Nederlands Juristenblad

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Nederlands Juristenblad
Datum 22-05-2019
Aflevering 20
RubriekVooraf
TitelProtocol 16 EVRM: nog meer prejudiciële vragen
CiteertitelNJB 2019/1131
SamenvattingOp 10 april 2019 gaf het EHRM zijn eerste ‘advisory opinion’ gebaseerd op Protocol 16 EVRM dat op 1 augustus 2018 in werking is getreden.1 Dit protocol voorziet in de mogelijkheid dat de hoogste rechterlijke instanties in de lidstaten het EHRM kunnen vragen een advies te geven over de uitleg en de toepassing van het EVRM in een zaak waarover zij hebben te oordelen. Het verzoek was afkomstig van het Franse Cour de Cassation en had betrekking op de erkenning van kinderen die in het buitenland zijn geboren uit draagmoederschap.
Auteur(s)T. Spronken
LinkVolledige tekst advies (echr.coe.int)
LinkVolledige tekst artikel (njb.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekWetenschap
TitelInternetonderzoek door bestuursorganen
CiteertitelNJB 2019/1132
SamenvattingIn besluitvormingstrajecten waarin de overheid zéér afhankelijk is van privéinformatie van burgers, zoals in de sociale zekerheid, het vreemdelingenrecht en het belastingrecht, biedt internet ongekende en verruimde mogelijkheden om die privéomstandigheden met een paar muisklikken te achterhalen. In hoeverre is openbronnenonderzoek op internet binnen het bestuursrechtrechtelijk kader toelaatbaar? Binnen het strafrecht en het inlichtingendomein worden nieuwe bevoegdheden geďntroduceerd voor ‘stelselmatig openbronnenonderzoek’, terwijl binnen het bestuursrecht dergelijke plannen ontbreken. In dit artikel wordt de achtergrond van dit verschil in regulering geanalyseerd en bezien of normen en waarborgen uit het strafvorderlijk domein toepasbaar zijn in het bestuursrecht teneinde de grondrechten van betrokkenen (beter) te beschermen.
Auteur(s)J.J. Oerlemans , Y.E. Schuurmans
LinkVolledige tekst artikel (leidenuniv.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekEssay
TitelDe besturing van de Rechtspraak: dat kan beter
CiteertitelNJB 2019/1133
SamenvattingToen de auteur voorzitter was van de Raad voor de rechtspraak is hij veelvuldig met sturingskwesties binnen de Rechtspraak geconfronteerd. Nu hij terug getreden is uit de Raad en weer werkzaam als rechter, voelt hij zich vrij om enkele strikt persoonlijke gedachten die hij door de jaren heen heeft ontwikkeld over het functioneren van het systeem publiek te maken en in dit artikel suggesties voor verbetering te doen.
Auteur(s)F.C. Bakker
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekFocus
CiteertitelNJB 2019/1134
SamenvattingCivilisten herdenken dit jaar het honderdjarige arrest Lindenbaum/Cohen. Bestuursrechtjuristen richten hun aandacht op de ‘zilveren’ Algemene wet bestuursrecht. Een eeuw geleden (1919) verscheen ook de Handleiding Nederlandsch administratief recht. Deze Oppenheimbundel was de eerste omvangrijke bundel over Nederlands bestuursrecht. De bundel bevat een schat aan informatie met betrekking tot de grondslagen en karakteristieken van dit rechtsgebied. Een relatief onbekende honderdjarige sneeuwt gemakkelijk onder. In deze bijdrage wordt de historische Oppenheimbundel daarom alsnog in het zonnetje gezet. Daar is reden toe, want in deze bundel komen de grondslagen van ons bestuursrecht aan bod die ook tegenwoordig nog volop in de belangstelling staan. Het gaat hier voor een deel om fundamentele uitgangspunten die bovendien van belang blijven voor de toekomst van het bestuursrecht.
Auteur(s)B. Assink , R.J.N. Schlössels
UitspraakECLI:EENVERGETENJARIGE
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekOpinie
TitelKlimaatinclusief bos of chainsaw massacre?
CiteertitelNJB 2019/1135
SamenvattingMomenteel wordt veel Nederlands bos gekapt. Media staan er bol van. Niemand begrijpt het want bomen leggen CO2 vast en zijn dan toch juist goed voor het klimaat? In de media komen dan ecologen het uitleggen: het is niet goed voor het klimaat ja, maar wel voor de zandhagedis of de witsnuitlibel. Wat die bosecologen niet vermelden of weten is dat eigenlijk wij juristen schuldig zijn: wettelijke natuurtoetsen zoals de habitattoets uit de Wet natuurbescherming eisen in veel natuurgebieden een x-aantal hectares van habitattype droge heide, natte heide of stuifzand en dan moet je wettelijk dus kappen als je teveel bos hebt maar te weinig hei. Staatsbosbeheer staat dus niet zozeer ecologisch als wel juridisch met zijn rug tegen de muur...
Auteur(s)F.H. Kistenkas
LinkVolledige tekst artikel (njb.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekOpinie
TitelHet verbod op publieke verwijzingen naar schuld vereist een fundamentele verandering in het persbeleid van het Openbaar Ministerie
CiteertitelNJB 2019/1136
SamenvattingBijna dagelijks laat het Openbaar Ministerie zich publiekelijk uit over de schuld van verdachten in lopende strafrechtelijke onderzoeken. Hierdoor verschuift de discussie over schuld en straf van de zittingszaal naar de publieke arena. Het gebeurt inmiddels zo vaak, dat ten onrechte de indruk zou kunnen ontstaan dat dit normaal is en dat dit (dus) mag. Maar dat is niet het geval. Integendeel: dat het Openbaar Ministerie zich publiekelijk uitlaat over de schuld van een verdachte is expliciet verboden.
Auteur(s)J. Winkels
LinkVolledige tekst artikel (njb.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - EHRM
TitelEHRM, 19-03-2019, 43624/14
CiteertitelNJB 2019/1137
SamenvattingNo violation of Article 8 - Right to respect for private and family life (Article 8 - Positive obligations Article 8-1 - Respect for private life) (Hřiness/Noorwegen)
UitspraakECLI:CE:ECHR:2019:0319JUD004362414
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - Hoge Raad (civiele kamer)
TitelHoge Raad 10-05-2019
CiteertitelNJB 2019/1138
SamenvattingSamenwoning zonder huwelijk, geregistreerd partnerschap of samenlevingscontract
Samenvatting (Bron)Relatievermogensrecht. Samenwoning zonder huwelijk, geregistreerd partnerschap of samenlevingscontract. Vrouw investeert geld in verbouwing woning van de man. Recht op vergoeding van de investering? Analoge toepassing van art. 1:87 BW? Gemeenschap in de zin van titel 3.7 BW? Ongerechtvaardigde verrijking door besparing van kosten? Redelijkheid en billijkheid (art. 6:2 lid 1 BW).
UitspraakECLI:NL:HR:2019:707
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - Hoge Raad (civiele kamer)
TitelHoge Raad 10-05-2019
CiteertitelNJB 2019/1139
SamenvattingVordering tot medewerking aan vestiging van recht van hypotheek op in Frankrijk gelegen onroerende zaak
Samenvatting (Bron)IPR. Internationale bevoegdheid Nederlandse rechter. Vordering tot medewerking aan vestiging van recht van hypotheek op in Frankrijk gelegen onroerende zaak. Vraag of sprake is van vordering betreffende zakelijk recht in de zin van art. 24, onder 1, Verordening Brussel-I-bis.
UitspraakECLI:NL:HR:2019:688
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - Hoge Raad (civiele kamer)
TitelHoge Raad 10-05-2019
CiteertitelNJB 2019/1140
SamenvattingMogelijkheid voor partij om rechter te verzoeken zijn uitspraak aan te vullen
Samenvatting (Bron)Procesrecht. Art. 32 Rv. Verzuim rechter om te beslissen over onderdeel van het gevorderde of verzochte. Mogelijkheid voor partij om rechter te verzoeken zijn uitspraak aan te vullen. Kan verzoek om aanvulling ook worden gedaan door de wederpartij?
UitspraakECLI:NL:HR:2019:699
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - Raad van State
TitelRaad van State 15-04-2019
CiteertitelNJB 2019/1141
SamenvattingAanvraag machtiging tot voorlopig verblijf afgewezen
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 13 februari 2017 heeft de staatssecretaris een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen afgewezen.
UitspraakECLI:NL:RVS:2019:1171
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - Raad van State
TitelRaad van State 17-04-2019
CiteertitelNJB 2019/1142
SamenvattingNederlanderschap ingetrokken
Samenvatting (Bron)Bij onderscheiden besluiten van 11 september 2017 heeft de staatssecretaris het Nederlanderschap van [appellant sub 2] ingetrokken en hem ongewenst verklaard.
UitspraakECLI:NL:RVS:2019:990
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - Raad van State
TitelRaad van State 24-04-2019
CiteertitelNJB 2019/1143
SamenvattingPersoonsgebonden gedoogbeslissing voor bouwwerk
Samenvatting (Bron)Op 6 juni 2016 heeft het college een persoonsgebonden gedoogbeslissing genomen voor een bouwwerk op het perceel van [appellant] aan [locatie] te Hoogeloon (hierna: het perceel).
UitspraakECLI:NL:RVS:2019:1356
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - Raad van State
TitelRaad van State 24-04-2019
CiteertitelNJB 2019/1144
SamenvattingRijbewijs ongeldig verklaard
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 13 juli 2016 heeft het CBR het rijbewijs van [wederpartij] vanaf 20 juli 2016 ongeldig verklaard.
UitspraakECLI:NL:RVS:2019:1339
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - Raad van State
TitelRaad van State 24-04-2019
CiteertitelNJB 2019/1145
SamenvattingBesluit vernietigd waaraan staatssecretaris zijn goedkeuring had onthouden
Samenvatting (Bron)De Afdeling heeft bij uitspraak van 7 februari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:421, het beroep van Yunus Emre tegen het besluit van de staatssecretaris van 22 december 2016 gegrond verklaard en dat besluit vernietigd. Bij het vernietigde besluit heeft de staatssecretaris zijn goedkeuring onthouden aan het besluit van de raad van de gemeente Westland van 5 juli 2016, waarbij de raad het plan van scholen 2017-2019 heeft vastgesteld.
UitspraakECLI:NL:RVS:2019:1320
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - Centrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 30-04-2019
CiteertitelNJB 2019/1146
SamenvattingToepasselijkheid beslistermijn van 12 weken indien er sprake is van een adviescommissie
Samenvatting (Bron)Wel belang bij beoordelen grond dat de aflossingscapaciteit niet goed is vast gesteld, ook al is de vordering inmiddels afgelost. De toepasselijkheid van een beslistermijn van 12 weken indien er sprake is van een adviescommissie vloeit direct voort uit artikel 7:10 van de Awb en is niet afhankelijk van een mededeling aan betrokkene daar over. Verzoek dwangsom is terecht afgewezen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2019:1470
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - Centrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 30-04-2019
CiteertitelNJB 2019/1147
SamenvattingGeen geslaagd beroep op vertrouwensbeginsel
Samenvatting (Bron)Voorlopig bezwaar bevatte geen concrete gronden op welke punten appellant de afwijzing van de aanvraag niet juist acht. College heeft verzending aanbiedingsbrief met hersteltermijn voor het indienen van de gronden aannemelijk gemaakt. Geen schending equality of arms omdat uit artikel 6 EVRM geen concrete regels over bewijswaardering kunnen worden afgeleid. Geen geslaagd beroep op vertrouwensbeginsel. Geen bijzondere omstandigheden voor bijstandsverlening vóór datum melding.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2019:1473
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - Centrale Raad van Beroep
TitelCentrale Raad van Beroep 07-05-2019
CiteertitelNJB 2019/1148
SamenvattingNiet professionele houding en ongepaste handelwijze sociaal rechercheur.
Samenvatting (Bron)Niet professionele houding en ongepaste handelwijze sociaal rechercheur. Verklaring wel in vrijheid afgelegd. Onvoldoende feitelijke grondslag voor vaststelling woonplaats buiten de bijstandsverlenende gemeente. Geen zorgvuldige voorbereiding. Niet te houden aan opzegging bijstand. Onjuiste voorstelling van zaken.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2019:1426
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - College van Beroep voor het bedrijfsleven
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 23-04-2019
CiteertitelNJB 2019/1149
SamenvattingZonder vergunning gehandeld in diergeneesmiddelen
Samenvatting (Bron)Hoger beroep boete zonder vergunning voor groothandel in diergeneesmiddelen te handelen. Niet gebleken dat appellante Veramix met het oog op de medische zorg voor betreffende dieren heeft geleverd. Bijzondere omstandigheden aanwezig om boete te matigen.
UitspraakECLI:NL:CBB:2019:167
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - College van Beroep voor het bedrijfsleven
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 30-04-2019
CiteertitelNJB 2019/1150
SamenvattingBoetes ACM voor overtreding terugbetalingsverplichting en informatieverplichting website
Samenvatting (Bron)Wet handhaving consumentenbescherming. Oplegging van twee boetes door ACM voor 1) overtreding van de terugbetalingsverplichting en 2) overtreding van de informatieverplichting op de website. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank, met dien verstande dat schending van het verbod van willekeur met zich brengt dat ACM niet in redelijkheid gebruik heeft kunnen maken van haar bevoegdheid om [naam 1] een bestuurlijke boete op te leggen. Het College overweegt voorts dat ACM wegens strijd met het legaliteitsbeginsel niet bevoegd was om jegens [naam 1] handhavend op te treden ten aanzien van de terugbetalingsverplichting. De aangevallen uitspraak wordt in zoverre vernietigd. Het College vernietigt voorts het sanctiebesluit van ACM. Het hoger beroep van [naam 1] is gegrond. Het hoger beroep van ACM is ongegrond.
UitspraakECLI:NL:CBB:2019:162
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtspraak - College van Beroep voor het bedrijfsleven
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 30-04-2019
CiteertitelNJB 2019/1151
SamenvattingBoetes ACM voor overtreding terugbetalingsverplichting en informatieverplichting website
Samenvatting (Bron)Wet handhaving consumentenbescherming. Oplegging van twee boetes door ACM voor 1) overtreding van de terugbetalingsverplichting en 2) overtreding van de informatieverplichting op de website. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank, met dien verstande dat schending van het verbod van willekeur met zich brengt dat ACM niet in redelijkheid gebruik heeft kunnen maken van haar bevoegdheid om [naam 3] een bestuurlijke boete op te leggen. Het College overweegt voorts dat ACM wegens strijd met het legaliteitsbeginsel niet bevoegd was om jegens [naam 3] handhavend op te treden ten aanzien van de terugbetalingsverplichting. De aangevallen uitspraak wordt in zoverre vernietigd. Het College vernietigt voorts het sanctiebesluit van ACM. Het hoger beroep van [naam 3] is gegrond. Het hoger beroep van ACM is ongegrond.
UitspraakECLI:NL:CBB:2019:163
Artikel aanvragenVia Praktizijn