Milieu & Recht

Uitgever Wolters Kluwer
Tijdschrift Milieu & Recht
Datum 31-05-2021
Aflevering 4/5
RubriekOpinie
TitelGlobalisering van het omgevingsrecht
CiteertitelM en R 2021/47
SamenvattingDe Omgevingswet staat er niet aan in de weg dat wij de negatieve milieugevolgen van onze welvaart en consumptie ‘outsourcen’ en naar andere landen verplaatsen. Volgens een recent rapport is Nederland verantwoordelijk voor het kappen van bijna 30.000 hectare oerwoud en andere natuur per jaar voor de verbouwing van soja voor veevoer en voor de productie van palmolie (WWF, The Continuing Impact of EU Consumption on Nature Worldwide, april 2021). Per inwoner is Nederland betreurenswaardige koploper binnen de EU: 18 m2 per jaar.
Auteur(s)C.W. Backes
LinkVolledige tekst rapport (panda.org)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekActualiteiten
TitelActualiteiten waterrecht 2019-2021
CiteertitelM en R 2021/48
SamenvattingIn deze bijdrage komt de belangrijkste jurisprudentie in de periode september 2019 tot en met april 2021 op het terrein van het waterrecht aan de orde. Eerst wordt ingegaan op het algemene toetsingskader van de Waterwet, waarbij aandacht is voor het limitatieve stelsel van weigeringsgronden en specifiek voor de doelstelling van het vervullen van maatschappelijke functies door watersystemen en voor de vraag of evidente privaatrechtelijke belemmeringen tot weigering kunnen leiden. Hierna wordt ingegaan op enkele actualiteiten op het gebied van het waterkwaliteitsrecht, onder meer een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie over het achteruitgangsverbod ten aanzien van de chemische grondwatertoestand, alsook een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over de vereiste juridische verankering van normen voor de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen. Als laatste komen diverse uitspraken aan bod over actief waterbeheer, waarbij ingegaan wordt op de rol van de legger en op het afwegingskader voor projectplannen.
Auteur(s)J.J.H. van Kempen
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekArtikelen
TitelBodemdaling in stad en ommeland: gevolgen, verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid
CiteertitelM en R 2021/49
SamenvattingOp 17 maart 2021 vond een VMR-webinar plaats, met als thema de bodemdalingsproblematiek in Nederlandse veengebieden. Verschillende experts waren uitgenodigd, die vanuit verschillende perspectieven ingingen op de oorzaken en gevolgen van bodemdaling in Nederland en juridische vragen omtrent verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor bodemdaling en schade als gevolg daarvan.
Auteur(s)M.M.W. van Gils
LinkVolledige tekst artikel (milieurecht.nl)
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Gelderland 18-12-2020
CiteertitelM en R 2021/50
SamenvattingOmgevingsvergunning voor een antennemast. Gezondheidsrisico's.
Samenvatting (Bron)Omgevingsvergunning voor een antennemast. Naar het oordeel van de rechtbank is het, alle argumenten, onder verwijzing naar wetenschappelijke literatuur, overziend, niet uitgesloten dat ook bij een veldsterkte die lager is dan 1 V/m, en dus ook in het geval van eiseres, sprake is van verhoogde gezondheidsrisicos. De rechtbank merkt eiseres daarom aan als belanghebbende. Het beroep is gegrond.
AnnotatorV.M.Y. van 't Lam , S. Ravelli
UitspraakECLI:NL:RBGEL:2020:6699
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 10-03-2021
CiteertitelM en R 2021/51
SamenvattingOmgevingsvergunning verleend plaatsen zendmast. Gezondheidsrisico’s.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 27 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Weesp aan T-Mobile Netherlands B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van een zendmast op het perceel Leeuwenveldseweg ter hoogte van het tankstation in Weesp, kadastrale sectie B5984, voor een maximale periode van drie jaar. Op 23 augustus 2018 heeft T-Mobile een aanvraag bij het college ingediend voor een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een antennemast op het perceel voor een maximale periode van drie jaar. De hoogte van de antennemast bedraagt ongeveer 27 m. Het college heeft de omgevingsvergunning bij besluit van 27 november 2018 verleend op grond van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onderdeel a, onder 1º, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, in verbinding met artikel 35, aanhef en onder b, van de planregels van het bestemmingsplan "Stedelijk Gebied".
AnnotatorV.M.Y. van 't Lam , S. Ravelli
UitspraakECLI:NL:RVS:2021:504
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelGerecht EU 27-01-2021, T-699/17
CiteertitelM en R 2021/52
SamenvattingIndustriële emissies.
Samenvatting (Bron)Arrest van het Gerecht (Derde kamer - uitgebreid) van 27 januari 2021.#Republiek Polen tegen Europese Commissie.#Milieu - Richtlijn 2010/75/EU - Industri?le emissies - Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1442 - Grote stookinstallaties - Conclusies over de beste beschikbare technieken (BBT) - Artikel 16, leden 4 en 5, VEU - Artikel 3, leden 2 en 3, van protocol (nr. 36) betreffende de overgangsbepalingen - Toepassing van de wet in de tijd - Comitologie.#Zaak T-699/17.
AnnotatorM. Peeters
UitspraakECLI:EU:T:2021:44
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelGerechtshof Den Haag 29-01-2021
CiteertitelM en R 2021/53
SamenvattingAansprakelijkheid naar Nigeriaans recht Shell Nigeria voor schade als gevolg van olielekkage.
Samenvatting (Bron)Internationaal ondernemingsrecht/aansprakelijkheidsrecht Aansprakelijkheid naar Nigeriaans recht van Shell Nigeria voor schade als gevolg van olielekkage in 2005 uit een pijpleiding bij het dorp Oruma in Nigeria. Sabotage niet bewezen. Olietoevoer in lekke leiding had eerder stilgelegd kunnen worden als er een lek detectie system (LDS) aanwezig was geweest. Veroordeling van Nigeriaanse dochtervennootschap en moedervennootschap om alsnog zon LDS aan te brengen. Schendig zorgplicht door moedervennootschap (foreign direct liabilty claim). Recht op schoon leefmilieu. Geen bevel tot verdere sanering. Eventuele restvervuiling geeft mogelijk aanspraak op schadevergoeding. English translation in ECLI:NL:GHDHA:2021:1825
AnnotatorE.H.P. Brans , M.T. Peters , R.L. Langeveld
UitspraakECLI:NL:GHDHA:2021:132
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelGerechtshof Amsterdam 02-02-2021
CiteertitelM en R 2021/54
SamenvattingMilieustrafrecht. Opzettelijk doden wild zwijn.
Samenvatting (Bron)Inhoudsopgave volgt z.s.m.
AnnotatorP. Mendelts
UitspraakECLI:NL:GHAMS:2021:266
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Gelderland 19-02-2021
CiteertitelM en R 2021/55
SamenvattingKan in beroepsprocedure tegen watervergunning die voortvloeit uit een saneringsbesluit het onherroepelijke saneringsbesluit opnieuw ter discussie gesteld worden?
Samenvatting (Bron)Watervergunning voor een grondwateronttrekking in verband met een grondwatervervuiling. De rechtbank oordeelt dat in de beroepsprocedure tegen de watervergunning die voortvloeit uit een saneringsbesluit het onherroepelijke saneringsbesluit niet opnieuw ter discussie gesteld worden. De rechtbank is van oordeel dat verweerder met de verrichte onderzoeken voldoende heeft gemotiveerd dat de activiteit geen belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu heeft. Verweerder heeft daarom in redelijkheid heeft kunnen besluiten dat geen aanleiding bestaat voor het opstellen van een milieueffectrapport. Het beroep is wel gegrond omdat ten onrechte niet is ingegaan op de effecten van de lozing op het Natura 2000-gebied Rijntakken. Met een aanvullend onderzoek heeft verweerder dit motiveringsgebrek hersteld. De rechtbank ziet daarom aanleiding om de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten.
AnnotatorJ.J.H. van Kempen
UitspraakECLI:NL:RBGEL:2021:808
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 03-03-2021
CiteertitelM en R 2021/56
SamenvattingAan de orde is de vraag of een aanvraag als grondslag voor het door het college te nemen besluit heeft te gelden, dan wel door de nadien ingediende aanvullingen niet meer als de oorspronkelijke aanvraag kan worden aangemerkt.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 22 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Cuijk aan [vergunninghouder] een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer (oud) verleend voor een varkenshouderij aan de [locatie 1] te Beers. Op 2 februari 2010 heeft [vergunninghouder] een aanvraag om een revisievergunning ingediend voor de inrichting aan de [locatie 1] te Beers. De aanvraag is meerdere keren aangevuld en het college heeft drie keer een ontwerpbesluit ter inzage gelegd alvorens de gevraagde vergunning te verlenen. De aanvraag heeft onder meer betrekking op het wijzigen van de stalsystemen in de stallen 1 en 2 en een uitbreiding van het aantal dieren. Verder maakt het perceel aan de [locatie 2] te Beers niet langer deel uit van de inrichting. [appellant] woont aan de [locatie 2] te Beers en vreest dat de door hem ervaren overlast van het in werking zijn van de inrichting door de verleende vergunning wordt vergroot.
AnnotatorA. Collignon
LinkVolledige tekst annotatie (Stibbe.com)
UitspraakECLI:NL:RVS:2021:443
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 10-03-2021
CiteertitelM en R 2021/57
SamenvattingAppellante voert aan dat de rechtbank ten onrechte een eigen invulling heeft gegeven aan het begrip "industrieterrein" uit categorie D 11.3, kolom 1, van de bijlage bij het Besluit mer.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 22 november 2018 heeft het college aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het tijdelijk, namelijk tot 31 december 2021, gebruiken van gronden voor de opslag van bestratingsmateriaal op het perceel [locatie] te Hasselt. [vergunninghouder] exploiteert onder de naam [bedrijf] een eenmanszaak die handelt in bestratingsmaterialen. Het bedrijf is gevestigd op het perceel en heeft daar een showroom. Ten behoeve van de opslag van de bestratingsmaterialen huurde [vergunninghouder] een bedrijfsperceel in Genemuiden. De verhuurder heeft echter de verhuurovereenkomst opgezegd, waardoor [vergunninghouder] op zoek moest naar een nieuwe locatie om de bestratingsmaterialen op te slaan. Om die reden heeft [vergunninghouder] op 25 oktober 2018 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het tijdelijk gebruik van gronden voor de opslag van bestratingsmateriaal, aansluitend aan het perceel met een oppervlakte van 0,4 ha.
AnnotatorT. Rotscheid
LinkVolledige tekst annotatie (envir-advocaten.com)
UitspraakECLI:NL:RVS:2021:516
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRechtbank Amsterdam 18-03-2021
CiteertitelM en R 2021/58
SamenvattingOvertreding artikel 43 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden.
Samenvatting (Bron)Vrijspraak overtreding artikel 43 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, omdat uit het dossier niet volgt dat verdachte een biocide heeft gebruikt waarvoor geen toelating was verleend.
AnnotatorE. Broeren
UitspraakECLI:NL:RBAMS:2021:1145
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 24-03-2021
CiteertitelM en R 2021/59
SamenvattingArtikel 9, tweede lid, van het Verdrag van Aarhus kan niet zover strekken dat in de procedure over de watervergunning kan worden afgedwongen dat de doelmatigheid van de bodemsanering opnieuw als zodanig aan de orde wordt gesteld.
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 13 december 2016 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland aan Sachem Europe B.V. een watervergunning verleend voor een grondwateronttrekking ter plaatse van het Van Voordenpark 15 te Zaltbommel. Sachem exploiteert daar een chemisch bedrijf. De grond en het grondwater ter plaatse en in de omgeving van de locatie zijn als gevolg van het productieproces in het verleden en een brand verontreinigd geraakt met benzeen. Het bedrijfsterrein moet worden gesaneerd. In februari 2013 heeft Sachem een aanvraag ingediend voor het voortzetten van een grondwateronttrekking voor sanering ter plaatse van het bedrijfsterrein. Bij besluit van 13 december 2016 is een vergunning op grond van de Waterwet verleend voor grondwateronttrekking van 1.800.000 m3 per jaar voor de periode tot 1 juli 2018, met een maximum van 450.000 m3 per kwartaal, en maximaal 1.000.000 m3 per jaar voor de periode van 1 juli 2018 tot 1 juli 2023. Stichting Veiliger Zaltbommel vindt de wijze van sanering niet doelmatig.
AnnotatorJ.J.H. van Kempen
UitspraakECLI:NL:RVS:2021:634
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 24-03-2021
CiteertitelM en R 2021/60
SamenvattingCollege had maatwerkvoorschriften niet mogen vaststellen?
Samenvatting (Bron)Bij besluit van 25 april 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant een aantal maatwerkvoorschriften vastgesteld voor de inrichting van [appellante] op het perceel [locatie] in Helmond. [appellante] exploiteert op het perceel een inrichting voor het op- en overslaan en bewerken van meststoffen. Zij beschikt over een op 5 december 2014 door het college verleende omgevingsvergunning voor de productie van mestkorrels met een capaciteit van 60.000 ton per jaar. Volgens het college is gebleken dat deze activiteit leidt tot geurhinder die een aanvaardbaar niveau overschrijdt. Het heeft hierin aanleiding gezien om op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer maatwerkvoorschriften vast te stellen. [appellante] stelt zich op het standpunt dat het college de maatwerkvoorschriften niet had mogen vaststellen. [partij] woont in de wijk "Brouwhuis" die ten noorden van de inrichting is gelegen.
AnnotatorA.G.A. Nijmeijer
UitspraakECLI:NL:RVS:2021:621
Artikel aanvragenVia Praktizijn
RubriekJurisprudentie
TitelRaad van State 31-03-2021
CiteertitelM en R 2021/61
SamenvattingWijziging tenaamstelling Wnb-vergunning; besluit-begrip; belanghebbende.
Samenvatting (Bron)Het college van gedeputeerde staten van Gelderland heeft op 5 augustus 2016 de tenaamstelling van de aan [appellante sub 3] op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 verleende vergunning, gewijzigd in Dutch Dairy Genetics B.V.. In deze zaak gaat het over de vraag of tegen de wijziging van de tenaamstelling van een natuurvergunning geprocedeerd kan worden en als dat kan of het college de natuurvergunning die aan [appellante sub 3] was verleend op naam van Dutch Dairy mocht zetten. Het pluimveebedrijf is tijdens de beroepsprocedure over de natuurvergunning in april 2016 op een executieveiling verkocht aan Dutch Dairy Genetics B.V.. Zij heeft het college op 31 mei 2016 verzocht de natuurvergunning op haar naam te stellen. Het college heeft de tenaamstelling op 5 augustus 2016 gewijzigd.
AnnotatorM.M. Kaajan
UitspraakECLI:NL:RVS:2021:667
Artikel aanvragenVia Praktizijn