Rechtspraak Sociale Verzekeringen

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Rechtspraak Sociale Verzekeringen
Datum 23-04-2020
Aflevering 5
RubriekAlgemeen
TitelCentrale Raad van Beroep 20-02-2020
CiteertitelRSV 2020/82
SamenvattingHervatting uitbetaling AOW-pensioen.
Samenvatting (Bron)Met een besluit van 4 april 2016 heeft de Svb betrokkene laten weten dat hij vanaf april 2016 voorlopig minder AOW ontvangt, omdat onduidelijk is of betrokkene als alleenstaande kan worden aangemerkt. Bij het bestreden besluit heeft de Svb het bezwaar tegen het besluit van 4 april 2016 ongegrond verklaard. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit wegens het ontbreken van procesbelang niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft daartoe overwogen dat betrokkene sinds oktober 2016 weer een volledig AOW-pensioen ontvangt en dat over de periode van april 2016 tot en met september 2016 een nabetaling heeft plaatsgevonden. Bij de Svb kon op het moment dat het schorsingsbesluit werd genomen, het vermoeden bestaan dat betrokkene slechts recht had op een gehuwdenpensioen. Er bestond geen reden om de Svb te veroordelen tot betaling van proceskosten- en griffierechtvergoeding.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:386
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 25-02-2020
CiteertitelRSV 2020/83
SamenvattingBuitenbehandelingstelling aanvraag om bijzondere bijstand.
Samenvatting (Bron)Aanvraag om bijzondere bijstand buiten behandeling gelaten. Bankafschriften met inkomen uit AOW en pensioen wel overgelegd maar specificaties niet, Specificaties van inkomsten zijn noodzakelijk voor goede beoordeling inkomens situatie. Termijn tussen uitnodiging hoorzitting en hoorzitting moet in elk geval langer dan tien dagen zijn.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:442
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 03-03-2020
CiteertitelRSV 2020/84
SamenvattingBijstand en kinderalimentatie.
Samenvatting (Bron)Herziening. Beschikken over door ex-partner overgemaakte kinderalimentatie op gezamenlijke bankrekening ten behoeve van de kinderen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:548
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 10-03-2020
CiteertitelRSV 2020/85
SamenvattingNiet gemelde hennepkwekerij.
Samenvatting (Bron)Niet gemelde hennepkwekerij. Geen toereikende feitelijke grondslag voor standpunt college dat voorafgaand aan de aangetroffen hennepplanten meer dan éénmaal is geoogst. Gelet op de aanwezigheid van potten met hennepresten op twee plaatsen buiten de hennepkwekerij en hennepresten in de (schuur met de) kwekerij zelf, is het in dit geval aannemelijk dat in ieder geval één eerdere oogst heeft plaatsgevonden. Het college heeft zijn standpunt dat voorafgaand aan de aangetroffen planten meer dan éénmaal is geoogst niet toereikend onderbouwd. De aangetroffen potten met hennepresten en hennepresten op de vloer van de schuur zijn op zichzelf en ook in samenhang bezien met de factuur van Enexis onvoldoende om twee, laat staan drie, eerdere oogsten te kunnen vaststellen. Het college heeft niet inzichtelijk gemaakt dat en op welke wijze de hennepresten in potten en op de vloer duiden op meer dan één oogst. De factuur van Enexis bevat geen feitelijke gegevens over de op 19 juni 2017 aangetroffen hennepkwekerij. In die factuur is slechts vermeld: “Op aanwijzing van de politie: aanwezige planten 9 weken oud en 3 voorgaande oogsten”. Bij gebreke van een onderliggend rapport van Enexis, waarin is vermeld op basis van welke gegevens Enexis ervan uitgaat dat de hennepkwekerij 270 dagen in bedrijf is geweest, komt aan de factuur van Enexis geen betekenis toe bij de beoordeling hoeveel eerdere oogsten hebben plaatsgevonden. Het college heeft dus niet aannemelijk gemaakt dat in de hennepkwekerij meer dan eenmaal hennep is geoogst. Het hoger beroep slaagt in zoverre.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:610
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 17-03-2020
CiteertitelRSV 2020/86
SamenvattingSchending inlichtingenplicht.
Samenvatting (Bron)Boete. Er is geen melding gemaakt van contante stortingen op de bankrekening. College heeft voldaan aan aantoonplicht ten aanzien van schending inlichtingenverplichting. Dat stortingen volgens betrokkene spaargeld betreffen maakt niet dat hij hiervan geen melding hoefde te maken. In hoger beroep door betrokkene ingenomen standpunt dat sprake is van verminderde verwijtbaarheid kan niet beoordeeld worden nu dit niet in beroep is aangevoerd en betrokkene geen incidenteel beroep heeft ingesteld.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:679
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekAlgemeen
TitelHvJ EU 19-12-2019, C-168/18
CiteertitelRSV 2020/87
SamenvattingMinimumbeschermingsniveau bij insolventie. Pensions-Sicherungs-Verein
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 19 december 2019.#Pensions-Sicherungs-Verein VVaG tegen G?nther Bauer.#Verzoek van het Bundesarbeitsgericht om een prejudici?le beslissing.#Prejudici?le verwijzing - Sociale politiek - Bescherming van werknemers bij insolventie van de werkgever - Richtlijn 2008/94/EG - Artikel 8 - Aanvullende stelsels van sociale voorzieningen - Bescherming van de rechten op ouderdomsuitkeringen - Gewaarborgd minimumbeschermingsniveau - Verplichting van de vroegere werkgever om een verlaging van het bedrijfspensioen te compenseren - Externe pensioeninstelling - Rechtstreekse werking.#Zaak C-168/18.
UitspraakECLI:EU:C:2019:1128
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep 21-01-2020
CiteertitelRSV 2020/88
SamenvattingOnschuldpresumptie.
Samenvatting (Bron)Herziening en terugvordering bijstand in verband met money transfers. Geen strijd met onschuldpresumptie. Appellant is veroordeeld door de strafrechter. Vanwege deze veroordeling kan handhaving van de besluitvorming geen twijfel zaaien over de vraag of appellant voor onschuldig moet worden gehouden. Hieraan doet niet af dat de strafrechter bij het bepalen van de strafmaat is uitgegaan van een bedrag aan inkomsten van appellant dat aanzienlijk lager is dan de voor appellant ingevolge artikel 31, eerste lid, van de PW in aanmerking te nemen middelen.
AnnotatorS.G.A. Meulendijks
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:123
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep 20-02-2020
CiteertitelRSV 2020/89
SamenvattingInternationale sociale zekerheid. Vrijwillige verzekering in Spanje.
Samenvatting (Bron)WIA-dagloon niet berekend op basis van fictief inkomen Spaanse vrijwillige verzekering.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:411
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekInternationaal
TitelCentrale Raad van Beroep 25-02-2020
CiteertitelRSV 2020/90
SamenvattingInternationaal publiekrecht. Mensenrechten.
Samenvatting (Bron)Afgewezen verzoek om terug te komen op besluit tot intrekking en terugvordering. Strafrechtelijk arrest is nieuw feit. Beroep op onschuldpresumptie slaagt niet omdat in strafrechtelijke procedure andere rechtsvraag voorlag. Hof heeft beoordeeld of appellant heeft nagelaten te melden dat hij gezamenlijke huishouding voerde; college heeft beoordeeld of er sprake was van een situatie van duurzaam gescheiden leven waarbij gezamenlijk hoofdverblijf niet van belang is. Geen evidente onredelijkheid om niet terug te komen op oorspronkelijk besluit.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:524
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekMaatschappelijke ondersteuning
TitelRechtbank Gelderland 04-03-2020
CiteertitelRSV 2020/91
SamenvattingAlgemene voorziening.
Samenvatting (Bron)Wmo 2015. De rechtbank is van oordeel dat de muziek- en schilderactiviteiten van eiseres maatschappelijke activiteiten zijn en daarmee onder het begrip ‘participatie’ in de zin van de Wmo 2015 vallen. Voor participatie is niet noodzakelijk is dat een activiteit groepsgewijs wordt uitgevoerd en dat daarbij contact met meerdere personen plaatsvindt. In het geval van eiseres kan deelname aan activiteiten binnen een algemene voorziening echter een passende en adequate bijdrage leveren aan haar participatiebehoefte. Maatwerkvoorziening voor dagbesteding terecht geweigerd
UitspraakECLI:NL:RBGEL:2020:1393
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekMaatschappelijke ondersteuning
TitelCentrale Raad van Beroep 11-03-2020
CiteertitelRSV 2020/92
SamenvattingGeldwaarde Pgb.
Samenvatting (Bron)Appellante heeft opzettelijk hulp en assistentie verleend bij het opzettelijk verstrekken van onjuiste gegevens door betrokkene. Het college heeft daarom de geldswaarde van het ten onrechte door betrokkene genoten pgb van appellante kunnen vorderen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:667
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekMaatschappelijke ondersteuning
TitelCentrale Raad van Beroep 18-03-2020
CiteertitelRSV 2020/93
SamenvattingMaatwerkvoorziening .
Samenvatting (Bron)Vreemdelingen zoals appellanten kunnen geen aanspraak maken op een maatwerkvoorziening beschermd wonen op grond van de Wmo 2015.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:688
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekStudiefinanciering
TitelCentrale Raad van Beroep 06-03-2020
CiteertitelRSV 2020/94
SamenvattingStudiefinanciering.
Samenvatting (Bron)Herziening studiefinanciering naar de norm voor een thuiswonende studerende. Oplegging bestuurlijke boete. Afwijzing verzoek om correctie. Anders dan appellante betoogt, behoefde de minister niet reeds aanleiding te zien om het besluit van 8 november 2014 te herzien omdat het daaraan ten grondslag gelegde bewijs onrechtmatig is verkregen (vergelijk de uitspraak van de Raad van 19 november 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:3694). Hoewel zij daartoe ruimschoots in de gelegenheid is gesteld, heeft appellante het van haar verlangde bewijs niet geleverd. Dat betekent dat niet is komen vast te staan dat appellante in de periode waarop het besluit van 9 december 2015 ziet, heeft voldaan aan de voorwaarden van artikel 1.5 van de Wsf 2000. Omdat appellante de materiële onjuistheid van het besluit niet heeft aangetoond, hoefde de minister niet op grond van het door hem gevoerde beleid haar verzoek te honoreren. In wat appellante heeft aangevoerd behoefde de minister ook geen aanleiding te zien om af te wijken van het door hem gevoerde beleid.
AnnotatorC.W.C.A. Bruggeman
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:598
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekStudiefinanciering
TitelCentrale Raad van Beroep 06-03-2020
CiteertitelRSV 2020/95
SamenvattingUitwonendenbeurs.
Samenvatting (Bron)De minister heeft bewezen dat betrokkene in de periode van 24 september 2015 tot en met 12 september 2016 niet woonde op het brp-adres. Voor de periode daarvoor heeft de minister niet aan de op hem rustende bewijslast voldaan. In aanmerking nemend de systematiek van de Wsf 2000 waarin een studiefinancieringstijdvak ten minste één kalendermaand omvat, waarbij de toestand op de eerste dag van de maand bepalend is, ontbreekt een grondslag voor herziening en terugvordering voor de periode van 1 juli 2013 tot 1 oktober 2015. De herziening en terugvordering over de periode vanaf 1 oktober 2015 is rechtmatig. Doende wat de rechtbank zou behoren te doen, zal de Raad het beroep gegrond verklaren, het bestreden besluit vernietigen voor zover het betreft de herziening en terugvordering over de periode juli 2013 tot 1 oktober 2015 en het besluit van 21 oktober 2016 herroepen voor zover het op die periode betrekking heeft.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:668
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBestuursrecht
TitelRaad van State 12-02-2020
CiteertitelRSV 2020/96
SamenvattingKinderopvangtoeslag.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 24 maart 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen meegedeeld dat [wederpartij] over 2016 recht heeft op kinderopvangtoeslag voor maximaal 211 uur dagopvang of 106 uur buitenschoolse opvang per kind. [wederpartij] heeft over de jaren 2016 en 2017 kinderopvangtoeslag ontvangen voor de opvang van haar drie kinderen. Bij de berekening van het aantal uur genoten kinderopvang over de jaren 2016 en 2017 dat voor kinderopvangtoeslag in aanmerking komt, heeft de Belastingdienst/Toeslagen de door de echtgenoot van [wederpartij], [de echtgenoot], gewerkte uren bij EQmatica buiten beschouwing gelaten. Dit heeft tot gevolg dat niet alle opvanguren die [wederpartij] voor haar kinderen heeft afgenomen in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de door de echtgenoot bij EQmatica gewerkte uren in de jaren 2016 en 2017 moeten worden meegeteld bij de berekening van het aantal opvanguren dat voor kinderopvangtoeslag in aanmerking komt.
UitspraakECLI:NL:RVS:2020:430
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBestuursrecht
TitelRaad van State 12-02-2020
CiteertitelRSV 2020/97
SamenvattingPromotieonderzoek.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 13 maart 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de kinderopvangtoeslag van [appellant] per 1 januari 2016 stopgezet. [appellant] en zijn toeslagpartner hebben van 2012 tot 2018 promotieonderzoek verricht aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Zij ontvingen gedurende het promotietraject een tegemoetkoming van de schoonvader van [appellant] om hen in staat te stellen in Nederland promotieonderzoek te doen. [appellant] heeft vanaf 2014 kinderopvangtoeslag aangevraagd voor de opvang van zijn zoon.
UitspraakECLI:NL:RVS:2020:433
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekWerkloosheid
TitelCentrale Raad van Beroep 19-02-2020
CiteertitelRSV 2020/98
SamenvattingKorten van prepensioen op WW.
Samenvatting (Bron)Heeft het Uwv de inkomsten uit ouderdomspensioen (FPU-uitkering) terecht in mindering gebracht op de WW-uitkering. Uitleg artikel 3:5, zevende lid, van het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten (AIB). Betrokkene heeft de dienstbetrekking bij de politie en de SBWU nimmer naast elkaar vervuld als bedoeld in artikel 3:5, zevende lid, van het AIB.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:374
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBijstand
TitelCentrale Raad van Beroep 31-03-2020
CiteertitelRSV 2020/99
SamenvattingDringende redenen om van terugvordering af te zien.
Samenvatting (Bron)De psychische gesteldheid van appellante ten tijde van het bestreden besluit is reden om geheel van terugvordering af te zien.
AnnotatorS.G.A. Meulendijks
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:832
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekKinderen en jongeren
TitelRechtbank Rotterdam 18-03-2020
CiteertitelRSV 2020/100
SamenvattingJeugdhulpplicht.
Samenvatting (Bron)Jeugdwet. De rechtbank stelt vast dat de Jw, anders dan de Wmo 2015, niet voorziet in een aanvraagprocedure die afwijkt van de hierover in de Awb opgenomen bepalingen. Voor zover wordt verzocht om jeugdhulp mist artikel 2.5, eerste lid, van de Verordening wegens strijd met de Awb verbindende kracht en moet deze bepaling in het geval van eiser buiten toepassing worden gelaten. Het contactverzoek van eiser moet dan ook als een aanvraag worden aangemerkt.
AnnotatorC.W.C.A. Bruggeman
UitspraakECLI:NL:RBROT:2020:2333
Artikel aanvragenVia Praktizijn