Rubriek | ABRvS |
---|---|
Titel | Raad van State 11-09-2019 |
Citeertitel | AB 2019/468 |
Samenvatting | Rijbewijs ongeldig verklaard |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 25 mei 2018 heeft het CBR het rijbewijs van [appellante] ongeldig verklaard vanaf 1 juni 2018. |
Annotator | A.C. Hendriks |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2019:3122 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | ABRvS |
---|---|
Titel | Raad van State 24-04-2019 |
Citeertitel | AB 2019/469 |
Samenvatting | Wapenverlof afgewezen |
Samenvatting (Bron) | Bij besluit van 21 november 2016 heeft de korpschef van politie de aanvraag van [appellant] om een verlof tot het voorhanden hebben van wapens en munitie (hierna: het wapenverlof) afgewezen. |
Annotator | A.C. Hendriks |
Uitspraak | ECLI:NL:RVS:2019:1305 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Centrale Raad van Beroep |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 21-08-2019 |
Citeertitel | AB 2019/470 |
Samenvatting | Functies geschikt? |
Samenvatting (Bron) | Uitgaande van opleidingsniveau 1 zoals dat was vastgesteld door de primaire arbeidsdeskundige, zijn de in bezwaar alsnog geselecteerde functies niet geschikt voor appellant. Vernietiging uitspraak. Vernietiging besluit. Uit het door de verzekeringsarts bezwaar en beroep gegeven medisch oordeel vloeit voort dat de FML, behorend bij het besluit van 11 januari 2016, in stand blijft en dat de verwachting van verbetering van de belastbaarheid niet redelijk tot goed is. Die uitkomst leidt, gelet op het door het Uwv gehanteerde beoordelingskader voor de duurzaamheid van de arbeidsbeperkingen, tot de conclusie dat met ingang van 4 maart 2016 aanspraak bestaat op een IVA-uitkering. De Raad zal zelf in de zaak te voorzien door vast te stellen dat appellant met ingang van 4 maart 2016 recht heeft op een IVA-uitkering. |
Annotator | L.M. Koenraad |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2019:2783 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Centrale Raad van Beroep |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 21-08-2019 |
Citeertitel | AB 2019/471 |
Samenvatting | Hulp bij huishouden |
Samenvatting (Bron) | Tussenuitspraak. Beëindiging voor de toekomst (1), intrekking met terugwerkende kracht (2) van hulp bij het huishouden. Terugvordering. Gezamenlijke huishouding. Gebruikelijke hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de huisgenoot. 1) De Wmo 2015 biedt geen grondslag voor het beëindigen van de onder de Wmo verleende voorziening, op de grond dat appellante geen mededeling heeft gedaan van de samenwoning met [X.]. Het college heeft echter ten onrechte nagelaten om te onderzoeken of [X.] ook daadwerkelijk de door het college veronderstelde gebruikelijke hulp kan verlenen bij het huishouden. 2) Dat appellante met [X.] een gezamenlijke huishouding voerde, betekent dat [X.] een huisgenoot was en deel uitmaakte van de leefeenheid van appellante. Om van gebruikelijke zorg te spreken moet de huisgenoot echter ook in staat zijn het huishoudelijke werk te verrichten. Ook hier geldt dat het college ten onrechte niet heeft onderzocht of [X.] de huishoudelijke taken op zich kon nemen. De Raad draagt het college op om het gebrek in de besluiten te herstellen. |
Annotator | C.W.C.A. Bruggeman |
Link | Volledige tekst annotatie (Schulinck.nl) |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2019:2810 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Centrale Raad van Beroep |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 17-07-2019 |
Citeertitel | AB 2019/472 |
Samenvatting | Bezwaarschrift niet tijdig ingediend |
Samenvatting (Bron) | Niet-ontvankelijkverklaring bezwaar. Het bezwaarschrift is niet tijdig ingediend. Geen bijzondere omstandigheden. |
Annotator | C.B. Modderman |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2019:2368 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Centrale Raad van Beroep |
---|---|
Titel | Centrale Raad van Beroep 25-04-2019 |
Citeertitel | AB 2019/473 |
Samenvatting | Recht op WIA-uitkering? |
Samenvatting (Bron) | Het Uwv heeft de gebreken na de tussenuitspraak hersteld. Geconcludeerd wordt dat voor appellant op 4 april 2007 geen recht op een WIA-uitkering is ontstaan, omdat hij op dat moment minder dan 35% arbeidsongeschikt was in de zin van die wet. De aanvraag van appellant is terecht afgewezen. Hierin wordt aanleiding gezien de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten. |
Annotator | A.C. Hendriks |
Uitspraak | ECLI:NL:CRVB:2019:1433 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | College van Beroep voor het bedrijfsleven |
---|---|
Titel | College van Beroep voor het bedrijfsleven 23-07-2019 |
Citeertitel | AB 2019/474 |
Samenvatting | KLM Dierenhotel |
Samenvatting (Bron) | Spoedbestuursdwang en kostenbesluiten. artikel 2.1, eerste lid, artikel 2.2, achtste lid en artikel 6.2, eerste lid van de Wet dieren en artikel 6, derde lid en bijlage I, hoofdstuk II, paragrafen 1 en 4 van Verordening (EG) nr. 1/2005 en artikel 4.8 van de Regeling houders van dieren. |
Annotator | C.M.M. van Mil |
Link | Volledige tekst annotatie (Hekkelman.nl) |
Uitspraak | ECLI:NL:CBB:2019:296 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtbanken |
---|---|
Titel | Rechtbank Noord-Nederland 09-11-2018 |
Citeertitel | AB 2019/475 |
Samenvatting | Blokkade anti-Zwarte Piet-demonstranten |
Samenvatting (Bron) | Verdachte heeft op 18 november 2017 samen met een groot aantal medeverdachten de A7 geblokkeerd. Zij wilden voorkomen dat tijdens de landelijke intocht van Sinterklaas in Dokkum werd gedemonstreerd tegen Zwarte Piet. Ten gevolge van de blokkade is een file ontstaan en was gevaar te duchten voor de veiligheid van het verkeer. Mede door de blokkade zijn de anti-Zwarte Piet-demonstranten niet in Dokkum aangekomen en hebben zij niet kunnen demonstreren. De rechtbank heeft verdachte voor het versperren van de A7 en dwang veroordeeld tot een werkstraf van 120 uur. De rechtbank heeft verdachte vrijgesproken van het verhinderen van de demonstratie, omdat zij niet bewezen acht dat op de A7 sprake was van (bedreiging met) geweld. De rechtbank heeft een schadevergoeding toegekend aan één van de demonstranten. Ook de stichting die de demonstratie mede had georganiseerd heeft een materiële schadevergoeding toegekend gekregen. Immateriële schadevergoeding in de vorm van een workshop over de geschiedenis van Sinterklaas en Zwarte Piet heeft de rechtbank afgewezen.. |
Annotator | B. Roorda , J.G. Brouwer |
Uitspraak | ECLI:NL:RBNNE:2018:4559 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtbanken |
---|---|
Titel | Rechtbank Oost-Brabant 12-04-2018 |
Citeertitel | AB 2019/476 |
Samenvatting | Tegendemonstratie tegen demonstratie Eritrese politieke vluchtelingen |
Samenvatting (Bron) | Ten laste van verdachte is bewezen verklaard dat hij artikel 2:1 lid 2 van de APV Veldhoven [2007] heeft overtreden tijdens de deelname van verdachte aan een tegendemonstratie tegen de demonstratie van Eritrese politieke vluchtelingen. Nu deze gedraging onder de uitzonderingsbepaling van artikel 2:1 lid van voornoemde APV valt, levert het bewezen verklaarde geen strafbaar feit op. Verdachte wordt ontslagen van alle rechtsvervolging. |
Annotator | B. Roorda , J.G. Brouwer |
Uitspraak | ECLI:NL:RBOBR:2018:1668 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtbanken |
---|---|
Titel | Rechtbank Amsterdam 03-05-2018 |
Citeertitel | AB 2019/477 |
Samenvatting | Gebiedsverbod, Nationale herdenking |
Samenvatting (Bron) | Verzoeker heeft aangekondigd dat hij op 4 mei 2018 kort voor 20:00 uur bij de Dam in Amsterdam een luchtalarm zal laten afgaan en daarna in stilte zal weglopen. De burgemeester mocht deze actie verbieden vanwege de gevaren voor de openbare orde. De burgemeester denkt dat verzoeker toch naar de Dam zal gaan op 4 mei 2018. Verzoeker heeft dit niet weersproken. Volgens de politie zal de aanwezigheid van verzoeker op 4 mei 2018 de Dam voor onrust zorgen. Daarom mocht de burgemeester aanvullend een gebiedsverbod aan verzoeker opleggen. |
Annotator | B. Roorda , J.G. Brouwer |
Uitspraak | ECLI:NL:RBAMS:2018:3407 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtbanken |
---|---|
Titel | Rechtbank Den Haag 21-12-2016 |
Citeertitel | AB 2019/478 |
Samenvatting | Tegenbetoging Pegida |
Samenvatting (Bron) | Op 10 april 2016 heeft Pegida in het centrum van Den Haag een demonstratie gehouden. Deze demonstratie was aangemeld en toegestaan conform de daarvoor geldende regels in de Wet openbare manifestaties (WOM) en de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag (APV). De demonstratie is met toespraken gestart op het Spuiplein, waarna de demonstranten in optocht over het Spui en de Hofweg in de richting van het Buitenhof zijn gelopen. Verdachte en medeverdachte zijn 2 van de 51 aangehouden personen die tegen de demonstratie waren. |
Annotator | B. Roorda , J.G. Brouwer |
Uitspraak | ECLI:NL:RBDHA:2016:15742 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Rechtbanken |
---|---|
Titel | Rechtbank Amsterdam 02-05-2019 |
Citeertitel | AB 2019/479 |
Samenvatting | Betoging, mijnbouwinstallatie Noordzee |
Samenvatting (Bron) | Ontslag van alle rechtsvervolging. Het bewezenverklaarde (het zich zonder ontheffing binnen 500 meter bevinden van een mijnbouwinstallatie op de Noordzee) is niet strafbaar. Artikel 43 van de Mijnbouwwet wordt in verband met artikel 94 Grondwet buiten toepassing gelaten nu toepassing in deze zaak niet verenigbaar is met de het recht op vrijheid van meningsuiting (art.10 EVRM) en het recht op betoging (art. 11 EVRM). Een inbreuk op deze rechten van de verdachte was niet noodzakelijk in een democratische samenleving. |
Annotator | B. Roorda , J.G. Brouwer |
Uitspraak | ECLI:NL:RBAMS:2019:4022 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |