Jurisprudentie Omgevingsrecht

Uitgever Sdu
Tijdschrift Jurisprudentie Omgevingsrecht
Datum 24-11-2020
Aflevering 32
TitelCentrale Raad van Beroep 14-04-2020
CiteertitelJOM 2020/562
SamenvattingBeroep van rechtswege.
Samenvatting (Bron)Ongegrond beroep. Tegen nadere, in hoger beroep mede te boordelen besluit zijn geen gronden aangevoerd en appellant is niet ter zitting verschenen.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:1044
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 28-04-2020
CiteertitelJOM 2020/563
SamenvattingSamenhangende zaken.
Samenvatting (Bron)Veroordeling in kosten bezwaar. Rechtbank heeft geen acht geslagen op samenhangende zaken in zin van artikel 3, tweede lid, van het Bpb. Besluiten tot herziening, terugvordering, brutering en boete waren nagenoeg identiek en vormen samenhangende zaken. Terecht 1 punt voor indienen bezwaar en 1 punt bijwonen hoorzitting toegepast voor kosten bezwaar.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:1078
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 14-04-2020
CiteertitelJOM 2020/564
SamenvattingFosfaatrecht. Geen strijd met verbod op reformatio in peius.
Samenvatting (Bron)Artikel 8:69, eerste lid, van de Awb (het verbod op reformatio in peius). Artikel 23, zesde lid, van de Meststoffenwet (knelgevallenregeling). Artikel 72b van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet. Bij het vervangingsbesluit heeft verweerder de hoeveelheid fosfaatrecht in vergelijking tot het bestreden besluit met 40 kg verlaagd. Deze verlaging is het gevolg van de verhoging van het aantal melkkoeien naar 118 stuks. Er is geen sprake van strijd met artikel 8:69, eerste lid, van de Awb. Verweerder mag de in het bestreden besluit gemaakte fout corrigeren. Partijen zijn het erover eens dat appellant bij geen van de door hem gemelde bijzondere omstandigheden de drempel van 5% haalt. Verweerder hoeft bij de knelgevallenregeling geen rekening te houden met op de peildatum (nog) niet gerealiseerde groei. De generieke korting van 8,3% wordt niet toegepast als de mestproductie door melkvee in 2015 minder was dan de fosfaatruimte in dat kalenderjaar. De fosfaatruimte is mede afhankelijk van de op 15 mei 2015 tot het melkveebedrijf behorende landbouwgrond. Daartoe behoort niet de tot de door appellant afzonderlijk gevoerde vleesveehouderij behorende landbouwgrond.
AnnotatorJ.H. Keinemans
UitspraakECLI:NL:CBB:2020:268
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 03-06-2020
CiteertitelJOM 2020/565
SamenvattingWob-verzoek, Documenten berusten elders.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 19 augustus 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht, naar aanleiding van de door [appellant] op 29 juli 2016 ingediende ingebrekestelling ter zake van het niet-tijdig nemen van een besluit op zijn verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, aan hem meegedeeld dat het verzoek niet is ontvangen en dat de verzochte informatie al openbaar is. [appellant] heeft bij e-mail van 2 juni 2016 het college verzocht om openbaarmaking op grond van de Wob van sinds 1 januari 2015 opgemaakte stukken met betrekking tot elf horecagelegenheden, waaronder rapporten van akoestische onderzoeken. Hij heeft het college bij e-mail van 29 juli 2016 in gebreke gesteld omdat het geen besluit op zijn Wob-verzoek heeft genomen.
AnnotatorG.J. Stoepker
UitspraakECLI:NL:RVS:2020:1341
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 08-07-2020
CiteertitelJOM 2020/566
SamenvattingAfwijzingen aanvragen exploitatievergunning passagiersvaart, Verdelingssysteem op basis van gewogen toetreding (rangorde), Belanghebbendheid concurrent.
Samenvatting (Bron)Bij besluiten van 26 april, 28 april en 1 mei 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam meerdere aanvragen van exploitatievergunningen voor vaartuigen in het segment 'Bemand groot' afgewezen. Op 16 september 2017 heeft Rederij Amsterdam B.V. het college op grond van artikel 4:17 Awb in gebreke gesteld vanwege het niet tijdig nemen van een besluit op zeven bezwaarschriften van 5 mei 2017. Op 5 november 2017 hebben [appellant A], [appellant B], De Hoge Wier B.V., Rederij Amsterdam B.V., [appellant D] en Twee Gebroeders B.V. het college in gebreke gesteld vanwege het niet tijdig nemen van een besluit op 28 bezwaarschriften van 5 mei 2017. Rederij Amsterdam B.V. heeft ook op 13 februari 2018 het college in gebreke gesteld wegens het niet tijdig nemen van een besluit op 45 bezwaarschriften van 5 mei 2017, 6 mei 2017 en 6 juni 2017. Alle ingebrekestellingen zijn inhoudelijk gelijkluidend.
UitspraakECLI:NL:RVS:2020:1597
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 15-07-2020
CiteertitelJOM 2020/567
SamenvattingVertrouwensbeginsel, Democratisch gekozen gemeenteraad, Bestuurlijke lus.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 21 februari 2019 heeft de raad van de gemeente Zaltbommel het bestemmingsplan "Buitengebied Zaltbommel, Maas-Waalweg 15 Zuilichem" vastgesteld. Proscopius is eigenaar van het perceel Maas-Waalweg 15 en exploiteerde tot 1 januari 2018 een partycentrum op dit perceel (De Heeren van Suylichem). Zij heeft het voornemen om op dit perceel en het naastgelegen perceel dat een agrarische bestemming heeft, grootschalige huisvesting voor arbeidsmigranten te realiseren. Het gaat daarbij om zeven gebouwen met in totaal 200 wooneenheden. Het college van burgemeester en wethouders van Zaltbommel heeft op 11 juli 2017 besloten om medewerking te verlenen aan dit initiatief, in lijn met het in 2017 door de raad vastgestelde beleid. Naar aanleiding van maatschappelijke onrust over het initiatief heeft de raad echter besloten om het beleid over huisvesting van arbeidsmigranten te heroverwegen.
AnnotatorR.J.N. Schlössels , C.L.G.F.H. Albers
UitspraakECLI:NL:RVS:2020:1639
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 02-06-2020
CiteertitelJOM 2020/568
SamenvattingBoete, Bewijslast.
Samenvatting (Bron)Verordening (EG) nr. 1/2005 (Transportverordening) Hoger beroep bestuurlijke boete gegrond. Boeterapport voldoet niet aan eis van voldoende minimale gedetailleerdheid. Rechtbank heeft ten onrechte geoordeeld dat de minister terecht heeft vastgesteld dat appellante de betreffende overtreding heeft begaan.
UitspraakECLI:NL:CBB:2020:376
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 05-06-2020
CiteertitelJOM 2020/569
SamenvattingNertsen. Voorlopige voorziening, Belang van de volksgezondheid.
Samenvatting (Bron)Artikel 15 a en c Gwd Artikel 21 Gwd Artikel 22 eerste lid, sub f Gwd Nertsen besmet met besmettelijke dierziekte SARS-CoV-2 Adviezen deskundigen Belang van volksgezondheid en diergezondheid, dierenwelzijn
UitspraakECLI:NL:CBB:2020:411
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 12-08-2020
CiteertitelJOM 2020/570
SamenvattingOmgevingsvergunning van rechtswege, Naburig perceel, Gevolgen van enige betekenis.
Samenvatting (Bron)Bij ongedateerd besluit, verzonden op 23 januari 2018, heeft het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het wijzigen van een kantoor- en bedrijfsfunctie naar een dienstwoning. [appellant] heeft het college verzocht een vergunning te verlenen voor het realiseren van een bedrijfswoning in zijn pand aan de [locatie] te Zandvoort. Het college heeft, gezien het in deze uitspraak opgenomen procesverloop, uiteindelijk geweigerd deze vergunning te verlenen. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat de dienstwoning in strijd is met de bestemming "Bedrijventerrein" die het perceel op grond van het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Nieuw Noord" heeft. Het ziet geen aanleiding om de vergunning in strijd met het plan te verlenen, omdat het gebied waarbinnen het perceel is gelegen in het plan is aangeduid als ontwikkelingsgebied voor de transformatie in een woonwijk.
AnnotatorR.J.N. Schlössels
UitspraakECLI:NL:RVS:2020:1910
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelRaad van State 16-09-2020
CiteertitelJOM 2020/571
SamenvattingWindparken, Feitelijk belang, Relativiteitsvereiste.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 8 oktober 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Flevoland vergunning verleend voor het realiseren en exploiteren van Windplan Groen. Het inpassingsplan voorziet in 90 windturbines. Hiervan zijn er 71 windturbines waarvan de maximale tiphoogte 249 meter is, 7 windturbines met een maximale tiphoogte van 220 meter en 12 windturbines met een maximale tiphoogte van 156 meter. Initiatiefnemers zijn een aantal afzonderlijke bedrijven die vertegenwoordigd zijn in de vereniging Windkoepel Groen. Doel van het plan is om bij te dragen aan het opwekken van duurzame energie in Nederland en invulling te geven aan de wens van de provincie om te voorzien in een sanering en opschaling van de windenergie in het gebied. Op dit moment zijn in het gebied 98 windturbines aanwezig met een totaal opgesteld vermogen van circa 168 MW. De ontwikkeling voorziet in de realisatie van 90 turbines in lijnopstellingen.
AnnotatorR. Bronsema
UitspraakECLI:NL:RVS:2020:2226
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCentrale Raad van Beroep 07-08-2020
CiteertitelJOM 2020/572
SamenvattingMoment terpostbezorging in Marokko, Termijnoverschrijding niet verschoonbaar.
Samenvatting (Bron)De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat het Uwv het bezwaarschrift terecht niet‑ontvankelijk heeft verklaard. Nu appellant het bezwaarschrift ter post heeft bezorgd op de één na laatste dag van de bezwaartermijn, heeft hij het risico genomen dat het bezwaarschrift niet tijdig door het Uwv zou worden ontvangen. Het is immers niet ongebruikelijk dat een brief uit Marokko langer dan een week onderweg is. Appellant had bij de verzending van het bezwaarschrift hiermee rekening dienen te houden. Nu niet gebleken is dat appellant het bezwaarschrift niet (veel) eerder ter post had kunnen bezorgen, kan niet worden gezegd dat appellant datgene heeft gedaan wat van hem redelijkerwijs verwacht mocht worden. Van een verschoonbare termijnoverschrijding is daarom geen sprake.
UitspraakECLI:NL:CRVB:2020:1944
Artikel aanvragenVia Praktizijn
TitelCollege van Beroep voor het bedrijfsleven 18-08-2020
CiteertitelJOM 2020/573
SamenvattingBesluitbegrip, Verschoonbare termijnoverschrijding.
Samenvatting (Bron)Factuur betreffende kosten herinspectie is besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht. Bezwaar ingediend na afloop van de bezwaartermijn. Ontbreken rechtsmiddelvoorlichting. Verschoonbare termijnoverschrijding. Bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard.
UitspraakECLI:NL:CBB:2020:571
Artikel aanvragenVia Praktizijn