Milieu & Recht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Milieu & Recht
Datum 27-01-2021
Aflevering 1
RubriekOpinie
Titel2021: op weg naar klimaatneutraliteit in 2050
CiteertitelM en R 2021/1
SamenvattingOndertussen staat onze maatschappij – en daarmee ook de EU – voor enorme opgaven: naast de aanpak van de pandemie spelen er in de EU fundamentele kwesties rondom de inrichting van de rechtstaat en de economie.
Auteur(s)M. Peeters
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelOver klimaatverplichtingen en beleidsvrijheid in coronatijd: Greenpeace tegen Nederland
CiteertitelM en R 2021/2
SamenvattingTijdens de coronacrisis blijven veel vliegtuigen aan de grond. Dat is goed voor het klimaat, maar slecht voor vliegmaatschappijen zoals KLM. De Nederlandse Staat komt met miljarden euro’s over de brug om te voorkomen dat KLM omvalt. Aan die noodsteun zijn geen harde klimaatvoorwaarden verbonden. Greenpeace stapt daarom naar de rechter.
Auteur(s)T.R. Bleeker
UitspraakECLI:NL:RBDHA:2020:12440
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelMilieubelastende activiteit en de VNG-staalkaart Bestaande Woonwijk
CiteertitelM en R 2021/3
SamenvattingIn mei 2020 is door de VNG de staalkaart Bestaande Woonwijk gepubliceerd. Deze staalkaart is onderdeel van een door de VNG ontwikkelde reeks, met als rode draad het ‘Casco’ voor het omgevingsplan. De staalkaarten zijn bedoeld als leidraad voor gemeenten bij het opstellen van een omgevingsplan. In de staalkaart Bestaande Woonwijk wordt voorgesteld om in het omgevingsplan milieubelastende activiteiten aan te wijzen
Auteur(s)A.G.A. Nijmeijer
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelNatuurherstel na de PAS-uitspraak: van juridische zekerheid naar borging van ecologische effectiviteit
CiteertitelM en R 2021/4
SamenvattingOp 29 mei 2019 oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat het Programma Aanpak Stikstof niet meer gebruikt mag worden als basis voor vergunningverlening. Het was voor ingewijden geen verrassing, maar maatschappelijk maakte het heel wat los. Inmiddels zijn we ruim anderhalf jaar verder. Er is een commissie ingesteld onder voorzitterschap van Johan Remkes die in juni 2020 haar advies aanbood met voorstellen die voor de lange termijn een structurele oplossing zouden moeten bieden voor de omgang met stikstofemissies en natuurherstel.
Auteur(s)H. Ploegmakers , S. Turnhout , R.P.B. Foppen , J.C.J.M. de Kroon , H. Siepel
UitspraakECLI:NL:RVS:2019:1603
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
Titel"Uw mening telt!": van Regeling bodemkwaliteit naar Regeling bodemkwaliteit 2021
CiteertitelM en R 2021/5
SamenvattingIn deze publicatie wordt ingegaan op de Regeling bodemkwaliteit en vooral op haar beoogde opvolgster, de Regeling bodemkwaliteit 2021 die volgens planning tegelijkertijd met de Omgevingswet op 1 januari 2022 van kracht zal worden.
Auteur(s)H.E. Woldendorp , J.M. Gadella
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Den Haag 09-01-2020
CiteertitelM en R 2021/6
SamenvattingTeakhout uit Myanmar. Zorgvuldigheidseisen Houtverordening.
Samenvatting (Bron)Twee marktdeelnemers hebben op 10 januari 2017 partijen teakhout uit Myanmar op de interne markt gebracht. Daarbij hebben zij niet alle stappen van het stelsel van zorgvuldigheidseisen van de Houtverordening volledig uitgevoerd. Verweerder was bevoegd om handhavend op te treden.
AnnotatorW.Th. Douma
UitspraakECLI:NL:RBDHA:2020:473
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 25-03-2020
CiteertitelM en R 2021/7
SamenvattingGemeente Utrecht plaatst geen geluidwerende voorzieningen bij woning, na weigeren aanbod Rijkswaterstaat voor het isoleren van woning.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 6 september 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht meegedeeld dat er geen geluidwerende voorzieningen worden aangebracht bij de woning op het adres [locatie] te Utrecht. [appellant] is eigenaar van de woning. Vanwege de vaststelling van het Tracébesluit "Sporen in Utrecht deeltracé Utrecht Centraal - Houten (2014)" heeft Rijkswaterstaat een gevelisolatieonderzoek laten uitvoeren bij de woning van [appellant]. Vervolgens heeft Rijkswaterstaat [appellant] een aanbod gestuurd voor het isoleren van de woning. Aangezien [appellant] volgens het college niet heeft ingestemd met dit aanbod, heeft het college hem medegedeeld dat geen geluidwerende voorzieningen worden aangebracht bij voornoemde woning. [appellant] is hiertegen in bezwaar en beroep gekomen. Volgens [appellant] stelt het college zich ten onrechte op het standpunt dat bepaalde voorgestelde voorzieningen die deel uitmaakten van het aanbod, als noodzakelijk moeten worden aangemerkt.
AnnotatorW. Claassen-Dales
UitspraakECLI:NL:RVS:2020:884
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelHoge Raad 08-09-2020
CiteertitelM en R 2021/8
SamenvattingCulpoze milieuverontreiniging door op ondeskundige wijze stortlichaam te ontgraven en te ruimen, waardoor onnodig asbestvezels in lucht zijn gebracht. Gevaar voor openbare gezondheid?
Samenvatting (Bron)Economische zaak. Culpoze milieuverontreiniging begaan door rechtspersoon door als gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf in opdracht van gemeente in bodem van voormalige stortplaats in Nuenen op ondeskundige wijze stortlichaam te ontgraven en te ruimen, waardoor onnodig asbestvezels in lucht zijn gebracht, art. 173b.1 Sr. Is sprake van te duchten gevaar voor openbare gezondheid a.b.i. art. 173b.1 Sr? Opvatting dat gelet op “wettelijke systematiek m.b.t. grenswaarden” alleen sprake is van te duchten gevaar voor openbare gezondheid a.b.i. in art. 173b.1 Sr indien kan worden vastgesteld dat concentratie van asbestvezels in de lucht ten minste 10.000 asbestvezels per kubieke meter is geweest, vindt, mede gelet op tekst van art. 173b.1 Sr en wetsgeschiedenis van art. 173b Sr, geen steun in het recht. Dat genoemde waarde (uit andere regelgeving afkomstige) ‘wettelijke norm’ betreft, doet daaraan niet af. Zoals ook uit wetsgeschiedenis naar voren komt, kan voornoemd gevaar immers ook ‘te duchten’ zijn geweest in gevallen waarin niet of nog niet kon worden vastgesteld dat gevaar zich ook daadwerkelijk heeft verwezenlijkt maar waarin wel reële kans bestond op die verwezenlijking. ‘s Hofs oordeel dat hiervan sprake was, getuigt niet van onjuiste rechtsopvatting en is - gelet op wat hof blijkens bewijsvoering heeft vastgesteld over i.h.b. wijze waarop werkzaamheden zijn uitgevoerd, duur daarvan, gevaar van cumulatie van asbestvezels in longen door inademing daarvan en gemeten asbestgehaltes - toereikend gemotiveerd. HR merkt op dat evenmin steun in het recht vindt opvatting dat enkele omstandigheid dat bovengenoemde grenswaarde niet zou zijn overschreden, met zich zou brengen dat geen sprake kan zijn van wederrechtelijk handelen zoals bewezenverklaard. Volgt verwerping.
AnnotatorM. Velthuis , I. Spierings
UitspraakECLI:NL:HR:2020:1368
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelHof van Justitie van de Europese Unie 17-09-2020, C-212/19
CiteertitelM en R 2021/9
SamenvattingSteunregeling voor aquacultuur- en visserijbedrijven. Besluit waarbij de steunregeling gedeeltelijk onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt wordt verklaard en waarbij de terugvordering van de uitbetaalde steun wordt gelast.
Samenvatting (Bron)Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 17 september 2020.#Ministre de l'Agriculture et de l'Alimentation tegen Compagnie des p?ches de Saint-Malo.#Verzoek van Conseil d'?tat om een prejudici?le beslissing.#Prejudici?le verwijzing - Staatssteun - Begrip - Schipbreuk van de olietanker Erika - Steunregeling voor aquacultuur- en visserijbedrijven - Besluit waarbij de steunregeling gedeeltelijk onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt wordt verklaard en waarbij de terugvordering van de uitbetaalde steun wordt gelast - Geldigheidstoetsing - Ambtshalve verricht onderzoek - Ontvankelijkheid - Geen beroep tot nietigverklaring ingesteld door verweerster in het hoofdgeding - Verlichting van sociale lasten - Werknemersbijdragen - Voordeel - Bepaling van de schuldenaar van de terugbetalingsverplichting.#Zaak C-212/19.
AnnotatorB. Arentz
UitspraakECLI:EU:C:2020:726
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 07-10-2020
CiteertitelM en R 2021/10
SamenvattingWindpark. Minister heeft aan windpark voor 99 diersoorten een ontheffing verleend van het verbod om die dieren te doden en te verwonden.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 17 maart 2016 is aan Windpark Den Tol Exploitatie B.V. voor dertien diersoorten ontheffing verleend van het verbod om die dieren te doden en te verwonden. Windpark Den Tol wil een windmolenpark bouwen ten oosten van het dorp Netterden en ten noorden van het Natura 2000-gebied "Unterer Niederrhein" in Duitsland. Van dit Natura 2000-gebied is Hetter-Millingerbrug een deelgebied (ook wel "De Hetter" genoemd). Dit gebied ligt direct ten zuiden van het windpark. Bij besluit van 11 oktober 2018 op de bezwaren van NABU, TegenWind en Windpark Den Tol heeft de minister aan Windpark Den Tol voor 99 diersoorten een ontheffing verleend van het verbod om die dieren te doden en te verwonden. Dit besluit is door de rechtbank op 9 april 2019 vernietigd. Bij besluit van 18 juni 2019 heeft de minister naar aanleiding van de vernietiging door de rechtbank een nieuw besluit genomen waarin de minister, kort gezegd, heeft beoogd de motivering van de ontheffing te verbeteren.
AnnotatorP. Mendelts
UitspraakECLI:NL:RVS:2020:2384
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 28-10-2020
CiteertitelM en R 2021/11
SamenvattingIllegaal gekapt hout. De rechtsvraag is of de minister bij een heroverweging nieuwe feiten en omstandigheden mocht betrekken van ná een eerder afwijzingsbesluit.
Samenvatting (Bron)Deze zaak gaat over de afwijzing van een verzoek van Greenpeace aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit om tegen een aantal bedrijven handhavend op te treden wegens overtreding van de Europese Houtverordening. De Houtverordening heeft de bedoeling om illegale houtkap en de handel in illegaal hout te bestrijden. De rechtsvraag die de Afdeling in deze zaak moet beantwoorden is of de minister, nadat hij ten onrechte een verzoek van Greenpeace had afgewezen, bij zijn heroverweging ook nieuwe feiten en omstandigheden mocht betrekken van ná dat eerdere afwijzingsbesluit. Over die rechtsvraag heeft de Afdeling eerder een advies (conclusie) gevraagd aan de staatsraad advocaat-generaal.
AnnotatorW.Th. Douma
UitspraakECLI:NL:RVS:2020:2571
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 04-11-2020
CiteertitelM en R 2021/12
SamenvattingWindpark. Ontheffing verbodsbepalingen Wet natuurbescherming voor in het besluit genoemde vogel- en vleermuissoorten.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 12 maart 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant aan Raedthuys Windenergie B.V. een ontheffing verleend van de verbodsbepalingen uit de artikelen 3.1 en 3.5 van de Wet natuurbescherming voor in het besluit genoemde vogel- en vleermuissoorten, ten behoeve van de aanleg en exploitatie van drie windturbines nabij verkeersknooppunt Galder te Breda, als onderdeel van Windpark A16. Het besluit tot verlening van de ontheffing is genomen ten behoeve van het oprichten en in werking hebben van drie windturbines op Windpark Galder. De windturbines zijn gepland ten zuiden van Breda en aan de noordoostkant van het verkeersknooppunt Galder, dat wordt gevormd door de aantakking van rijksweg A58 aan de oostkant op rijksweg A16.
AnnotatorP. Mendelts
UitspraakECLI:NL:RVS:2020:2621
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 04-11-2020
CiteertitelM en R 2021/13
SamenvattingLast onder dwangsom mede-eigenaar inrichting. Drugslab was gevestigd op perceel en asbest aanwezig.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 13 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Voerendaal [appellante] acht lasten onder dwangsom opgelegd met betrekking tot overtredingen op het perceel [locatie] te Voerendaal. Het college heeft [appellante] een aantal lasten onder dwangsom opgelegd naar aanleiding van bevindingen van toezichthouders bij controles op 18 en 26 april 2018 van een inrichting aan de [locatie] te Voerendaal. Op dit perceel was een nertsenfokkerij gevestigd. Sinds het overlijden van haar vader was [appellante], samen met haar broer, deelgenoot in de onverdeelde nalatenschap van haar vader waarin de inrichting en het perceel vallen, en daarmee mede-eigenaar van het perceel en de inrichting. Tijdens de controles is onder andere geconstateerd dat een zogenoemd drugslab was gevestigd op het perceel en dat asbest aanwezig was.
AnnotatorV.M.Y. van 't Lam
UitspraakECLI:NL:RVS:2020:2639
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 02-12-2020
CiteertitelM en R 2021/14
SamenvattingWeerkaatsing geluid spelende kinderen. Aantasting woon- en leefklimaat.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 30 januari 2020 heeft de raad van de gemeente Midden-Groningen het bestemmingsplan "Kindcentrum Woldwijck 2" vastgesteld. Het plan maakt de bouw mogelijk van een zogenoemd integraal kindcentrum aan de Zuiderkroon in Hoogezand, dat zal bestaan uit een basisschool, gymzalen en peuter- en kinderopvang. Het doel is hier drie bestaande scholen samen te voegen, waarvan de bestaande gebouwen onvoldoende aardbevingsbestendig zijn. [appellant] woont aan de [locatie] in Hoogezand. De zuidgevel van zijn woning is gericht naar de Zuiderkroon, waaraan het kindcentrum zal komen. [appellant] vreest voor overlast.
AnnotatorA.G.A. Nijmeijer
UitspraakECLI:NL:RVS:2020:2860
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 09-12-2020
CiteertitelM en R 2021/15
SamenvattingOmgevingsvergunning verleend voor uitbreiding en wijziging varkensbedrijf. De eerder verleende vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 maakt volgens de rechtbank niet dat kon worden volstaan met een melding op grond van de Wet natuurbescherming, omdat deze vergunning ziet op een ander stalsysteem dan waarop de verleende omgevingsvergunning ziet.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 18 juli 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Aalten aan de maatschap een omgevingsvergunning verleend voor de uitbreiding en wijziging van een varkensbedrijf aan de [locatie] te Aalten. De rechtbank heeft het daartegen door [partij] en anderen ingestelde beroep gegrond verklaard. Daartoe heeft de rechtbank overwogen dat de omgevingsvergunning in dit geval niet had mogen worden verleend zonder dat het college van gedeputeerde staten van Gelderland (hierna: gedeputeerde staten) hebben verklaard dat zij daartegen geen bedenkingen hebben in verband met de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden. De eerder aan de maatschap verleende vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 maakt volgens de rechtbank niet dat in dit geval kon worden volstaan met een melding op grond van de Wet natuurbescherming, omdat deze vergunning ziet op een ander stalsysteem dan waarop de verleende omgevingsvergunning ziet.
AnnotatorM.M. Kaajan
LinkVolledige tekst annotatie (Envir-advocaten.nl)
UitspraakECLI:NL:RVS:2020:2935
Artikel aanvragenVia Praktizijn