Rubriek | Arbeidsongeschiktheid |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 25-04-2019 |
Citeertitel | USZ 2019/181 |
Samenvatting | Laattijdige aanvraag WIA, Eerste arbeidsongeschiktheidsdag, Einde wachttijd, Ingangsdatum uitkering, Geen analoge toepassing werkwijze Wajong. |
Samenvatting (Bron) | Het Uwv heeft de gebreken na de tussenuitspraak hersteld. Geconcludeerd wordt dat voor appellant op 4 april 2007 geen recht op een WIA-uitkering is ontstaan, omdat hij op dat moment minder dan 35% arbeidsongeschikt was in de zin van die wet. De aanvraag van appellant is terecht afgewezen. Hierin wordt aanleiding gezien de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten. |
Annotator | E. van den Bogaard |
Link | Volledige tekst annotatie (westhoff.nl) |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2019:1433 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Arbeidsongeschiktheid |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 02-05-2019 |
Citeertitel | USZ 2019/182 |
Samenvatting | Datum in geding, Datum einde loongerelateerde WGA-uitkering, Beleid UWV. |
Samenvatting (Bron) | 1) Beroep tegen bestreden besluit 1 niet-ontvankelijk verklaard. Geen procesbelang meer. 2) Nu bestreden besluit 3 een wijziging van bestreden besluit 2 inhoudt, moet ook dat besluit in de beoordeling worden meegenomen. Het Uwv heeft bestreden besluit 2 niet gehandhaafd en bestreden besluit 3 daarvoor in de plaats gesteld. Daarom wordt bestreden besluit 2 vernietigd. 3) WGA-loonaanvullingsuitkering terecht beëindigd. Geen twijfel aan de bevindingen van de verzekeringsarts. FML juist vastgesteld. Aan een bepaalde opleidingsniveau-eis kan voldoen door een combinatie van zijn opleiding en werkervaring. Nu betrokkene in Turkije de basisschool heeft afgerond en een meerjarig arbeidsverleden heeft in Nederland, is het aannemen van opleidingsniveau 2 niet als onjuist te beschouwen. |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2019:1500 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Arbeidsongeschiktheid |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 15-05-2019 |
Citeertitel | USZ 2019/183 |
Samenvatting | Anticumulatie, Regeling samenloop, Uitleg cao-bepaling, Kennelijk onredelijk resultaat. |
Samenvatting (Bron) | Anticumulatie wegens eenmalige cao-uitkering. De in artikel 5.4 van de cao vermelde eenmalige uitkering kan niet worden gezien als een periodieke uitkering als bedoeld in artikel 2, achtste lid, van de Regeling samenloop. De betreffende uitkering moet wel als loon in de zin van artikel 44 van de WAO worden aangemerkt. Geen bijzondere omstandigheden om artikel 44, tweede lid, van de WAO niet toe te passen. Het Uwv heeft terecht vastgesteld dat de WAO-uitkering in de maand maart 2016 moet worden betaald naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 65 tot 80%, zodat appellant teveel voorschot heeft ontvangen en het te veel betaalde voorschot moet terugbetalen. Van dringende reden om van terugvordering af te zien is niet gebleken. |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2019:1744 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Arbeidsongeschiktheid |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 16-05-2019 |
Citeertitel | USZ 2019/184 |
Samenvatting | Eigen bijdrage Wet langdurige zorg (Wlz). |
Samenvatting (Bron) | Het Uwv heeft terecht de eigen bijdrage ingevolge de Wlz op de Wajong-uitkering in mindering gebracht. De inhouding is gebaseerd op reparatiewetgeving, waarbij een omissie in de regelgeving, ontstaan door de overgang van de AWBZ naar de Wlz en de Wmo 2015, is gerepareerd. Daarbij is alsnog, met terugwerkende kracht, de bevoegdheid voor het Uwv ontstaan om de eigen bijdrage in te houden. Geen verboden inbreuk op het ongestoord genot van eigendom als bedoeld in artikel 1 van het Eerste Protocol, EVRM. |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2019:1647 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Centrale Raad van Beroep 22-05-2019 |
---|---|
Citeertitel | USZ 2019/185 |
Samenvatting | Betalingsonmacht, Vergoeding kennelijk onredelijk ontslag. |
Samenvatting (Bron) | Betalingsverplichting waarvan overneming wordt verzocht, zijnde de schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag, heeft geen betrekking op de in artikel 64 van de WW genoemde tijdvakken. Ter zitting is gebleken dat met de werkgeefster overeengekomen vergoeding niet is aangewend voor de opbouw of aankoop van een pensioen. Anders dan door appellant gesteld, is daarom artikel 64, eerste lid, aanhef en onder c, van de WW niet van toepassing. Het beroep op de Richtlijn 2008/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de bescherming van werknemers bij insolventie van de werkgever slaagt niet. |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2019:1874 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Werkloosheid |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 23-05-2019 |
Citeertitel | USZ 2019/186 |
Samenvatting | Nieuw besluit na herroeping eerder besluit. |
Samenvatting (Bron) | De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat, nu het bestreden besluit op een geheel andere grondslag berust dan het herroepen besluit, sprake is van een nieuw besluit op een andere grondslag. De daaraan door de rechtbank ten grondslag liggende overwegingen worden volledig onderschreven. Het Uwv was bevoegd om de WW-uitkering van appellante na de uitspraak van de rechtbank van 16 september 2016, waarbij het besluit van 8 december 2014 is herroepen, te herzien en tot terugvordering over te gaan. |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2019:1794 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Bijstand |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 30-04-2019 |
Citeertitel | USZ 2019/187 |
Samenvatting | Afgewezen verzoek tot uitbetaling van de op de bijstand in mindering gebrachte alleenstaande ouder korting, Beslaglegging, Middelen, Beschikken over, Geen bijstand voor schulden. |
Samenvatting (Bron) | Middelen begrip. Beschikken over. Beslag op alleenstaande ouder korting. Afgewezen verzoek tot uitbetaling op bijstand in mindering gebrachte alleenstaande ouderkorting. |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2019:1916 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Bijstand |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 07-05-2019 |
Citeertitel | USZ 2019/188 |
Samenvatting | Niet professionele houding en ongepaste handelwijze sociaal rechercheur, Geen sprake van niet in vrijheid afgelegde verklaring, Onvoldoende feitelijke grondslag voor vaststelling woonplaats buiten de bijstandsverlenende gemeente, Geen zorgvuldige voorbereiding, Niet te houden aan opzegging bijstand, Onjuiste voorstelling van zaken. |
Samenvatting (Bron) | Niet professionele houding en ongepaste handelwijze sociaal rechercheur. Verklaring wel in vrijheid afgelegd. Onvoldoende feitelijke grondslag voor vaststelling woonplaats buiten de bijstandsverlenende gemeente. Geen zorgvuldige voorbereiding. Niet te houden aan opzegging bijstand. Onjuiste voorstelling van zaken. |
Annotator | M.W. Venderbos |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2019:1426 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Bijstand |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 28-05-2019 |
Citeertitel | USZ 2019/189 |
Samenvatting | Vaststellen aanvang verjaringstermijn voor nemen van besluit tot intrekking of terugvordering van bijstand, Vijfjaarstermijn, Subjectief bekend zijn met bestaan van vordering. |
Samenvatting (Bron) | Intrekking en terugvordering. Verzwegen middelen. Beroep op verjaring slaagt niet. |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2019:1866 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Bijstand |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 28-05-2019 |
Citeertitel | USZ 2019/190 |
Samenvatting | Toepassing kostendelersnorm, Ingeschreven zoon, Daadwerkelijk wonen op het uitkeringsadres. |
Samenvatting (Bron) | Toepassing kostendelersnorm. Niet kennelijk aannemelijk gemaakt dat ingeschreven medebewoner niet daadwerkelijk woonde op uitkeringsadres. |
Annotator | Redactie |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2019:1810 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Bijstand |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 28-05-2019 |
Citeertitel | USZ 2019/191 |
Samenvatting | Afgewezen aanvraag IOAW, Uitleg “bereiken volledige uitkeringsduur WW”. |
Samenvatting (Bron) | Afgewezen aanvraag IOAW vanwege niet doorlopen volledige uitkeringsduur WW. Uitleg van begrip "bereiken volledige uitkeringsduur WW". |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2019:1906 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ziektekosten en voorzieningen |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 21-05-2019 |
Citeertitel | USZ 2019/192 |
Samenvatting | Norm voor verblijf in inrichting, Zorgboerderij. |
Samenvatting (Bron) | Wijziging norm naar verblijf in inrichting. Zorgboerderij kan worden aangemerkt als inrichting. |
Annotator | M.F. Vermaat , M.W. Venderbos |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2019:1666 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Ziektekosten en voorzieningen |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 29-05-2019 |
Citeertitel | USZ 2019/193 |
Samenvatting | Maatschappelijke ondersteuning, Seksuele behoeften. |
Samenvatting (Bron) | Aanvraag voor een maatwerkvoorziening waarmee appellant seksuele dienstverlening kan inkopen, terecht afgewezen. De Raad heeft geen aanknopingspunten gevonden voor het oordeel dat de wetgever het vervullen van seksuele behoeften beschouwt als noodzakelijke adl waarvoor het college maatschappelijke ondersteuning moet verstrekken. |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2019:1776 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Centrale Raad van Beroep 05-06-2019 |
---|---|
Citeertitel | USZ 2019/194 |
Samenvatting | Beëindiging pgb, Geen veilige, doeltreffende en cliëntgerichte verstrekking. |
Samenvatting (Bron) | Pbg terecht beëindigd. Gelet op de informatie van de Mutsaersstichting is niet gewaarborgd dat de zorg aan appellant veilig, doeltreffend en cliëntgericht zal worden verstrekt. Bij de moeder en stiefvader van appellant ontbreekt de deskundigheid om de benodigde specialistische begeleiding en zorg gericht op gedragsregulering te kunnen bieden. Dat is wel nodig om de zorg waarvoor het pgb is aangevraagd, veilig, doeltreffend en cliëntgericht aan appellant te kunnen verlenen. |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2019:1815 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Dagloon |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 22-05-2019 |
Citeertitel | USZ 2019/195 |
Samenvatting | Tweede WAO-recht, Dagloon, Geen schending loondervingsbeginsel, Geen strijd art. 1 EP. |
Samenvatting (Bron) | WAO-dagloon juist vastgesteld. Geen strijd met artikel 1 van het Eerste Protocol. |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2019:1873 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Centrale Raad van Beroep 06-06-2019 |
---|---|
Citeertitel | USZ 2019/196 |
Samenvatting | Boete, Verminderde verwijtbaarheid. |
Samenvatting (Bron) | Boete. Schending inlichtingenverplichting. Verminderde verwijtbaarheid. Enerzijds moet vastgesteld worden dat betrokkene, door de aan hem door appellant verstrekte informatie, had moeten begrijpen dat hij de wijziging in zijn woonsituatie zelf aan appellant moest melden. Maar anderzijds kan niet worden voorbijgegaan aan het gegeven dat hij van de gemeente Sint-Michielsgestel heeft vernomen, op zijn expliciete vraag, dat hij verder geen acties hoefde te ondernemen richting onder andere appellant. Tegenover dit laatste staat weer dat de ongewijzigde betalingen in februari en maart 2015 bij betrokkene de vraag hadden moeten oproepen of de Svb reeds op de hoogte was, niet alleen van de adreswijziging van [X.], maar ook van het feit dat betrokkene met haar een gezamenlijke huishouding voerde. De Raad doet zelf af. |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2019:1846 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Internationaal |
---|---|
Titel | HvJ EU 06-06-2019, C-33/18 |
Citeertitel | USZ 2019/197 |
Samenvatting | Werknemer die werkzaamheden in loondienst en werkzaamheden anders dan in loondienst verricht in verschillende lidstaten, Indiening van een aanvraag om onderworpen te worden aan de wetgeving die van toepassing is op grond van verordening. |
Samenvatting (Bron) | Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 6 juni 2019.#V tegen Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) en Securex Integrity vzw.#Verzoek van de cour du travail de Liege om een prejudiciele beslissing.#Prejudiciele verwijzing - Coordinatie van de socialezekerheidsstelsels - Migrerende werknemers - Verordening (EG) nr. 883/2004 - Overgangsbepalingen - Artikel 87, lid 8 - Verordening (EEG) nr. 1408/71 - Artikel 14 quater, onder b) - Werknemer die werkzaamheden in loondienst en werkzaamheden anders dan in loondienst verricht in verschillende lidstaten - Afwijkingen van het beginsel dat de wetgeving van slechts een lidstaat van toepassing is - Onderwerping aan de wetgeving van twee lidstaten - Indiening van een aanvraag om onderworpen te worden aan de wetgeving die van toepassing is op grond van verordening nr. 883/2004.#Zaak C-33/18. |
Uitspraak | ECLI:EU:C:2019:470 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Diversen |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 24-04-2019 |
Citeertitel | USZ 2019/198 |
Samenvatting | Werkneemster niet toegelaten als partij, Verwijtbaar geen zienswijzen ingediend, Geen bezwaar gemaakt of administratief beroep ingesteld. |
Samenvatting (Bron) | Artikel 6:13 van de Awb. Verwijtbaar geen zienswijzen ingediend, geen bezwaar gemaakt of geen administratief beroep ingesteld, dan geen beroep bij de bestuursrechter mogelijk voor derde belanghebbende. Besluitvorming door het Uwv is terecht aangemerkt als een weigering om terug te komen van het besluit van 7 augustus 2008. De inschatting van de herstelkansen, in de zin van een verbetering van de functionele mogelijkheden van de betrokken verzekerde, is door de verzekeringsarts op 3 mei 2008 onderbouwd en juist gedaan. |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2019:1627 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Diversen |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 24-04-2019 |
Citeertitel | USZ 2019/199 |
Samenvatting | Verzoek om terug te komen van besluit, Nieuw feit, Evidente onredelijkheid. |
Samenvatting (Bron) | Verzoek om terug te komen terecht afgewezen. De afwijzing van het verzoek om terug te komen van het besluit van 20 april 2016 is niet evident onredelijk. |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2019:1510 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Diversen |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 24-04-2019 |
Citeertitel | USZ 2019/200 |
Samenvatting | Verzoek om terug te komen van besluit, Nieuw feit, Evidente onredelijkheid. |
Samenvatting (Bron) | Herhaalde aanvraag. Anders dan de rechtbank is de Raad van oordeel dat de achteraf onjuist gebleken veronderstelling dat het door betrokkene gehanteerde antwoordnummer niet meer bij het zorgkantoor is gebruik was, geen nieuw feit oplevert als bedoeld in artikel 4:6 van de Awb. Anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, is hier niet aan de orde dat het besluit op de herhaalde aanvraag evident onredelijk is. |
Annotator | C.W.C.A. Bruggeman |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2019:1525 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Centrale Raad van Beroep 16-05-2019 |
---|---|
Citeertitel | USZ 2019/201 |
Samenvatting | Ten onrechte beperkte kennisneming van op de zaak betrekking hebbende stukken, Schending fundamenteel beginsel van procesrecht. |
Samenvatting (Bron) | Weigering appellant te plaatsen in zijn belangstellingsfunctie onvoldoende gemotiveerd. Aan appellant is in beroep bij de rechtbank en in bezwaar ten onrechte kennisneming van een deel van de processtukken onthouden, wat een schending oplevert van een fundamenteel beginsel van procesrecht. De korpschef heeft de ranking niet opnieuw ingezonden. Dit betekent dat de korpschef niet heeft voldaan aan de op grond van artikel 8:42, eerste lid, in verbinding met artikel 8:108, eerste lid, van de Awb voor een bestuursorgaan geldende verplichting om de op de zaak betrekking hebbende stukken in te zenden. De korpschef heeft zijn standpunt dat appellant op basis van de uitkomst van de ranking, waarbij aansluiting is gezocht bij artikel 55lb, tweede lid, van het Barp zoals dat luidde tot 1 juni 2016, niet wordt geplaatst in zijn belangstellingsfunctie, niet inzichtelijk gemaakt. Appellant heeft van meet af aan de uitkomst van de ranking betwist, zodat de Raad niet zonder meer kan uitgaan van de juistheid ervan. Dit betekent dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit niet in stand kunnen blijven, omdat een deugdelijke motivering ontbreekt. |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2019:1710 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Centrale Raad van Beroep 28-05-2019 |
---|---|
Citeertitel | USZ 2019/202 |
Samenvatting | Intrekken besluit tot buiten behandeling laten aanvraag, Beslistermijn, Inhoudelijke beoordeling aanvraag, Ontbreken bankgegevens wordt appellant niet meer tegengeworpen. |
Samenvatting (Bron) | Het college was niet bevoegd om de aanvraag op grond van art. 4:5 Awb buiten behandeling te stellen wegens overschrijding van de beslistermijn als bedoeld in art. 4:13 Awb. Het eerste besluit tot buiten behandelingstellen heeft het college ingetrokken waardoor de beslistermijn is doorgelopen. |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2019:1885 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |