Tijdschrift voor Consumentenrecht en Handelspraktijken

Uitgever Uitgeverij Paris
Tijdschrift Tijdschrift voor Consumentenrecht en Handelspraktijken
Datum 17-11-2019
Aflevering 5
RubriekRedactioneel artikel
TitelSpiegeltje aan de wand: wie betaalt er allemaal best veel griffierecht in dit land?
CiteertitelTvC 2019, 5, p. 206
SamenvattingHoe kun je als consument de aan jou toekomende rechten afdwingen en/of minstens laten vaststellen of jij terecht een rekening niet betaalt of een korting wenst wegens het tegenvallende resultaat ten opzichte van de toezegging op voorhand of de reële verwachting? Want uiteindelijk is het prachtig dat er – vooral Europeesrechtelijk – veel ten behoeve van de consument is geregeld. Als vervolgens die regels niet op een voor de consument hanteerbare wijze zijn af te dwingen, dan heb je er – simpel gezegd – nog niets aan. Kosten en/of (financiële) risico’s spelen daarbij natuurlijk een centrale rol.
Auteur(s)R.R.M. de Moor
Pagina206-209
LinkVolledige tekst artikel (uitgeverijparis.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekWetenschappelijk
TitelODR-procedures bij platformen: laagdrempelig voor consumenten, maar zonder waarborgen voor legaliteit en procedurele rechtvaardigheid
CiteertitelTvC 2019, 5, p. 210
SamenvattingConsumenten die hun rechten willen effectueren kunnen allerlei valide redenen aanvoeren om daarvoor niet naar de overheidsrechter te gaan. Hierdoor worden consumenten gestimuleerd om geschillen met ondernemers buiten deze rechter om te laten beslechten. Consumenten kunnen daarvoor terecht bij ADR-entiteiten die op grond van EU-regelgeving zijn erkend. ADR wordt echter niet alleen bij deze entiteiten aangeboden. Consumenten kunnen hun rechten tegenwoordig namelijk ook effectueren via ODR-procedures bij platformen. Een voorbeeld daarvan is een door PayPal aangeboden ODR-procedure. Deze procedure lijkt vanuit consumentenrechtelijk perspectief aantrekkelijker dan een procedure bij een op grond van EU-regelgeving erkende ADR-entiteit. De keerzijde van ODR-procedures bij platformen is echter wel dat daar geschillenbeslechting plaatsvindt zonder inachtneming van waarborgen voor legaliteit en procedurele rechtvaardigheid.
Auteur(s)P.M.P. Frenken
Pagina210-221
LinkVolledige tekst artikel (uitgeverijparis.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekKroniek
TitelGelijke behandeling en het College voor de Rechten van de Mens (2018)
CiteertitelTvC 2019, 5, p. 222
SamenvattingDe oordelen over het aanbieden van goederen en diensten van het College voor de Rechten van de Mens uit 2018 staan in deze kroniek centraal. Daarnaast komen relevante ontwikkelingen op het terrein van gelijke behandeling aan bod. Het College spreekt zijn oordelen uit op grond van art. 7 Algemene wet gelijke behandeling (AWGB). Deze bepaling verbiedt het maken van onderscheid bij het aanbieden van diensten en goederen. Het verbod geldt voor zeven gronden; ras, geslacht, geloof of levensovertuiging, seksuele gerichtheid, nationaliteit, politieke gezindheid en burgerlijke staat. Op grond van art. 5b Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ) mag geen onderscheid op deze gronden worden gemaakt bij het aanbieden van of verlenen van toegang tot goederen of diensten en bij het sluiten, uitvoeren of beëindigen van overeenkomsten. De oordelen van het CRM worden besproken aan de hand van de thema’s recreatie, financiële dienstverlening, onderwijs, openbaar vervoer en overige diensten.
Auteur(s)P.R. Rodrigues
Pagina222-227
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekUitspraken - Internationaal Privaatrecht
TitelHvJ EU 14-02-2019, C-630/17
CiteertitelTvC 2019, 5, p. 228
SamenvattingHet begrip ‘consument’, Exclusieve bevoegdheid aan de orde? Anica Milivojević tegen Raiffeisenbank St. Stefan-Jagerberg-Wolfsberg eGen.
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 14 februari 2019.#Anica Milivojevic tegen Raiffeisenbank St. Stefan-Jagerberg-Wolfsberg eGen.#Verzoek van de Opcinski sud u Rijeci - Stalna sluzba u Rabu om een prejudiciele beslissing.#Prejudiciele verwijzing - Artikelen 56 en 63 VWEU - Vrij verrichten van diensten - Vrij verkeer van kapitaal - Nationale regeling die voorziet in de nietigheid van met een onbevoegde kredietgever gesloten kredietovereenkomsten met internationale aspecten - Verordening (EU) nr. 1215/2012 - Artikel 17, lid 1 - Kredietovereenkomst die door een natuurlijke persoon is gesloten met het oog op het aanbieden van accommodatie aan toeristen - Begrip ,consument' - Artikel 24, punt 1 - Exclusieve bevoegdheden inzake zakelijke rechten op onroerende goederen - Vordering tot nietigheid van een kredietovereenkomst en tot doorhaling van een zakelijke zekerheid in het kadaster.#Zaak C-630/17.
AnnotatorR.R.M. de Moor
Pagina228-234
UitspraakECLI:EU:C:2019:123
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekUitspraken - Algemene voorwaarden
TitelHvJ EU 03-04-2019, C-266/18
CiteertitelTvC 2019, 5, p. 235
SamenvattingOneerlijke bedingen, Forumkeuzebedingen. Aqua Med sp. z o.o. tegen Irena Skóra.
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 3 april 2019.#Aqua Med sp. z o.o. tegen Irena Sk?ra.#Verzoek van de S?d Okr?gowy w Poznaniu om een prejudici?le beslissing.#Prejudici?le verwijzing - Consumentenbescherming - Richtlijn 93/13/EEG - Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten - Artikel 1, lid 2 - Werkingssfeer van de richtlijn - Beding dat territoriale bevoegdheid toekent aan de volgens de algemene regels aangewezen rechter - Artikel 6, lid 1 - Ambtshalve toetsing van het oneerlijke karakter - Artikel 7, lid 1 - Verplichtingen en bevoegdheden van de nationale rechter.#Zaak C-266/18.
AnnotatorE.A.G. van Schagen
Pagina235-241
UitspraakECLI:EU:C:2019:282
Artikel aanvragenVia Praktizijn