STAB Omgevingsrecht Updates

Uitgever Boom Juridische Uitgevers
Tijdschrift STAB Omgevingsrecht Updates
Datum 03-03-2021
Aflevering 5
RubriekRechtbanken
TitelRechtbank Gelderland 25-02-2021
CiteertitelOGR 2021/37
SamenvattingDe rechtbank acht het arrest van HvJ EU van 21 januari 2021 (ECLI:NL:EU:C:2021:7, OGR 2021-0006) ook van toepassing op particulieren en laat artikel 6:13 Awb buiten toepassing.
Samenvatting (Bron)Omgevingsvergunning voor de uitbreiding van een melkrundveehouderij (artikel 2.1, eerste lid, onder a, c en e, Wabo). Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de overwegingen van het arrest van het Hof van Justitie van 21 januari 2021 (ECLI:EU:C:2021:7) dat ook ten aanzien van het beroep van belanghebbende particulieren artikel 6:13 van de Awb niet kan worden toegepast, ook al heeft het arrest betrekking op non-gouvernementele organisaties. Verder volgt uit het arrest naar het oordeel van de rechtbank ook dat de vaste jurisprudentie dat een belanghebbende geen beroep kan instellen tegen besluitonderdelen waarover hij geen zienswijze naar voren heeft gebracht, niet langer kan worden toegepast. Dit betekent in zaak 19/4584 dat het beroep van eisers met betrekking tot de omgevingsvergunning voor de activiteit natuur ontvankelijk is, ondanks dat eisers tegen dit besluitonderdeel geen zienswijze hebben ingediend (overweging 6.1 6.6). In zaak 19/4679 is het beroep van particuliere eisers die geen zienswijze hebben ingediend ontvankelijk (overweging 6.2 6.6). De rechtbank zal in zaken die onder het Verdrag van Aarhus vallen artikel 6:13 van de Awb ook voor belanghebbende particulieren buiten toepassing laten.
AnnotatorJ. van de Poel
LinkVolledige tekst annotatie (stab.nl)
UitspraakECLI:NL:RBGEL:2021:935
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbanken
TitelRechtbank Gelderland 25-02-2021
CiteertitelOGR 2021/39
SamenvattingDe rechtbank leidt uit het arrest van het HvJ EU van 21 januari 2021 (ECLI:NL:EU:C:2021:7, OGR 2021-0006) af dat zowel de personenfuik als de onderdelenfuik uit artikel 6:13 Awb buiten toepassing moeten worden gelaten.
Samenvatting (Bron)Omgevingsvergunning voor de uitbreiding van een melkrundveehouderij (artikel 2.1, eerste lid, onder a, c en e, Wabo). Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de overwegingen van het arrest van het Hof van Justitie van 21 januari 2021 (ECLI:EU:C:2021:7) dat ook ten aanzien van het beroep van belanghebbende particulieren artikel 6:13 van de Awb niet kan worden toegepast, ook al heeft het arrest betrekking op non-gouvernementele organisaties. Verder volgt uit het arrest naar het oordeel van de rechtbank ook dat de vaste jurisprudentie dat een belanghebbende geen beroep kan instellen tegen besluitonderdelen waarover hij geen zienswijze naar voren heeft gebracht, niet langer kan worden toegepast. Dit betekent in zaak 19/4584 dat het beroep van eisers met betrekking tot de omgevingsvergunning voor de activiteit natuur ontvankelijk is, ondanks dat eisers tegen dit besluitonderdeel geen zienswijze hebben ingediend (overweging 6.1 6.6). In zaak 19/4679 is het beroep van particuliere eisers die geen zienswijze hebben ingediend ontvankelijk (overweging 6.2 6.6). De rechtbank zal in zaken die onder het Verdrag van Aarhus vallen artikel 6:13 van de Awb ook voor belanghebbende particulieren buiten toepassing laten.
UitspraakECLI:NL:RBGEL:2021:938
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbanken
TitelRechtbank Oost-Brabant 23-02-2021
CiteertitelOGR 2021/36
SamenvattingHet Verdrag van Aarhus is niet van toepassing omdat het niet gaat om een activiteit die is vermeld in bijlage I van het Verdrag van Aarhus en ook niet om een activiteit met een aanzienlijk effect voor het milieu.
Samenvatting (Bron)Kasteel Gemert Belanghebbende Verdrag van Aarhus Eisers hebben beroep ingesteld tegen een omgevingsvergunning voor de verbouwing van een deel van het Kasteel Gemert en de aanleg van een tijdelijke parkeerplaats. De rechtbank is van oordeel dat eisers geen belanghebbenden zijn. Eisers wonen te ver van het kasteelcomplex en de landerijen hebben geen eigen rechtstreeks belang. Ook al zijn beide eisers bijzonder betrokken bij het lot van het kasteel van Gemert en de omliggende landerijen, is dat niet voldoende om hen als belanghebbende aan te merken. Het arrest van 14 januari 2021 van het Europese Hof van Justitie (ECLI:EU:C:2021:7) leidt niet tot een ander oordeel. Dit is geen omgevingsvergunning waar het Verdrag van Aarhus op van toepassing is. Het is geen activiteit met aanzienlijke milieugevolgen en verweerder hoeft iet vooraf te beoordelen of een milieueffectrapportage moet worden opgesteld..
UitspraakECLI:NL:RBOBR:2021:839
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbanken
TitelRechtbank Oost-Brabant 15-02-2021
CiteertitelOGR 2021/34
SamenvattingAangezien wat betreft geur sprake is van een overbelaste situatie, verbindt de rechtbank aan de vergunning het voorschrift dat een geurrendementsmeting moet worden verricht.
Samenvatting (Bron)Geurbeheersplan. rendementsmetingen. De rechtbank doet een einduitspraak na de tussenuitspraak van 30 december 2019 (ECLI:NL:RBOBR:2019:7440). De rechtbank komt niet terug op haar tussenuitspraak naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van en verbindt zelf de verplichting om geurrendementsmetingen te verrichten aan de omgevingsvergunning voor een intensieve veehouderij. Er is sprake is van een overbelaste situatie als bedoeld in artikel 3, vierde lid, van de Wgv. De elektronische monitoringsverplichtingen voor stalsystemen met luchtwassers (artikelen 3.123 en verder in het Activiteitenbesluit milieubeheer, verder: het Activiteitenbesluit) garanderen onvoldoende dat een biologisch gecombineerde luchtwasser daadwerkelijk het beoogde rendement haalt.
UitspraakECLI:NL:RBOBR:2021:570
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbanken
TitelRechtbank Rotterdam 09-02-2021
CiteertitelOGR 2021/33
SamenvattingDe vrachtwagenbewegingen op de toegangsweg vallen niet onder de directe hinder. Het laden en lossen vindt 50 meter verder op het terrein van de inrichting plaats.
Samenvatting (Bron)verweerder heeft ten onrechte geconcludeerd dat de vrachtwagenbewegingen op de inrit onder de door de inrichting verrichte laad- en losactiviteiten vallen die in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting plaatsvinden.
UitspraakECLI:NL:RBROT:2021:803
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRechtbanken
TitelRechtbank Midden-Nederland 22-10-2020
CiteertitelOGR 2021/38
SamenvattingOvergangsrecht, anderszins verzekerd, compensatie in natura.
Samenvatting (Bron)De rechtbank heeft zich in deze zaak gebogen over de vraag of en zo ja, in hoeverre mogelijke schade voortkomend uit de planologische ontwikkeling anderszins verzekerd kan worden geacht, als (een deel van) de rechten waar die planschade uit zou kunnen voortkomen onder een nieuw bestemmingsplan nog steeds is toegestaan op grond van het overgangsrecht. Overgangsbepalingen in een bestemmingsplan gaan over bestaande situaties die afwijken van de in het (nieuwe) bestemmingsplan opgenomen regeling voor bepaalde gronden. Met de nieuwe planregeling wordt dus beoogd om aan zon bestaande situatie een einde te maken binnen de planperiode. Overgangsbepalingen in een bestemmingsplan hebben dus een andere waarde dan de overige planvoorschriften. In de uitspraak van 18 juli 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2420, heeft de ABRvS daarom geoordeeld dat de mogelijkheden die overgangsbepalingen met zich meebrengen, buiten beschouwing moeten worden gelaten in de planologische vergelijking en de waardebepaling van een object. De rechtbank ziet geen aanleiding om deze rechtspraak ook van toepassing te achten op de vraag of schade door compensatie in natura anderszins verzekerd is. Bij compensatie in natura geldt namelijk dat de compensatie niet afhankelijk mag zijn van een toekomstige onzekere gebeurtenis. Aan deze voorwaarde wordt naar het oordeel van de rechtbank in deze zaak niet voldaan. Rechten uit het oude regime zijn immers nog steeds toegestaan op grond van het overgangsrecht. Daarbij vindt de rechtbank van belang dat het gebruik van deze rechten in deze zaak (feitelijk) nog niet is beëindigd en ook binnen afzienbare tijd na het primaire besluit niet zouden worden beëindigd. Het buiten beschouwing laten van de overgangsrechten bij de vraag of eventuele schade voldoende anderszins verzekerd is, verhoudt zich daarom niet tot de rechtspraak over compensatie in natura. Er bestaat dan ook geen aanleiding om de rechtspraak over overgangsrecht van toepassing te achten.
UitspraakECLI:NL:RBMNE:2020:4499
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRaad van State
TitelRaad van State 01-03-2021
CiteertitelOGR 2021/40
SamenvattingSignificante gevolgen voor het natuurgebied Duinen Den Helder-Callantsoog niet uitgesloten.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 27 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Schagen het bestemmingsplan "Nieuwbouwlocatie Denneweg/Duinroosweg te Callantsoog" vastgesteld. Het plan voorziet in de ontwikkeling van vijf grondgebonden woningen en een appartementengebouw nabij de kruising van de Denneweg en de Duinroosweg, te Callantsoog. Aan de gronden zijn de bestemmingen "Wonen - Woongebouw", "Wonen", "Verkeer - Verblijfsgebied, "Groen" en "Water" toegekend. Het plangebied is momenteel in gebruik als groenstrook bestaande uit gras met een vijver in de westhoek. In de noordhoek van het plangebied bevindt zich een speelterrein en ten noordwesten en noordoosten loopt de Denneweg. Langs de zuidelijke hoek van het plangebied, aan de Duinroosweg, zijn vijftien parkeerplaatsen gesitueerd en bevindt zich het voetgangerspad Op Goeree, welke toegang verschaft tot de aan het plangebied grenzende woonblokken. Het ligt in de bedoeling dat het project wordt ontwikkeld door WoonCompagnie.
AnnotatorM.M. Kaajan , N. Petri
LinkVolledige tekst annotatie (N. Petri, stab.nl)
LinkVolledige tekst annotatie (M.M. Kaajan, ogr-updates.nl)
UitspraakECLI:NL:RVS:2021:415
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRaad van State
TitelRaad van State 17-02-2021
CiteertitelOGR 2021/35
SamenvattingActiviteiten rondom kloostervarken in manege nabij abdijcomplex zijn in dit geval aan te merken als vestiging van een nieuwe intensieve veehouderij en om die reden in strijd met de provinciale verordening.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 6 juni 2019 heeft de raad van de gemeente Echt-Susteren het bestemmingsplan "Abdij Lilbosch/LIVAR - Experience Centre" vastgesteld. De Abdij Lilbosch wil volgens de plantoelichting haar veehouderijactiviteiten rondom het Limburgse kloostervarken (Livar-varken) op een passende wijze laten bestemmen, deze activiteiten uitbreiden en hieraan een totaalconcept rondom het Livar-varken verbinden. Op de locatie van een voormalige manege aan de Zandweg 10 nabij het abdijcomplex zal hiertoe een zogeheten "Livar Experience Centre" worden gerealiseerd. Daar worden de varkenshouderijactiviteiten gecombineerd met een bezoekerscentrum, vleesatelier en een slachterij. [appellant sub 1] is gevestigd en wonend aan de [locatie 1]. Volgens haar voorziet het plan ten onrechte in de nieuwvestiging van een intensieve veehouderij. Zij vreest voor aantasting van haar woon- en leefklimaat.
UitspraakECLI:NL:RVS:2021:333
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekRaad van State
TitelRaad van State 27-01-2021
CiteertitelOGR 2021/32
SamenvattingDynamische verwijzing naar beleidsregels is op grond van artikel 3.1.2, tweede lid, aanhef en onder a, van het Bro toegestaan. In casu is echter ten onrechte niet verwezen naar het begrip ‘behoefte aan een nieuwe stedelijke ontwikkeling’.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 17 december 2019 heeft de raad van de gemeente Reimerswaal het bestemmingsplan "Buitengebied 2019" vastgesteld. Het plan is een zogenoemd veegplan ("Collectief Regieplan Buitengebied") voor het buitengebied van de gemeente Reimerswaal, waarin verschillende particuliere initiatieven mogelijk zijn gemaakt. De staatssecretaris is het niet met het plan eens, omdat de berekeningsmethodiek uit de Regeling algemene regels ruimtelijke ordening volgens hem niet op de juiste manier in het plan is verwerkt, waardoor er verstoring van de radar kan ontstaan. Aan de [locatie 1] te Kruiningen beoogt [bedrijf A] een uitbreiding te realiseren voor de opslag van uien, alsmede een centraal parkeerterrein voor vrachtwagens van de bedrijven [bedrijf A] en [bedrijf B]. Hiervoor bevat het plan een wijzigingsbevoegdheid. [appellant sub 1], die woont aan de [locatie 2] te Kruiningen, is het in dit opzicht niet met het plan eens omdat zij vreest voor overlast van de bedrijfsvoering.
AnnotatorR. Veenhof
LinkVolledige tekst annotatie (OGR-updates.nl)
UitspraakECLI:NL:RVS:2021:173
Artikel aanvragenVia Praktizijn