a EVO; art. 8 lid 2 Verordening Rome I). Uitzonderingsbepaling van kennelijk nauwere band met ander land (art. 6 lid 2, slotzin, EVO; art. 8 lid 4 Verordening Rome I).
AnnotatorJ.J. Hoekstra
UitspraakECLI:NL:HR:2018:2165
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArbeidsrecht
TitelHoge Raad 23-11-2018
CiteertitelJIN 2019/18
SamenvattingWijziging van arbeidsvoorwaarden, Verslechtering arbeidsvoorwaarden, Loonsverlaging, Welbewuste instemming.
Samenvatting (Bron)Arbeidsrecht. CAO Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven. Werknemer wordt bij reorganisatie geplaatst in andere functie met lager loon. Vraag of werknemer dit heeft aanvaard.
AnnotatorJ.L. Luiten
UitspraakECLI:NL:HR:2018:2168
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArbeidsrecht
TitelGerechtshof Amsterdam 06-11-2018
CiteertitelJIN 2019/19
SamenvattingVervaltermijn, Dringende reden, Ontslag op staande voet, Geen verweer tegen ontslag op staande voet, Geheimhoudingsbeding, Redelijkheid en billijkheid.
Samenvatting (Bron)Werknemer kan ook na de vervaltermijn voor het indienen van een verzoek tot vernietiging van een ontslag op staande voet, bij wijze van verweer tegen vordering van werkgever tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding na een rechtsgeldig ontslag op staande voet, de dringende reden betwisten.
AnnotatorY. El Harchaoui
LinkVolledige tekst annotatie (Loyensloeff.com)
UitspraakECLI:NL:GHAMS:2018:4160
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekPersonen- en familierecht
TitelHoge Raad 30-11-2018
CiteertitelJIN 2019/20
SamenvattingAppelprocesrecht, Nihilstelling partneralimentatie voor een periode, Verdiencapaciteit, Motiveringseisen, Buiten grieven treden.
Samenvatting (Bron)Personen- en familierecht. Appelprocesrecht. Partneralimentatie (art. 1:157 BW). Nihilstelling alimentatie op een termijn van drie jaar; verdiencapaciteit alimentatiegerechtigde; motiveringseisen. Buiten de grieven treden.
AnnotatorL. de Roode
UitspraakECLI:NL:HR:2018:2219
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekPersonen- en familierecht
TitelGerechtshof Den Haag 13-11-2018
CiteertitelJIN 2019/21
SamenvattingAfwijzing gebod tot medewerking aan verkoop woning in kort geding. Hof Den Haag wijst een verzoek tot schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad van deze beslissing toe. Een beslissing om onvoorwaardelijk en onherroepelijk medewerking te verlenen aan verkoop (en dus levering) is een verdelingshandeling en het is niet aan de voorzieningenrechter om hier een oordeel over te geven.
Samenvatting (Bron)Kort geding. Vordering medewerking aan verkoop gemeenschappelijke woning toegewezen. Hoger beroep. Incident schorsing uitvoerbaar bij voorraad. Juridische misslag: beslissing om onvoorwaardelijk en onherroepelijk medewerking te verlenen aan verkoop (en dus levering) is een verdelingshandeling. Het is niet aan de voorzieningenrechter om in het kader van een ordemaatregel een definitief einde aan de verdeling te maken.
AnnotatorT.C.P. Christoph
LinkVolledige tekst annotatie (Honoreadvocaten.nl)
UitspraakECLI:NL:GHDHA:2018:3426
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekPersonen- en familierecht
TitelGerechtshof Amsterdam 20-11-2018
CiteertitelJIN 2019/22
SamenvattingWijzigingen zorg- en contactregeling, Benoeming bijzondere curator.
Samenvatting (Bron)Op voorshands benoeming bijzondere curator.
AnnotatorV.T.M. Smeets
LinkVolledige tekst annotatie (willedonker.nl)
UitspraakECLI:NL:GHAMS:2018:4282
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekOndernemingsrecht
TitelHoge Raad 21-12-2018
CiteertitelJIN 2019/23
SamenvattingAansprakelijkheid bestuurders, Onrechtmatige daad.
Samenvatting (Bron)Art. 81 lid 1 RO. Contractenrecht. Koopovereenkomst paard. Vernietiging wegens dwaling; art. 6:228 BW. Persoonlijke aansprakelijkheid bestuurders verkopende vennootschap voor terug te betalen koopprijs; frustreren verhaal op vennootschap; HR 8 december 2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ0758 (Ontvanger/Roelofsen). Aansprakelijkheid tussenpersoon; verzwijgen relevante informatie; causaal verband met schade; art. 6:162 BW en art. 6:98 BW.
AnnotatorM. Poelsema
LinkVolledige tekst annotatie (Nysingh.nl)
UitspraakECLI:NL:HR:2018:2388
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekOndernemingsrecht
TitelRechtbank Midden-Nederland 05-12-2018
CiteertitelJIN 2019/24
SamenvattingAansprakelijkheid OK-functionarissen, Overname onderneming mislukt, Vennootschap failliet, Aandeelhoudersschade, Ernstig verwijt, Omstandigheden.
Samenvatting (Bron)Aansprakelijkheid OK-functionarissen. Overname onderneming mislukt. Vennootschap failliet. Aandeelhoudersschade. Ernstig verwijt? Omstandigheden.
AnnotatorR.Y. Kamerling
UitspraakECLI:NL:RBMNE:2018:5864
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekOndernemingsrecht
TitelRechtbank Overijssel 18-12-2018
CiteertitelJIN 2019/25
SamenvattingBesluitvorming, Schorsing bestuurder, Totstandkomingsgebrek, Schending hoorplicht, Nietig besluit.
Samenvatting (Bron)De kantonrechter schorst het besluit om de directeur van een woningcorporatie te schorsen, tot er in een bodemprocedure over is beslist. De kantonrechter wijst het verzoek van de directeur om weer terug te keren op de werkvloer af.
AnnotatorE.A. van de Kuilen , F. van Pelt
UitspraakECLI:NL:RBOVE:2018:4838
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekOndernemingsrecht
TitelHoge Raad 21-12-2018
CiteertitelJIN 2019/26
SamenvattingIPR, Internationaal publiekrecht, Vordering tot opheffing van in België gelegd conservatoir derdenbeslag en verbod om opnieuw conservatoir beslag te leggen, Immuniteit van executie, ‘Burgerlijke en handelszaken’ art. 1 lid 1 Verordening Brussel I-bis, Exclusieve bevoegdheid art. 24, aanhef en onder 5, Verordening Brussel I-bis, Prejudiciële vragen aan HvJ EU.
Samenvatting (Bron)IPR, internationaal publiekrecht. Bevoegdheid Nederlandse rechter inzake vorderingen tot opheffing van in België gelegd conservatoir derdenbeslag en verbod om opnieuw conservatoir beslag te leggen; vorderingen gegrond op immuniteit van executie van internationale organisatie. Is sprake van burgerlijke en handelszaken (art. 1 lid 1 Verordening Brussel I-bis) en van exclusieve bevoegdheid van Belgische rechter (art. 24, aanhef en onder 5, Verordening Brussel I-bis)? Ambtshalve onderzoek van bevoegdheid door Hoge Raad (art. 27 Verordening Brussel I-bis). Prejudiciële vragen aan HvJEU.
AnnotatorM. Teekens
UitspraakECLI:NL:HR:2018:2361
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCiviel recht
TitelHoge Raad 18-01-2019
CiteertitelJIN 2019/27
SamenvattingIPR, Insolventierecht, Yukoszaak, Erkenning Russisch faillissementsvonnis, Toepassing openbareorde-exceptie, Verbod van révision au fond, Uitputtingsregel, Causaal verband met Russische belastingprocedures en gevolgen van voldongen feiten voor niet-erkenning.
Samenvatting (Bron)IPR. Insolventierecht. Yukoszaak, vervolg op HR 13 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ5668 en HR 16 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:221. Erkenning Russisch faillissementsvonnis in Nederland; maatstaf (HR 26 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2838 (Gazprombank)). Toepassing van de openbare-orde-exceptie; schending van fundamentele beginselen en waarden. Verbod van 'révision au fond'. Uitputting van rechtsmiddelen in land van herkomst. Staan voldongen feiten aan niet-erkenning in de weg? Causaal verband tussen fundamentele gebreken in Russische belastingprocedures en Russisch faillissementsvonnis. Motiveringsklachten.
AnnotatorE.J.H. Zandbergen , S. Lubberhuizen
UitspraakECLI:NL:HR:2019:54
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekStrafrecht
TitelHoge Raad 08-01-2019
CiteertitelJIN 2019/28
SamenvattingSchriftuur tardief doordat geen mededeling betekening is ontvangen.
Samenvatting (Bron)Schriftuur tardief doordat geen mededeling betekening is ontvangen? Art. 437.2 Sv. Aanzegging in cassatie is in persoon aan verdachte uitgereikt, terwijl strafadministratie HR door middel van gewone brief mededeling van betekening heeft gedaan aan raadsman verdachte. Raadsman heeft n.a.v. aan hem toegezonden mededeling rechtsdag met constatering dat geen cassatieschriftuur is ingediend aan strafadministratie HR bericht dat mededeling betekening zijn advocatenkantoor nooit heeft bereikt en daarbij alsnog schriftuur ingediend. Ingeval vaststaat dat mededeling d.m.v. gewone brief over de post is verzonden naar het door geadresseerde opgegeven adres terwijl er geen aanwijzing is dat bij verzending mogelijk iets is misgegaan, mag van geadresseerde worden gevergd dat hij voldoende feitelijke gegevens aanvoert ter staving van zijn stelling dat hij die brief niet heeft ontvangen. Enkele stelling van geadresseerde dat hij brief niet heeft ontvangen, is onvoldoende om aan te nemen dat bij verzending iets is misgegaan. In aanmerking genomen dat onderhavige mededeling d.m.v. gewone brief over de post is verzonden aan (kantoor)adres van raadsman dat is vermeld in zijn stelbrief en dat aanwijzingen ontbreken dat bij verzending van die mededeling iets is misgegaan, moet - gelet op het hiervoor overwogene - worden voorbijgegaan aan niet nader gestaafde stelling van raadsman dat hij die mededeling nimmer heeft ontvangen. HR verklaart verdachte n-o, nu geen schriftuur houdende middelen is ingediend.
AnnotatorB.A.A. Postma
UitspraakECLI:NL:HR:2019:17
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekStrafrecht
TitelHoge Raad 08-01-2019
CiteertitelJIN 2019/29
SamenvattingLevert het toevoegen van de woorden “zal ik jou eens met GHB inspuiten?” een bedreiging ex art. 285 Sr op.
Samenvatting (Bron)Bedreiging van zijn halfzus, art. 285.1 Sr. Levert het toevoegen van de woorden "zal ik jou eens met GHB inspuiten?" bedreiging met zware mishandeling op? Voor een veroordeling t.z.v. bedreiging met zware mishandeling is vereist dat de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij betrokkene in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat deze zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen (vgl. ECLI:NL: HR:2005:AT3659). s Hofs oordeel dat hiervan sprake is geweest door het toevoegen van de woorden: "zal ik jou eens met GHB inspuiten?", getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk. Volgt verwerping.
AnnotatorB.A.A. Postma
UitspraakECLI:NL:HR:2019:19
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekStrafrecht
TitelHoge Raad 22-01-2019
CiteertitelJIN 2019/30
SamenvattingBezwaarschrift tegen dagvaarding.
Samenvatting (Bron)Bezwaarschrift tegen dagvaarding, art. 262 Sv. Beoordelingskader raadkamer. Dagvaarding t.z.v. ronselen voor gewapende strijd en voorbereiden/bevorderen terroristisch misdrijf. OM n-o in vervolging i.v.m. vertrouwensbeginsel omdat in e-mail technisch sepot in vooruitzicht is gesteld? Onderzoek in raadkamer n.a.v. bezwaarschrift tegen dagvaarding draagt summier karakter. Wanneer in zaken als deze op art. 262.5 Sv gegrond verweer wordt gevoerd dat ertoe strekt dat OvJ n-o is in vervolging dan wel onvoldoende aanwijzing van schuld aanwezig is dan wel feit of verdachte niet strafbaar is, is raadkamer verplicht zich over doeltreffendheid verweer uit te laten, zulks met inachtneming van evenbedoeld summier karakter van het onderzoek. In aanmerking genomen dat later oordelende strafrechter (zittingsrechter) niet is gebonden aan oordeel raadkamer n.a.v. verwerping van zon verweer, kan aan dat oordeel voorlopig karakter niet worden ontzegd. Dat klemt temeer wanneer oordeel raadkamer verweven is met waarderingen van feitelijke aard. Dan geldt als maatstaf of hoogst waarschijnlijk is dat zittingsrechter aan verweer mede ten grondslag gelegde f&o aannemelijk zal oordelen. Summier karakter onderzoek noopt tot terughoudende toepassing van die maatstaf door raadkamer aangezien rekening moet worden gehouden met mogelijkheid dat zittingsrechter tot andere feitelijke waardering komt. In art. 167.1 Sv is aan OM bevoegdheid toegekend zelfstandig te beslissen of vervolging moet plaatsvinden. Een bij verdachte o.g.v. mededeling van OM (of aan OM toe te rekenen mededeling) opgewekt vertrouwen dat hij niet (verder) zal worden vervolgd, kan alleen leiden tot n-o verklaring indien vertrouwen in gegeven omstandigheden gerechtvaardigd is (vgl. ECLI:NL:HR:2015:2982). s Hofs oordeel dat verdachte niet gerechtvaardigd mocht vertrouwen dat hij niet zou worden vervolgd, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk. Volgt verwerping.
AnnotatorC. van Oort
UitspraakECLI:NL:HR:2019:89
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBestuursrecht
TitelEHRM 17-07-2018, 5475/06
CiteertitelJIN 2019/31
SamenvattingVervallen van procesbelang, Recht op een eerlijk proces, Recht op toegang tot de rechter Publicatie: JIN 2019/31 (Sdu Jurisprudentie in Nederland), aflevering 2, 2019 Annotator:
AnnotatorD.G.J. Sanderink
UitspraakECLI:CE:ECHR:2018:0717JUD000547506
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBestuursrecht
TitelRaad van State 29-08-2018
CiteertitelJIN 2019/32
SamenvattingAfwijzing aanvraag tot vestiging crematorium, Karakter toetsing administratief beroep, Karakter toetsing beroep.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 2 april 2015 heeft het college van b&w de aanvraag van Grocon op grond van artikel 53 van de Wet op de lijkbezorging (hierna: de Wlb) voor de vestiging van een crematorium op het perceel Baardmeesweg 15E te Zeewolde afgewezen.
AnnotatorL.M. Koenraad
UitspraakECLI:NL:RVS:2018:2866
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBestuursrecht
TitelCentrale Raad van Beroep 15-08-2018
CiteertitelJIN 2019/33
SamenvattingBestuursorgaan, Privaatrechtelijk rechtspersoon, Publieke taakjurisprudentie, Criteria.
Samenvatting (Bron)Criteria op grond waarvan een privaatrechtelijke rechtspersoon als bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Awb kan worden aangemerkt. FMMU voldoet aan het inhoudelijke vereiste en het financiële vereiste. Afwijzing aanvraag om een hoog persoonlijk kilometer budget. Appellante wordt terecht in staat geacht om met de trein te reizen, al dan niet met begeleiding of hulpmiddelen.
AnnotatorJ.A.F. Peters
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:2554
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBestuursrecht
TitelCentrale Raad van Beroep 23-08-2018
CiteertitelJIN 2019/34
SamenvattingGeslaagd beroep op vertrouwensbeginsel, Rechtvaardigt schending van dit beginsel handelen in strijd met een dwingendrechtelijke wetsbepaling.
Samenvatting (Bron)Het Uwv heeft met de brief van 13 oktober 2010 de gerechtvaardigde verwachting gewekt dat op dat moment geen sprake was van WGAuitkeringen die ten laste van de appellante zouden kunnen komen. Nu de verstrekte informatie uitdrukkelijk, ondubbelzinnig en onvoorwaardelijk is geformuleerd, mocht appellante hierop vertrouwen. Het verhalen op appellante van de aan de werknemer toegekende WGAuitkering over de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 oktober 2015 is dan ook strijdig met het algemeen beginsel van behoorlijk bestuur dat gewekte gerechtvaardigde verwachtingen zo mogelijk behoren te worden gehonoreerd. De rechtbank wordt niet gevolgd in het oordeel dat appellante niet aan haar onderzoeksplicht heeft voldaan. Appellante heeft juist wel onderzoek gedaan en het Uwv om concrete informatie gevraagd. Vernietiging besluit. Beroep gegrond. Het besluit van 19 oktober 2015 wordt herroepen.
AnnotatorC.N.J. Kortmann
UitspraakECLI:NL:CRVB:2018:2624
Artikel aanvragenVia Praktizijn