Uitspraken Sociale Zekerheid

Uitgever Sdu
Tijdschrift Uitspraken Sociale Zekerheid
Datum 13-07-2020
Aflevering 9
RubriekArbeidsongeschiktheid
TitelCentrale Raad van Beroep 20-05-2020
CiteertitelUSZ 2020/162
SamenvattingWerkloze als werknemer ZW, Ontbreken titel betaling WW.
Samenvatting (Bron)Intrekking en terugvordering ZW-uitkering. Het Uwv heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat er tussen appellante en [B.V.] geen sprake is geweest van een privaatrechtelijke dienstbetrekking. Geen dringende redenen. Schadevergoeding wegens schending van de redelijke termijn.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:1181
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArbeidsongeschiktheid
TitelCentrale Raad van Beroep 23-04-2020
CiteertitelUSZ 2020/163
SamenvattingNiet meewerken aan onderzoek deskundige.
Samenvatting (Bron)Geen recht op een Wajong-uitkering. Weigering om – zonder voorbehoud – mee te werken aan het onderzoek van een onafhankelijk deskundige. Er is geen reden om appellante het niet verlenen van bedoelde medewerking niet aan te rekenen. Appellante heeft haar stelling, dat zij niet in staat is om in het kader van een psychiatrisch onderzoek in gesprek te gaan met een onafhankelijk deskundige, in beroep of in hoger beroep niet onderbouwd met medische stukken. Ook ter zitting van de Raad is niet gebleken dat appellante alsnog bereid is om zonder voorbehoud mee te werken aan een psychiatrisch onderzoek.
AnnotatorE. van den Bogaard
LinkVolledige tekst annotatie (westhoff.nl)
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:1033
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiversen
TitelCentrale Raad van Beroep 08-04-2020
CiteertitelUSZ 2020/164
SamenvattingInkomen in aangiftetijdvak, Eindejaarsuitkeringen.
Samenvatting (Bron)Bestreden besluit 1. De rechtsgevolgen van bestreden besluit 1 kunnen in stand worden gelaten, nu de bezwaren van appellante gelet op artikel 129b van de WW terecht ongegrond zijn verklaard. Bestreden besluit 2. Het standpunt van partijen in hoger beroep, dat de brief van 14 juli 2017 als besluit in de zin van de Awb moet worden aangemerkt, nu appellante daarbij voor het eerst is geïnformeerd over de wijze waarop de WW-uitkering van de werknemer over de maanden september tot en met december 2016 is vastgesteld, wordt onderschreven. De rechtbank heeft dit niet onderkend. Het beroep tegen bestreden besluit 2 zal inhoudelijk worden beoordeeld. Het Uwv heeft de discretionaire bevoegdheid, op grond van het achtste lid van artikel 4:1 van het AIB, om bij het vaststellen van het inkomen het in het aangiftetijdvak opgebouwde bedrag aan eindejaarsuitkering in aanmerking te nemen. Uwv is met deze vaste gedragslijn de grenzen van de redelijke wetstoepassing niet te buiten gegaan. Appellante wordt niet gevolgd in haar standpunt dat in het geval van werknemer het niet gebruik maken van de bevoegdheid van artikel 4:8, achtste lid, van het AIB leidt tot een kennelijk onredelijk resultaat als bedoeld in artikel 4:1, elfde lid, van het AIB. Uit gegaan van het fiscale loonbegrip. Omwille van de duidelijkheid zal de aangevallen uitspraak in zijn geheel worden vernietigd. Bij deze uitkomst is een veroordeling tot schadevergoeding niet aan de orde. Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante in beroep en in hoger beroep.
AnnotatorA. Wit
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:904
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiversen
TitelCentrale Raad van Beroep 12-05-2020
CiteertitelUSZ 2020/165
SamenvattingMeewerken psychologisch onderzoek, Niet kenbaar maken resultaten onderzoek, Opleggen maatregel, Schending arbeidsverplichtingen, Blokkaderecht, Rechtvaardiging voor inbreuk op recht op privacy.
Samenvatting (Bron)Niet meewerken aan onderzoek naar arbeidsmogelijkheden in het kader van gevraagde ontheffing bekent ook schending arbeidsverplichting als bedoeld in artikel 9 lid 1 PW. Verplichting meewerken psychologisch onderzoek en resultaten daarvan ter kennis aan college brengen, brengt geen schending van het recht op privacy (8 EVRM) met zich. College heeft wettelijke taak tot arbeidsinschakeling. Verzoek om dwangsom terecht afgewezen, ingebrekestelling in verband met uitblijven beslissing op bezwaar was prematuur.
AnnotatorE. van den Bogaard
LinkVolledige tekst annotatie (Westhoff.nl)
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:1093
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiversen
TitelCentrale Raad van Beroep 12-05-2020
CiteertitelUSZ 2020/166
SamenvattingAfgewezen verzoek kwijtschelding, Geen aanleiding voor afwijken Beleidsregels, Geen onevenredig nadeel.
Samenvatting (Bron)Verzoek om kwijtschelding restant van in 2003 ontstane vordering. Appellante voldoet niet aan de voorwaarden van beleid op grond van WWB. Meer dan de helft van de vordering afgelost betreft geen bijzondere omstandigheid om van beleid af te wijken. Geen onevenredig nadeel door beleid; geen aanleiding om van beleid af te wijken.
AnnotatorH.W.M. Nacinovic
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:1084
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekWerkloosheid
TitelCentrale Raad van Beroep 02-06-2020
CiteertitelUSZ 2020/167
SamenvattingNiet gemelde verkoopactiviteiten op rommelmarkt, Inkomensbegrip in de IOAW, Relevante inkomsten, Recht niet vast te stellen.
Samenvatting (Bron)Intrekken en terugvorderen IOAW op de grond dat appellant geen melding heeft gemaakt van zijn verkoopactiviteiten op rommelmarkten. Inkomsten uit verkoop op rommelmarkten worden in beginsel aangemerkt als belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden zoals bedoeld in het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten in samenhang met de Wet op de Inkomstenbelasting 2001. Daarmee betreft het inkomen uit arbeid van een gerechtigde op IOAW.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:1157
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekWerkloosheid
TitelCentrale Raad van Beroep 02-06-2020
CiteertitelUSZ 2020/168
SamenvattingVoorwaarde IOAW, Afzonderlijke perioden WW-uitkering, Niet bij elkaar op te tellen, Niet voldaan aan jareneis.
Samenvatting (Bron)Afgewezen aanvraag IOAW. Na 50-jarige leeftijd over twee afzonderlijke periodes drie maanden WW ontvangen. Perioden niet bij elkaar te tellen omdat de WW uit afzonderlijke dienstverbanden is ontstaan. Geen herleving van recht maar zelfstandig nieuw recht. Niet voldaan aan voorwaarde IOAW dat meer dan drie maanden WW moet zijn ontvangen. Appellant voldoet wel aan wekeneis maar niet aan jareneis. Arbeidsverleden als zelfstandige speelt geen rol voor recht op IOAW.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:1159
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 02-06-2020
CiteertitelUSZ 2020/169
SamenvattingVerlaging norm, Geen woonkosten, Opvang Leger des Heils, Betaling eigen bijdrage.
Samenvatting (Bron)Verlaging gehuwdennorm met 10% in verband met lagere lasten door ontbreken eigen woning. Opvang door Leger des Heils waarvoor eigen bijdrage verschuldigd was, die niet volledig met woonkosten gelijkgesteld kan worden. Meer besteedbaar inkomen dan norm voor verblijf in een inrichting. Niet concreet gemaakt dat appellante niet in bestaanskosten kon voorzien.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:1168
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiversen
TitelCentrale Raad van Beroep 03-06-2020
CiteertitelUSZ 2020/170
SamenvattingHuishoudelijke hulp, Toepassing CIZ-protocol.
Samenvatting (Bron)De Raad ziet, anders dan het college heeft bepleit, geen aanknopingspunten voor het oordeel dat nog een extra 60 minuten in mindering moet worden gebracht. Het college heeft zijn standpunt dat minder tijd nodig is voor het schoonhouden van de woning van appellante dan de CIZ-normering, omdat in haar woning meerdere ruimtes niet frequent worden gebruikt en alle vertrekken gelijkvloers zijn, op geen enkele wijze onderbouwd. De Raad zal bepalen dat appellante met ingang van 1 december 2016 recht heeft op vier uur per week hulp bij het huishouden. Proceskostenveroordeling college.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:1171
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiversen
TitelCentrale Raad van Beroep 30-04-2020
CiteertitelUSZ 2020/171
SamenvattingSchorsing uitkering, Ernstig misdragen, Termijnstelling, Beëindiging uitkering.
Samenvatting (Bron)Schorsing uitkering. Ernstig misdragen. Termijnstelling. Beëindiging uitkering. De beëindiging met terugwerkende kracht tot 2 november 2015 verdraagt zich niet met het eerder genomen schorsingsbesluit, dat, zoals hiervoor is overwogen, bedoeld was om tot gedragsaanpassing van appellant te leiden, en waaraan een formeel gebrek – geen termijnstelling – kleefde. Het bestreden besluit, voor zover het ziet op de beëindiging van het recht op ziekengeld per 2 november 2015, berust op een gebrekkige grondslag. Vernietiging besluit. Nieuwe beslissing op bezwaar. Beroep tegen dit besluit kan slechts bij de Raad worden ingesteld. Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:1060
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBoeten, maatregelen, terug- en invordering
TitelCentrale Raad van Beroep 12-05-2020
CiteertitelUSZ 2020/172
SamenvattingNiet melden contant geldbedrag, Aanvang bijstand, Bestemming, Beschikken, Schending inlichtingenverplichting, Verplicht tot boeteoplegging.
Samenvatting (Bron)Intrekken, terugvorderen en geven waarschuwing. Schending inlichtingenverplichting door bij aanvang van bijstand bezit van contant geld niet te melden. Dat dit bestemd was voor andere doelen dan bestaanskosten maakt niet dat er sprake is van vermogen waarmee geen rekening had moeten worden gehouden. Met de waarschuwing is appellant zeer licht gesanctioneerd. (Boete had opgelegd kunnen worden).
AnnotatorM.W. Venderbos
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:1116
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBoeten, maatregelen, terug- en invordering
TitelEHRM, 12-12-2019, 32141/10
CiteertitelUSZ 2020/173
SamenvattingTerugvordering van uitkering, Fout van overheidsorgaan, Recht op eigendom, Proportionaliteit.
AnnotatorD.G.J. Sanderink
UitspraakECLI:CE:ECHR:2019:1212JUD003214110
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekBoeten, maatregelen, terug- en invordering
TitelCentrale Raad van Beroep 28-04-2020
CiteertitelUSZ 2020/174
SamenvattingVaststelling periode herzien bijstand, terugvordering en boete.
Samenvatting (Bron)Veroordeling in kosten bezwaar. Rechtbank heeft geen acht geslagen op samenhangende zaken in zin van artikel 3, tweede lid, van het Bpb. Besluiten tot herziening, terugvordering, brutering en boete waren nagenoeg identiek en vormen samenhangende zaken. Terecht 1 punt voor indienen bezwaar en 1 punt bijwonen hoorzitting toegepast voor kosten bezwaar.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:1078
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiversen
TitelCentrale Raad van Beroep 30-04-2020
CiteertitelUSZ 2020/175
SamenvattingHeroverweging in bezwaar, Verbod van reformatio in peius, Bewijslast belastend besluit.
Samenvatting (Bron)Uit de gedingstukken blijkt niet duidelijk wie de eerste en wie de tweede echtgenote van [partner] is. Tegen de achtergrond van het rapport van de Raad van Arbeid te Nijmegen van 24 september 1996 bestaat zelfs ruimte voor gerede twijfel aan de juistheid van de stelling van de Svb dat [Y] de eerste en appellante de tweede echtgenote van [partner] is. Vernietiging besluit. De Svb zal nog een beslissing moeten nemen over het bezwaar tegen de ingangsdatum van het ouderdomspensioen. Een eventueel beroep tegen het te nemen nieuwe besluit op bezwaar kan alleen bij de Raad worden ingesteld.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:1062
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiversen
TitelCentrale Raad van Beroep 12-05-2020
CiteertitelUSZ 2020/176
SamenvattingProcesbelang,
Samenvatting (Bron)Opschorten bijstand in verband met niet verstrekken CIN-nummer. Er is procesbelang bij een oordeel over de opschorting (artikel 54 lid 1 PW) hoewel de intrekking (artikel 54 lid 4 PW) in rechte vast staat. Van betekenis is samenhang tussen de artikelen. Gestelde onwetendheid over het kunnen verkrijgen van CIN-nummer komt voor rekening van appellanten in dit geval.
AnnotatorM.W. Venderbos
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:1117
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 26-05-2020
CiteertitelUSZ 2020/177
SamenvattingTegemoetkomen.
Samenvatting (Bron)Afwijzing verzoek om veroordeling in proceskosten. Omdat bij de schikking de besluitvorming van het college in tact is gebleven, is van een tegemoetkomen in de zin van artikel 8:75a, eerste lid, van de Awb geen sprake. Geen aanleiding voor proceskostenveroordeling, zodat dit verzoek wordt afgewezen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:1135
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiversen
TitelCentrale Raad van Beroep 27-05-2020
CiteertitelUSZ 2020/178
SamenvattingGeen materiële connexiteit.
Samenvatting (Bron)Niet-ontvankelijkverklaring verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoek om een voorlopige voorziening voldoet niet aan het materiële connexiteitsvereiste. Het verzoek strekt er immers toe dat aan verzoeker op dit moment – 2020 – een pgb wordt verleend, terwijl het lopende hoger beroep betrekking heeft op het pgb voor de jaren 2017 en 2018. Dat het zorgkantoor heeft geweigerd om voor het jaar 2020 een pgb te verlenen, maakt dit niet anders. Verzoeker kan immers tegen die weigering rechtsmiddelen instellen en connex aan die rechtsmiddelen een verzoek om een voorlopige voorziening indienen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:1139
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiversen
TitelCentrale Raad van Beroep 28-05-2020
CiteertitelUSZ 2020/179
SamenvattingGeheel of gedeeltelijk tegemoetkomen, Voorlopige voorziening.
Samenvatting (Bron)Afwijzing verzoek van verzoeker om het Uwv te veroordelen in de proceskosten. De nieuwe beslissing op bezwaar is niet ingegeven door het indienen van het verzoek om een voorlopige voorziening. Er is evenmin een voorlopige maatregel getroffen waartoe het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening strekt.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:1153
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekDiversen
TitelCentrale Raad van Beroep 16-06-2020
CiteertitelUSZ 2020/180
SamenvattingTer post bezorgen, Arrest Europese Hof, Richtlijn, Verzending per post niet alleen verzending via PostNL.
Samenvatting (Bron)Niet ontvankelijk verklaring bezwaar. Naar aanleiding van het arrest van 27 maart 2019 Hof van Justitie van de Europese Unie C-545/17, ECLI:EU:C:2019:260 (Pawlak/KRUS) wordt onder verzending per post in de zin van artikel 6:9, tweede lid, van de Awb niet langer uitsluitend verstaan verzending via PostNL. Een bezwaar- of (hoger) beroepsschrift is ook tijdig ingediend als het voor het einde van de termijn bij een andere postaanbieder dan PostNL ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen. Onder andere postaanbieder wordt verstaan ieder bij de Autoriteit Consument en Markt geregistreerd postvervoerbedrijf. Het bezwaarschrift is echter niet voor het einde van de termijn bij de andere postaanbieder ingediend.
AnnotatorR. Stijnen
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:1207
Artikel aanvragenVia Praktizijn