Rubriek | Redactionele signalen |
---|---|
Titel | Redactionele signalen |
Citeertitel | SEW 2021/1 |
Samenvatting | Niet alleen de politieke debatten die de Europese Unie in 2020 beheersten, maar ook diverse uitspraken van het Europese Hof van Justitie, werden gekenmerkt door de spanning tussen enerzijds de soevereiniteit en nationale identiteit van de lidstaten en anderzijds de vergemeenschappelijking van waarden en beleid binnen de Unie. |
Auteur(s) | J. Meeusen |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | Het Hof van Justitie en nationale constitutionele rechters - ‘Lieb Vaterland magst ruhig sein, fest steht und treu die Wacht, die Wacht am Rhein!’ |
Citeertitel | SEW 2021/2 |
Samenvatting | Door het PSPP-Urteil van de tweede senaat van het Bundesverfassungsgericht (BVerfG) van 5 mei 2020, is aan het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (Hof) van 11 december 2018 (C-493/17, ECLI:EU:C:2018:1000 (Weiss e.a.)), in Duitsland bindende werking ontzegd. Daardoor is het aloude vraagstuk van de verhouding tussen het Unierecht en nationale grondwetten en de positie van het Hof ten opzichte van constitutionele rechterlijke instanties weer volop in de belangstelling komen te staan. In dit artikel wordt ingegaan op de achtergrond van deze uitspraak, die wordt gevormd door wat men kan aanduiden als de ‘leer van de soevereine staat’. Vervolgens wordt uiteengezet hoe in deze leer het Unierecht en de functie van het Hof volledig worden gedenatureerd. |
Auteur(s) | R. Barents |
Link | Volledige tekst uitspraak (bundesverfassungsgericht.de) |
Uitspraak | ECLI:EU:C:2018:1000 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Artikelen |
---|---|
Titel | Fouten, misbruik en fraude bij grensoverschrijdende sociale zekerheid |
Samenvatting | In deze bijdrage wordt aandacht besteed aan jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie over grensoverschrijdende sociale zekerheid en voorstellen voor regelgeving om fouten en fraude bij detachering tegen te gaan. |
Auteur(s) | F.J.L. Pennings |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie EU Actueel |
---|---|
Titel | HvJ EU 06-10-2020, C-245/19, C-246/19, C-245/19 en C-246/19 |
Citeertitel | SEW 2021/4 |
Samenvatting | HvJ EU, 6 oktober 2020, Gevoegde zaken C-245/19 en C-246/19, État luxembourgeois/B (C-245/19) en État luxembourgeois/B, C, D, F. C., en A (C-246/19). |
Samenvatting (Bron) | Arrest van het Hof (Grote kamer) van 6 oktober 2020.#?tat luxembourgeois tegen B en ?tat luxembourgeois tegen B e.a.#Verzoeken van de Cour administrative (Luxemburg) om een prejudici?le beslissing.#Gevoegde zaken C-245/19 en C-246/19. |
Uitspraak | ECLI:EU:C:2020:795 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | HvJ EU 08-10-2020, C-360/19 |
---|---|
Citeertitel | SEW 2021/5 |
Samenvatting | HvJ EU 8 oktober 2020, C-360/19, Crown Van Gelder |
Samenvatting (Bron) | Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 8 oktober 2020.#Crown Van Gelder BV tegen Autoriteit Consument en Markt.#Verzoek van College van Beroep voor het bedrijfsleven om een prejudici?le beslissing.#Prejudici?le verwijzing - Interne markt voor elektriciteit - Richtlijn 2009/72/EU - Artikel 37 - Taken en bevoegdheden van de regulerende instantie - Buitengerechtelijke geschillenbeslechting - Begrip ,partijen die een klacht hebben' - Klacht ingediend door een eindafnemer tegen de beheerder van een transmissiesysteem waarop de installatie van die afnemer niet rechtstreeks is aangesloten - Storing op dat systeem - Geen contractuele band tussen de afnemer en de beheerder van dat systeem - Ontvankelijkheid van de klacht.#Zaak C-360/19. |
Uitspraak | ECLI:EU:C:2020:805 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | HvJ EU 14-10-2020, C-681/18 |
---|---|
Citeertitel | SEW 2021/6 |
Samenvatting | HvJ EU , 14 oktober 2020, Zaak C-681/18, KG (Missions successives dans le cadre du travail intérimaire). |
Samenvatting (Bron) | Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 14 oktober 2020.#JH tegen KG.#Verzoek van de Tribunale ordinario di Brescia om een prejudici?le beslissing.#Prejudici?le verwijzing - Sociale politiek - Richtlijn 2008/104/EG - Uitzendarbeid - Artikel 5, lid 5 - Gelijke behandeling - Passende maatregelen met het oog op voorkoming van misbruik van uitzendarbeid - Verplichting van de lidstaten om achtereenvolgende opdrachten te voorkomen - Geen beperking in de nationale regeling - Vereiste van uniforme uitlegging.#Zaak C-681/18. |
Uitspraak | ECLI:EU:C:2020:823 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | HvJ EU 21-10-2020, C-556/19 |
---|---|
Citeertitel | SEW 2021/7 |
Samenvatting | HvJ EU, 21 oktober 2020, Zaak C-556/19, Eco TLC. |
Samenvatting (Bron) | Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 21 oktober 2020.#Eco TLC tegen Ministre d'?tat, ministre de la Transition ?cologique et solidaire en Ministre de l'?conomie et des Finances.#Verzoek van de Conseil d'?tat (Frankrijk) om een prejudici?le beslissing.#Prejudici?le verwijzing - Staatssteun - Artikel 107, lid 1, VWEU - Begrip ,staatsmiddelen' - Uitgebreide producentenverantwoordelijkheid - Milieu-instelling die op grond van een door de publieke autoriteiten afgegeven erkenning bij bedrijven die bepaalde producten op de markt brengen, financi?le bijdragen int waarmee zij voor hun rekening hun wettelijke verplichting tot verwerking van het afval van deze producten op zich neemt - Financi?le steun van die milieu-instelling aan de gecontracteerde sorteerbedrijven.#Zaak C-556/19. |
Uitspraak | ECLI:EU:C:2020:844 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | HvJ EU 28-10-2020, C-321/19 |
---|---|
Citeertitel | SEW 2021/8 |
Samenvatting | HvJ EU, 28 oktober 2020, Zaak C-321/19, BY en CZ/Bundesrepublik Deutschland. |
Samenvatting (Bron) | Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 28 oktober 2020.#BY en CZ tegen Bundesrepublik Deutschland.#Prejudici?le verwijzing - Richtlijn 1999/62/EG - Richtlijn 2006/38/EG - In rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen - Artikel 7, lid 9 - Artikel 7 bis, leden 1 en 2 - Tolgelden - Beginsel van het terugverdienen van de infrastructuurkosten - Infrastructuurkosten - Exploitatiekosten - Kosten van de verkeerspolitie - Kostenoverschrijding - Rechtstreekse werking - Rechtvaardiging a posteriori van een te hoog toltarief - Beperking van de werking van het arrest in de tijd.#Zaak C-321/19. |
Uitspraak | ECLI:EU:C:2020:866 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | HvJ EU 29-10-2020, C-243/19 |
---|---|
Citeertitel | SEW 2021/9 |
Samenvatting | HvJ EU, 29 oktober 2020, Zaak C-243/19, Veselības ministrija. |
Samenvatting (Bron) | Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 29 oktober 2020.#A tegen Vesel?bas ministrija.#Prejudici?le verwijzing - Sociale zekerheid - Verordening (EG) nr. 883/2004 - Artikel 20, lid 2 - Richtlijn 2011/24/EU - Artikel 8, leden 1 en 5 en lid 6, onder d) - Ziektekostenverzekering - In een andere lidstaat dan de lidstaat van aansluiting verstrekte ziekenhuiszorg - Weigering van voorafgaande toestemming - Ziekenhuisbehandeling die in de lidstaat van aansluiting doeltreffend kan worden uitgevoerd - Artikel 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Verschil in behandeling op grond van godsdienst.#Zaak C-243/19. |
Uitspraak | ECLI:EU:C:2020:872 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Gerecht EU 29-10-2020, T-451/20R |
---|---|
Citeertitel | SEW 2021/10 |
Samenvatting | Beschikking van de president van het Gerecht EU, 29 oktober 2020, Zaak T-451/20R, Facebook (ECLI:EU:T:2020:515 - Informatie nog niet gepubliceerd.) Ireland Ltd./Europese Commissie. Verzoek om voorlopige voorziening. |
Samenvatting (Bron) | Beschikking van de president van het Gerecht van 29 oktober 2020.#Facebook Ireland Ltd tegen Europese Commissie.#Zaak T-451/20 R. |
Uitspraak | ECLI:EU:T:2020:515 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie NL Actueel |
---|---|
Titel | Rechtbank Noord-Holland 30-09-2020 |
Citeertitel | SEW 2021/11 |
Samenvatting | Luchtvaart. Recht op compensatie. |
Samenvatting (Bron) | Prejudiciële verwijzing Hof van Justitie; vertrek vanaf luchthaven in een lidstaat en aankomst op luchthaven van een derde staat, met een geplande tussenlanding in Zwitserland. Is Verordening 261/2004 ook van toepassing op tweede deel van de vlucht? |
Uitspraak | ECLI:NL:RBNHO:2020:8185 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | Rechtbank Den Haag 19-10-2020 |
---|---|
Citeertitel | SEW 2021/12 |
Samenvatting | Asielbeleid. |
Samenvatting (Bron) | Eisers hebben de Afghaanse nationaliteit en zijn sjiiet en Hazara. Eiser is afkomstig uit de provincie Ghazni en eiseres uit de provincie Logar. Eisers zijn sinds eind 2015 in Nederland. Zij hebben drie minderjarige kinderen. Eiseres wordt behandeld voor PTSS. Kind 2 vertoont een fikse achterstand in spraak- en taalontwikkeling en heeft langdurige gedrags- en emotionele problemen. Sinds juni 2019 is het gezin in behandeling bij de stichting Jeugdhulp. Daarnaast is het gezin aangemeld bij Centrum ’45 voor de behandeling van pshycho-traumatische klachten. In geschil is of verweerder terecht aan de afwijzing van de asielaanvragen ten grondslag heeft gelegd dat eisers niet in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming op grond van artikel 15, aanhef en onder c, Kwalificatierichtlijn. De rechtbank wenst het Hof de volgende prejudiciële vragen te stellen: 1. Beoogt artikel 15, aanhef en onder c, van de Kwalificatierichtlijn uitsluitend bescherming te bieden in de uitzonderlijke situatie dat de mate van willekeurig geweld in het kader van een internationaal of binnenlands gewapend conflict dermate hoog is dat zwaarwegende gronden bestaan om aan te nemen dat een burger die terugkeert naar het betrokken land of, in voorkomend geval, naar het betrokken gebied, louter door zijn aanwezigheid daar een reëel risico loopt op de in dat artikelonderdeel bedoelde bedreiging? En valt deze uitzonderlijke situatie onder de 'most extreme case of general violence', zoals bedoeld in het arrest N.A. tegen het Verenigd Koninkrijk? Indien het eerste deel van de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord: 2. Dient artikel 15, aanhef en onder c, van de Kwalificatierichtlijn aldus te worden uitgelegd dat ook een minder hoge mate van willekeurig geweld dan de eerdergenoemde uitzonderlijke situatie, in samenhang met persoonlijke en individuele omstandigheden van een verzoeker ertoe kan leiden dat zwaarwegende gronden bestaan om aan te nemen dat een verzoeker die terugkeert naar het betrokken land of naar het betrokken gebied een risico loopt op de in dat artikellid bedoelde bedreiging? Indien de tweede vraag bevestigend wordt beantwoord: 3. Dient in dat kader een glijdende schaal te worden gehanteerd met een differentiatie in mogelijke niveaus van willekeurig geweld en de daarbij behorende mate van individuele omstandigheden? En welke persoonlijke en individuele omstandigheden kunnen een rol spelen bij de beoordeling van de beslissingsautoriteit en de nationale rechter? Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord: 4. Wordt aan het bepaalde in artikel 15 van de Kwalificatierichtlijn voldaan wanneer aan een verzoeker die zich in een situatie bevindt waarin sprake is van een mate van willekeurig geweld die minder hoog is dan in de bedoelde uitzonderlijke situatie en hij bewijs kan leveren dat hij specifiek wordt geraakt (onder meer) om redenen die te maken hebben met zijn persoonlijke omstandigheden, uitsluitend subsidiaire bescherming wordt verleend op grond van artikel 15, aanhef en onder a of b, van deze Kwalificatierichtlijn? |
Uitspraak | ECLI:NL:RBDHA:2020:10488 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Rubriek | Jurisprudentie |
---|---|
Titel | HvJ EU 16-10-2020, C‑189/18 |
Citeertitel | SEW 2021/13 |
Samenvatting | De grondrechtelijke grenzen aan de nationale bewijsregels inzake btw. |
Samenvatting (Bron) | Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 16 oktober 2019.#Glencore Agriculture Hungary Kft. tegen Nemzeti Ad?- ?s V?mhivatal Fellebbviteli Igazgat?s?ga.#Verzoek van de F?v?rosi K?zigazgat?si ?s Munka?gyi B?r?s?g om een prejudici?le beslissing.#Prejudici?le verwijzing - Belasting over de toegevoegde waarde (btw) - Richtlijn 2006/112/EG - Artikelen 167 en 168 - Recht op btw-aftrek - Weigering - Fraude - Bewijsvoering - Beginsel van eerbiediging van de rechten van de verdediging - Recht om te worden gehoord - Toegang tot het dossier - Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Doeltreffende rechterlijke toetsing - Beginsel van wapengelijkheid (,equality of arms') - Beginsel van hoor en wederhoor - Nationale regeling of praktijk volgens welke de belastingdienst bij de controle van het door een belastingplichtige uitgeoefende recht op btw-aftrek gebonden is door de feitelijke bevindingen en juridische kwalificaties die hij reeds heeft vastgelegd in het kader van gerelateerde administratieve procedures waarbij die belastingplichtige geen partij was.#Zaak C-189/18. |
Annotator | S. De Raedt |
Uitspraak | ECLI:EU:C:2019:861 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |
Titel | HvJ EU 16-07-2020, C-549/18 |
---|---|
Citeertitel | SEW 2021/14 |
Samenvatting | Voor het eerst legt het Europees Hof van Justitie onmiddellijk een forfaitaire som op aan twee EU-lidstaten die een EU-richtlijn te laat of onvolledig hadden omgezet. HvJ EU C-549/18, 16 juli 2020, ECLI:EU:C:2020:563 - Europese Commissie tegen Roemenië en HvJ EU C-550/1, 16 juli 2020, ECLI:EU:C:2020:564 - Europese Commissie tegen Ierland. |
Samenvatting (Bron) | Arrest van het Hof (Grote kamer) van 16 juli 2020.#Europese Commissie tegen Roemeni?.#Niet-nakoming - Artikel 258 VWEU - Voorkoming van het gebruik van het financi?le stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering - Richtlijn (EU) 2015/849 - Geen omzetting en/of geen mededeling van omzettingsmaatregelen - Artikel 260, lid 3, VWEU - Verzoek om veroordeling tot betaling van een forfaitaire som.#Zaak C-549/18. |
Annotator | T. Joris , S. van der Jeught |
Uitspraak | ECLI:EU:C:2020:563 |
Artikel aanvragen | Via Praktizijn |