Jurisprudentie in Nederland

Uitgever Sdu
Tijdschrift Jurisprudentie in Nederland
Datum 03-11-2019
Aflevering 9
RubriekArbeidsrecht
TitelRechtbank Noord-Holland 25-06-2019
CiteertitelJIN 2019/157
SamenvattingG-grond, Ernstig verwijtbaar handelen, Billijke vergoeding, Verstoorde arbeidsverhouding, Op non-actiefstelling.
Samenvatting (Bron)Arbeidszaak. De arbeidsovereenkomst wordt op verzoek van de werkgever ontbonden wegens een verstoorde arbeidsverhouding. Aan de werknemer wordt een billijke vergoeding toegekend van € 108.000,00 bruto, omdat de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever.
AnnotatorJ. Boer
UitspraakECLI:NL:RBNHO:2019:5722
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekPersonen- en familierecht
TitelGerechtshof Den Haag 18-06-2019
CiteertitelJIN 2019/158
SamenvattingInformatie berekening legitieme portie, In aanmerking te nemen giften.
Samenvatting (Bron)Erfrecht. Omvang informatieplicht van een erfgenaam jegens legitimarissen op de voet van artikel 4:78 BW/4:67 BW. De verplichting is beperkt tot het vermogen per sterfdatum en opgave van schenkingen voor zover bekend. Zij omvat niet het verschaffen van inzicht in het vermogensverloop over jaren.
AnnotatorS.L. Raphael
UitspraakECLI:NL:GHDHA:2019:1869
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelGerechtshof 's-Hertogenbosch 15-08-2019
CiteertitelJIN 2019/159
SamenvattingPartneralimentatie, Niet voor herstel vatbaar, maar wel verwijtbaar inkomensverlies, Toetsing 90% regel.
Samenvatting (Bron)Partneralimentatie Inkomensverlies. Niet voor herstel vatbaar. Verwijtbaar. 90% toets.
AnnotatorM.J.E.M. Wielinga-van Dillen
LinkVolledige tekst annotatie (Wielinga-advocatuur.nl)
UitspraakECLI:NL:GHSHE:2019:3035
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekPersonen- en familierecht
TitelRechtbank Amsterdam 01-08-2019
CiteertitelJIN 2019/160
SamenvattingFamilieprocesrecht, Mediation, Bewijsovereenkomst, Verschoningsrecht.
Samenvatting (Bron)Mediators opgeroepen als getuige in echtscheidingsconflict. Beroep mediators op bewijsovereenkomst slaagt.
AnnotatorE.B. Warmerdam-Wolfs
UitspraakECLI:NL:RBAMS:2019:6366
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekOndernemingsrecht
TitelHoge Raad 21-12-2018
CiteertitelJIN 2019/161
SamenvattingBestuurdersaansprakelijkheid.
Samenvatting (Bron)Bestuurdersaansprakelijkheid. Aanvragen faillissement vennootschap door bestuurder op de voet van art. 2:246 BW. Kennelijk onbehoorlijke taakvervulling in zin van art. 2:248 BW? Maatstaf HR 8 juni 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB2053 (Panmo). Weten of behoren te weten. Strekking art. 2:246 BW.
AnnotatorE. Duinkerke
UitspraakECLI:NL:HR:2018:2370
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCiviel recht
TitelHoge Raad 19-07-2019
CiteertitelJIN 2019/162
SamenvattingContractenrecht, Facturen klusbedrijf, Vernietiging wegens meervoudige beslissing na enkelvoudige comparitie; één tussenarrest blijft in stand, Omvang rechtsstrijd in hoger beroep.
Samenvatting (Bron)Contractenrecht. Facturen klusbedrijf. Vernietiging wegens meervoudige beslissing na enkelvoudige comparitie; één tussenarrest blijft in stand. Omvang rechtsstrijd in hoger beroep.
AnnotatorN.A. van Loon
UitspraakECLI:NL:HR:2019:1242
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad 19-07-2019
CiteertitelJIN 2019/163
SamenvattingArbeidsrecht, Procesrecht, Voorschriften toelichting stellingen ter comparitie.
Samenvatting (Bron)Arbeidsrecht. Procesrecht. Vergoeding van studiekosten en verlenen van studiefaciliteiten. Enkelvoudige comparitie en meervoudig beslissen. HR 22 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3264 en 3259.
AnnotatorN.A. van Loon
UitspraakECLI:NL:HR:2019:1281
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekCiviel recht
TitelHoge Raad 20-09-2019
CiteertitelJIN 2019/164
SamenvattingIPR, Internationale bevoegdheid, Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan HvJ EU. Collectieve actie ten behoeve van aandeelhouders met Nederlandse beleggingsrekening tegen BP. Informatie over olieramp. Biedt schade op beleggingsrekening voldoende aanknopingspunten om Nederland als 'Erfolgsort' te kwalificeren?, Bijzondere of bijkomende omstandigheden voor bevoegdheid Nederlandse rechter?
Samenvatting (Bron)IPR. Internationale bevoegdheid. Vervolg van HR 14 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:925. Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan HvJEU over art. 7, aanhef en punt 2, Verordening Brussel I-bis (nr. 1215/2012). Collectieve actie ten behoeve van aandeelhouders met Nederlandse beleggingsrekening op de grond dat BP hen onjuist, onvolledig of misleidend heeft geïnformeerd over de olieramp uit 2010 in de Golf van Mexico. Rechtbank en hof hebben zich onbevoegd verklaard. Biedt schade op beleggingsrekening voldoende aanknopingspunten om Nederland als 'Erfolgsort' te kwalificeren? Bijzondere of bijkomende omstandigheden voor bevoegdheid Nederlandse rechter. Betekenis van de omstandigheid dat sprake is van collectieve actie op de voet van art. 3:305a BW.
AnnotatorM. Teekens
UitspraakECLI:NL:HR:2019:1400
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekStrafrecht
TitelHoge Raad 01-10-2019
CiteertitelJIN 2019/165
SamenvattingIndirecte aanwending oplichtingsmiddel.
Samenvatting (Bron)Oplichting (meermalen gepleegd) door via “onzinverhalen” tegenover kwetsbare oudere dame andere personen uit haar kennissenkring te bewegen tot afgeven van geldbedragen t.g.v. verdachte, art. 326 Sr. Voor oplichting ex art. 326.1 Sr is vereist dat iemand door oplichtingsmiddel wordt "bewogen" tot in die bepaling bedoelde handelingen. Niet vereist is dat oplichtingsmiddel rechtstreeks wordt aangewend jegens degene die wordt bewogen tot desbetreffende handelingen. Oplichting kan ook geschieden door tegenover (niet-strafbare) tussenpersoon oplichtingsmiddel aan te wenden, mits verdachte daarbij heeft gehandeld met in art. 326 Sr bedoeld oogmerk (vgl. HR NJ 1923, p. 20 en ECLI:NL:HR:2005:AU2246). Voor vervulling van daarvoor vereist oogmerk is voorwaardelijk opzet niet toereikend (ECLI:NL:HR:1983:AC8152). Bewezenverklaringen, v.zv. inhoudende dat verdachte zich telkens schuldig heeft gemaakt aan oplichting van personen A t/ I, kunnen niet z.m. worden afgeleid uit ’s Hofs bewijsvoering. Hof heeft omtrent het oogmerk van verdachte niet meer overwogen dan dat hij “op zijn minst de aanmerkelijke kans [heeft] aanvaard dat door zijn handelen derden werden bewogen tot het afgeven van geld”. Daarnaast heeft Hof onvoldoende feiten en omstandigheden vastgesteld waaruit kan worden afgeleid dat het verdachte is geweest die rechtstreeks of indirect door in bewezenverklaringen vermelde oplichtingshandelingen daarin genoemde personen heeft bewogen tot afgifte van geldbedragen. Volgt partiële vernietiging en terugwijzing.
AnnotatorC. van Oort
UitspraakECLI:NL:HR:2019:1454
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad 08-10-2019
CiteertitelJIN 2019/166
SamenvattingOntvankelijkheid hoger beroep en recht op vertaling essentiële processtukken.
Samenvatting (Bron)Zware mishandeling, art. 302.1 Sr. Hof heeft verdachte n-o verklaard in zijn h.b., omdat het te laat is ingesteld, art. 408.2 Sv. Verontschuldigbare termijnoverschrijding op de grond dat ex art. 366.4 Sv vertaling mededeling verstekuitspraak van Rb aan verdachte (Guineese nationaliteit) had moeten worden verstrekt? HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2004:AO5706 m.b.t. bijzondere omstandigheden die overschrijding van termijn voor h.b. door verdachte verontschuldigbaar doen zijn. Hof heeft vastgesteld dat verdachte Nederlandse taal niet of onvoldoende beheerst. Gelet op door raadsvrouwe van verdachte ttz. aangevoerde omstandigheid dat aan verdachte in strijd met art. 366.4 Sv geen schriftelijke vertaling van mededeling a.b.i. art. 366.1 en 366.3 Sv in Guineese of andere voor verdachte begrijpelijke taal is verstrekt en in aanmerking genomen dat uit aan HR toegezonden stukken ook niet kan blijken dat dit is geschied, is in ‘s Hofs beslissing besloten liggend oordeel dat overschrijding van beroepstermijn niet verontschuldigbaar is, niet z.m. begrijpelijk (vgl. ECLI:NL:HR:2018:2008). Enkele door Hof in aanmerking genomen omstandigheid dat verdachte contact had met raadsman die zijn belangen in vreemdelingenzaak behartigde, maakt dat niet anders. Volgt vernietiging en terugwijzing.
AnnotatorC. van Oort
UitspraakECLI:NL:HR:2019:1534
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelHoge Raad 08-10-2019
CiteertitelJIN 2019/167
SamenvattingOnjuiste toepassing taakstrafverbod.
Samenvatting (Bron)Diefstal van koffer van toerist op station in Amsterdam, art. 310 Sr. Strafmotivering (gevangenisstraf van 8 weken, waarvan 4 weken voorwaardelijk), art. 22b Sr. Kon Hof toepassing geven aan taakstrafverbod, nu uit uittreksel justitiële documentatie niet blijkt dat aan verdachte in vijf jaren voorafgaand aan diefstal wegens soortgelijk feit taakstraf is opgelegd? HR: Op gronden vermeld in CAG is middel terecht voorgesteld. CAG: Gelet op inhoud van uittreksel justitiële documentatie, is ’s Hofs oordeel dat art. 22b.2 Sr van toepassing is en dat taakstraf niet mogelijk is, onjuist. Volgt partiële vernietiging en terugwijzing.
AnnotatorC. van Oort
UitspraakECLI:NL:HR:2019:1546
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBestuursrecht
TitelRaad van State 27-02-2019
CiteertitelJIN 2019/168
SamenvattingKostenverhaalsbeschikking of invorderingsbeschikking, Formele rechtskracht van daaraan voorafgaande handhavingsbeschikking.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 19 juli 2016 heeft het college besloten tot invordering van door [appellante] verbeurde dwangsommen van in totaal € 35.700,00.
AnnotatorL.J.M. Timmermans
UitspraakECLI:NL:RVS:2019:466
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBestuursrecht
TitelRaad van State 03-04-2019
CiteertitelJIN 2019/169
SamenvattingInvorderingsbeschikking, Geen bijzondere omstandigheden om de verbeurde dwangsom te matigen, Geen sprake van ‘formalisme excessif’.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 14 december 2017 heeft de staatssecretaris besloten tot invordering van een dwangsom van € 7.500,00.
AnnotatorL.J.M. Timmermans
UitspraakECLI:NL:RVS:2019:1047
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBestuursrecht
TitelCentrale Raad van Beroep 26-02-2019
CiteertitelJIN 2019/170
SamenvattingMaatregel, Godsdienstvrijheid, Inbreuk, Geen schending.
Samenvatting (Bron)Verlaging bijstand in verband met de weigering de baard af te scheren uit geloofsovertuiging, verplichting geldt in verband met beperking van gezondheidsrisico’s die zijn verbonden aan asbestverwijderingswerkzaamheden, de inbreuk op het recht van godsdienstvrijheid levert geen schending op van art. 9 EVRM.
AnnotatorD.E. Bunschoten
UitspraakECLI:NL:CRVB:2019:480
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBestuursrecht
TitelCentrale Raad van Beroep 26-02-2019
CiteertitelJIN 2019/171
SamenvattingMaatregel, Respect voor het gezinsleven, Godsdienstvrijheid, Inbreuk niet noodzakelijk.
Samenvatting (Bron)Verlaging bijstand in verband met de weigering om in het kader van een werkstage op vrijdagmiddag te werken vanwege moskeebezoek en in verband met de weigering om op zaterdagmiddag te werken vanwege de omgangsregeling met de minderjarige kinderen. Weliswaar is sprake van een inbreuk op de godsdienstvrijheid respectievelijk op het recht van gezinsleven, maar die inbreuk is niet noodzakelijk omdat inroostering op andere dagen mogelijk is. Verlaging bijstand daarom niet terecht
AnnotatorD.E. Bunschoten
UitspraakECLI:NL:CRVB:2019:481
Artikel aanvragenVia Praktizijn